30 821 Nationale Veiligheid

Nr. 202 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2023

Met deze brief reageer ik, namens het kabinet, op de toezegging die tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 21 en 22 september 2022 (Handelingen II 2023/24, nr. 2, items 2 en 5 en Handelingen II 2023/24, nr. 3, items 3 en 7) is gedaan aan het lid Pieter Heerma (CDA) om opnieuw een Planbureau voor de Veiligheid zoals voorgesteld door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) te overwegen, mede in het licht van de ervaring met de Nationale Veiligheidsraad (NVR).1

Het kabinet onderschrijft nadrukkelijk het belang van een aanpak op het terrein van de (inter-)nationale veiligheid die de korte termijn prioriteiten overstijgt en de lange termijn risico’s in beeld brengt.

Mede naar aanleiding van de motie van de leden Pieter Heerma en Segers van 23 september 2021 (Kamerstuk 35 925, nr. 16) is de Nationale Veiligheidsraad opgericht. De NVR richt zich op de grootste dreigingen waarmee Nederland zich geconfronteerd ziet en kan op elk moment door de Minister-President bijeen worden geroepen. Hiermee wordt ervoor zorggedragen dat de verschillende dimensies van een onderwerp op het terrein van de nationale of internationale veiligheid op een snelle, geïntegreerde en gecoördineerde aanpak kunnen rekenen.

Gezien het toegenomen belang van interdisciplinair onderzoek en science-based policy in het veiligheidsdomein, wordt de NVR gevoed door de wetenschappelijke inbreng van kennisinstituten, universiteiten en adviescolleges. Hierbij gaat het onder meer om kennis vanuit het interdepartementale onderzoeksprogramma Progress en de Adviesraad Internationale Vraagstukken.

Ook voedt het Analistennetwerk Nationale Veiligheid middels een Rijksbrede Risicoanalyse (Kamerstukken II, 2022–23, 30 821, nr. 165) de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden (Kamerstukken II, 2022–23, 30 821, nr. 178, hierna: Veiligheidsstrategie). De op 3 april jl. gepubliceerde Veiligheidsstrategie voegt de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (2018) en de Nationale Veiligheid Strategie (2019) samen en zorgt voor een sterke integrale benadering en strategische koers op het brede veld van nationale veiligheid, die zowel de interne als externe veiligheidsdimensies omvat.

Het kabinet is van mening dat met de NVR, de Rijksbrede Risicoanalyse en de Veiligheidsstrategie opvolging wordt gegeven aan de bevindingen van de WRR.

Daarmee wordt er op andere wijze invulling gegeven aan het voorstel van de WRR om tot een planbureau voor de veiligheid te komen. Wel zal het kabinet zich blijven inzetten voor het duurzaam borgen van de aansluiting tussen de strategische kennisopbouw en de besluitvorming ter bescherming van onze nationale veiligheid. Dit geschiedt onder andere door de implementatie van de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden, door het aanwenden van de wetenschappelijke inbreng van het Analistennetwerk, de kennisinstituten, universiteiten en adviescolleges in de beleidsontwikkeling van departementen en door het geïntegreerde werk van de Nationale Veiligheidsraad.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius


X Noot
1

WRR rapport «Veiligheid in een wereld van verbindingen» uit 2017.

Naar boven