30 669 Dierziekte blauwtong

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2024

Op 20 december jl. heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de situatie ten aanzien van blauwtong in Nederland (Kamerstuk 30 669, nr. 26). Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer over de actuele situatie, vaccinatie, onderzoek, monitoring en activiteiten in de komende periode.

Actuele situatie

Blauwtongbesmettingen met het virus serotype 3 (BTV-3) zijn in vrijwel heel Nederland vastgesteld. De Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD) heeft een verdiepende analyse naar sterfte ten gevolge van blauwtong op schapen-, geiten- en rundveebedrijven van 1 november 2019 tot en met 31 oktober 2023 uitgevoerd. Royal GD heeft berekend dat in de periode september-oktober 2023, ten opzichte van voorgaande jaren, er een oversterfte was van minimaal 37.500 schapen (5% van het totaal aantal schapen). Voor volwassen runderen was de oversterfte beperkt tot 4.000 dieren.

Sinds december zijn de klinische gevallen sterk afgenomen en sinds begin januari zijn er geen klinische meldingen meer geweest. De afname van het aantal (klinische) besmettingen verloopt zoals verwacht in het winterseizoen, waarin de knuttenactiviteit sterk is afgenomen. De hoop is dat deze situatie de komende tijd nog aanhoudt, en dat klinische gevallen voorlopig uitblijven.

Zuid-Afrikaans vaccin

Recent heb ik nieuwe informatie ontvangen over het Blu-Vax vaccin, een vaccin tegen het blauwtongvirus, afkomstig uit Zuid-Afrika. Vorig jaar heb ik op basis van een negatief advies van het Bureau Diergeneesmiddelen besloten om geen toestemming te verlenen voor het gebruik van dit vaccin. Destijds waren er te veel onzekerheden ten aanzien van de veiligheid, en de inschatting was dat de effectiviteit van het vaccin zeer beperkt was (Kamerstuk 30 669, nr. 23). De producent van het Blu-Vax vaccin heeft de private tak van het Belgische nationale referentielaboratorium Sciensano opdracht gegeven om het vaccin te controleren op de aanwezigheid van bepaalde virussen en bacteriën. De verkregen informatie is met het Ministerie van LNV gedeeld, en deze is vervolgens ook met het Bureau Diergeneesmiddelen (aCBG/BD) gedeeld met het verzoek tot een herbeoordeling van het dossier.

Ondanks de extra informatie adviseert het Bureau Diergeneesmiddelen nog steeds om geen toestemming voor gebruik van Blu-Vax te verlenen. Er blijven veiligheidsrisico’s aanwezig vanwege nog steeds ontbrekende informatie en het ontbreken van een Good Manufacturing Practice-accreditatie (een kwaliteitsborgingssysteem voor de farmaceutische industrie). Daarnaast blijft er gerede twijfel bestaan over de werkzaamheid van Blu-Vax tegen het BTV serotype 3 in Nederland. De Commissie toelating diergeneesmiddelen (Ctd) deelt dit advies. In de bijlage vindt u de adviezen van zowel aCBG/BD als het Ctd.

Gezien het negatieve advies van aCBG/BD, de veiligheidsrisico’s en de gerede twijfel over werkzaamheid van Blu-Vax tegen het BTV-3 in Nederland heb ik besloten om op dit moment geen toestemming te verlenen om dit vaccin in Nederland te gebruiken.

Vaccinontwikkeling

Vaccinatie tegen BTV-3 blijft dé manier om gevoelige dieren te beschermen tegen infectie. Mijn inzet is daarom nog steeds dat er zo snel mogelijk, en de hoop is medio dit jaar, een veilig en werkzaam vaccin beschikbaar is. Zoals eerder gemeld, voer ik in dat kader met tien vaccinproducenten gesprekken over de ontwikkeling en productie van een vaccin tegen BTV-3, waarvan ten minste één bedrijf heeft aangegeven daadwerkelijk bezig te zijn met het ontwikkelen van een vaccin. Er wordt hard gewerkt en tot nu toe loopt de ontwikkeling voorspoedig. Ondertussen zal ik de mogelijkheden die de diergeneesmiddelenverordening ((EU) 2019/6) biedt gebruiken om de toelating te versnellen, zodat er, hopelijk vóór de zomer, een veilig en werkzaam vaccin beschikbaar is. Het is aan de farmaceutische bedrijven zelf om naar buiten te treden met meer informatie op het moment dat zij dat willen. Vanwege de hoge concurrentiegevoeligheid kan ik geen verdere informatie geven. Zodra dat wel kan, zal ik dat onmiddellijk doen.

Beschikbaarheid vaccin in Nederland

Door de sectoren, veehouders en dierenartsen wordt, in samenwerking met FIDIN (Brancheorganisatie van de fabrikanten en importeurs van diergeneesmiddelen in Nederland), besproken op welke wijze de batches vaccins, wanneer deze beschikbaar komen, zo goed mogelijk in Nederland kunnen worden verdeeld. Zo worden ook de gebruikelijke distributiekanalen (producent, groothandel, dierenarts) optimaal benut om een goede verdeling te realiseren van de eerste batches vaccin. Ik zal dit, waar nodig, ondersteunen door te faciliteren en kennis beschikbaar te stellen.

Onderzoek en monitoring

De Royal GD heeft een onderzoek uitgevoerd naar de klinische verschijnselen bij runderen en schapen. Over dit onderzoek is de Tweede Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 30 669, nr. 24). Zodra het rapport is opgeleverd, naar verwachting eind februari, zal ik de Tweede Kamer informeren.

In aanvulling op dit onderzoek verkent Royal GD, samen met LTO en het Ministerie van LNV, de mogelijkheden om vast te stellen hoeveel dieren in Nederland tussen september en december 2023 besmet zijn geraakt. Deze informatie kan de sectoren bijvoorbeeld helpen om te kijken hoe maatregelen, waaronder vaccinatie, optimaal kunnen worden ingezet. Dit onderzoek zal naar verwachting op korte termijn starten.

Naar aanleiding van de uitbraak is in oktober 2023 door het Centrum Monitoring Vectoren, onderdeel van de NVWA, samen met Wageningen Bioveterinary Research, het nationaal referentielaboratorium, een onderzoek gestart naar het vóórkomen van bepaalde knuttensoorten en de verspreiding door Nederland. Ook worden de knutten op de aanwezigheid van BTV-3 onderzocht. Op deze wijze wordt meer inzicht verkregen in de activiteit van de knutten.

BTV-3 bij tweede hond

In november 2023 is bij een tweede hond een infectie met BTV-3 aangetoond. Deze hond was ziek en weer hersteld. Het vermoeden is dat de hond in contact is geweest met karkassen van met BTV-3 besmette schapen. In bloedmonsters van deze hond zijn antistoffen tegen BTV-3 aangetoond. Er zijn geen verdere details en er zijn geen meldingen van andere huisdieren met BTV-3 infecties geweest.

Tot slot

Ik ben met regelmaat over de blauwtongsituatie in contact met de sectoren en andere betrokken partijen. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet. Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk een veilig en goed werkend vaccin tegen BTV-3 beschikbaar komt. Ik blijf mij daar ook de komende periode met alle betrokken partijen voor inzetten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven