30 573 Migratiebeleid

19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 208 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2024

Met deze brief doe ik een aantal toezeggingen aan uw Kamer gestand en informeer ik uw Kamer over de voortgang van uitvoering van een aantal aangenomen moties.

Verplicht melden in Ter Apel door kinderen onder 15 jaar

In reactie op mijn toezegging1 tijdens het commissiedebat van 28 juni 2023 om schriftelijk te reageren op de vraag van het lid Podt over het verplicht melden in Ter Apel door kinderen onder 15 jaar, kan ik het volgende melden:

Het aanmeldcentrum in Ter Apel heeft als enige locatie in Nederland een aanloopfunctie, met uitzondering van aanmeldcentrum Schiphol, alwaar vreemdelingen die inreizen met het vliegtuig zich kunnen melden om een asielaanvraag in te dienen. Dat betekent concreet dat elke vreemdeling, ongeacht leeftijd, zich moet melden in Ter Apel voor een asielaanvraag. Dit betreft zowel alleenreizende minderjarige vreemdelingen (de amv) als begeleide minderjarigen (bijvoorbeeld kinderen met hun ouders).

Wanneer een vreemdeling Nederland in reist en zich meldt bij een politiebureau, wordt uitleg gegeven over de asielprocedure en aangegeven waar zij zich dienen te melden. Het politiebureau verstrekt een treinkaartje naar Ter Apel, zodat op eigen gelegenheid naar Ter Apel gereisd kan worden. In het geval van minderjarige vreemdelingen zonder begeleiding wordt het vervoer georganiseerd naar Ter Apel, bijvoorbeeld door hulp van Nidos.

Identificatie- en registratiestraten

Naar aanleiding van vragen van het lid Ceder, in het commissiedebat van 20 december 2023 (Kamerstuk 19 637, nr. 3199), heb ik uw Kamer toegezegd om een uitvraag te doen bij alle gemeenten om een I&R straat toe te staan. Hierover is contact geweest met de VNG. De uitvraag wordt momenteel voorbereid en aan de Landelijke Regietafel en Provinciale Regietafel besproken.

Aanpak van politie inzake treinkaartjes2

In het commissiedebat van 20 december 2023 heb ik uw Kamer toegezegd om u per brief nader te informeren over de aanpak van de politie naar aanleiding van signalen dat asielzoekers op opeenvolgende dagen kosteloze treintickets voor Ter Apel ophalen bij het politiebureau en deze door verkopen. De politie kent dit signaal. Op dit moment wordt nader onderzocht of het hier een incidenteel of structureel probleem betreft. Indien de conclusie is dat het hier een structureel probleem betreft dan zal de werkinstructie hierop worden aangepast.

Motie Brekelmans inzake wensen en voorkeuren azc’s

Tijdens het Notaoverleg van 26 juni 2023 is de motie van het lid Brekelmans3 aangenomen.

Naar aanleiding van de behandeling van de Spreidingswet in uw Kamer op 26 en 27 september jl. en tijdens het Tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid van 6 juli jl., is uw Kamer toegezegd nadere toelichting te geven op de financiering van voorzieningen rondom opvanglocaties. Uit de motie van de leden Podt, Brekelmans, Van den Brink en Ceder (Kamerstuk 19 637, nr. 3145) maak ik op dat het gaat om de bekostiging van voorzieningen en dan meer specifiek de bekostiging van voorzieningen om de aanpak van overlast mogelijk te maken. De bekostiging van reguliere voorzieningen wordt geregeld door het faciliteitenbesluit voor gemeenten met een reguliere opvanglocatie. Die vergoedingen zien op vergoeding capaciteitsplaatsen, vergoeding wooneenheden, vergoeding voor (vrijwilligers)groepen, vergoeding voor voorlichtingskosten en een vergoeding voor huisvestingsbudget basisonderwijs. De bekostiging van de aanpak van overlast betreft met name politie-inzet of de inzet van boa’s. Dit kan (deels) gefinancierd worden via een jaarlijkse uitkering uit de SPUK-regeling aanpak overlast.

Op dit moment bestaan er twee manieren op basis waarvan gemeenten hun lokale voorkeuren kunnen aangeven bij de invulling van te realiseren opvang. Dit kan aan de Provinciale regietafel, hier wordt in gezamenlijkheid gesproken over de opgave die er per provincie ligt. Bij het maken van afspraken over de totale opgave kunnen gemeenten hun voorkeur uitspreken voor welke vorm van opvang zij in hun gemeente gerealiseerd willen hebben. Wanneer aan de PRT consensus is bereikt wat betreft de realisatie van opvangplekken kunnen verdere afspraken over de invulling daarvan vorm krijgen via de bestuursovereenkomsten die tussen de gemeente en het COA worden gesloten. Opgemerkt moet worden dat, gezien de huidige krapte in de opvang, er geen afspraken meer gemaakt worden die toezien op politiek/bestuurlijke doelgroep beperkingen, behalve als daar vanuit uitvoeringsperspectief of beleidsmatig – zoals bij bijvoorbeeld het vestigen van een nareislocatie – redenen voor zijn. Dit geldt ook voor reeds bestaande afspraken. Met gemeenten wordt besproken hoe deze afspraken kunnen worden uitgefaseerd. Hierover informeerde ik uw Kamer in de verzamelbrief van 10 november jl.4

Voor wat betreft vrijheidsbeperking op COA-locaties geldt dat een COA-locatie niet vrijheidsbeperkend is, met uitzondering van de HTL.

Motie Piri over asielzoekers zoveel mogelijk opvangen in gemeente / regio waar zij na verlening van asielstatus gehuisvest worden

De motie van Kamerlid Piri c.s.5 roept op asielzoekers zo veel mogelijk op te vangen in de gemeente en/of regio waar zij na verlening van de asielstatus gehuisvest worden. Aan de hand van zogenoemde harde en zachte criteria wordt door COA een regioadvies voor één of meerdere arbeidsmarktregio’s voor een vergunninghouder opgesteld. De harde criteria zijn bij het opstellen van een dergelijk advies leidend. Harde criteria zijn onder andere: familie in de eerste graad, een arbeidscontract van minimaal 8 uur per week, toelating van ofwel deelname aan een studie en een medische of psychosociale behandeling waarbij de vergunninghouder een behandeling volgt in een specifieke gemeente waarvoor hij/zij tenminste vier keer per jaar naar de behandelaar moet reizen.

Een ander uitgangspunt bij de koppeling van een statushouder is dat de gekoppelde gemeente dicht bij de opvanglocatie van de betreffende vergunninghouder ligt. Door het gebrek aan voldoende permanente opvanglocaties en de huidige onevenwichtige spreiding van opvanglocaties over het land, is het op dit moment niet altijd mogelijk om aan dat uitgangspunt te voldoen.

Motie Piri inzake zo snel mogelijk inzetten leegstaand maatschappelijk vastgoed

De motie van Kamerlid Piri c.s.6 roept op om zo snel mogelijk geschikt leegstaand maatschappelijk vastgoed in te zetten voor de opvang van asielzoekers. Hierover kan ik u het volgende melden: Tezamen met het rijksvastgoedbedrijf en het COA ben ik voortdurend op zoek naar nieuwe locaties die geschikt zijn voor opvang van asielzoekers. Hierbij wordt zowel de bestaande rijksvastgoedportefeuille gebruikt, maar wordt ook gekeken of het COA nieuw vastgoed of grond kan verwerven. Het COA bespreekt eventuele mogelijkheden voor opvang altijd met de betreffende gemeente. In totaal gebruiken het COA en veiligheidsregio’s circa 125.000 m2 vastgoed van het rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast zijn enkele kazernes van Defensie in gebruik.

Afspraken met de VNG over financiering van voorzieningen rondom opvanglocaties

Op 26 september jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de afspraken met de VNG over de financiering van voorzieningen rondom opvanglocaties.

Indien in een gemeente een opvangcentrum is gevestigd, bestaat het recht op uitkeringen voor de financiering van voorzieningen rondom de opvanglocatie. Dit is geregeld in het Faciliteitenbesluit. Het Faciliteitenbesluit is een ministeriële regeling waarbij de bekostiging van voorzieningen plaatsvindt op basis van het aantal plekken die een gemeente beschikbaar stelt. In 2023 is een start gemaakt met het herijken van het Faciliteitenbesluit. In 2024 wordt het actualiseren van het Faciliteitenbesluit in een werkgroep samen met onder andere de VNG vervolgd en dit leidt naar verwachting eind 2024 tot een aangepast Faciliteitenbesluit.

Financiële compensatie Westerwolde

Aan uw Kamer is toegezegd u voor het Wetgevingsoverleg Asiel en Migratie te informeren over financiële compensatie voor de gemeente Westerwolde voor de kosten die zij maken en hebben gemaakt voor jeugdzorg. In het commissiedebat van 20 december jl. informeerde ik uw Kamer dat hierover gesprekken lopen met het Ministerie van VWS. Deze gesprekken zijn momenteel nog gaande. Met de gemeente Westerwolde is afgesproken dat zij naar verwachting eind januari 2024 per brief uitsluitsel krijgen over de financiële compensatie.

Motie Bisschop inzake een robuuste en wendbare asielketen7

Over de motie van het lid Bisschop om te komen tot een robuuste en wendbare asielketen middels structurele investeringen heb ik uw Kamer al een aantal malen geïnformeerd. De stand van zaken bij IND en COA is op dit moment als volgt:

Op dit moment wordt samen met de IND een toekomstbestendige bekostigingssystematiek uitgewerkt en is er nog geen volledig beeld van de hiervoor noodzakelijke structurele investeringen. Beoogd wordt om de bekostigingssystematiek voor de zomer gereed te hebben.

Bij de voorjaarsnota 2023 heeft het kabinet het COA extra middelen toegekend om te groeien naar 41.000 vaste opvangplekken met bijbehorende personele bezetting die meerjarig gefinancierd wordt. Dat is een forse stijging ten opzichte van de huidige vaste capaciteit van circa 15.000 plekken. Het Portefeuilleplan vastgoed COA bepaalt mede waar en welke opvangplaatsen het COA meerjarig stabiel wil organiseren. Dit wordt meegenomen in de provinciale opvangplannen die aan de provinciale regietafels worden opgesteld door de gemeenten.

Een zestal moties ingediend door de leden Brekelmans en Van den Brink

Uw Kamer heeft op 10 oktober jl. bij de behandeling van de spreidingswet een zestal moties, ingediend door de leden Brekelmans (VVD) en Van den Brink (CDA), aangenomen.

In reactie op mijn toezegging tijdens het tweeminutendebat van 21 december 2023 om uw Kamer voor het Wetgevingsoverleg Asiel en Migratie te informeren over de voortgang van een zestal aangenomen moties, kan ik het volgende mededelen:

De IND heeft reeds uitvoering gegeven aan de motie waarin de regering wordt verzocht om schriftelijk horen voor kansrijke asielzoekers af te schaffen8. Ik verwijs naar mijn brief9 en de beantwoording van Kamervragen10 hierover van 19 december 2023.

Voor de overige vijf moties geldt dat deze in behandeling zijn en dat daar intensief aan wordt gewerkt. De inhoudelijke uitwerking en de benodigde afstemming hierover met de betrokken ketenpartners kost tijd. Per motie geef ik uw Kamer hieronder kort de stand van zaken weer.

Met betrekking tot de motie waarin de regering wordt verzocht om -kortgezegd- IND instructies en het landenbeleid niet langer openbaar te maken,11 kan ik u melden dat het onderzoek naar de juridische mogelijkheden met inachtneming van Wet open overheid (Woo) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het gesprek hierover met de IND zich in de afrondende fase bevinden. Ik verwacht uw Kamer in februari 2024 nader te kunnen informeren.

Het verzoek in de motie om minder vaak en snel het voordeel van de twijfel toe te passen12 maakt deel uit van de maatregelen met betrekking tot het landenbeleid die ik in mijn brief van 28 april 202313 met uw Kamer heb gedeeld. De toepassing van het concept voordeel van de twijfel wordt meegenomen in het traject met betrekking tot de bewijslastverdeling en zal leiden tot een beleidswijziging (Vc) en een nieuwe IND-werkinstructie. Deze wijziging, die de kern raakt van het werk van de IND, heeft tijd en een zorgvuldig proces nodig. Inmiddels bevindt ook dit onderzoek zich in de afrondende fase. Het streven is om uw Kamer op korte termijn nader te informeren. Ik zal tevens de reactie op de vraag van het lid Brekelmans, gesteld tijdens genoemd twee minutendebat, meenemen over de juridische mogelijkheden om misleiding door de asielzoeker vaker tegen te werpen bij de beoordeling van de asielaanvraag.

De inhoudelijke uitwerking en afstemming met betrekking tot de motie om strenger te toetsen of alleenstaande minderjarigen daadwerkelijk alleenstaand zijn en niet door familieleden kunnen worden verzorgd én het verzoek om het nareisbeleid voor jongvolwassenen terug te brengen naar het nareisbeleid conform de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn14, vergt meer tijd. Ik verwacht u dit kwartaal nader te kunnen informeren. Overigens volgt uit de Gezinsherenigingsrichtlijn geen verplichting om gunstigere nareisvoorwaarden tot gezinshereniging toe te passen bij jongvolwassenen. Ik leg het verzoek in de motie daarom uit als een vraag om het afschaffen van het jongvolwassenenbeleid.

Voor de uitwerking van de motie om het uitlezen van mobiele telefoons ook te gebruiken voor het toetsen van het asielrelaas15 wordt een traject ingericht. Hierin wordt mede onderzocht of en zo ja hoe andere Europese lidstaten dit proces hebben ingericht; dit ook in verband met de uitvoeringscapaciteit die nodig is om tot uitvoering van de motie te komen. Streven is om uw Kamer voor het zomerreces te informeren.

Ten slotte kan ik uw Kamer melden dat bij de uitwerking van de motie over het versoberen van de opvang en voorzieningen voor asielzoekers met een kansarme aanvraag16 belangrijke stappen zijn gezet. In Ter Apel is een pilot gestart omtrent de procesbeschikbaarheids locatie (PBL). In de PBL worden asielzoekers opgevangen die een kansarme asielaanvraag hebben ingediend. Op korte termijn zal eenzelfde pilot starten in Budel. In een PBL worden kansarme asielaanvragen snel en efficiënt afgehandeld, de asielaanvragers dienen voor elke processtap beschikbaar te zijn op de locatie. Het versoberen van de opvang en voorzieningen voor asielzoekers met een kansarme asielaanvraag wordt verder betrokken bij de uitvoeringsagenda flexibilisering asielketen.

Beleidsregels buitenschuldprocedure en staatloosheid

Tijdens het debat in de Eerste Kamer over de wetsvoorstellen van de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid en de aanpassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van het optierecht voor staatloos in Nederland geboren kinderen heb ik toegezegd17 om de beleidsregels over de rol van staatloosheid in de buitenschuldprocedure en de uitwerking van het begrip stabiel hoofdverblijf toe te sturen aan beide Kamers.

De tekst over staatloosheid/buiten schuld is opgenomen in paragraaf B8/4.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Stcr. 2023, nr. 26470): «Tijdens de bemiddeling zal de DT&V monitoren in hoeverre de vreemdeling doet wat van hem verwacht mag worden om te kunnen vertrekken. De DT&V zal daarbij rekening houden met de specifieke omstandigheden van de vreemdeling. Bij het onderzoek naar vertrekmogelijkheden, en de medewerking daaraan van de vreemdeling, zal de DT&V meewegen, dat het voor de vreemdeling lastiger kan zijn om zijn verklaringen met documenten te onderbouwen, als sprake is van vastgestelde staatloosheid.»

Het begrip «stabiel hoofdverblijf» wordt toegelicht in de Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003, en wel in de toelichting op artikel 6, eerste lid, aanhef en onder q, RWN. Deze toelichting is er bij Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 28 juni 2023, nummer WBN 2023/5, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 opgenomen. «Voor de beoordeling van stabiel hoofdverblijf zijn de volgende criteria van toepassing:

  • het moet gaan om vijf jaar feitelijk en onafgebroken verblijf in het Koninkrijk; en

  • het kind en de ouder(s) hebben in het verleden het vertrektraject niet gefrustreerd; en

  • het kind en de ouder(s) hebben zich niet onttrokken aan toezicht van de autoriteiten van het desbetreffende land binnen het Koninkrijk.»

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben over eerder ingediende moties en gedane toezeggingen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

TZ202307-097

X Noot
2

TZ202401-009

X Noot
3

Kamerstukken II 2022/23 36 139, nr. 11

X Noot
4

Kamerstukken II 2023/24, 19 637, nr. 3174

X Noot
5

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 40

X Noot
6

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 41

X Noot
7

Kamerstukken II 2021/22 19 637, nr. 2798

X Noot
8

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 65

X Noot
9

Kamerstukken II 2023/24 19 637, nr. 3184

X Noot
10

Aanhangsel van de Handelingen II 2023/24, nr. 664

X Noot
11

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 63

X Noot
12

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 56

X Noot
13

Kamerstukken II 2022/23 19 637, nr. 3100

X Noot
14

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 71

X Noot
15

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 64

X Noot
16

Kamerstukken II 2023/24 36 333, nr. 66

X Noot
17

Toezegging Eerste Kamer T03697

Naar boven