30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 552 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2017

Met deze brief informeer ik u over het kennis- en innovatieprogramma «DuurzaamDoor: sociale innovatie voor een groene economie» en geef daarmee invulling aan mijn toezegging het beleidskader1 van het programma DuurzaamDoor (hierna: DD) aan uw Kamer te sturen. Ik heb de regiegroep DD, waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken met ondernemers, onderwijs, onderzoek en maatschappelijke organisaties, gevraagd dit beleidskader op te stellen. Het beleidskader biedt voor de komende jaren opnieuw de basis voor uiteenlopende innovatieve en educatieve activiteiten op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid. Deze brief bevat de hoofdlijnen van het beleidskader van het programma DD. Voor het beleidskader verwijs ik u naar de volgende website: https://www.duurzaamdoor.nl/beleidskader-duurzaamdoor-2017-2020.

Het programma DD bouwt voort op de ervaringen en netwerken die in voorgaande jaren zijn opgebouwd. De ambitie van het programma «Jong Leren Eten 2017–2020», dat een speerpunt is binnen de Voedselagenda, wordt tevens ondersteund door het programma DD. Hierover heb ik uw Kamer in september 2016 geïnformeerd (Kamerstuk 31 532, nr. 169). Tot slot informeer ik u ook over de inspanningen van het kabinet om via het programma DD het thema duurzaamheid in het onderwijs te ondersteunen en te implementeren, zoals eerder naar uw Kamer gecommuniceerd door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (Kamerstuk 20 487, nr. 51).

Doelen van het programma DuurzaamDoor

Het programma DD is een kennisprogramma voor sociale innovatie, dat tot doel heeft de ontwikkeling naar een groene, duurzame, circulaire economie te versnellen en dat helpt om doorbraken te realiseren. Het programma organiseert samenhang tussen landelijke, regionale en lokale initiatieven via «sociaal instrumentarium» en biedt gelegenheid om te leren van elkaars kennis en ervaringen. Het gaat om «leren en innoveren» en hierbij staan vijf maatschappelijke transitie-opgaven centraal, te weten: voedsel, biodiversiteit, energie, water en circulaire economie. Ook wordt gekeken naar onderliggende en verweven thema’s als klimaat, grondstoffen en afval, kringlopen, mobiliteit, landschap, duurzame ketens etc. Om nadere focus aan te brengen wordt voorrang gegeven aan die projecten en processen waar de meeste impact door sociale innovatie of onderwijs te verwachten valt.

Zo was in de periode van 2013–2016 het programma DD betrokken bij de start van 20 regionale netwerkinitiatieven, waarbij geëxperimenteerd is met nieuwe circulaire business-modellen. Succesvolle voorbeelden van regionale duurzaamheidsnetwerken zijn de «Coöperatie Gloei» in de Peel en «De Fruitmotor» in de Betuwe. Een ander voorbeeld is de jaarlijks terugkerende landelijke Voorleesactie op de dag van de Duurzaamheid, bijvoorbeeld over Plastic Soup en over Duurzaam Voedsel. Daarnaast is de verankering van duurzaamheid in de nieuwe kwalificatiestructuur mbo mede door en met de partners van het programma DD tot stand gekomen. Eveneens een inspirerend voorbeeld is het ontstaan van de «Green Protein Alliance», een samenwerking tussen partners die de transitie van dierlijke naar meer plantaardige eiwitten stimuleert.

Totstandkoming

In nauwe afstemming met de regiegroep DD, waarin de provincies (IPO), de gemeenten (Vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling, mede namens de VNG), de Waterschappen, de Unie van Waterschappen, het Ministerie van Economische Zaken (EZ), het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) (agendalid) deelnemen, is het programma DD 2017–2020 tot stand gekomen.

Bij het opstellen van het beleidskader is voortgebouwd op de uitkomsten van diverse evaluaties en onderzoeken die over de programmaperiode 2013–2016 zijn uitgevoerd. Daarbij zijn diverse maatschappelijke partijen (onderwijs, onderzoek, ondernemers, NGO’s en burgerinitiatieven) gevraagd input te leveren. Naast deze formele evaluatie van het lopende programma2 hebben deze partijen hun gedachten kenbaar gemaakt in een essay genaamd: «Naar een Coöperatie van Waarden»3. Hierin zijn het belang en de uitdagingen van de multi-stakeholderaanpak beschreven. Verder is er nadrukkelijk aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs. Dit is ook een sterke wens van jongerenorganisaties. In de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van uw Kamer is dit onderwerp in 2015 en 2016 meerdere keren aan de orde geweest.4 Naar aanleiding daarvan biedt het programma DD in de komende jaren ondersteuning aan dit thema, passend bij de reeds ingezette activiteiten, (kennis)infrastructuur en (onderwijs)netwerken.

Resultaten van het programma DuurzaamDoor

Het succes van het programma DD vertaalt zich in honderden unieke partners, die bereid zijn om hun kennis en ervaring actief te delen met elkaar en met derden.

Met het programma DD wordt ook invulling gegeven aan het internationale doel waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd, waaronder sustainable development goal 4.7: «By 2030, ensure that all learners acquire the knowledge and skills needed to promote sustainable development, including, among others, through education for sustainable development and sustainable lifestyles, ...)5

Bij de afronding van de afgelopen programmaperiode (2013–2016) is de balans opgemaakt. Daarbij is gebruik gemaakt van de uitkomsten van de evaluaties van deze programmaperiode. De belangrijkste resultaten zijn:

  • Er zijn landelijk 208 opdrachten en 14 samenwerkingsovereenkomsten met multi-stakeholdergroepen opgesteld en uitgevoerd; Daarnaast heeft iedere provincie een portfolio van ca. 20 projecten opgesteld en uitgevoerd.

  • Er zijn 32 regionale duurzaamheidsnetwerken begeleid;

  • Er zijn 296 publicaties (in wetenschappelijke tijdschriften, boeken, magazines en via sociale media) verschenen, een onderwijs ICT-systeem «Groen Gelinkt»6 en een website DD met bijbehorende nieuwsbrieven gerealiseerd.

  • In de periode 2013–2016 zijn vele bijeenkomsten, studiedagen en conferenties georganiseerd, nationaal en internationaal, gericht op de duurzaamheidsthema’s. Deze zijn georganiseerd door het programma DD als ook door de deelnemende partners7.

De relatie met Jong Leren Eten

In mijn brief van 30 september 2016 over het programma Jong Leren Eten (Kamerstuk 31 532, nr. 169) heb ik aangegeven dat ik, samen met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzet op een specifieke aanpak voor jongeren in de leeftijd 0–18 jaar met als doel kinderen al jong te leren (over) eten. Om bewuste en gezonde keuzes te kunnen maken, samen met hun ouders of als ze later groot zijn.

In deze brief heb ik tevens aangegeven dat een meer duurzame keuze op het gebied van voedsel en voeding ook samenhangt met onderwerpen als klimaat, biodiversiteit, water en dierenwelzijn. En dat het thema voedsel ook vorm en uitvoering krijgt via het programma DD 2017–2020.

Hierbij zet ik in op vijf sporen:

  • Structurele aandacht voor voeding in de school via de aanpak Gezonde School;

  • Strategische (landelijke) educatieve programma’s een update geven en beschikbaar houden;

  • Inzetten op een combinatie van theorie en praktijk, met bijvoorbeeld de inzet van schooltuinen, boerderij-educatie en kooklessen;

  • Verbinden van vraag en aanbod door gebruik te maken van zogenaamde JLE-makelaars in iedere provincie en lesmaterialen hierover beschikbaar te stellen;

  • Inzetten op het vergroten van kennisuitwisseling en onderzoek gericht op jongeren en voedsel.

Deze activiteiten moeten ertoe leiden dat via kinderopvang en scholen zoveel mogelijk kinderen leren over hoe voedsel geproduceerd wordt en hoe zij gezonde en duurzame keuzes in hun voedingspatronen kunnen maken.

Duurzaamheid en onderwijs

Binnen het programma DD zijn diverse netwerken – van kinderopvang tot hoger onderwijs – actief, die voorzien in het delen van good practices, kennisnetwerken, deskundigheidbevordering van docenten en een portfolio aan lesmaterialen, excursies, gastlessen etc. Ook voorziet het programma DD in samenwerking met onder meer Kennisnet in de (digitale) ontsluiting van dergelijke activiteiten en ondersteunt het programma de koppeling tussen de vragen van scholen en aanbod van educatie. Er zijn «benchmarks» voor onderwijs, dat zich wil profileren, zoals «Eco-schools» of «SustainaBull» (hbo–wo).

Het thema duurzaamheid wordt meegenomen in de integrale herziening van het formele curriculum van het primair en voortgezet onderwijs, die in 2016 in gang is gezet. Over deze curriculumherziening heeft op 20 april 2017 een Algemeen Overleg plaatsgevonden met uw Kamer (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 374). Tijdens dit debat is door de Staatssecretaris van OCW toegezegd dat experts op het gebied van duurzaamheid betrokken zullen worden bij de curriculumherziening op een aantal onderdelen, te weten Nederlands, rekenen en wiskunde, Engels, burgerschap, digitale geletterdheid en techniek.

De meest ideale situatie ontstaat wanneer scholen inzetten op de combinatie van inhoud van het curriculum met duurzame bedrijfsvoering en verankering in zowel het eigen beleid als in de relatie met duurzaamheidspartijen in de omgeving. Daar zijn ook andere programma’s voor, zoals de Green Deal «energie op scholen» van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), OCW, I&M en EZ. Een dergelijke «Whole School Approach», waarbij inzet op meerdere aspecten van het onderwijsproces plaatsvindt, zal actief onder de aandacht worden gebracht.

In 2016 heeft een aantal bestaande jongerennetwerken – zoals de Nationale Jeugd Raad – samen met bestaande onderwijsnetwerken het initiatief genomen tot een brede coöperatie «Leren voor Morgen», die door het programma DD ondersteund wordt met financiën, kennis en voorzieningen. Onder «Leren voor Morgen» komen drie benaderingen samen:

  • het op een deskundige manier verbinden van inhoudelijke duurzaamheidsthema’s met onderwijspartijen (bijvoorbeeld watereducatie, voedseleducatie, specifieke vragen uit bedrijfsleven);

  • het faciliteren van netwerken en delen van good practices;

  • het werken aan de meer conceptuele inzet van duurzaamheid in het onderwijssysteem, aansluitend bij de vraag van scholen.

Over deze aanpak is uw Kamer geïnformeerd door de Staatssecretaris van I&M (Kamerstuk 20 487, nr. 51), waarbij is aangegeven dat het programma DD in de komende jaren hier ondersteuning aan zal bieden.

Duurzaamheid omvat veel thema’s, met elk eigen educatieve ambities (watereducatie, afvaleducatie, klimaateducatie etc.) Al deze educaties hebben gemeen dat er een groot aanbod is aan educatieve materialen, maar dat de samenhang vaak ontbreekt en kwaliteit varieert. Het programma DD probeert door haar aanpak en infrastructuur ruimte te bieden aan deze ambities, zowel richting onderwijs als in leer- en innovatieprocessen in multi-stakeholdersituaties. Het is een opgave van departementen en andere overheden om dergelijke educatie-processen gezamenlijk op te pakken en uit te (doen) voeren, maar ook een oproep aan fondsen en maatschappelijke partijen om – met behoud van eigen identiteit en ambities – de inzet te bundelen.

Financiering

De rijksbijdrage voor het programma DD is voor de jaren 2017–2020 jaarlijks € 7,0 miljoen. Daarvan is € 3,4 miljoen per jaar beschikbaar voor voedseleducatie in het kader van de aanpak Jong Leren Eten. Voor de bredere aanpak en invulling van het programma DD is € 2,3 miljoen beschikbaar. Voor het gezamenlijke programmamanagement en ondersteuning van pilots en projecten van Jong Leren Eten en het programma DD via RVO is € 1,2 miljoen per jaar beschikbaar. Voor de coöperatie «Leren voor Morgen» is € 0,1 miljoen per jaar beschikbaar. Op verschillende thema’s is er extra cofinanciering vanuit beleidsbudgetten van diverse overheden, maar deze zijn niet structureel en kunnen per thema en per jaar wisselen. Deze bijdragen zijn dan ook niet in het beleidskader en de begroting opgenomen, maar als algemeen principe op cofinanciering benoemd. Ook andere partners kunnen meedoen op basis van cofinanciering. Deze bijdragen worden zichtbaar gemaakt in managementrapportages die RVO over de projectenportfolio opstelt.

Tot slot

De aanpak en het programma DD zullen blijvend geëvalueerd worden. Ik zal uw Kamer in de tweede helft van 2018 over de voortgang van het programma informeren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Beleidskader 2017–2020: DuurzaamDoor «Sociale innovatie voor een groene economie, Coöperatie van Partners en Waarden.

X Noot
2

Een overzicht van evaluaties en onderzoeken is opgenomen in het beleidskader.

X Noot
3

Essay door de organisaties GDO, IVN, Kracht in Nederland en Het Groene Brein.

X Noot
4

Kamerstuk 34 000 XII, nr. 46, Kamerstuk 20 487, nr. 49; Brief I&M 11 april 2017 (Kamerstuk 20 487, nr. 51).

X Noot
7

O.a. KO: kind van natuur; PO: netwerk Duurzame Pabo; VO: Sustainable Chain Gang, mbo: Duurzaam MBO en Groene Brein Roots, Hoger onderwijs: Groene Brein en Studenten voor Morgen.

Naar boven