30 111 Topinkomens

Nr. 128 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2022

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van het topinkomensbeleid van het kabinet in de (semi-)publieke sector. Overeenkomstig artikel 7.1 van de Wet normering topinkomens (WNT) is bij deze brief de WNT-jaarrapportage 20211 gevoegd met een overzicht van geconstateerde overtredingen en getroffen handhavingsmaatregelen (bijlage 1). In bijlage 2 geef ik een geactualiseerd overzicht van ingediende en gehonoreerde uitzonderingsverzoeken in het kader van de WNT. De Eerste Kamer der Staten-Generaal ontvangt een gelijkluidende brief.

Toezicht en handhaving 2021

De WNT-jaarrapportage 2021 (zie bijlage 1) omvat zowel nieuw gemelde overtredingen als een actualisatie van overtredingen uit eerdere WNT-rapportages die nog in behandeling zijn. Een deel van de vermelde overtredingen is gesignaleerd door de accountant, die de facto fungeert als eerstelijns toezichthouder. De verschillende WNT-toezichthouders (zoals het CIBG, de Autoriteit Woningcorporaties, de Inspectie van het Onderwijs, het Commissariaat voor de Media en de Eenheid Toezicht WNT) kunnen ook proactief toezicht uitoefenen of reageren op signalen die zij langs andere wegen ontvangen.

Ten opzichte van de WNT-jaarrapportage 2020 zijn er 56 nieuwe meldingen c.q. constateringen. Hiervan betreffen 29 een overtreding van de openbaarmakingsplicht, en 26 hebben betrekking op overschrijdingen van het toepasselijke bezoldigingsmaximum. Er is één nieuwe overtreding van de normering van de ontslagvergoeding geconstateerd.

Van de 56 nieuwe meldingen zijn er 16 nog in behandeling, de andere 40 zijn afgehandeld (doorgaans is de betreffende overtreding ongedaan gemaakt zonder handhavingsmaatregelen).

Sinds 2018 is het voor alle WNT-instellingen verplicht de WNT-verantwoording jaarlijks uiterlijk 1 juli op algemeen toegankelijke wijze op internet openbaar te maken voor een periode van tenminste zeven jaar. In de evaluatie 2016–2020 is gebleken dat deze online publicatieplicht beperkt werd nageleefd. Een aantal toezichthouders is naar aanleiding van deze constatering meer gaan inzetten op het bevorderen van de naleving van de online publicatieplicht. In 2021 heeft dit acht keer geleid tot de inzet van een handhavingsmaatregel.

Uitzonderingsverzoeken

Op verzoek van de Tweede Kamer is – zoals sinds enige jaren gebruikelijk – een overzicht bijgevoegd van de ontvangen en gehonoreerde uitzonderingsverzoeken (zie bijlage 2). Bij een controle van het aantal over 2021 gerapporteerde uitzonderingsverzoeken m.b.t. de zorgsector bleek het overzicht enkele onjuistheden te bevatten. Deze zijn in het bijgaande overzicht m.b.t. 2022 gecorrigeerd.

Ten opzichte van het vorige overzicht zijn er twee nieuwe uitzonderingsverzoeken op grond van artikel 2.4 van de WNT gehonoreerd (algemeen WNT-maximum), en is één uitzonderingsverzoek op grond van art. 2.7 WNT (klasse-indeling) gehonoreerd.

Vaststelling Normenkader 2023 en wetswijzigingstraject WNT (2de evaluatiewet)

Ik maak van de gelegenheid gebruik om u te informeren over een aantal actuele ontwikkelingen met betrekking tot de WNT.

Voorbereiding wetswijziging WNT (2de evaluatiewet) gestart

In mijn brief van 7 september jl. heb ik namens het kabinet een wetswijziging van de WNT aangekondigd als opvolging van de evaluatie WNT 2016–2020, en heb ik de hoofdlijnen van de voorgenomen wetswijziging geschetst.2 De voorbereidingen m.b.t. het wetswijzigingstraject zijn inmiddels gestart.

Indexering bezoldigingsmaxima

Het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2023 is vastgesteld op € 223.000. Op grond van de WNT wordt het bezoldigingsmaximum jaarlijks geïndexeerd en vastgesteld op basis van het CBS-cijfer voor de contractloonstijging bij de overheid in het voorgaande jaar en afgerond naar boven op duizendtallen. Ook de overige maxima voor onder meer toezichthoudende topfunctionarissen en interim-topfunctionarissen zijn geïndexeerd.3

Sectorregelingen

De sectorale regelingen voor de zorg, jeugdhulp en zorgverzekeraars, woningcorporaties, onderwijs, cultuur en de media en ontwikkelingssamenwerking zijn eind oktober/begin november 2022 opnieuw vastgesteld. De indexering van de (eerder verlaagde) bezoldigingsmaxima per bezoldigingsklasse is vastgesteld en de regelingen zijn op een aantal kleine punten aangepast.4 De regelingen treden met ingang van 1 januari 2023 in werking.

Uitvoeringsregeling WNT

De Uitvoeringsregeling WNT bevat nadere regels ter uitwerking of verduidelijking van een aantal onderwerpen, zoals het bezoldigingsbegrip en de openbaarmakingsverplichting. Naar aanleiding van verzoeken om verduidelijking uit het veld, rechterlijke uitspraken e.d. wordt de regeling jaarlijks geactualiseerd.

Op 31 oktober 2022 heb ik de gewijzigde Uitvoeringsregeling WNT vastgesteld.5 Voor het kalenderjaar 2023 is sprake van een aanpassing van de regeling aan de loonontwikkeling van de afgelopen jaren van de maximumloonsom voor toepassing van de verantwoordingsvrijstelling voor de WNT (artikel 5b van de uitvoeringsregeling) en van een verduidelijking van de openbaarmakingsverplichting op grond van de WNT voor WNT-instellingen die deel uitmaken van een groep van rechtspersonen (artikel 5c, derde lid, van de uitvoeringsregeling). Ook zijn enkele andere, vooral technische verbeteringen aangebracht.

Controleprotocol WNT 2022

Per 1 juli 2022 is de Regeling Controleprotocol WNT 2022 in werking getreden.

In dit protocol wordt de wijze beschreven waarop de accountantscontrole op de naleving van de WNT over het kalenderjaar 2022 dient plaats te vinden. Het is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Dit controleprotocol is minimaal gewijzigd ten opzichte van het vorige controleprotocol.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

De WNT-Jaarrapportage 2021 is gebaseerd op de jaarverslagen van de WNT-instellingen over het jaar 2021. Deze jaarverslagen worden in 2022 vastgesteld.

X Noot
2

Kamerstuk 30 111, nr. 127.

X Noot
4

Respectievelijk Stcrt. 2022, nrs. 32178, 27222, 31416 en 28978.

Naar boven