29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2023

De werkwijzen en verschijningsvormen van georganiseerde criminaliteit zijn in Nederland in de afgelopen jaren veranderd. Criminele netwerken maken meer dan ooit misbruik van onze legale processen en infrastructuren en onze welvarende maatschappij. Criminelen hebben bijvoorbeeld schuren, opslagruimtes, transportstromen en legale documenten nodig om drugs te kunnen produceren, verhandelen en vervoeren en zelf in de schaduwen te kunnen opereren. Zij proberen bedrijven en burgers die deze gelegenheid kunnen bieden daarom naar hun hand te zetten. Op het moment dat deze criminele netwerken daarin worden gefrustreerd, schuwen zij niet om te intimideren, te corrumperen of zelfs extreem geweld in te zetten. Tegen deze ondermijnende effecten van criminaliteit moet een overheid staan die adequaat kan reageren. Slagvaardige interventie en daadkrachtig optreden is daarbij van essentieel belang. Daar hoort ook een sanctiestelsel bij dat aansluit bij het type criminaliteit en de ernstige gevolgen ervan voor de samenleving.

In het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) van dit kabinet is opgenomen dat om de georganiseerde criminaliteit beter te kunnen bestrijden, de straffen voor onder meer verboden productie, grootschalige handel en grootschalig bezit van drugs worden verhoogd. Om onderbouwd invulling te kunnen geven aan deze afspraak, is de oplevering afgewacht van het WODC-onderzoek naar het criminele vestigingsklimaat, dat in reactie op de motie van het lid Bikker c.s.1 is uitgevoerd. In mijn reactie op dit onderzoek van december 20222 heb ik toegezegd uw Kamer in het voorjaar van 2023 de eerste contouren te doen toekomen van de uitwerking van de ambitie uit het coalitieakkoord. Met deze brief doe ik die toezegging gestand.

In deze brief schets ik de eerste contouren van mogelijke wetswijzigingen. Vervolgens ga ik in op de andere factoren die van invloed zijn op de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigings- of marktplaats voor criminelen en licht ik toe hoe dit kabinet voorts inzet om deze aantrekkelijkheid terug te dringen.

Strafmaat

De overheid dient door middel van sancties en straffen daadkrachtig op te kunnen treden tegen vormen van criminaliteit die onze vrijheden en veiligheid onder druk zetten. Soms sluiten eerder bepaalde normen en daarbij behorende sancties niet meer aan bij de actuele aard en omvang van de problematiek en de ernstige gevolgen van de criminaliteit. Daarom is het van belang dat we kritisch kijken naar de wettelijke sancties en deze laten aansluiten bij de veranderde normen binnen onze samenleving. Dat is zoals ik hiervoor omschrijf het geval bij de zwaarste vormen van georganiseerde drugscriminaliteit.

Dat de maatschappelijke afkeer van dit type criminaliteit steeds groter is worden, is ook terug te zien in de strafrechtpraktijk. Uit informatie van het Openbaar Ministerie blijkt dat voor het hoogste segment verdachten van grootschalige invoer of uitvoer van bijvoorbeeld cocaïne straffen worden geëist tot een gevangenisstraf zeer dicht of gelijk aan het hoogste wettelijke strafmaximum. Uit de jurisprudentie blijkt dat die strafeisen door de rechtspraak dikwijls worden gevolgd. Dit duidt op een ontwikkeling die vraagt om herziening van de sancties voor zware harddrugsdelicten. Hierover heb ik de afgelopen periode gesprekken gevoerd. Naar aanleiding van deze gesprekken ben ik tot de conclusie gekomen dat er, conform de ambitie uit het coalitieakkoord, ook in de praktijk behoefte is aan een steviger norm vanuit de overheid en de samenleving om tegen de zware georganiseerde drugscriminaliteit op te kunnen treden.

Dat doe ik door de wettelijke strafmaxima voor grootschalige in- en uitvoer, grootschalige productie en grootschalig bezit van harddrugs te verhogen. Het gaat in beginsel om de zwaarste versies van de delicten beschreven in artikel 2 van de Opiumwet en de straffen zoals beschreven in artikel 10 van diezelfde wet. Respectievelijk zijn daarvoor nu strafmaxima van 12 (in- en uitvoer), 8 (productie) en 6 jaar (bezit) opgenomen in de wet.

De mate waarin deze strafmaxima kunnen worden verhoogd, wordt de komende periode uitgewerkt, rekening houdend met het belang van een evenwichtig systeem voor wettelijke strafmaxima voor drugsfeiten, die aansluiten bij de aard en ernst van de verschillende in de Opiumwet strafbaar gestelde handelingen. Waar noodzakelijk, zullen eventuele discrepanties in die systematiek eveneens worden aangepast. Deze aanpassingen zullen ook meer ruimte bieden om de Aanwijzing Opiumwet en strafvorderingsrichtlijnen van het Openbaar Ministerie aan te passen waar nodig.

Rekening houdend met de verdere uitwerking de komende periode streef ik ernaar een conceptwetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet voor het eind van dit jaar in consultatie te kunnen geven.

Strafrechtelijke aanpak

Met de plannen voor het verhogen van de strafmaat wordt een belangrijk signaal afgegeven vanuit de overheid en de samenleving dat dit type criminaliteit niet getolereerd wordt. Ook is het een goede stap in het onaantrekkelijk maken van Nederland als marktplaats voor criminele netwerken. Maar om mijn ambitie te bereiken dat de effectiviteit van de opsporing en vervolging van georganiseerde criminaliteit wordt vergroot, is meer nodig. Factoren als het vergroten van de pakkans, het wegnemen van gelegenheidsstructuren, het afpakken van de criminele winsten en het effectief inzetten van preventie met gezag, zijn minstens zo belangrijk hiervoor.

Daarom zet ik de komende jaren, naast de verhoging van strafmaten, in op het vergroten van de pakkans. Ik zet een versterking van de slagkracht van de opsporing in gang, door te investeren in specialistische recherchecapaciteit die wordt ingezet ter bevordering van de aanpak van criminele netwerken en machtsstructuren. De succesvolle opsporingsonderzoeken en de (internationale) arrestaties van de afgelopen jaren laten zien dat de pakkans van personen die zich bezighouden met georganiseerde criminaliteit is toegenomen. Deze specifieke opsporing- en vervolgingswijze, die tot stand is gekomen door een samenwerking tussen het Dienst Landelijk Recherche en het Landelijk Parket, wordt (ook internationaal) als een belangrijk middel gezien voor de bestrijding van criminele machtsstructuren. Over de wijze waarop ik dit doe en over de werkwijze Aanpak Criminele Machtsstructuren, wordt uw Kamer vóór de zomer nader geïnformeerd.

Naast het vergroten van de pakkans is het wegnemen van gelegenheidsstructuren en het verbeteren van de mogelijkheden tot het afpakken van de criminele winsten van essentieel belang voor de effectieve aanpak van georganiseerde criminaliteit. Om gelegenheidsstructuren beter te kunnen verstoren, zijn nieuwe wettelijke grondslagen gecreëerd om de ondermijning beter te kunnen bestrijden (Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit I3) of zijn dergelijke grondslagen in voorbereiding (conceptwetsvoorstel versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II4). Met deze nieuwe regelgeving zijn of worden o.a. bepaalde modus operandi van criminele netwerken strafbaar gesteld en wordt het opleggen van maatregelen beter mogelijk gemaakt, waardoor criminelen effectiever kunnen worden opgespoord en hun activiteiten verder worden gefrustreerd. Ook de plannen omtrent het voorkomen van voortzetting van crimineel handelen in detentie dragen bij aan het wegnemen van gelegenheidsstructuren voor criminele netwerken om hun activiteiten voort te zetten.5 Om het afpakken van de criminele winsten te verbeteren zet ik in op de confiscatie van criminele goederen, zonder voorafgaande veroordeling voor een strafbaar feit (ook bekend als «non conviction based confiscation»). Een conceptwetsvoorstel met deze strekking is inmiddels voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Het voorkomen dat mensen (weer) de criminaliteit ingaan, of hier verder in doorgroeien, is eveneens van cruciaal belang voor de lange termijn aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Binnen ons strafrechtbestel bestaan mogelijkheden om naast het inzetten van het gezag, perspectief en begeleiding te bieden door middel van bijvoorbeeld reclassering en re-integratietrajecten. De inzet van preventie met gezag in de meest kwetsbare gemeenten vormt een cruciaal onderdeel van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.

Bij de verdere uitwerking en totstandkoming van voornoemde onderwerpen en plannen zal ik de aanknopingspunten die volgen uit het WODC-onderzoek naar het vestigingsklimaat in acht nemen.

Tot slot

Om de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit te bestrijden, zet ik op de vierslag voorkomen, verstoren, bestraffen en beschermen. De inzet van het strafrecht vormt een cruciaal onderdeel in het voorkomen, verstoren en bestraffen van ondermijnende criminaliteit. Aan de effectiviteit van deze strafrechtelijke aanpak dragen, naast het verhogen van strafmaten, de hierboven omschreven plannen in grote mate bij.

Georganiseerde misdaad ondermijnt alles waar wij als rechtstaat en samenleving voor staan. Onze democratie wordt bedreigd en onze vrijheden staan op het spel. Daarom zet ik alles op alles om dit type criminaliteit zoveel mogelijk te voorkomen, de activiteiten ervan te verstoren en de criminelen daarbinnen te bestraffen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 35 564, nr. 18.

X Noot
2

Kamerstukken 24 077 en 29 911, nr. 508.

X Noot
4

Conceptwetsvoorstel versterking aanpak ondermijnende criminaliteit II.

Naar boven