29 842 Biologische Landbouw

28 286 Dierenwelzijn

30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2024

Op 29 februari 2024 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij verzocht om een reactie te geven op twee adviezen van het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) (Kenmerken 2024Z02206/2024D07298 en 2024Z02202), betreffende de certificeringsplicht verkooppunten biologische producten en de wijziging van de regeling dierlijke producten.

Verminderen regeldruk certificeringsplicht verkooppunten biologische producten

Ik heb het advies van het ATR betreft verminderen regeldruk certificeringsplicht verkooppunten biologische producten op 18 januari 2024 ontvangen. Het advies is gebaseerd op een Quick scan van de regeldruk bij de certificering van verkooppunten die biologische producten onverpakt willen verkopen of verwerken op de winkelvloer. De Quick scan is uitgevoerd door het bedrijf Panteia in opdracht van ATR.

ATR constateert dat de certificering en controle door Skal Biocontrole conform de EU-verordeningen is. Het college ziet mogelijkheden om de regeldruk te verminderen, door bijstelling en aanpassing van de Europese verordening. Samengevat adviseert het college om 1) opnieuw in beeld te brengen wat de gevolgen van de regeldruk vanuit de verordening zijn; 2) strengere regelgeving bij niet naleving te voorkomen; 3) de controle proportioneel in te gaan richten, en; 4) de Europese regelgeving aan te passen voor meer vrijstellingen, minder controlestappen in de keten en andere andere administratie.

Ik ben het eens met ATR dat goede impact assessments belangrijk zijn en dat overbodige controles en adminstratieve lasten vermeden moeten worden. Tegelijk neem ik waar dat het advies niet ingaat op het verminderen van de ervaren lastendruk binnen de vigerende regelgeving.

Sinds 2022 hebben het ministerie, Skal en de sector actie ondernomen om de administratieve lasten in beeld te brengen en verlichtende acties te onderzoeken. Een aantal daarvan werd ook al in de brief aan de Tweede Kamer van november 2021 aangekondigd (Kamerstuk 29 842, nr. 42). Inmiddels zijn die acties reeds ingevoerd, vooruitlopend op het ATR-advies:

  • Verkooppunten die minder dan 5.000 kg, of 20.000 euro omzet of waarvan de certificeringkosten hoger zijn dan 2% van de omzet van biologische producten zijn vrijgesteld van certificeringsplicht. Daarmee is de maximale flexibiliteit benut die de biologische verordening biedt (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 75);

  • Waar het kan, beperkt Skal de controle tot een minimum. In sommige gevallen hoeft niet jaarlijks gecontroleerd te worden, maar volstaat één controle per 2 jaar, zolang er geen onregelmatigheden zijn geconstateerd;

  • De sector heeft samen met Skal een handleiding opgesteld die de verkooppunten helpt om hun kwaliteitshandboek op te stellen;

  • Verder zijn uitgezonderd van de certificatieplicht: horeca, boerderijen met een winkel waarvan de boerderij al gecertificeerd is.

Dit raakt vooral de kleine verkooppunten. Wat de supermarkten betreft, kan ik u melden dat nagenoeg alle supermarkten gecertificeerd zijn. Ik vind het belangrijk en vertrouwenwekkend dat zij deze stap hebben gezet. Het is belangrijk dat zij hun inzet blijven voortzetten op de ingeslagen weg. Skal gaat komend jaar met hen kijken hoe hoe de informatievoorziening richting hoofdkantoor en individuele winkels verbeterd kan worden, binnen vigerende regelgeving.

Wijziging van de Regeling dierlijke producten (inzameling gebruikte frituuroliën en -vetten)

Ik heb het advies van ATR betreft wijziging van de Regeling dierlijke producten (inzameling gebruikte frituuroliën en -vetten) ontvangen op 1 december 2022.

Het ATR constateerde dat nut en noodzaak van het voorstel zijn onderbouwd en dat het voorstel werkbaar was. Het college achtte echter het verplichte protocol overbodig, omdat het ook mogelijk zou zijn om het beleidsdoel te bereiken zonder deze verplichting. Ook was de regeldruk in hun ogen niet adequaat onderbouwd en waren de toezichtlasten die zouden volgen uit de handhaving (van het protocol) niet in kaart gebracht. Het oordeel was daarom om het voorstel niet vast te stellen, tenzij met de adviespunten rekening gehouden werd.

Het ATR advies is overgenomen door het verplichtende karakter van het protocol te laten vervallen om hiermee regeldruklasten te beperken. Ook is de regeldruk beter onderbouwd en zijn de toezichtslasten in kaart gebracht. Op 1 oktober 2023 is de regeling1, met de voorgestelde aanpassingen van ATR, in werking getreden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven