29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 271 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2014

Met deze brief bieden wij u de toegezegde rapportage over de voortgang van de uitvoering van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme1 (Kamerstuk 29 754, nr. 253), conform de gewijzigde motie van het lid Pechtold (Kamerstuk 29 754, nr. 267).2 Een dergelijke voortgangsrapportage wordt in de komende periode bij ieder Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) toegezonden. In deze brief wordt tevens ingegaan op de toezeggingen met betrekking tot wetgeving, bestemmingsvisa, de organisatie Hizb-ut Tahrir (HuT) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Voortgang van het Actieprogramma

Met het Actieprogramma geeft het kabinet een additionele impuls aan de reeds eerder ingezette aanpak van het gewelddadig jihadisme. Een niet aflatende inzet op directe risicoreductie door middel van inlichtingenwerk, opsporing en vervolging is nodig om de directe dreiging die uitgaat van het gewelddadig jihadisme aan te pakken.

Met een combinatie van repressieve en preventieve maatregelen werken overheid en maatschappelijke partners aan een weerbare samenleving die in staat is de verhoogde dreiging nu en in de toekomst het hoofd te bieden en processen die leidden tot radicalisering en spanningen te voorkomen. Dat gebeurt via een sluitende aanpak van melding en signalering tot doorverwijzing naar ondersteunende voorzieningen en betrokken partners. Dit resulteert in een gerichte preventieve aanpak, waarbij ook de omgeving – ouders, broers, zussen- betrokken wordt.

Daarnaast zijn brede maatregelen nodig om de rechtsstaat te versterken en een gezamenlijke alliantie te smeden tegen extremisme en haat in onze samenleving. Dit vergt dat evenwichtige stemmen in onze samenleving ruim baan krijgen en dat jongeren die kwetsbaar zijn voor radicalisering een ander geluid te horen krijgen. De onderliggende waarden van de rechtstaat kunnen niet vaak en breed genoeg uitgedragen worden. Het keren van een maatschappelijk tij waarin extreme opvattingen voedingsbodem vinden, is een proces van lange adem. Preventie van radicalisering, haat en extremisme vergt inzet en vertrouwen van alle betrokken partijen: nationaal én lokaal, zowel vanuit etnische en religieuze gemeenschappen als door individuen. Samenwerking met de islamitische gemeenschappen is daarbij cruciaal.

De uitvoering van het Actieprogramma is in volle gang. De onderstaande actiepunten uit het Actieprogramma worden prioritair uitgevoerd:

  • De Nationale Politie is goed geprepareerd voor het direct en adequaat handelen bij een terroristische aanslag, door het aanpakken van de dreiging van opkomende terrorisme in Nederland, veroorzaakt door personen die deelnemen of steun geven aan de jihad. Dit onder andere doordat er een Nationale Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (NSGBO) is ingericht die stand-by staat.

  • De Kmar is vertegenwoordigd in het NSGBO van de politie en heeft daarnaast een Landelijke Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (LSGBO) ingericht ten behoeve van de aanpak van jihadisme.

  • In het kader van voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt geïntensiveerd ingezet op de financiële aanpak van jihadisten. Zo wordt momenteel binnen de Financial Intelligence Unit gericht capaciteit ingezet op de financiële aanpak van jihadisten en is bij het Functioneel Parket een officier van justitie vrijgemaakt om terrorismefinanciering aan te pakken.

  • Het ontvangen, verwerken en doorgeven van meldingen met betrekking tot extremisme is belegd bij de stichting NL Confidential middels de inzet van haar meldpunt Meld Misdaad Anoniem («M»). Daarmee is maatregel 23a (Nationaal Meldpunt Extremisme) de facto gerealiseerd. Burgers en professionals kunnen hier terecht met anonieme meldingen over alle vormen van extremisme. Het Meldpunt geeft de meldingen door aan de juiste instanties of verwijst de melder indien de melding niet anoniem kan worden gedaan.

  • Het OM vordert met het intensiveren en coördineren van de strafrechtelijk aanpak van (dreigend) terrorisme. Er is binnen het OM meer capaciteit vrijgemaakt voor dit onderwerp. Zeven extra officieren van justitie worden aangesteld vanwege de jihaddossiers; twee bij het landelijk parket en vijf in Den Haag, Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Arnhem.

  • Het expertcentrum maatschappelijke spanningen en radicalisering zal praktische ondersteuning gaan bieden aan gemeenten en professionals bij hun aanpak van radicalisering en het vroegtijdig signaleren van zorgwekkende ontwikkelingen en maatschappelijke spanningen (per 1 januari 2015 operationeel als onderdeel van de Expertise-unit Sociale Stabiliteit).

  • Gemeenten die met radicaliseringsproblematiek worstelen, zijn met rijksgelden ondersteund om hun lokale preventieve aanpak verder uit te bouwen, bijvoorbeeld met het versterken en trainen van netwerken van sleutelfiguren.

  • Ook scholen die kampen met vragen en signalen worden gesteund. Het Ministerie van OCW heeft, met de NCTV, trainers beschikbaar gesteld om de deskundigheid van bestuurders en docenten te vergroten; er zijn vertrouwens-inspecteurs getraind; en alle beschikbare informatie en instrumenten zijn beschikbaar gesteld via de relevante onderwijsportalen.

  • Er worden intensieve overleggen gevoerd met maatschappelijke organisaties en sleutelfiguren, om hen te ondersteunen bij het bieden van tegengeluid en de weerbaarheid in eigen kring te versterken. Waar sleutelfiguren worden bedreigd, worden beveiligingsmaatregelen getroffen.

Een uitgebreide rapportage over de voortgang van de diverse maatregelen treft u aan in de bijlage.

Toezeggingen wetgeving, bestemmingsvisa, Hizb-ut Tahrir en VNG

Met betrekking tot de in het Actieprogramma aangekondigde wetgeving is aan uw Kamer een laatste stand van zaken toegezegd. In het debat van 4 september jl. is aangegeven dat de aangekondigde wetsvoorstellen zo mogelijk nog dit jaar in consultatie gaan. Twee voorstellen koersen hierop af: het wetsvoorstel tot wijziging van de «Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek in verband met de selectieve woningtoewijzing op grond van overlast gevend, crimineel, extremistisch of radicaal gedrag» en de wijziging van de rijkswet op het Nederlanderschap in verband met intrekking van het Nederlanderschap ter bescherming van de nationale veiligheid. Voor de andere wetsvoorstellen geldt de planning om ze, waar mogelijk gebundeld, in het voorjaar van 2015 in consultatie te brengen. Voor deze wetsvoorstellen geldt dat zorgvuldige vormgeving noopt tot iets meer voorbereidingstijd.

De toezegging om nogmaals de juridische mogelijkheden te bezien als bedoeld in de motie bestemmingsvisa (motie Dijkhoff, Kamerstuk 29 754, nr. 225), is meegenomen in het Actieprogramma. Het complete pakket werpt wezenlijke belemmeringen op tegen uitreis met jihadistische intenties. Zo zal onder andere uitreis met jihadistische intenties met gebruik van een Nederlandse identiteitskaart onmogelijk worden gemaakt. Daartoe wordt een wetsvoorstel voorbereid dat voorziet in het opleggen van een uitreisverbod voor personen aan wie een paspoort is geweigerd of waarvan het paspoort vervallen is verklaard. Deze toezegging wordt hiermee gestand gedaan.

Tijdens het jihadismedebat op 4 september jl. (Handelingen II 2013/14, nr. 10, item 2) is, naar aanleiding van vragen van de heer Haersma Buma (CDA), toegezegd te onderzoeken of ontbinding van een organisatie als de Hizb-ut Tahrir (HuT) mogelijk is. In generieke zin is over het verbieden van dergelijke organisaties in de brief aan uw Kamer van 9 september jl. (Kamerstuk 29 754, nr. 266) bericht. Meer specifiek is op de HuT nader ingegaan in de beantwoording van de vragen (29 oktober 2014) van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «moslims delen flyers uit voor protest» (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 409). Zoals in de antwoorden op de Kamervragen is aangegeven, is ontbinding of een verbod van de HuT op dit moment niet aan de orde.

Conform de toezegging aan het lid Pechtold wordt vanzelfsprekend de VNG betrokken bij de integrale aanpak van het jihadisme. Het is van belang dat op lokaal niveau adequaat wordt geacteerd bij signalen van radicalisering. VNG kan een belangrijk rol spelen bij de informatievertrekking aan een breed palet van bestuurders. Met de VNG is onder andere de afspraak gemaakt om het Strategisch Beraad Veiligheid te informeren over de voortgang van de uitvoering van het Actieprogramma. Tevens wordt in dit overleg het DTN op hoofdlijnen toegelicht.

Tot slot

Het meest recente dreigingsbeeld (DTN37) (Kamerstuk 29 754, nr. 270) bevestigt nogmaals de dreiging die uitgaat van het mondiale jihadisme en de noodzaak van een nationale en internationale integrale aanpak van jihadisme. Het Actieprogramma is het noodzakelijke krachtige antwoord op de huidige jihadistische dreiging. De ingezette maatregelen dragen rechtstreeks bij aan het indammen ervan. Het is nu zaak de maatregelen consequent te implementeren en voortdurend kritisch te blijven bezien waar aanvullingen en aanscherpingen nodig zijn.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Uw Kamer is op 9 september jl. (Kamerstuk 29 754, nr. 266) geïnformeerd over de maatregelen omtrent reisgegevens, de verdeling van de capaciteit ten behoeve van uitvoering van het Actieprogramma en de aanpassing van de rijkswet op het Nederlanderschap.

Naar boven