29 628 Politie

Nr. 676 BRIEF VAN MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2016

Hierbij ontvangt uw Kamer mijn reguliere voortgangsbrief politie.

Als bijlagen bij deze brief treft u aan de voortgangsberichten inzake de vorming van de nationale politie en het politieonderwijs en de beleidsreactie op het rapport «Basisteams in de Nationale Politie»1. Ik heb uw Kamer op 4 november jl. geïnformeerd over de implementatie vernieuwing C2000 en de heroriëntatie op de realisatie van de landelijke meldkamerorganisatie.2

Stand van zaken

De vorming van de nationale politie bevindt zich, na de herijking van vorig jaar en de daarop aansluitende verbeterde planvorming van afgelopen voorjaar, in de fase van uitvoering. Door de verbeteringen in de planningen en de (financiële) control daarop zijn de eenheidsleidingen en de korpsleiding nu beter in staat om tijdig bij te sturen waar dat nodig is. Ook wordt beter aangesloten op wat regionaal en lokaal nodig is. Daar komt bij dat meer onderdelen van de vorming worden afgerond en op deze wijze «de basis op orde» aan het geraken is.

Het meest zichtbare resultaat is de personele reorganisatie. Nadat voor de zomer alle medewerkers hun plaatsingsbesluit hebben ontvangen, worden de medewerkers nu ook fysiek en administratief geplaatst. De verwachting is dat eind 2016 de meeste medewerkers op de juiste formatieplaats en fysieke locatie werkzaam zijn. De verhouding van 2.829 ingediende bezwaren tegen een plaatsings- of aanwijzingsbesluit ten opzichte van een reorganisatiegebied van meer dan 52.000 medewerkers, circa 5%, geeft aan dat het proces van de personele reorganisatie zorgvuldig verloopt. Fase II van deze reorganisatie – het in evenwicht brengen van formatie en bezetting – is dan ook direct van start gegaan. Groot verschil met fase I is dat de organisatie nu «van het slot af» is. De beweging die nodig is om de bezetting op de formatie aan te laten sluiten, geeft ook meer ontwikkelmogelijkheden voor medewerkers. Daarnaast kan ook de «organisatie-plaat» weer worden aangepast. Zo kan de korpschef waar nodig, mede toegespitst op de situatie per eenheid, de inrichting aanpassen om blijvend goed te kunnen reageren op de steeds weer veranderende maatschappelijke veiligheidsvragen. In overleg met het gezag heb ik de korpschef recent de kaders hiervoor doen toekomen. De organisatie en de formatie worden elk jaar in het beheerplan beschreven. Ik verwacht dan ook de eerste wijzigingen bij het beheerplan 2018–2022 te kunnen afronden.

De fase waarin de politieorganisatie zich momenteel bevindt, komt ook in diverse onderzoeken tot uiting. Zo is merkbaar dat de eerder opgelopen vertragingen in het vormingsproces en de werkdruk bij de politie van invloed zijn op het welbevinden van de medewerkers. De ontwikkelingen bij de landelijke eenheid waar ik uw Kamer eerder over berichtte3 en de kritische uitkomsten van het medewerkersonderzoek4 kunnen mede in dat licht worden gezien. Tegelijkertijd laat juist dit laatste voorbeeld zien dat het korps inzicht krijgt in de risico’s die er in de organisatie bestaan en zo beter in control kan komen. Uit het eerste medewerkersonderzoek dat landelijk is uitgevoerd blijkt dat er voor leiding en medewerkers werk aan de winkel is om te zorgen dat de passie en het enthousiasme voor het politiewerk behouden blijven. Ook het onderzoek van Politie en Wetenschap naar de basisteams is hier een voorbeeld van. Dergelijke signalering zorgt voor tijdige bijsturing, in dit geval op de verbinding met de burger en op de interne organisatie van de basisteams. In bijlage 2 reageer ik nader op dit onderzoek5.

Verwachte ontwikkelingen

In de herijking is vastgelegd dat eind 2017 «de basis op orde» zal zijn. Dat vergt nog inspanningen. In het laatste jaar van de vorming van de nationale politie zullen veel van de trajecten die zijn ingezet, worden afgerond. Ik verwacht dat in de eenheden nog stappen worden gezet op alle onderdelen om de doelen zoals ik die in de herijkingsnota heb neergezet te halen. Ook in de bedrijfsvoering liggen er nog uitdagingen om het doel, een permanent stabiele basis te bieden voor ondersteuning van de eenheden, te behalen. Positief is dat, zoals gezegd, de politie hierbij steeds verder in control komt. De noodzakelijke verbeteringen in de sturing worden momenteel geïmplementeerd. Hoewel formele besluitvorming op de technische stukken van de «governance» nog niet is afgerond, is de basis van de in de herijking aangekondigde veranderingen geëffectueerd. Zo is de interne besluitvorming aangepast zodanig dat de korpsleiding, de bedrijfsvoering en de politiechefs als collectief voor het korps verantwoordelijkheid nemen voor de interne planning en bijbehorende te behalen (financiële) resultaten. Verder is de politie gestart met het doorvoeren van een nieuwe planning en control cyclus. Bij de wijzigingen in de sturing worden tevens de aanbevelingen uit het P/M onderzoek opgevolgd. Ook zijn stappen gezet in de wijze van rapporteren in de bijbehorende managementrapportages.

Onderdeel van bovenstaande betere sturing is het beter inzicht krijgen in de draagkracht en het absorptievermogen van de politie en het daarop aan laten sluiten van de planningen. Het korps heeft ook goede stappen gezet bij het bepalen van de impact van voorgenomen beleid en regelgeving op de politieorganisatie en de bedrijfsvoering. Hoewel verdere verbeteringen nodig en mogelijk zijn maakt dit nu al dat beter inzicht bestaat over de ambities die van de politie kunnen worden gevraagd. Ook als straks de basis op orde is, zijn er nog tal van verbeter- en implementatietrajecten die al zijn ingezet maar afgemaakt moeten worden. Dat vraagt ook komend jaar aandacht van alle betrokkenen als het aankomt op het bepalen van de ambitie voor de politie voor de komende jaren.

Financiën

Het kabinet heeft bij voorjaarsnota en bij miljoenennota in totaal € 264 miljoen in 2017 en € 257 miljoen structureel beschikbaar gesteld. Met deze structurele investering in de politie zorgt het kabinet voor een gedegen meerjarig financieel fundament. Hierdoor kan de politie de basis op orde brengen en haar belangrijke rol in de samenleving blijven vervullen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstukken 25 124 en 29 517, nr. 81.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 393

X Noot
4

Kamerstuk 29 628, nr. 668

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven