29 628 Politie

Nr. 677 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2016

Op verzoek van de Vaste Kamercommissie wordt ter vertrouwelijke inzage het rapport van het externe onderzoeksbureau Cocon met de uitkomsten van het onderzoek naar de cultuur, werkverhoudingen en sfeer binnen de Dienst Bewaken en Beveiligen (DB&B) bij uw Kamer neergelegd (Kamerstuk 29 628, nr. 678), conform mijn toezegging bij de beantwoording van de Kamervragen van het Lid Kooiman en het Lid Helder d.d. 17 november 20161.

Het onderzoek van Cocon bestond voornamelijk uit het afnemen van semi-gestandaardiseerde interviews en uit bestudering van relevante stukken. In de periode tussen 26 juli en 4 oktober 2016 hebben in totaal 80 interviews plaatsgevonden met (voormalig) medewerkers van DB&B (al dan niet op eigen initiatief, aangedragen door anderen of op verzoek van Cocon) en extern betrokken personen.

In het rapport worden kritische kanttekeningen geplaatst bij de cultuur, het leiderschap en de sturing, de personeelszorg en de omgangsvormen binnen de DB&B. Het onderzoek laat tot mijn geruststelling ook zien dat de onderzoekers de indruk hebben dat de onrust op geen enkel moment heeft geleid tot een verminderde veiligheid voor de medewerkers en de te beveiligen personen. De bevindingen uit het rapport maken het noodzakelijk de conclusies en aanbevelingen met voorrang op te pakken.

Naar aanleiding van het rapport heeft het huidige hoofd van de Dienst Bewaken en Beveiligen in goed overleg met de politiechef besloten zijn functie beschikbaar te stellen.

De leiding van de Landelijke Eenheid onderschrijft de aanbevelingen in het rapport en heeft verbetermaatregelen toegezegd Een deel hiervan is al in gang is gezet. Deze maatregelen zijn onder meer gericht op:

  • Onderlinge communicatie en omgangsvormen;

  • Rolduidelijkheid voor teamchefs, operationeel specialisten en operationeel experts;

  • Eenduidige toepassing van arbeidsrechtelijke regelingen, zoals het gebruik van dienstvoertuigen en reiskostendeclaraties;

  • HRM-beleid, o.a. opleidingen en training, functieroulatie en de versterking van leiding en sturing.

In de komende maanden worden de verbetermaatregelen in samenspraak met medewerkers en de ondernemingsraad nader uitgewerkt en uitgevoerd. De korpschef houdt zicht op de voortgang van de verbetermaatregelen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 528 en 529

Naar boven