Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het beveiligingsteam van de oranjes een bende is (ingezonden 18 oktober 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 november 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 463.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het beveiligingsteam van de Oranjes een bende is?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Was u op de hoogte van de problemen bij de Dienst Bewaken en Beveiligen? Zo ja, wanneer bent u hierover geïnformeerd?

Antwoord 2

Op 22 april jl. berichtte de Telegraaf over onrust bij medewerkers van de Dienst Bewaken en Beveiligen van de Landelijke Eenheid. Volgens het bericht zou onvrede bestaan bij medewerkers en zou de werkdruk en het ziekteverzuim te hoog zijn. Ik ben door de korpschef op de hoogte gesteld van de situatie bij deze dienst. Conform mijn toezegging in het mondelinge vragenuur van 26 april jl., heb ik uw Kamer in mijn voortgangsbrief Politie2 d.d. 20 juni jl. nader geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen die bij de dienst in gang zijn gezet. Voor de huidige stand van zaken met betrekking tot de maatregelen verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u het feit dat er iemand tegen wie een corruptieonderzoek is gestart nog steeds aan het werk is?

Antwoord 3

De afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten heeft naar aanleiding van signalen binnen de Dienst Bewaken en Beveiligen een oriënterend onderzoek uitgevoerd naar mogelijk plichtsverzuim binnen de dienst. De eenheidsleiding concludeerde dat het grootste deel van de meldingen van integriteitsschending ongegrond is. Waar wel integriteitsschendingen hebben plaatsgevonden, zijn die collega’s destijds berispt.

Vraag 4

Wat gaat u voor actie ondernemen om de Dienst Bewaken en Beveiligen weer op orde te krijgen?

Antwoord 4

Naar aanleiding van signalen van medewerkers zijn de eenheidsleiding van de Landelijke Eenheid en de dienstleiding Bewaken en Beveiligen dit voorjaar gestart met gesprekken met medewerkers, ondernemingsraad en vakbond. Op basis daarvan zijn diverse maatregelen in gang gezet om, samen met de ondernemingsraad en medewerkers, verbeteringen door te voeren. Om de signalen van medewerkers nader te concretiseren en te duiden, is een extern onderzoek uitgevoerd naar cultuur, werkverhoudingen en leiderschap binnen de dienst. De resultaten daarvan zijn aan de medewerkers bekend gemaakt. Het onderzoeksrapport geeft aanleiding tot verbetermaatregelen gericht op:

  • Onderlinge communicatie en omgangsvormen;

  • Rolduidelijkheid voor teamchefs, operationeel specialisten en operationeel experts;

  • Eenduidige toepassing van arbeidsrechtelijke regelingen;

  • HRM-beleid, o.a. functieroulatie, versterking leiding en sturing, specialistische opleidingen, ouderenbeleid.

De verbetermaatregelen zullen gezamenlijk met de medewerkers worden aangepakt om zo het vertrouwen in elkaar en de organisatie te herstellen.

Naar aanleiding van het rapport heeft het huidige hoofd van de Dienst Bewaken en Beveiligen in goed overleg met de politiechef besloten dat hij zijn functie beschikbaar stelt.

Vraag 5

Kunt u garanderen dat de medewerkers hun werk veilig kunnen doen? Zo nee, wat gaat u hierop ondernemen?

Antwoord 5

De Dienst Bewaken en Beveiligen staat voor een veilige uitvoering van het werk door de medewerkers. De aard van de taak brengt echter veiligheidsrisico’s met zich mee. Binnen de dienst is daarom veel aandacht voor de veiligheid door opleiding, training, uitrusting en evaluatie. De medewerkers zijn actief betrokken bij de invulling hiervan.

Vraag 6

Wat gaat u doen om te zorgen dat de medewerkers wel voldoende geschoold worden?

Antwoord 6

De medewerkers van de Dienst Bewaken en Beveiligen zijn voldoende geschoold. Er wordt jaarlijks een trainingsjaarplan opgesteld. Na ieder trainingsblok wordt geëvalueerd, waarna zo nodig bijstelling van de trainingen plaatsvindt. De trainingen staan onder leiding van docenten en ervaren persoonsbeveiligers, zodat didactiek en vakkennis elkaar aanvullen. In de jaarplanning staan momenten gereserveerd voor specifieke casuïstiek-training.

Vraag 7

Bent u bereid het in het artikel genoemde onderzoeksrapport naar de Kamer te sturen?

Antwoord 7

Het onderzoeksrapport betreft een intern onderzoek met als doel om de achterliggende oorzaken van de signalen van onrust en onvrede binnen de Dienst Bewaken en Beveiligen aan te pakken. Het rapport zal op korte termijn ter inzage voor worden gelegd aan de medewerkers. Tegelijkertijd zal het rapport ter vertrouwelijke inzage aan uw Kamer beschikbaar worden gesteld.

Voor de verbetermaatregelen op basis van het onderzoek, verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4.

Vraag 8

Kunt u garanderen dat de mensen die beveiligd worden door de Dienst Bewaken en Beveiligen naar beste kunnen worden beveiligd? Zo nee, wat gaat u hierop ondernemen?

Antwoord 8

Bij de leiding van de Dienst Bewaken en Beveiligen, noch bij de Coördinator Bewaken van Beveiligen van de NCTV, die het gezag heeft over de persoonsbeveiliging van personen in het Rijksdomein, zijn signalen bekend dat de uitvoering van de beveiliging niet naar behoren zou zijn.

Vraag 9

Vindt u dat het onderzoek dat nu plaatsvindt voldoende onafhankelijk is? Zo ja, wat is uw reactie op het feit dat de onderzoeker banden heeft met de baas van de Dienst Bewaken en Beveiligen? Zo nee, bent u bereid een onafhankelijk onderzoek te starten naar de problemen binnen de Dienst Bewaken en Beveiligen?

Antwoord 9

Een van de onderzoekers heeft een politieachtergrond en kent daardoor mensen binnen de politieorganisatie. De ondernemingsraad van de Landelijke Eenheid en de betrokken vakbond zijn daarvan in kennis gesteld. Het onderzoek wordt begeleid door een commissie waarin onder meer de ondernemingsraad en vakbond zitting hebben. Deze samenstelling moet de onafhankelijkheid en objectiviteit van het onderzoek waarborgen. Bij het inhuren van dit bureau zijn bovendien de aanbestedingsregels- en procedures correct gevolgd.

Naar boven