Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2012
Bij verschillende gelegenheden heb ik met uw Kamer gesproken over de versterking van
de professionele weerbaarheid van de Nederlandse politie en ik heb hierover ook diverse
brieven gestuurd1. Met deze brief informeer ik u over het maatschappelijke initiatief dat is genomen
door het Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg en de Stichting Maatschappij Veiligheid
en Politie om de waardering voor de politie en anderen die zich inzetten voor maatschappij
en veiligheid te vergroten. Ik heb met de voorzitters van deze organisaties een intentieverklaring
hierover ondertekend, die ik u met deze brief aanbied.2
Voor mij is de versterking van de professionele weerbaarheid van de politie een urgente
zaak. Politiemensen in Nederland tonen zich klokrond loyaal aan de uitvoering van
de politietaak en dragen daarmee in belangrijke mate bij aan een veilige samenleving.
Geweld en agressie tegen politieambtenaren nemen evenwel toe, het gezag van politiemensen
wordt doorlopend bevochten en de frustratie binnen het vak over bureaucratie en de
administratieve lastendruk is groot. Dit eist zijn tol: de druk op mensen is groot,
het aantal psychosociale klachten onder politiemensen neemt toe, de inzetbaarheid
neemt af. Dit vraagt om bijzondere aandacht voor de veerkracht van politiemensen en
een organisatie die dit ondersteunt: bij een professionalisering van het vak hoort
een doorlopend onderhoud van het fysieke, mentale en morele schild. Erkenning en waardering
voor hun belangrijke werk maakt een wezenlijk onderdeel uit hiervan uit.
Ik investeer daarom vanuit mijn verantwoordelijkheid als werkgever fors in de versterking
van de professionele weerbaarheid van de politie met het Programma Versterking Professionele
Weerbaarheid Politie, waarin ik ook aspecten erkenning en waardering uitwerk.
Het verheugt mij zeer dat er nu ook vanuit de maatschappij nieuwe initiatieven op
gang komen om de waardering voor het werk van de politie te vergroten. Het Nationaal
Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) zal de komende drie jaren ruim negen
miljoen euro investeren in de erkenning en waardering voor politie en anderen die
zich inzetten voor maatschappij en veiligheid, en in lotgenotencontacten voor in en
door de dienst gewond geraakte (ex)politiemedewerkers. Het vfonds richt zich daarbij
zowel op concrete waardering en zorg als op kennis en onderzoek en zal daartoe verschillende
organisaties in de gelegenheid stellen om een aantal activiteiten te kunnen ontplooien.
Eén van die organisaties is de Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie, die
als onafhankelijke stichting voor in ieder geval een proefperiode van één jaar activiteiten
zal ontplooien op het gebied van:
-
• maatschappelijke erkenning en waardering van de Nederlandse politie en anderen die
zich inzetten voor maatschappij en veiligheid;
-
• verkenning naar mogelijke opbouw van een kennis- en expertisecentrum, gericht op maatschappelijke
erkenning en vrede, veiligheid en democratie;
-
• nieuwe bijdragen aan het onderzoeksprogramma gericht op vrede, veiligheid en democratie.
Ik zie dit ook als een stevige steun in de rug voor al die dienders die zich dagelijks
inzetten voor onze veiligheid en ook voor al die post-actieven, die hun werkzame leven
daar aan hebben gewijd. Als overheid staan wij uiteraard onvoorwaardelijk voor onze
politiemensen; maar het is heel goed en ook zeer gewenst als óók de maatschappij duidelijk
blijk geeft van haar waardering voor het belangrijke en moeilijke politiewerk.
Cruciaal is dat wij elk vanuit onze onze eigen rol en verantwoordelijkheid onze doelstellingen
voor de Nederlandse politie nastreven. En dat wij dit doen met respect voor elkaars
rol en verantwoordelijkheid. We moeten ervoor waken, dat er geen vermenging van verantwoordelijkheden
plaatsvindt.
Met belangstelling zal ik de activiteiten die op dit gebied ontplooid worden blijven
volgen.
Ik vertrouw erop u zo voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten