29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 229 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2023

Medewerkers van de politie, ambulancezorg, brandweer en Koninklijke Marechaussee werken dagelijks hard om Nederland veilig en gezond te houden. Hiervoor moeten ze kunnen bouwen op een gedegen meldkamerstelsel met robuuste en betrouwbare meldkamer- en communicatievoorzieningen. Ook moeten burgers kunnen worden gewaarschuwd bij rampen en crises, zodat zij zichzelf en anderen op tijd in veiligheid kunnen brengen. Nu en in de toekomst.

Met deze brief informeer ik u over de ontwikkelingen in het meldkamerdomein, de stand van zaken rondom het C2000 spraaknetwerk, de voortgang rondom het programma Nieuwe Openbare Orde en Veiligheid Architectuur (NOOVA) en de toekomst van het waarschuwings- en alarmeringssysteem (de sirenes). Daarnaast heb ik u op het vlak van crisisbeheersing voor het kerstreces geïnformeerd over de ontwikkelingen in het stelsel van crisisbeheersing en brandweerzorg.1 Ik wil u graag meenemen in een aantal ontwikkelingen die hieraan gerelateerd is, te weten de stand van zaken rondom de dieren en dierenhulpverleners in crisisdraaiboeken, de brandweerkerndata, de gebiedsgerichte opkomsttijden, mijn toezegging rondom het tweede loopbaanbeleid bij de brandweer en de rolverduidelijking van het Veiligheidsberaad.

1. Ontwikkelingen meldkamerdomein

De met de meldkamerpartijen afgesproken meerjarige opgave om in 2025 een netwerk van tien samengevoegde meldkamers te hebben die, indien nodig, elkaars taken kunnen overnemen krijgt steeds meer gestalte.2 In het voorjaar van 2023 zullen de meldkamers uit Apeldoorn, Arnhem en Hengelo worden samengevoegd op een nieuwe meldkamerlocatie in Apeldoorn. Daarmee hebben we met negen samengevoegde meldkamers het doel nagenoeg bereikt. In 2025 zal naar verwachting de laatste samenvoeging plaatsvinden. Dit betreft de meldkamer Midden Nederland.

Eén beheerorganisatie voor meldkamers

Zoals ik u in mijn vorige brief van 5 juli 2022 heb gemeld, is binnen de politieorganisatie vanaf 1 januari 2023 de Landelijke Meldkamer Samenwerking als organisatieonderdeel van de politie ingericht.3 De Landelijke Meldkamer Samenwerking heeft als kerntaak om het beheer voor de meldkamers uit te voeren en te faciliteren.

Evaluatie multi-governance meldkamers

In mijn brief van 16 maart 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoeksrapport «stand van zaken multi-governance meldkamers».4 Daarin heb ik aangegeven dat – onder regie van het Bestuurlijk Meldkamer Beraad – wordt gekeken hoe de aanbevelingen van de Inspectie voor de multi-governance opvolging kunnen krijgen.5 Hierover is gesproken met alle bestuurlijke partijen.

Het beeld dat hieruit naar voren komt sluit aan bij wat de evaluatie eerder schetste: de multi-governance op de meldkamer is uitdagend en vraagt veel van de deelnemende partijen. Het respecteren van elkaars verantwoordelijkheden en opvattingen is en blijft een belangrijk onderdeel voor de multidisciplinaire samenwerking. Naast de samenwerking tussen de partijen is dan ook aandacht wat voor de bestuurlijke partners individueel belangrijk is, kijkend naar de toekomst van de meldkamers.

Tegelijkertijd blijkt uit de besprekingen dat de partijen zich gezamenlijk blijven inzetten voor het meldkamerveld: het centraal stellen van de hulp aan de burger in nood, het uniformeren en sturen op één landelijk kwaliteitsniveau van de dienstverlening, het optimaliseren van informatie-uitwisseling, de continue bereikbaarheid en beschikbaarheid van meldkamers en het kunnen overnemen van de meldkamerfunctie bij verstoring of piekbelasting. De bestuurlijke partijen zijn met elkaar inhoudelijk in gesprek over het effectiever en eenvoudiger inrichten van de beleids- en beheercyclus. Hiernaast vindt met de partijen afstemming plaats over het risicomanagement van de meldkamers en de monitoring hiervan.

De afspraak is gemaakt om het gesprek in de vorm van gezamenlijke werksessies over de meldkamersamenwerking en het verder werkend krijgen en optimaliseren van de multi-governance in 2023 te vervolgen.

Informatiebeveiliging meldkamersystemen

In mijn brief van 3 februari 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het inspectierapport «Informatiebeveiliging van de meldkamersystemen».6 De Inspectie concludeerde in dit rapport dat het risicomanagement voor de informatiebeveiliging van de meldkamersystemen nog niet voldoende was ingericht en geborgd.

Het afgelopen jaar heb ik samen met de Landelijke Meldkamer Samenwerking en de disciplines gewerkt aan het opstellen van een strategisch kader informatiebeveiliging meldkamervoorzieningen. Hierin worden van de verschillende partijen in het meldkamerdomein de taken en verantwoordelijkheden beschreven. Ook zijn kaders beschreven voor informatiebeveiliging, waaronder het inrichten van een risicomanagementproces. Hier had de Inspectie in haar eerdergenoemde rapport aandacht voor. Ik verwacht dit strategisch kader in het tweede kwartaal van 2023 te publiceren.

In het strategisch kader is opgenomen dat er een informatiebeveiligingsbeleid dient te worden opgesteld. De Landelijke Meldkamer Samenwerking stelt dit multidisciplinair informatiebeveiligingsbeleid voor het gebruik en beheer van de meldkamervoorzieningen samen met mij en de disciplines op. Hierbij wordt de Baseline Informatiebeveiliging Overheid als kader gehanteerd. Iedere partij is verantwoordelijk voor de implementatie van het multidisciplinair informatiebeveiligingsbeleid binnen de eigen organisatie. Voor afstemming en coördinatie zal een gezamenlijk implementatieplan opgesteld worden dat vastgesteld wordt door het Strategisch Meldkamer Beraad.

2. Robuustheid 112

De burger die in nood verkeert en een beroep doet op de hulpdiensten moet kunnen rekenen op betrouwbare communicatievoorzieningen. Het is noodzakelijk dat zo snel mogelijk contact gemaakt kan worden met een meldkamercentralist als elke seconde telt.

Op 24 juni 2019 werden het alarmnummer 112 en het servicenummer van de politie 0900-8844 gedurende een aantal uren onbereikbaar wegens een technische storing bij KPN.7 Direct na de storing zijn door KPN de nodige technische aanpassingen gedaan om herhaling te voorkomen. Agentschap Telecom, Inspectie Justitie en Veiligheid en Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd hebben onafhankelijk van elkaar onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken en gevolgen van de storing en daar aanbevelingen over gedaan.

Deze aanbevelingen zijn inmiddels opgevolgd. Zo is er inmiddels een procedure voor het uitzenden van een landelijk NL-Alert wanneer een crisis een landelijke impact heeft en is er een doorlopende monitoring van de bereikbaarheid van het 112-platform. Ook is de inzet van het alternatieve nummer wanneer 112 niet bereikbaar is in de draaiboeken opgenomen. In de draaiboeken is eveneens een specifieke procedure opgenomen voor het geval er een landelijke storing op 112 ontstaat.

In 2020 is een grondig onderzoek afgerond naar wat er aanvullend gedaan kan worden om het aanleveren van de oproepen aan de landelijke aannamecentrale van 112 robuuster in te richten. Daaruit is gebleken dat een «multi-operator-oplossing» het meest voor de hand ligt. Met deze oplossing worden in plaats van één provider meerdere providers op de landelijke aannamecentrale in Driebergen aangesloten. Daarmee wordt de afhankelijkheid van één provider weggenomen. In 2021 en 2022 zijn de technische, juridische en financiële aspecten van deze oplossingsrichting door de betrokken partijen8 in kaart gebracht en haalbaar gebleken. In het voorjaar van 2023 wordt een start gemaakt met de projectvorming, waarmee het traject om de robuustheid van de bereikbaarheid van 112 te vergroten in de afrondende fase is aangekomen.

3. Ontwikkelingen missiekritische communicatie hulpdiensten

De missiekritische communicatie tussen hulpverleners onderling en met de meldkamers is sterk afhankelijk van het communicatiesysteem C2000. Dit communicatiemiddel is echter uitontwikkeld en aan vervanging toe. In de brief van 5 juli 2022 heb ik de drie lijnen op het gebied van missiekritische communicatie voor de komende jaren uiteengezet: inzetten op verbetering van het bestaande netwerk, inzet op een push-to-talk-app als terugvalvoorziening en de vervanging van C2000.9 Bij alle drie staan de wensen van de gebruikers zoveel mogelijk centraal. De gebruikers van de huidige missiekritische communicatievoorzieningen hebben een tevredenheidsonderzoek ingevuld en hierin kritische punten aangedragen die nu al zoveel als mogelijk worden opgepakt.

Verbetering van het bestaande netwerk

Als laatste onderdeel van de vernieuwing van het C2000-netwerk dient het radiobediensysteem op de meldkamers te worden vervangen, zodat de komende jaren de continuïteit van het gebruik van het netwerk wordt gewaarborgd. De migratie is in overleg met de hulpdiensten gepland voor het einde van het eerste kwartaal van 2023.

Het C2000-netwerk is ontworpen en ingericht op buitenhuisdekking. Veranderingen in het landschap, de bebouwde omgeving en storende radiobronnen kunnen ertoe leiden dat er gebieden ontstaan waar de dekking minder goed is of zelfs ontbreekt. Doorlopend wordt gewerkt aan het verbeteren van de dekking in deze gebieden door het bijplaatsen van nieuwe opstelpunten of inzetten van andere technische mogelijkheden.10

Inzet push-to-talk-app

De niet missiekritische push-to-talk (PTT) app is in november 2022 in gebruik genomen als terugvalvoorziening. Met deze app kan communicatie tussen hulpverleners en met de meldkamer worden voortgezet in gevallen dat C2000 niet of niet goed functioneert. De eerste signalen van de gebruikers zijn positief en de komende tijd wordt het operationeel gebruik van de app daarom verder uitgerold.

Vervanging van C2000 – programma Nieuwe Openbare en Veiligheid Architectuur

Het programma Nieuwe Openbare Orde en Veiligheid Architectuur heeft de afgelopen maanden de programmaorganisatie verder ingericht, die de vervanging en vernieuwing van de missiekritische communicatie voor de hulpdiensten moet realiseren. Ondertussen is hard gewerkt aan de inhoudelijk (technische) vraagstukken die benodigd zijn voor de start van de aanbesteding. De vervanging en vernieuwing van de missiekritische communicatie zal worden gedekt uit de begroting van Justitie en Veiligheid.

Op 8 december 2022 is een marktverkenning gepubliceerd waarin marktpartijen worden bevraagd naar hun zienswijze betreffende de (technische) mogelijkheden voor de nieuwe missiekritische voorziening en op welke manier zij hierbij een rol kunnen spelen. De uitkomsten van de marktverkenning worden gebruikt om beter zicht te krijgen op de planning, (technische) mogelijkheden en te nemen risico- en beveiligingsmaatregelen en gaan waardevolle inzichten opleveren voor het op te stellen Programma van Eisen voor de verwerving van de nieuwe missiekritische voorziening. Ik zal de uitkomsten van de marktverkenning ook gebruiken om de businesscase voor de vervanging en vernieuwing van C2000 te actualiseren en om zo te komen tot een beleidsvoorstel richting uw Kamer.

4. Het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem

Mijn voorgangers en ik hebben verschillende malen met uw Kamer gesproken over de toekomst van de sirenes. Een definitief besluit over de toekomst van de sirenes is nog niet genomen. Het draagvlak en vertrouwen om te komen tot een besluit tot uitfasering is voor mij essentieel. Hierbij informeer ik u over de laatste stand van zaken.

In geval van rampen of crises is het belangrijk dat burgers snel en adequaat worden geïnformeerd over de gebeurtenis en wat zij kunnen doen om zichzelf en anderen in veiligheid te brengen. Primair wordt daarvoor NL-Alert gebruikt. Er zijn echter ook oudere instrumenten zoals het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (hierna: «de sirenes»). De sirenes raken aan het einde van hun levensduur en de huidige contracten van de sirenes lopen af op 1 januari 2026. Om voldoende tijd te hebben voor een eventuele aanbesteding van nieuwe contracten, dient dit jaar een besluit over de toekomst van de sirenes genomen te worden.

Ter voorbereiding van dit besluit heb ik diverse onderzoeken laten uitvoeren om de mogelijkheden, risico’s en kosten van de uitfasering van de sirenes in kaart te brengen.11 Het laatste onderzoek van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid is als bijlage met deze brief toegevoegd. De onderzoeken laten zien dat de sirenes een beperkt gebruik kennen en onvoldoende meerwaarde hebben ten opzichte van nieuwe systemen zoals NL-Alert. Daarnaast is inzichtelijk gemaakt welke scenario’s financieel en technisch haalbaar en wenselijk zijn.

Voor nu zie ik globaal drie scenario’s voor de toekomst van de sirenes, namelijk het continueren van de sirenes, een (gedeeltelijke) uitfasering van de sirenes en het uitstellen van de keuze tot 2030.12 Ik zal dit jaar gebruiken om, conform mijn toezegging aan uw Kamer, de voor- en nadelen van de verschillende scenario’s verder in kaart te brengen en samen met de veiligheidsregio’s een concreet voorstel uit te werken binnen de bestaande (budgettaire) kaders voor de toekomst van de sirenes.13 Hierbij gelden, ongeacht de uiteindelijke keuze, een aantal belangrijke uitgangspunten:

  • Er dient voldoende vertrouwen te zijn in de robuustheid van onze crisis-communicatiemiddelen;

  • er is maatwerk mogelijk binnen de set aan crisiscommunicatiemiddelen voor kwetsbare groepen als ouderen, slechthorenden en slechtzienden;

  • het gebruik en bereik van primaire alarmeringsinstrumenten, met name NL-Alert, zijn verder geoptimaliseerd; en

  • er zijn passende afspraken gemaakt en ingevoerd voor hoog-risico locaties zoals bij enkele chemisch-industriële complexen.

Conform de motie van het lid Wolbert houd ik uw Kamer op de hoogte over de ontwikkelingen en zal ik het uiteindelijke voorstel aan uw Kamer voorleggen.14

Crisisbeheersing en brandweerzorg

5. Dieren en dierenhulpverleners onderdeel van crisisdraaiboeken

Eerder dit jaar heeft uw Kamer middels een motie van het lid Wassenberg het Kabinet opgeroepen dieren en dierenhulpverleners een plek te geven in crisisdraaiboeken.15 Graag informeer ik u over de stand van zaken rond dit onderwerp.

Medewerkers van mijn ministerie zijn in gesprek met zowel vertegenwoordigers van dierhulpverleningsorganisaties als de veiligheidsregio’s en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de wijze waarop dierenhulpverleners kunnen aansluiten op de bestaande crisisstructuren in Nederland. Hierbij ligt aansluiting op lokaal en regionaal niveau het meest voor de hand.

Bij de verdere uitwerking kan – naar het zich laat aanzien – gebruik gemaakt worden van verschillende voorbeelden van reeds bestaande samenwerkingsverbanden tussen dierenhulporganisaties, gemeenten en veiligheidsregio’s. Ook kunnen bestaande ervaringen en hulpstructuren die naar aanleiding van de opvang van vluchtelingen en hun huisdieren uit Oekraïne zijn opgedaan benut worden om de samenwerking tussen betrokken organisaties de komende jaren verder te brengen. Ik zal uw Kamer de komende tijd blijven informeren over de voortgang rond dit onderwerp.

6. Brandweerzorg

Brandweerkerndata

Tijdens het commissiedebat Brandweer en Crisisbeheersing op 24 maart 2022 heb ik toegezegd om voor de zomer een zo concreet mogelijk plan van aanpak op te stellen voor een structurele en duurzame dataverzameling, inclusief een nulmeting met betrekking tot data over personeel, specialisaties en materieel, om inzichten te kunnen geven in de brandweerzorg in Nederland. De nulmeting heeft u ontvangen bij de verzamelbrief van 7 juli 2022.16

Inmiddels is het plan van aanpak van het haalbaarheidsonderzoek verbreding kerncijfers brandweer afgestemd binnen het Veiligheidsberaad en bevindt het haalbaarheidsonderzoek zich in de afrondende fase. Het plan van aanpak is meegestuurd als bijlage bij deze brief. Het haalbaarheidsonderzoek verbreding kerncijfers brandweer moet inzicht bieden in de indicatoren, gebaseerd op de informatiebehoefte van zowel mijn ministerie, de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio als het Veiligheidsberaad, welke nu nog niet (volledig) inzichtelijk zijn gemaakt met de bestaande dashboards en het onderzoek brandweerkerndata. Hierbij is de inzet om door middel van landelijke, objectieve, geautomatiseerde dataverzameling en -publicatie de kerncijfers van de brandweer op een transparante wijze inzichtelijk te maken.

Ik zie uit naar de resultaten van dit onderzoek waarvan de oplevering begin 2023 wordt voorzien. Daarnaast wijs ik u graag op de uitbreiding van beschikbare gegevens op openbare dashboards waarop onder meer incidenten, reactietijden en algemene basisgegevens brandweer weergegeven worden. Deze dashboards zijn te raadplegen op de website van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid.17

Tweede loopbaanbeleid

Sinds 2014 zijn de veiligheidsregio’s de werkgever van het brandweerpersoneel.

Vanaf 1 januari 2006 geldt voor nieuwe medewerkers dat zij maximaal 20 jaar in bezwarende functies in de operationele dienst werkzaam kunnen zijn. De Universiteit Maastricht is gevraagd onderzoek te doen naar de belemmerende en bevorderende factoren voor duurzame inzetbaarheid en arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen in repressieve brandweerfuncties. Dit (promotie)onderzoek is in 2026 afgerond.

Werkgevers en werknemers hebben afgesproken dat medewerkers (onder voorwaarden) uitstel kunnen krijgen van het maximum van 20 jaar zo lang het onderzoek wordt uitgevoerd. Er worden nu geen onomkeerbare stappen gezet. Uw Kamer heeft regelmatig aandacht gevraagd voor dit onderwerp en ook ik heb dit onder de aandacht gebracht van de veiligheidsregio’s. Ik ben dan ook zeer verheugd dat deze afspraak tussen sociale partners nu gemaakt is. De motie van de leden Van Nispen en Van der Werff is hiermee beantwoord.18

Gebiedsgerichte opkomsttijden

Op 1 juli 2022 heeft het Veiligheidsberaad namens de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s de herziene handreiking «Landelijk uniforme systematiek voor dekkingsplannen», hierna te noemen Gebiedsgerichte Opkomsttijden (handreiking GGO) vastgesteld en aan mij aangeboden met het verzoek om deze nieuwe systematiek vast te leggen in het Besluit veiligheidsregio’s. In mijn verzamelbrief brandweer en crisisbeheersing van 8 juli 2022 heb ik u hier nader over geïnformeerd.19 In de brief heb ik aangegeven voornemens te zijn om het Besluit veiligheidsregio’s hierop aan te passen, zodat de nieuwe systematiek duurzaam wordt geborgd. Gelet op de samenhang met de bredere herziening Wet veiligheidsregio’s zal de voorgenomen aanpassing van het besluit in dit traject worden opgepakt. Tenslotte hecht ik eraan dat alle veiligheidsregio’s de komende periode op een eenduidige wijze omgaan met het op- en vaststellen van de dekkingsplannen. Ik heb de besturen van de veiligheidsregio’s verzocht om vooruitlopend op de aanpassing van de wet- en regelgeving hun dekkingsplannen vóór 31 december 2023 op grond van de handreiking GGO vast te stellen en de werking in de praktijk te monitoren. Aansluitend zal ik mijn inspectie vragen of zij opnieuw onderzoek kunnen doen naar de repressieve brandweerzorg. Ik zal uw Kamer in het najaar over de voortgang informeren.

7. Rolverduidelijking van het Veiligheidsberaad en nadere verkenning naar mogelijkheden van het Interregionaal Beleidsteam

In de contourennota Versterking crisisbeheersing en brandweerzorg is een verkenning aangekondigd of en hoe een Interregionaal Beleidsteam (IRBT) in wetgeving wordt opgenomen. In het Interregionaal Beleidsteam kunnen de voorzitters van de veiligheidsregio’s de uitoefening van hun taken en bevoegdheden bij een bovenregionale of landelijke crisis onderling afstemmen, en kan afstemming plaatsvinden met het Rijk. Expliciete onderdelen van deze verkenning zijn het voorzitterschap, mandaat en aansturing, ook van de netwerkpartners en de relatie met de nationale crisisstructuur. Op voorhand is hierbij een belangrijk aandachtspunt de democratische legitimiteit, passend binnen het huidige systeem van verlengd lokaal bestuur. De uitkomsten van deze verkenning worden betrokken in het wetgevingstraject.

Tevens is in de contourennota aangegeven dat het kabinet conform het advies van de commissie Evaluatie Wet veiligheidsregio’s geen zelfstandige bevoegdheden aan het Veiligheidsberaad zal toekennen. Tegelijkertijd zal het Veiligheidsberaad wel degelijk een belangrijke rol moeten spelen in de doorontwikkeling van het stelsel en uniformering ervan. Daar waar de 25 besturen van veiligheidsregio’s gezamenlijk verantwoordelijk worden voor inventarisatie van de (gezamenlijke) risico’s op regionaal niveau, de prioritering ervan en de daaropvolgende risicobeheersings- en preparatie-activiteiten, speelt het Veiligheidsberaad een coördinerende en regisserende rol. Datzelfde geldt voor het maken van afspraken met landelijk opererende crisispartners.

Op 23 januari 2023 heb ik in het kader van de verkenning naar het IRBT een eerste gesprek met het Veiligheidsberaad (de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s) gevoerd. Afgesproken is deze verkenning in aanloop naar het wetgevingstraject voort te zetten aan de hand van scenario’s. Tevens heb ik tijdens het overleg met het Veiligheidsberaad van 23 januari de vraag verkend of en zo ja hoe de coördinerende en regisserende rol van het Veiligheidsberaad in de wetgeving wordt vastgelegd. Ook hierover is afgesproken dat deze verkenning wordt voortgezet.

8. Denkvooruit.nl

Sinds de oorlog in Oekraïne blijkt dat mensen zich meer zorgen zijn gaan maken over de mogelijke gevolgen hiervan, zoals voedsel- en energiezekerheid. Ook minder aan de oorlog gerelateerde crises zoals een stroomstoring of extreem weer staan in de kijker. Vanuit de rijksoverheid is daarop besloten intensiever in te zetten op risicocommunicatie. Risicocommunicatie kan effectief zijn in het verminderen van deze zorgen en het versterken van de zelfredzaamheid en schokbestendigheid. Door te vertellen wat de overheid doet om als Nederland voorbereid te zijn op verschillende dreigingen, maar ook door mensen te wijzen op welke manier zij zichzelf weerbaarder kunnen maken.

Op 1 december 2022 is de website www.denkvooruit.nl gelanceerd met daarop bewezen manieren hoe mensen zich kunnen voorbereiden op verschillende risico’s. De selectie van risico’s is gebaseerd op gepercipieerde zorgen zoals deze blijken uit meer de Risico- en Crisisbarometer van de NCTV en publieksonderzoek naar de veiligheidsbeleving naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne20. Daarnaast is gebruik gemaakt van bestaande risicoanalyses en risicocommunicatie. Bij de totstandkoming van de site is samengewerkt met alle betrokken ministeries, veiligheidsregio’s en maatschappelijke organisaties.

Bij de lancering is ingezet op het informeren van mensen die op zoek zijn naar informatie. De komende periode wordt aandacht besteed aan het bereiken van specifieke doelgroepen. Ook worden voorbereidingen getroffen voor een situatie waarin de informatiebehoefte of dreiging toeneemt. Deze volgende fase gebeurt in samenwerking met de veiligheidsregio’s die zorg dragen voor regionale risicocommunicatie.

Zoals u heeft kunnen lezen gebeurt er veel binnen de meldkamers, missiekritische communicatie en alerteren, als ook in het stelsel van crisisbeheersing en brandweerzorg. Dit doen we zodat de professionals op de werkvloer zo goed als mogelijk hun werk kunnen uitvoeren en Nederland daardoor iedere dag weer een stukje veiliger wordt. Ik ga graag met u in gesprek over bovenstaande ontwikkelingen in het commissiedebat brandweer en crisisbeheersing op 1 februari aanstaande.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 29 517, nr. 225.

X Noot
2

Kamerstukken 25 124 en 29 517, nr. 108.

X Noot
3

Kamerstuk 25 124, nr. 111.

X Noot
4

Kamerstuk 25 124, nr. 110.

X Noot
5

In het Bestuurlijk Meldkamer Beraad zitten vertegenwoordigers namens de Minister voor Medische Zorg en de Regionale Ambulancevoorzieningen voor zover het de ambulancezorg betreft, de besturen van de veiligheidsregio’s voor zover het de brandweertaak, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening betreft, de Minister van Defensie voor zover het de Koninklijke marechaussee betreft, de Minister van Justitie en Veiligheid en de politie.

X Noot
6

Kamerstukken 25 124 en 29 517, nr. 109.

X Noot
7

Kamerstuk 29 517, nr. 172.

X Noot
8

Waaronder Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van EZK, politie en betrokken telecomproviders.

X Noot
9

Kamerstukken 25 124 en 29 517, nr. 111.

X Noot
10

In mijn brief van 5 juli 2022 heb ik u geïnformeerd over de Advanced Outdoor Basestation. Dit is een oplossing waarin de radioapparatuur, die normaliter wordt geplaatst in de technische ruimte bij een opstelpunt, is opgenomen in een compacte telecom-kast. Een Advanced Outdoor Basestation kan hierdoor gebruik maken van een bestaande telecommast of een hoog gebouw. Er zijn twee Advanced Outdoor Basestations opgeleverd.

X Noot
11

WODC rapport, bijlage bij de brief Kamerstuk 29 517, nr. 208.

X Noot
12

Conform de toezegging in het commissiedebat van 24 maart 2022 schets ik de opties voor de toekomst van de sirenes.

X Noot
13

Toezegging in het Commissiedebat Brandweer en Crisisbeheersing van 24 maart 2022. Kamerstuk 29 517, nr. 220.

X Noot
14

Kamerstuk 29 628 nr. 529.

X Noot
15

Kamerstuk 29 517, nr. 218.

X Noot
16

Kamerstuk 29 517, nr. 223.

X Noot
18

Kamerstuk 36 200 VI, nr. 67.

X Noot
19

Kamerstuk 29 517, nr. 223.

Naar boven