25 124 Nieuwe infrastructuur mobiele communicatie (C2000)

29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 110 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2022

Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport aan «stand van zaken multi-governance meldkamers» dat in opdracht van Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is uitgevoerd door Andersson Elffers Felix (AEF) op verzoek van het Bestuurlijk Meldkamer Beraad (BMB)¹.

Ik ben het WODC en de onderzoekers erkentelijk voor het door hun uitgevoerde onderzoek naar (de werking van) de multi-governance (hierna: governance) meldkamers. Deze governance heeft betrekking op de sturingsstructuur, waarbinnen alle betrokken partijen invloed kunnen uitoefenen op het beleid en beheer van de meldkamers. De partijen op de meldkamers zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van de meldkamerfunctie en geven in de governance gezamenlijk invulling aan het beheer van de meldkamers². De onderzoekers hebben daarbij gekeken naar de huidige werking van de governance zoals vastgelegd in de ministeriele regeling Hoofdlijnen van Beleid en Beheer meldkamers ³. Dit onderzoek is tevens relevant voor de uitwerking van de gedane aanbevelingen door de Inspectie Justitie en Veiligheid en het Agentschap Telecom⁴.

Hoofdlijn rapport

Het WODC onderzoek constateert dat de governance, zoals bedacht en ingericht, na anderhalf jaar staat en dat de betrokken partijen functioneel en gezamenlijk invulling geven aan het beheer van de meldkamers. De onderzoekers concluderen dat er een eerste goede basis is neergezet voor een effectieve sturing op het beheer van meldkamers. Er is bestuurlijk draagvlak bij alle partijen voor de huidige inrichting van de governance en er zijn geen wensen voor grootschalige wijzigingen. Dat gezegd hebbende, behoeft de governance op relevante punten de nodige aanscherping danwel nadere uitwerking wat de komende periode uitgediept moet worden in het meldkamerveld.

Het meldkamerveld kenmerkt zich als een complex geheel waar 54+ partijen samenwerken aan de gezamenlijke opgave voor het realiseren van één stelsel met 10 genetwerkte en verbonden meldkamers die in 2025 gerealiseerd moeten zijn. Deze kernopgave brengt ontzettend veel werk met zich mee waarbij het een continue zoektocht is hoe dagelijks invulling kan worden gegeven aan de koers om deze kerndoelstelling te realiseren. Het onderzoek stelt vast dat dit veel vraagt in de samenwerking tussen partijen. Dit wordt herkend door alle partijen in het meldkamerveld. Veel gaat goed, maar zoals reeds eerder aan uw Kamer gemeld zijn er ook nog verbeterstappen te zetten naar een meer volgroeide governance.

Het is goed om te melden dat de conclusies door de partijen in het meldkamerveld (grotendeels) worden herkend en onderschreven. Bovendien sluiten ze aan bij de fase waarin de governance zich momenteel – anderhalf jaar na inwerkingtreding van de Wijzigingswet Meldkamers – bevindt. Ik stel met de partijen vast dat de werking van de governance op onderdelen een gezamenlijke zoektocht blijft en commitment zal blijven vragen aan alle betrokken partijen.

Opvolging aanbevelingen

In lijn met de gedane constateringen en aanbevelingen door het WODC zullen de partijen in het meldkamerveld, onder regie van het BMB, kijken hoe invulling kan worden gegeven aan de aanbevelingen.

Conform mijn eerdere toezegging houd ik uw Kamer periodiek op de hoogte van de ontwikkelingen in het meldkamerdomein⁵. De uitkomsten van dit gezamenlijke gesprek en de aanbevelingen voor verbetering neem ik mee in mijn eerstvolgende voortgangsbrief aan uw Kamer.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

---

1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

2 Beheer omvat: facilitaire dienstverlening, huisvesting, inrichting, onderhoud en ontwikkeling van gemeenschappelijke ICT-voorzieningen ten behoeve van de meldkamers en het ICT- beheer ten behoeve van de meldkamerfuncties.

3 Regeling Hoofdlijnen van Beleid en Beheer Meldkamers 2020, Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 22 juli 2020, Stcrt. 2020, nr. 33877

4 Kamerstukken 25 124 en 29 628, nr. 108

5 Kamerstukken 25 124 en 29 517, nr. 108