29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 235 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2014

Hierbij bieden wij u de voorjaarsrapportage regeldruk aan, zoals aangekondigd in de najaarsrapportage regeldruk van 19 december 2013 (Kamerstuk 29 362, nr. 225) en het Algemeen Overleg over ondernemen en regeldruk van 20 maart jl. (Kamerstuk 32 637, nr. 132).

In deze brief komt de voortgang van de programmabrief «Goed geregeld: een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012–2017» (Kamerstuk 29 362, nr. 212) aan de orde.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Voorjaarsrapportage regeldruk

1. Inleiding

De regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals moet en kan omlaag. Regeldruk is een rem op innovatie, economische groei en het initiëren van maatschappelijke initiatieven. Het kabinet pakt daarom stevig door op de aanpak van regeldruk.

In deze voortgangsrapportage presenteert het kabinet de tussentijdse resultaten van het regeldrukprogramma «Goed Geregeld»1. Hierin werkt het kabinet enerzijds aan een generieke aanpak om de regeldruk voor burgers, professionals en bedrijven te verminderen en anderzijds aan een op doelgroepen toegesneden aanpak, waarbij gericht belemmeringen worden weggenomen die door doelgroepen het meest gevoeld worden. Ook zet het kabinet met gemeenten in op betere (digitale) overheidsdienstverlening. Hierdoor zijn Nederlanders minder tijd en geld kwijt aan het voldoen aan wet- en regelgeving.

De kabinetsbrede aanpak van regeldruk bestaat uit zes samenhangende actielijnen:

  • 1. Minder regeldruk door het verbeteren van de wetgevingskwaliteit;

  • 2. Structurele verlaging van de regeldruk met € 2,5 miljard in de periode 2012- 2017 voor burgers, bedrijven en professionals;

  • 3. Merkbare regeldrukvermindering in regeldichte domeinen maatwerkaanpak);

  • 4. Minder stapeling, slimmer toezicht;

  • 5. Minder regeldruk door bestuurlijke samenwerking (mede-overheden, Europa);

  • 6. Betere (digitale) dienstverlening.

Het afgelopen jaar zijn hierin de volgende resultaten geboekt:

  • Het gebruik van internetconsultatie neemt toe. In 2014 zijn al 42 wetsvoorstellen bij burgers, bedrijven en professionals geconsulteerd2. Hun input draagt bij aan de wetgevingskwaliteit en het voorkomen van onnodige regeldruk.

  • De regeerakkoorddoelstelling van € 2,5 miljard regeldrukvermindering is verder ingevuld. Ten opzichte van november 2013 (€ 1,777 miljard) is er nu voor € 2,22 miljard aan maatregelen in kaart gebracht. Hiervan is per 1 april 2014 € 807 miljoen gerealiseerd.

  • Onderzoek wijst uit dat bijna 70% van de in kaart gebrachte maatregelen ten goede komt aan het mkb. Het mkb profiteert dus in ruime mate van het kabinetsbrede regeldrukbeleid.

  • De maatwerkaanpak in regeldichte domeinen is in volle gang. Zo heeft het kabinet samen met het bedrijfsleven regeldrukknelpunten geïnventariseerd voor de sectoren chemie, logistiek, agro & food, banken en de bouw. In de maatwerkaanpakken zorg, vrijwilligersdomein en onderwijs zijn de eerste knelpunten opgelost.

  • Merkbare regeldrukvermindering staat niet alleen in Den Haag, maar ook bij gemeenten op de agenda. Het kabinet ondersteunt gemeenten hierbij, o.a. door het gebruik van instrumenten als de lokale effectentoets en de ondernemerspeiling te stimuleren. Daarnaast heeft het kabinet het voor gemeenten mogelijk gemaakt om bij Actal advies in te winnen over hoe regeldruk ook op lokaal niveau kan worden voorkomen.

  • Met ondernemersplein.nl zet het kabinet in op betere digitale dienstverlening. Op deze website vinden ondernemers alle voor hen relevante informatie, nu ook op het terrein van bedrijfsoverdrachten.

Hoewel er aansprekende resultaten zijn geboekt, zijn we er nog niet. Er is blijvende aandacht van het kabinet nodig om onnodige regeldruk te voorkomen en te bestrijden. Zo moeten departementen alert blijven op regelluwe varianten van wet- en regelgeving en op nieuwe maatregelen om onnodige regeldruk tegen te gaan. Ook is er wil en ambitie nodig om door te pakken op de knelpunten die in de maatwerkaanpak gezamenlijk zijn geïdentificeerd. Zowel overheid als bedrijfsleven en instellingen moeten hun beste beentje voorzetten om de ambitieuze doelstellingen op het terrein van regeldrukvermindering en betere dienstverlening te verwezenlijken.

In deze brief gaat het kabinet in op de voortgang van alle hierboven genoemde actielijnen, de toezeggingen die in de Algemeen Overleggen over ondernemen en regeldruk van 9 oktober 2013 (Kamerstuk 32 637, nr. 89) en 20 maart 2014 zijn gedaan en de recente Actal-adviezen over regeldruk bij kleine bedrijven, regeldruk door veranderende wetgeving en klachten regeldruk3.

2. Minder regeldruk door transparantie van wet- en regelgeving

Internetconsultatie en de publicatie van effecttoetsen

De aanpak van regeldruk begint bij het voorkomen ervan. Daarom is met ingang van 2014 internetconsultatie het uitgangspunt bij nieuwe wet- en regelgeving met significante gevolgen voor bedrijven, burgers en professionals. Ook worden hierbij de antwoorden op de hoofdvragen van het Integraal Afwegingskader (IAK) en de beschikbare effectrapportages, zoals de Bedrijfseffectentoets (BET), voortaan gepubliceerd. Door deze maatregelen krijgen bedrijven, instellingen en burgers meer mogelijkheden om in een vroeg stadium met het kabinet mee te denken. Dit draagt bij aan de wetgevingskwaliteit en het voorkomen van onnodige regeldruk. Ook zijn deze maatregelen in lijn met het Actal-advies om de regeldruk goed en volledig in kaart te brengen4.

Hoewel de nieuwe werkwijze een groeiproces is, zien we al wel een stijgende lijn in de toepassing van internetconsultatie en de publicatie van de achtergronddocumenten. In 2014 zijn reeds 42 wetsvoorstellen (peildatum 30 april) in consultatie gebracht, terwijl dit er in heel 2013 nog 77 waren. De website www.internetconsultatie.nl wordt met ruim 67.000 bezoekers in april 2014 goed bezocht.

Om de impact van wetsvoorstellen voor bedrijven nog beter in kaart te brengen is de BET vernieuwd en aangescherpt, conform toezegging in de najaarsrapportage. De toets vraagt nu explicieter aandacht voor de effecten voor het mkb en voor een betere verantwoording van lastenluwe implementatie van Europese regels.

Vaste Verandermomenten en eenmalige kosten

Naast internetconsultatie is de systematiek van Vaste Verandermomenten (VVM) ook een belangrijk instrument bij het vergroten van transparantie in het wetgevingsproces. VVM zorgt voor transparantie over de inwerkingtredingsdatum van nieuwe regelgeving en de tijd die burgers, bedrijven, instellingen, professionals en medeoverheden hebben om zich hierop voor te bereiden. In maart 2014 heeft Actal geadviseerd om de VVM-systematiek beter na te leven, eenduidige invoeringstermijnen te hanteren en VVM ook toe te passen op beleidsregels5.

Het naleven van de VVM-systematiek verloopt sinds de introductie ervan in 2010 steeds beter. Trad in de periode 2010–2012 nog 43% van de regelingen op een vast verandermoment in werking, in 2013 is dat gestegen naar 50%. Het kabinet streeft ernaar dit percentage de komende tijd verder te verhogen, zodat burgers, bedrijven en professionals nog beter kunnen anticiperen op nieuwe wet- en regelgeving. De naleving van de minimale invoeringstermijn van twee maanden verloopt minder voorspoedig. Deze minimale termijn is echter met name ook ingevoerd om te waarborgen dat er voldoende overleg plaatsvindt met partijen in de samenleving die door een regeling geraakt worden. Dit overleg kan ook reden zijn om een andere invoeringstermijn af te spreken.

Actal stelt ook een minimale invoeringstermijn van drie maanden voor alle typen wetgeving (wetten, AMvB’s, ministeriële regelingen) voor. Uit eerdere experimenten met VVM van vóór 2010 is gebleken dat dit moeilijk werkbaar was6. Bij wetten, AMvB’s en ministeriële regelingen met directe relevantie voor medeoverheden hanteert het kabinet wel een minimale invoeringstermijn van drie maanden. Dat is met mede-overheden afgesproken in de Code Interbestuurlijke Verhoudingen.

Daarnaast is het kabinet van mening dat beleidsregels zich, anders dan wet- en regelgeving, niet lenen voor toepassing van VVM, omdat beleidsregels enkel het bestuursorgaan binden en niet burgers, bedrijven of professionals. Ook bevatten veel beleidsregels interne normen die niet van belang zijn voor deze groepen.

In hetzelfde Actal-advies wordt ook voorgesteld om eenmalige kosten beter in kaart te brengen in de toelichting bij nieuwe regelgeving en mee te nemen in de kwantitatieve doelstelling. Het kabinet wijst erop dat het reeds staand beleid is om eenmalige kosten te berekenen en mee te nemen in de besluitvorming rond nieuwe regelgeving. Zoals in de programmmabrief «Goed Geregeld» aangegeven, neemt het kabinet echter de eenmalige kosten niet mee in het cijferbeeld waarmee de voortgang van de kwantitatieve doelstelling wordt gemonitord. Het kabinet hecht eraan deze systematiek te handhaven omwille van de vergelijkbaarheid van cijfers over de jaren heen.

3. Structurele verlaging regeldruk met € 2,5 miljard

De doelstelling van het kabinet om een structurele verlaging van de regeldruk met € 2,5 miljard te realiseren in 2017 is gedurende de afgelopen maanden weer een stuk dichterbij gekomen. Op dit moment heeft het kabinet € 2,22 miljard ingevuld met concrete plannen, een stijging van circa € 442 miljoen ten opzichte van de stand in november vorig jaar. In bijlage I zijn alle onderliggende maatregelen in beeld gebracht met regeldrukeffecten zoals die op dit moment bekend zijn of worden ingeschat7.

Zowel voor burgers en professionals als voor bedrijven konden additionele reducties worden gevonden. Voor bedrijven bedraagt de additionele reductie € 98 miljoen, voor burgers circa € 45 miljoen. Met name de verdere uitrol van het stelsel van basisregistraties waardoor dubbele gegevensuitvraag vermindert en de uitwerking van de 4e tranche van het Activiteitenbesluit leveren substantiële reducties op. Ook wat betreft de regeldrukvermindering voor professionals kon een forse reductie worden bijgeschreven. Met het actieprogramma «Minder regels, meer op straat» dringt de nationale politie de bureaucratie terug. Deze regeldrukvermindering van € 300 miljoen moet leiden tot een productiviteitswinst voor de politie van 5.000 fte die eind 2014 beschikbaar komt voor de primaire politietaken. Dit is conform de afspraak hierover met uw Kamer8.

Van de genoemde plannen is inmiddels per 1 april 2014 € 807 miljoen gerealiseerd (€ 715 miljoen voor bedrijven en € 92 miljoen voor burgers en professionals). Voorbeelden van gerealiseerde reducties zijn ondermeer:

  • Standard Business Reporting (SBR): SBR maakt het voor bedrijven en instellingen mogelijk om informatie voor overheidsinstanties en banken gestandaardiseerd en in één keer elektronisch aan te leveren. Dat scheelt hen tijd en werk bij het aanleveren van financiële gegevens aan overheden en banken;

  • Het beëindigen van de NOX-emissiehandel: het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het systeem van handel in emissierechten voor stikstofoxiden (NOx) per 2014 ingetrokken. Het beëindigen van de NOx-emissiehandel levert een aanzienlijke administratieve lastenreductie op doordat bedrijven geen emissievergunning meer moeten aanvragen en straks het jaarlijkse emissieverslag NOx niet meer hoeven te maken.

  • Wijziging Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met fraudeaanpak: door beter gebruik van de polisadministratie hoeven werkgevers en pensioenuitvoerders geen aparte gegevens meer op te vragen.

  • Verhoging keuringsleeftijd voor automobilisten en motorrijders van 70 naar 75 jaar: jaarlijks betekent dit 150.000 minder keuringen en eigen verklaringen, wat leidt tot een structurele tijdsbesparing van 365.000 uur en een kostenbesparing voor burgers van € 10,2 miljoen.

Voor verdere reductiemogelijkheden kijkt het kabinet ondermeer naar onderdelen van de maatwerkaanpak. Zo komen er in de sectoren logistiek, chemie en zorg knelpunten naar voren waarvan de oplossing niet alleen merkbaar is, maar ook kwantitatieve effecten met zich meebrengt. Ook diverse ICT-maatregelen en eventuele maatregelen in het fiscale domein leveren mogelijke reducties op. Daarnaast verwacht het kabinet regeldrukeffecten van een aantal projecten van de Hervormingsagenda Rijksdienst, namelijk: Basisregistraties, Toezicht en Digitalisering Rijksdienst. Voor de genoemde projecten worden thans plannen van aanpak ontwikkeld. Op basis hiervan bepaalt het kabinet de kwantitatieve regeldrukeffecten en neemt deze mee in de najaarsrapportage.

Om de netto-reductiedoelstelling te behalen is echter meer nodig. Naast de compensatie van regeldruktoenames ten gevolg van nieuwe wet- en regelgeving, blijven departementen zoeken naar aanvullende reductiemaatregelen.

Regeldrukvermindering voor het mkb en zzp’ers

Het kabinet vindt het belangrijk dat het mkb serieus profiteert van het regeldrukbeleid. Naar aanleiding van een toezegging tijdens het wetgevingsoverleg van 17 december 20129 heeft een onderzoekbureau de regeldrukeffecten van maatregelen voor het mkb in kaart gebracht.

Het onderzoek wijst uit dat van de reeds becijferde structurele regeldrukreductie voor bedrijven in deze kabinetsperiode bijna 70% ten goede komt aan het mkb10. Het mkb profiteert dus in ruime mate van het kabinetsbrede regeldrukbeleid. Een concrete maatregel waar vooral het mkb van profiteert is de vereenvoudiging van het risico inventarisatie- & evaluatie (RI&E) stelsel op het gebied van arbeidsveiligheid. Ook de derde tranche van de tweede fase van het Activiteitenbesluit levert veel regeldrukreductie voor het mkb op, doordat een groot aantal vergunningplichten wordt vervangen door algemene regels.

Tabel: Cijfers onderzoek regeldrukvermindering naar bedrijfsgrootte1.

Aantal personeelsleden

Percentage

1

14%

2–249

69%

> 249

17%

Totaal

100%

X Noot
1

Uitgevoerd door een extern bureau (Sira Consulting) dat de MKB-effecten met behulp van aannames heeft ingeschat.

Zoals gezegd vraagt de Bedrijfseffectentoets voortaan explicieter aandacht voor de effecten voor het mkb. Dat maakt het wetgevingsproces transparanter en draagt bij aan de bewustwording onder beleidsmakers van regeldrukeffecten voor het mkb. Ook kijken we naar aanleiding van het Actal-advies over regeldruk bij kleine bedrijven in overleg met het betreffende bedrijfsleven op welke wijze de geconstateerde knelpunten het beste kunnen worden opgepakt.

Het kabinet heeft ook aandacht voor de regeldruk bij zzp’ers, zoals de Minister van Economische Zaken tijdens het Algemeen Overleg over regeldruk op 20 maart jl. heeft aangegeven. De acties uit het in 2012 gepresenteerde ZZP-actieplan11 zijn opgepakt en deels afgerond. Een deel van deze maatregelen is niet specifiek gericht op zzp’ers, maar zij profiteren wel in belangrijke mate van de regeldrukreducties die het gevolg zijn. Voorbeelden hiervan zijn de afschaffing van de heffingen voor de KvK, de beoogde afschaffing van de product- en bedrijfschappen en de fiscale acceptatie van systemen die privékilometers in zakelijke voertuigen elektronisch bijhouden.

Daarnaast heeft het kabinet acties opgepakt die specifiek gericht zijn op zzp’ers en kleine ondernemers. Zo is er op ondernemersplein.nl een aparte ingang voor zzp’ers gerealiseerd. Ook implementeert Nederland de nieuwe EU-richtlijn jaarrekeningenrecht, die diverse vrijstellingen voor micro-ondernemingen biedt bij het opstellen van financiële overzichten. Daarbij betrekt het kabinet de aanbevelingen uit het Actal-advies over regeldrukvermindering bij kleine bedrijven. Het kabinet ontwikkelt tevens een internetmodule voor de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Deze nieuwe systematiek gaat gepaard met het aanpakken van schijnzelfstandigheid, waarbij de opdrachtgever medeverantwoordelijk wordt. Ook de zzp-organisaties onderschrijven de noodzaak dat er voor opdrachtgevers een grotere rol bij de VAR moet zijn. Met de invoering van de VAR-internetmodule per 1 januari 2015 is een structurele verlichting van de administratieve lasten voor zzp’ers voorzien.

Tenslotte is het kabinet verheugd dat zelfstandigenorganisaties gezamenlijk zijn gekomen tot een collectieve pensioenregeling waaraan zzp’ers op vrijwillige basis kunnen deelnemen12. De regeling wordt gekenmerkt door flexibiliteit en vrijwilligheid en sluit daarmee aan bij de wensen van zelfstandigenorganisaties. Daarnaast krijgen ex-werknemers een vaste wettelijke termijn van negen maanden waarin zij kunnen beslissen of zij hun pensioenopbouw bij het pensioenfonds van hun eerdere werkgever vrijwillig willen voortzetten13.

4. Merkbare regeldrukvermindering door maatwerk

Het kabinet neemt de signalen van bedrijven, burgers en professionals, dat de lastenreductie die in de afgelopen jaren is gerealiseerd niet altijd merkbaar is, serieus. Ook Actal concludeert in haar advies over regeldrukvermindering bij kleine bedrijven dat zij weinig resultaat merken van de vermindering van de regeldruk. Het kabinet zal de resultaten van het Actal-onderzoek nader bestuderen. Het kabinet deelt de zorg van Actal dat de feitelijk verminderde regeldruk minder merkbaar kan zijn voor ondernemers. Op rijksniveau daalt de regeldruk aantoonbaar, maar de merkbare regeldrukreductie kan daarbij voor specifieke ondernemersgroepen achterblijven. Dat kan het geval zijn als er bijvoorbeeld in de praktijk sprake is van een toename van toezichtlasten of wanneer de uitvoering van nieuwe regelgeving minder efficiënt plaatsvindt dan verwacht. Het kabinet zal conform het Actal-advies voortaan in beleidsevaluaties explicieter aandacht vragen voor regeldrukaspecten. Op deze wijze wordt duidelijker of de genomen maatregelen daadwerkelijk hebben bijgedragen aan merkbare regeldrukvermindering.

Om de grote ambities op het terrein van merkbaarheid te verwezenlijken is echter meer nodig. Regeldruk wordt niet alleen veroorzaakt op rijksniveau. Ook mede-overheden, toezichthouders, instellingen en private organisaties maken regels waar ondernemers, burgers en professionals last van kunnen hebben. Merkbare regeldrukvermindering is daarom alleen mogelijk als alle betrokkenen met elkaar samenwerken en elk hieraan hun bijdrage leveren.

Voorbeelden merkbare regeldrukvermindering

Vermindering lasten statistiekuitvraag CBS

Het CBS heeft, door samen te werken met EVO, TLN en vervoerders en verladers, de enquête voor het goederenvervoer over de weg vereenvoudigd en ingekort. Daarnaast zijn de zogenoemde routing, het jargon en het steekproefdesign in goed overleg met de vervoerders afgestemd. De vragenlijsten zijn daardoor gemakkelijker en sneller in te vullen. Ook hoeven ondernemers voor minder kentekens informatie aan te leveren. Voor bedrijven met meer dan dertig kentekens is de steekproef met tien procent verkleind en voor kleinere bedrijven zelfs met dertig procent. Dit scheelt in totaal 13.000 enquêtes op jaarbasis.

Digitalisering in de rechtspraak

Burgers en bedrijven kunnen voortaan digitaal een procedure starten bij de bestuursrechter of de burgerlijke rechter. Voor bedrijven (advocaten, deurwaarders, rechtspersonen) wordt dit verplicht en burgers mogen zelf kiezen of zij dit digitaal of op papier doen. Ook voor procedures bij de strafrechter en bij arbitrageprocedures wordt het mogelijk gemaakt om digitaal stukken uit te wisselen. Dit draagt bij aan een gemakkelijkere en snellere procesvoering, zowel voor burgers en bedrijven als voor de rechterlijke macht.

Met de maatwerkaanpak in regeldichte domeinen geeft het kabinet een extra impuls aan deze gezamenlijke aanpak. In deze aanpak inventariseert de overheid samen met de doelgroep regeldrukknelpunten en formuleren zij, waar mogelijk, gezamenlijk oplossingsrichtingen die voor burgers, professionals en ondernemers merkbare regeldrukreductie opleveren. Door de voortdurende dialoog met het veld kost deze aanpak veel tijd. Deze vorm van publiek-private samenwerking is echter cruciaal om duidelijkheid te krijgen over de ergernissen over wet- en regelgeving en de mogelijkheden en kansen die de doelgroepen zien om tot goede oplossingen te komen.

Stand van zaken eerste tranche

Voor vrijwel alle domeinen of sectoren is inmiddels de inventarisatiefase afgerond. De doelgroepen hebben aangegeven waar zij op het gebied van (uitvoering van) wet- en regelgeving tegenaan lopen en overzichten van knelpunten zijn opgesteld. Daarbij is zo min mogelijk onderscheid gemaakt tussen de verschillende overheidslagen of de aard van de belemmeringen. Veel van de knelpunten blijken te maken te hebben met de kwaliteit van dienstverlening en de uitvoering van en het toezicht op regels. Ook komen knelpunten in de regelgeving van gemeenten en Europa naar voren en blijkt dat ook eisen en regels van instellingen en private organisaties zelf een deel van de beleefde bureaucratie veroorzaken, zoals in de zorg.

In verschillende maatwerkaanpakken zijn al concrete resultaten geboekt, veranderingen in gang gezet, of zijn de eerste merkbare regeldrukreducties inmiddels gerealiseerd. In bijlage 2 is een volledig overzicht te vinden van de resultaten van de maatwerkaanpak voor bedrijven en burgers tot nu toe14.

  • Zo is in de maatwerkaanpak zorg de zogenaamde minutenregistratie aangepakt doordat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft besloten het principe «zorgplan = realisatie» in te voeren. Hierdoor hoeven zorgondernemers achteraf niet meer te verantwoorden. Ook hoeven zorgaanbieders valincidenten niet meer één op één te melden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar kan dit op geaggregeerd niveau. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport experimenteert daarnaast in de «experimenten regelarme instellingen» met het werken met minder regels in de langdurige zorg. De eerste ervaringen van zorgaanbieder Philadelphia zijn opgenomen in navolgende tekstbox.

  • In de maatwerkaanpak bouw heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst besloten een expertteam op te richten om gemeenten te helpen bij een zo regelluw mogelijke uitvoering van (rijks)wet- en regelgeving. Burgers en bedrijven die geconfronteerd worden met knelpunten kunnen bij dit team terecht voor kennis en expertise. Ook vindt een aantal experimenten plaats om bouwplannen door private partijen te laten toetsen. Hierdoor kan de gemeentelijke bouwtechnische toets grotendeels komen te vervallen, waardoor de procedures voor bouwondernemers korter worden.

  • Sinds de realisatie van het diplomaregister in de maatwerkaanpak onderwijs kunnen burgers eerder behaalde diplomagegevens raadplegen, downloaden als beveiligd document en gebruiken als bewijsstuk. Daardoor is het niet meer nodig om met het echte diploma te komen of een gewaarmerkte kopie aan te vragen voor een sollicitatie of inschrijving (vervolg)studie. Dit scheelt onderwijsinstellingen, afgestudeerden en (potentiële) werkgevers tijd. Ook wordt de verantwoordelijkheid voor buitenonderhoud in het primair onderwijs van gemeenten naar scholen overgeheveld. Dit leidt tot een forse afname van de regeldruk, omdat schoolbesturen geen aanvragen voor deze voorzieningen meer hoeven in te dienen bij de gemeente. Naast deze maatregelen is ook de regelgeving rond onderwijstijd in het mbo aangepast toen bleek dat de dubbele controle en de bekostigingssanctie tot onevenredig veel administratie leidden. Als uitwerking van het Nationaal Onderwijsakkoord zijn daarnaast tripartite werkgroepen regeldruk gestart, waarin het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap samen met vakbonden en sectororganisaties een verdiepende inventarisatie van knelpunten uitvoert, die uiteindelijk moet resulteren in sectorale regeldrukagenda’s.

  • In de maatwerkaanpak voor openbaar vervoer voor mensen met een beperking werkt het kabinet met belangenorganisaties, vervoerders en de decentrale overheden maatregelen uit om te komen tot een OV-reisinformatiesysteem op basis van beperking en hulp onderweg en algemene OV-reisinformatie op grote stations voor het gehele openbaar vervoer.

Kortom, de maatwerkaanpak is in volle gang. De verwachting is dat de zoektocht naar oplossingen voor de meeste projecten rond de zomer tot een overzicht van concrete maatregelen leidt. Hierbij blijft de betrokkenheid van burgers, bedrijven, professionals en departementen ook in de volgende fase van de maatwerkaanpak nodig om in deze kabinetsperiode een stevige bijdrage te kunnen leveren aan merkbare regeldrukvermindering.

Maatwerkaanpak zorg: ervaringen zorgaanbieder Philadelphia

Bij 25 zorginstellingen wordt in het kader van de maatwerkaanpak zorg geëxperimenteerd met het werken met minder regels. Zorginstelling Philadelphia neemt hieraan deel met 7 van haar vestigingen.

Directeur regelarme instellingen Gerrit Leene over de experimenten: «Het meedoen aan het experiment heeft ons laten inzien dat slechts een beperkte hoeveelheid regeldruk echt veroorzaakt wordt door rijkswetgeving. Veel van de gevoelde regeldruk leggen wij ons als sector zelf op, bijvoorbeeld door het introduceren van lijstjes, certificeringseisen en allerlei protocollen». Dat gaat volgens Leene ten koste van de kwaliteit van het werk en medewerkers.

Om ervaren regeldruk in de zorg aan te pakken is volgens Gerrit Leene een cultuuromslag nodig. Door het personeel weer de vrijheid te geven met een minimum aan zinvolle regels zelf te bepalen hoe ze hun werk doen en ze daarvoor verantwoordelijk te houden, ontstaat er wederzijds vertrouwen. Leene: «Ik heb teams gezien waarbij ik constateer dat ze eigenlijk geen directe aansturing en regels meer nodig hebben van een teamleider. Ons personeel wordt meer taakvolwassen. Door minder regels te hanteren houdt het personeel ook meer tijd over voor de cliënt».

Ook de Raad van Bestuur van de zorginstelling ziet de grote voordelen van het experiment. Sinds de start is de medewerkers- en cliënttevredenheid in de pilotlocaties toegenomen. Daarnaast zorgt de proef voor tijd- en kostenbesparing, omdat er minder administratieve handelingen nodig zijn.

Eind 2014 evalueert het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de experimenten, waarbij de resultaten van het experiment worden benut om de regeldruk in de langdurige zorg zo veel mogelijk te voorkomen en te reduceren.

Tweede tranche maatwerksectoren

Op basis van gesprekken met het bedrijfsleven, VNO-NCW en MKB-Nederland en Actal constateert het kabinet dat er behoefte is aan uitbreiding van het aantal maatwerksectoren. In de tweede tranche maatwerk is een start gemaakt met de inventarisatie van knelpunten in de kinderopvang (zowel vanuit bedrijven als burgerperspectief). Daarnaast is gestart met de inventarisatiefase voor de gastvrijheidssector. Voor de metaalsector krijgt de maatwerkaanpak invulling via het overleg van het bedrijfsleven met de betrokken departementen over gesignaleerde knelpunten.

Op het terrein van burgers verkennen we of de starterslening, bedoeld om nieuwkomers op de woningmarkt gemakkelijker aan een hypotheek te helpen, zich leent voor een maatwerkaanpak. Er zijn namelijk signalen dat de voorwaarden die gemeenten en rijk stellen het stimuleringseffect teniet doen.

5. Minder stapeling, slimmer toezicht

Naast onnodige regelgeving heeft ook de wijze van uitvoering van toezicht invloed op de ervaren regeldruk.

Het kabinet zet, samen met (rijks)inspecties en gemeenten, met de aanpak van gestapeld toezicht, Inspectieview Bedrijven en het Ondernemingsdossier stevig in op het verminderen van toezichtlasten voor bedrijven. Daarnaast treedt het kabinet in overleg met toezichthouders en medeoverheden wanneer het signalen krijgt over onnodige toezichtlasten. Actal wijst bijvoorbeeld in zijn advies over regeldruk bij kleine bedrijven op mogelijke bovenwettelijke eisen die toezichthouders soms zouden stellen en waar ondernemers last van hebben. Het kabinet hecht aan de interpretatieruimte die toezichthouders hebben bij hun inspectietaken. Zo kunnen zij adequaat inspelen op situaties in de praktijk. Het is echter niet de bedoeling dat toezichthouders bovenwettelijke eisen stellen. Indien Actal hierover concrete signalen heeft ontvangen, dan zal het kabinet hiervoor aandacht vragen.

Gestapeld toezicht

Toezichthouders die meerdere keren per jaar een bedrijf of instelling bezoeken met vergelijkbare toezichtvragen, leiden tot irritatie bij ondernemers en professionals. Daarom zoeken lokale en rijksinspecties in een tiental pilots in de horeca, recreatie en ziekenhuizen naar samenwerkingsmogelijkheden. Sinds het uitkomen van de najaarsrapportage regeldruk is uit deze pilots naar voren gekomen dat lokale toezichthouders beperkt samenwerken met landelijke toezichthouders. Op lokaal niveau zijn er wel goede voorbeelden van het gezamenlijk organiseren van toezicht, bijvoorbeeld in de sector ziekenhuizen. In de horeca liggen nog veel mogelijkheden voor gegevensuitwisseling om het toezicht meer risicogericht te kunnen vormgeven. Tenslotte blijkt er in geen van de pilotgemeenten afstemming te zijn tussen toezichthouders vanuit de overheid en private toezichthouders, zoals verzekeraars. Verzekeraars zijn bereid om de mogelijkheden tot verdere samenwerking met publieke toezichthouders te verkennen.

Rijksinspecties, VNG en de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken bespreken de resultaten van de pilots en besluiten waar bredere implementatie van de geleerde lessen mogelijk is. Na de zomer start een tweede reeks pilots in de sectoren zorg (verpleging en zorg met overnachting), bouw en agro & food (akker- en tuinbouw).

Inspectieview Bedrijven

Vermindering van toezichtlasten is ook mogelijk als Rijksinspecties beter gebruik maken van elkaars gegevens. Met Inspectieview Bedrijven kunnen toezichthouders handhavingsgegevens met elkaar delen en zich richten op slechte nalevers. Zo blijven de toezichtlasten voor goed nalevende bedrijven beperkt. Bovendien kunnen de inspecties hiermee hun capaciteit zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten. De ontwikkeling en het gebruik van Inspectieview Milieu loopt in deze ontwikkeling voorop (zie tekstbox). Ook gemeentelijke toezichthouders kunnen inzage krijgen in de gegevens in Inspectieview. Uit de pilots voor gestapeld toezicht blijkt echter dat zij hier nog vrijwel geen gebruik van maken. Rijk en gemeenten bezien daarom hoe het gebruik van Inspectieview Bedrijven ook voor gemeentelijke toezichthouders gestimuleerd kan worden. Tot nu toe was een beperkt aantal rijksinspecties aangesloten op Inspectieview Bedrijven (NVWA, Inspectie SZW, ILT). Sinds april 2014 kunnen alle rijksinspecties aansluiten.

Inspectieview Milieu

In Inspectieview Milieu delen bestuurlijke en strafrechtelijke inspecties hun handhavingsinformatie. Het kabinet heeft in februari 2014 het wetsvoorstel ‘Vergunning, toezicht en handhaving’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit wetsvoorstel legt de basis voor informatiedeling tussen de betrokken milieuhandhavende instanties, zoals rijksinspecties, omgevingsdiensten, politie, OM, waterschappen en veiligheidsregio’s.

Ondernemingsdossier

Het Ondernemingsdossier is een gezamenlijk initiatief van bedrijfsleven en overheden waarmee ondernemers slim kunnen voldoen aan informatievragen. Het Ondernemingsdossier stelt een ondernemer in staat om informatie uit de bedrijfsvoering eenmalig digitaal vast te leggen en meerdere keren beschikbaar te stellen aan toezichthouders en vergunningverleners. Inmiddels gebruiken ruim 4.000 ondernemers het Ondernemingsdossier. Ook doen momenteel 46 gemeenten, 3 provincies en 2 rijksinspecties mee met dit publiek-private initiatief.

In het eerste kwartaal van 2014 heeft het Ministerie van Economische Zaken de ontwikkeling en het beheer van de ICT-voorziening van het Ondernemingsdossier tijdelijk op zich genomen, totdat de ambitie van opschaling naar 80.000 ondernemingen eind 2016 is gehaald. Deze stap bleek noodzakelijk, omdat in de aanloopperiode voor ondernemers de kosten voor de baat uit gaan. Het verrekenen van deze kosten met de eerste gebruikers zou in feite een boete zetten op de voorlopers en daarmee op de brede uitrol van het Ondernemingsdossier. VNO-NCW en MKB- Nederland hebben aangegeven een voortrekkersrol te gaan vervullen in de afstemming tussen de aangesloten huidige en de toekomstige nieuwe branches.

6. Minder regeldruk door samenwerking met mede-overheden

Gemeenten

Voor de burger of ondernemer maakt het niet uit of hij geconfronteerd wordt met belemmerende regels op rijksniveau of op decentraal niveau. Voor merkbare vermindering van de regeldruk is de betrokkenheid van alle bestuurslagen daarom van belang. De ambitie van gemeenten is om in de periode 2011 tot 2015 de administratieve lasten met 5% per jaar te reduceren15. Het kabinet ondersteunt hen hierbij met het gezamenlijke programma Beter & Concreter met als doelstellingen: 1) betere uitvoerbaarheid van (rijks)regelgeving, 2) minder toezichtlasten en 3) betere dienstverlening. Met de bijeenkomsten van het programma Beter en Concreter zijn inmiddels ruim 300 gemeenten bereikt.

Om te komen tot beter uitvoerbare regelgeving werken gemeentebestuurders en vertegenwoordigers van de departementen samen in een interbestuurlijke taskforce. Zij bekijken welke (rijks)regels bij uitvoering door gemeenten lasten veroorzaken voor burgers en bedrijven en welke verbeteringen mogelijk zijn. Op advies van de taskforce onderzoekt het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bijvoorbeeld of de eisen aan de inrichting van horeca-ondernemingen in de Drank- en Horecawet in het Bouwbesluit kunnen worden opgenomen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betrekt de specifieke expertise van toezichthouders, VNG en de branche bij de maatwerkaanpak kinderopvang, zoals ook door de Taskforce aanbevolen. Tevens werken de gemeentebestuurders in de taskforce aan een voorstel voor een eenvoudiger en meer transparante systematiek voor de bepaling van de WOZ-waarde.

In 2012 hebben de VNG en het kabinet gemeentelijke regeldrukambassadeurs aangesteld. Deze elf gemeentebestuurders brengen de noodzaak van regeldrukvermindering actief onder de aandacht van andere gemeentebestuurders en dragen goede voorbeelden uit. In totaal hebben de regeldrukambassadeurs in 2013 in regionale bijeenkomsten 120 gemeenten bereikt. Lokale mkb-vertegenwoordigers en ondernemers zijn in gesprek gegaan met lokale bestuurders over afschaffing van vergunningen en betere samenwerking tussen gemeenten en ondernemers. Om gemeenten praktisch te ondersteunen heeft het Ministerie van Economische Zaken het afgelopen jaar factsheets gemaakt met goede voorbeelden van het lastenluw vormgeven van gemeentelijke vergunningsprocessen. Ook gaan steeds meer gemeenten over op een toptaken-website, waarmee zij de website inrichten naar de wensen van de gebruiker.

Hiernaast ondersteunt het kabinet in het programma Beter en Concreter een aantal specifieke instrumenten om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren en de kwaliteit van gemeentelijke regelgeving te verhogen (zie tekstbox).

Lokale instrumenten voor regeldrukvermindering en betere dienstverlening

  • Lokale effectentoets: met dit instrument kunnen gemeenten bestaande of voorgenomen regels toetsen en doorrekenen op regeldrukeffecten voor bedrijven en burgers, vergelijkbaar met de Bedrijfseffectentoets op rijksniveau. Op dit moment werken 10 gemeenten mee aan de doorontwikkeling van het instrument.

  • Ondernemerspeiling: het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) heeft met het bedrijfsleven en gemeenten een peiling ontwikkeld om de tevredenheid van ondernemers met de gemeentelijke dienstverlening en regeldruk te meten. Gemeenten kunnen sinds begin 2014 met de Ondernemerspeiling eenvoudig en snel meten en verbetermaatregelen doorvoeren. De scores van gemeenten zijn onderling en over de jaren heen vergelijkbaar.

  • Van Regels naar Ruimte: in dit project kunnen burgers, bedrijven, instellingen en medeoverheden voorstellen doen voor betere dienstverlening en minder regeldruk. Het experiment automatische gegevensvergelijking voor kwijtschelding lokale belastingen is succesvol afgerond en wordt geïmplementeerd. Dit betekent een lastenreductie voor burgers van € 35 miljoen en een kostenbesparing voor gemeenten van € 65 miljoen. Voor bedrijven loopt er een project in het kader van de biobased economy, waarbij de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) met bedrijven werkt aan voorstellen voor de aanpassing van de regelgeving, bijvoorbeeld ten aanzien van het gebruiken van landbouwafval als grondstof.

  • Regelluwe zones: in deze experimenten verkent het Ministerie van Economische Zaken gebiedsgericht hoe vermindering van regeldruk voor bedrijven innovatie en ondernemerschap kan stimuleren. Inmiddels is een drietal initiatieven gestart: in Schouwen-Duiveland (gastvrijheidseconomie), in Flevoland (voor de vorming van Speciale Economische Zones) en in Noord-Nederland (biobased-economy). In de gastvrijheidseconomie heeft het initiatief dit voorjaar geleid tot concrete aanbevelingen waarmee de doorlooptijd van het vergunningentraject van een voorbeeldproject kan worden verkort met maar liefst één jaar. Het Ministerie van Economische Zaken bundelt de best practices van de experimenten in een handreiking voor medeoverheden en bedrijven.

Ondernemers kunnen er belang bij hebben als gemeenten hun procedures zoveel mogelijk harmoniseren. Op deze wijze blijft de regeldruk voor ondernemers beperkt, omdat zij dan niet meer per gemeente aan verschillende eisen te hoeven voldoen, bijvoorbeeld bij het aanvragen van vergunningen. Dat is ook wat Actal in haar advies over kleine bedrijven aangeeft. In het kader van Beter en Concreter werken we hier samen met gemeenten aan. De VNG maakt bijvoorbeeld modelverordeningen die veel gemeenten overnemen. Om gemeenten verder te ondersteunen bij regeldrukvermindering maakt het kabinet het voor hen mogelijk om bij Actal advies in te winnen over de bestrijding van regeldruk. Rond de zomer zal deze wijziging van taken van Actal in de Staatscourant gepubliceerd worden. Vanaf dat moment kunnen gemeenten bij Actal terecht voor advies over regeldrukvermindering op lokaal niveau.

Europa

Veel regels worden tegenwoordig ook in Brussel gemaakt. Daarmee neemt het belang van regeldrukvermindering ook op Europees niveau toe. Op 2 oktober 2013 presenteerde de Europese Commissie haar beleidsplannen op het gebied van regeldrukvermindering en verbetering van de kwaliteit van regelgeving, met de mededeling over «Gezonde en resultaatgerichte regelgeving» («Regulatory Fitness», REFIT). De Europese Commissie volgt in het REFIT-programma drie lijnen om regelgeving te vereenvoudigen en regeldruk te verminderen: nieuwe voorstellen om regelgeving aan te passen, het intrekken van (voorstellen van) regelgeving en het uitvoeren van evaluaties, zodat duidelijk wordt of regels vereenvoudigd kunnen worden.

Nederland is een actieve partner bij de realisatie van de REFIT-ambities en komt zelf – in overleg met Nederlandse belanghebbenden – met suggesties aan de Europese Commissie om REFIT te versterken. Dat doet het kabinet door: 1. bij de Europese Commissie en andere lidstaten aandacht te vragen voor concrete dossiers die onnodige regeldruk veroorzaken en 2. door suggesties aan de Europese Commissie te doen om de REFIT-systematiek te verbeteren.

Het kabinet heeft begin dit jaar bij Commissievoorzitter Barroso aandacht gevraagd voor regeldrukknelpunten die veroorzaakt worden door EU-regelgeving. In de brief doet Nederland aanbevelingen tot verlichting van regeldruk, ondermeer op het gebied van klimaat, kosten van breedband, gelijke behandeling, bouwproducten en etiketteringseisen. Het belangrijkste knelpunt uit de lijst is zonder meer de voorgestelde verordening gegevensbescherming die tot een stijging van de nalevingskosten van naar schatting € 1,5 miljard per jaar voor het Nederlandse bedrijfsleven zou kunnen leiden. In haar reactie kondigt de Commissie aan de gedane, waardevolle suggesties nader te onderzoeken en met Nederland te bespreken hoe hieraan concreet vervolg kan worden gegeven.

Het kabinet wil niet alleen aandacht vragen voor concrete dossiers, maar ook op Europees niveau beleidsmatig de aanpak van regeldruk verbeteren, bijvoorbeeld door:

  • Aandacht voor inhoudelijke nalevingskosten: Nederland hecht eraan dat alle aspecten van regeldruk worden aangepakt. Het gaat daarbij niet alleen om de administratieve lasten, maar ook de kosten die gemaakt moeten worden om te voldoen aan inhoudelijke eisen en regels, de inhoudelijke nalevingskosten;

  • Het versterken van de rol van de Europese Impact Assessment Board en het openbaar maken van impact assessments bij publicatie van Commissievoorstellen, zodat het bedrijfsleven een indruk krijgt van de nettolasten die met voorstellen gepaard gaan;

  • Het verbeteren van de kwaliteit van EU-regelgeving door implementatietermijnen te verruimen en de systematiek van Vaste Verander Momenten voor Europese regelgeving met directe effecten voor het bedrijfsleven, verder te verbreden.

Deze punten brengt het kabinet ook onder de aandacht van de komende EU-voorzitterschappen en de nieuwe Europese Commissie.

Regeldrukvermindering in Europa: vermindering lasten statistiekuitvraag

Per 1 januari 2014 heeft het CBS de waarnemingsdrempel voor de enquête voor de statistiek internationale handel in goederen (Intrastat) voor zowel de import als de export verhoogd van € 900.000 naar € 1.500.000. Dit is het gevolg van een verlaging van de vereiste dekkingsgraad door Eurostat. Handelaren die onder de waarnemingsdrempel blijven, hoeven geen opgave te doen voor de betreffende handelsstroom. Het CBS werkt aan een nieuwe opzet van Intrastat waarbij een jaarlijkse opgaveverplichting de maandelijkse opgaveverplichting voor de middelgrote importeurs en exporteurs vervangt. Hierdoor zou de lastendruk voor deze statistiek drastisch kunnen dalen. Nederland spant zich in om binnen Europa zoveel mogelijk steun voor dit voorstel te verkrijgen, zodat het kan worden meegenomen in het REFIT-programma, waar initiatieven worden genomen om de Europese bedrijfsstatistieken te stroomlijnen en te herzien.

7. Minder regeldruk door betere (e-)dienstverlening

De inzet van ICT door de overheid draagt bij aan de vermindering van regeldruk. Digitalisering verbetert de overheidsdienstverlening en maakt het voor burgers en ondernemers eenvoudiger om te voldoen aan informatieverplichtingen van de overheid. Het kabinet heeft de ambitie dat ondernemers en burgers in 2017 digitaal zaken kunnen doen met de overheid, waarbij zij gebruik maken van een aantal standaardvoorzieningen. Er is dan één digitale voordeur voor digitale overheidsdienstverlening, met één sleutel, één berichtendienst en vaste standaarden voor informatie-uitwisseling. Onlangs heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd over het wetgevingsprogramma dat hiertoe in gang is gezet16.

In de afgelopen periode is op een aantal punten merkbare vooruitgang geboekt in de vermindering van regeldruk en verbetering van de overheidsdienstverlening door digitalisering.

Berichtenbox voor burgers

In het kader van de Hervormingsagenda Rijk werken we aan een versnelling van de invoering van de berichtenbox voor burgers. Met een berichtenbox hoeft de burger fysiek geen brieven van de overheid meer te bewaren en kan hij overal en altijd de berichtgeving van de overheid inzien. Naast een aantal grote rijksuitvoeringsorganisaties is recent het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente als eerste gemeentelijke dienst aangesloten op de berichtenbox. Op korte termijn zullen ook andere gemeenten, waaronder Amsterdam en Rotterdam, aansluiten. De lastenbesparing die hiermee gepaard gaat, wordt in kaart gebracht.

Verbetering dienstverlening onderwijs: BRON HO

Vanaf 1 januari 2014 is het hoger onderwijs aangesloten op het basisregister onderwijsnummer (BRON). Hierdoor worden de bij DUO bekende gegevens van een student automatisch beschikbaar gesteld aan de onderwijsinstelling en worden mutaties automatisch uitgewisseld. Studenten voeren hun gegevens één keer digitaal in. Na de melding van de inschrijving of het behalen van een graad door de instelling aan DUO, wordt door DUO vrijwel direct (digitaal) een voorlopige status toekenning (bekostiging) verstrekt.

Elektronische bekendmaking

Sinds 1 januari 2014 moet de bekendmaking van algemeen verbindende voorschriften door gemeenten, provincies en waterschappen plaatsvinden in een elektronisch gemeenteblad, provinciaal blad of waterschapsblad. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties biedt een voorziening aan waar genoemde bestuursorganen hun publicatiebladen desgewenst en tegen betaling van een vergoeding kunnen uitgeven. Deze gezamenlijke voorziening overheidspublicaties (GVOP) blijkt in een grote behoefte te voorzien: 85% van de gemeenten, provincies en waterschappen is op de GVOP aangesloten. Deze overheden gaan er in toenemende mate toe over om ook andere bekendmakingen en kennisgevingen alleen op elektronische wijze te publiceren. Hierdoor wordt het voor burgers en bedrijven gemakkelijker om relevante publicaties te vinden. Het kabinet streeft ernaar om elektronische publicatie van alle overheidsbekendmakingen in 2017 te verplicht te maken.

Standard Business Reporting (SBR)

Met SBR kunnen bedrijven in gestandaardiseerde vorm financiële gegevens elektronisch aanleveren bij de overheid en banken. Dat scheelt ondernemers tijd en geld. Vanaf vorig jaar is SBR de exclusieve aanlevermethode voor system to system aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting aan de Belastingdienst. In 2013 zijn al 3 miljoen aangiften ontvangen via SBR. Vanaf 2014 en 2015 volgen andere aangiftestromen, zoals de omzetbelasting. Ook het deponeren van de jaarrekening in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en een deel van de statistiekopgaven aan het CBS zullen in de komende jaren via SBR kunnen verlopen, met eveneens reducties in regeldruk tot gevolg. In het onderwijs vinden momenteel proeven plaats met de invoering van SBR. In 2014 zijn pilots gestart bij de sectoren primair en voortgezet onderwijs. In het mbo, hbo en wo zijn inmiddels voorbereidende pilots afgerond en vinden in de loop van 2014 proefaanleveringen plaats. Na afloop van de pilots zal het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoeken of SBR in het onderwijs verplicht kan worden gesteld.

eHerkenning

Met eHerkenning kopen bedrijven eenmalig een «sleutel», waarmee zij kunnen inloggen en zich identificeren bij een groot aantal overheidsdiensten. Dit bevordert digitaal zakendoen en bespaart de ondernemer tijd. In het eerste kwartaal van 2014 waren 79 overheidsdienstverleners aangesloten op eHerkenning, waaronder 14 rijksdiensten zoals de Belastingdienst, de Kamer van Koophandel, RVO, Justis en de Raad voor de Rechtspraak. Ook zijn 4 provincies en 57 gemeenten aangesloten. Vanaf 1 juli 2014 is inloggen met eHerkenning verplicht bij de diensten die onder het Ministerie van Economische Zaken vallen. Het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) biedt 100 gemeenten ondersteuning op maat bij aansluiting op eHerkenning. Deze gemeenten hebben aangegeven nog in 2014 te zullen aansluiten.

Regelhulpen

Regelhulpen zijn digitale hulpmiddelen die de ondernemer helder aangeven welke regels op hem van toepassing zijn en wat hij concreet moet doen om deze na te leven. Regelhulpen zijn van groot belang voor de succesvolle invoering van het Ondernemingsdossier. Inmiddels is een tiental door branches ontwikkelde regelhulpen op het Ondernemingsdossier aangesloten, bijvoorbeeld op het terrein van hygiëne en het milieuhandboek voor de rubber- en kunststofindustrie. Ook enkele door de overheid ontwikkelde regelhulpen zijn op het Ondernemingsdossier aangesloten, zoals de regelhulp voor het Activiteitenbesluit van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de zelfinspectietool «Gevaarlijke Stoffen» van Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met VNO-NCW en MKB-Nederland stemt het kabinet af aan welke generieke regelhulpen behoefte is en waar branches zelf branche-specifieke regelhulpen ontwikkelen. Voor de thema's «Brandveiligheid» en «Personeel» werkt het kabinet met VNO NCW-MKB Nederland aan concrete regelhulpen die naar verwachting in de tweede helft van 2014 beschikbaar komen voor ondernemers. Het kabinet verwacht in het komende jaar nog meer regelhulpen toe te voegen aan het Ondernemingsdossier.

Ondernemersplein.nl

In januari 2014 is ondernemersplein.nl gelanceerd17. Via ondernemersplein.nl kan alle informatie van de (semi-)overheid worden gevonden die een ondernemer nodig heeft om te ondernemen, bijvoorbeeld op het terrein van innovatie en starten. Het ondernemersplein ordent deze informatie vanuit het perspectief van de ondernemer. Dat scheelt de ondernemer veel tijd en zoekwerk. De doorontwikkeling van het ondernemersplein is in 2014 gericht op het verder toegankelijk maken van informatie. Zo heeft het ondernemersplein inmiddels aparte ingangen voor ondernemers die een bedrijf willen overnemen of overdragen. Het scheelt bedrijven ook veel tijd als zij met één keer inloggen zaken kunnen doen met alle overheden die zijn aangesloten op «single sign on» (SSO). Ondernemersplein.nl is daarom samen met Antwoord voor bedrijven een proef gestart met SSO voor bedrijven die inloggen met eHerkenning. Als deze pilot succesvol is, komt deze dienst na de zomer ook beschikbaar voor overheden. Vanaf dat moment hoeven ondernemers nog maar één keer in te loggen bij de verschillende overheden die gebruik maken van SSO.

Op dit moment heeft het ondernemersplein ongeveer 40.000 bezoeken per maand. De ambitie is om het bezoekersaantal eind 2014, na de integratieslag met antwoordvoorbedrijven.nl, de informatie van de Kamer van Koophandel en een communicatiecampagne, te laten groeien naar gemiddeld 500.000 bezoeken per maand. Hoe meer ondernemers ondernemersplein.nl weten te vinden, hoe minder tijd het hen kost om met de overheid zaken te doen en hoe meer ze op de hoogte zijn van de kansen en mogelijkheden die de overheid hen biedt.

8. Blik op de toekomst

De stip op de horizon is de vermindering van regeldruk met € 2,5 miljard en een vermindering van regeldruk die voor de samenleving merkbaar is. Daar blijft het kabinet samen met bedrijven, burgers en professionals aan werken. In de komende rapportage verwacht het kabinet weer stappen in de aanpak van regeldruk te hebben gemaakt.


X Noot
1

Kamerstuk 29 362, nr. 212.

X Noot
2

peildatum april 2014.

X Noot
3

Actal, Regeldruk door verandering van wet- en regelgeving, 17 maart 2014.

Actal, Regeldruk voor kleine ondernemers onverminderd hoog, 2 april 2014.

X Noot
4

Actal, Klachten regeldruk in Quick Scan Panteia, 25 april 2014.

X Noot
5

Actal, Regeldruk door verandering van wet- en regelgeving, 17 maart 2014.

X Noot
6

Kamerstuk 29 515, nr. 309.

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
8

Kamerstuk 29 628, nr. 238 en Kamerstuk 29 628, nr. 285.

X Noot
9

Kamerstuk 33 400 XIII, nr. 122.

X Noot
10

Mkb hier wordt gezien als bedrijven van 2 tot en met 249 personeelsleden. Dit sluit zoveel mogelijk aan bij wat in de samenleving doorgaans als mkb wordt gezien. Naar analogie van de gebruikte definities uit de kabinetsaanpak regeldruk maken ook zorginstellingen en woningcorporaties met dit aantal personeelsleden onderdeel uit van het onderzoek. De regeldrukverminderingen van de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben namelijk ook betrekking op deze instellingen.

X Noot
11

Kamerstuk 29 515, nr. 338.

X Noot
12

Kamerstuk 32 043, nr. 195.

X Noot
13

Kamerstuk 32 043, nr. 188.

X Noot
14

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
15

Bestuursafspraken Rijk, IPO, VNG, UvW 2011–2015.

X Noot
16

Kamerstuk 32 637, nr 131.

X Noot
17

Kamerstuk 32 637, nr. 118.

Naar boven