29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 212 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2013

Hierbij bieden wij u de programmabrief «Goed Geregeld, een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012–2017» aan.

In deze brief geven wij aan welke acties nodig zijn voor een merkbare vermindering van de regeldruk. Enerzijds met een generieke aanpak, bedoeld om de regeldruk voor alle doelgroepen in Nederland te verlagen en anderzijds met een op specifieke doelgroepen gerichte maatwerkaanpak, waarin gericht belemmeringen weggenomen zullen worden die door doelgroepen het meest gevoeld worden.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Goed Geregeld, een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012–2017

1. Inleiding

Het regeerakkoord over vermindering regeldruk:

  • Structurele verlaging per 2017 met € 2,5 miljard (ten opzichte van 2012) van de regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals.

  • De dienstverlening door overheden moet beter: burgers en bedrijven kunnen uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen digitaal afhandelen.

  • Vormgeving van toezicht wordt samen met medeoverheden herbezien om met behoud van effectiviteit toezichtslasten te verminderen.

  • Minder meetbare maar zeer merkbare regeldruk wordt verminderd in tenminste vijftien regeldichte sectoren en domeinen.

De ontwikkeling en groei van de economie vormen de basis van onze werkgelegenheid, welvaart en voorzieningen. Om ook in de toekomst te kunnen profiteren van voldoende economische groei is het van belang in te zetten op een ondernemende samenleving, met een sterke internationale concurrentiepositie en een excellent ondernemersklimaat. Wij zetten hierop in via ondermeer drie lijnen: het benutten van de kansen die fundamenteel en toegepast onderzoek bieden voor innovatie, het op peil houden van de financieringsmogelijkheden van bedrijven en het verminderen van de regeldruk. Over het bredere bedrijvenbeleid is de Tweede Kamer recent geïnformeerd. Deze brief gaat specifiek over de aanpak van regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals in de publieke sector1. Het verminderen van regeldruk omvat zowel het verminderen van administratieve lasten (kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen vanuit regelgeving, inclusief toezichtslasten), nalevingskosten (kosten om te voldoen aan inhoudelijk eisen uit wet- en regelgeving) als ook het verbeteren van de (digitale) dienstverlening, het verminderen van (gestapelde) toezichtslasten en het gericht oplossen van belemmeringen in regeldichte domeinen.

In het regeerakkoord is aangegeven dat effectieve borging van publieke belangen moet samengaan met ruimte voor vernieuwing. Daarom kiezen wij voor een samenhangende aanpak in de verschillende sectoren op het terrein van ordening, sturing en toezicht en wordt het verminderen van regeldruk met kracht voortgezet. Regels zijn echter ook nodig om publieke belangen te borgen en economische en maatschappelijke activiteiten te reguleren. Onnodige regeldruk gaat daarentegen ten koste van economische groei en belemmert burgers en professionals om initiatieven te nemen. De uitdaging is om regeldrukeffecten te optimaliseren zodat doelen van regels in tact blijven en negatieve effecten zo beperkt mogelijk zijn. Dit vraagt om scherpe (politieke) keuzes. Voorwaarde bij de aanpak vermindering regeldruk is dat een verlaging van de regeldruk voor de ene doelgroep, bijvoorbeeld professionals, niet leidt tot een verhoging van de regeldruk voor de andere doelgroepen, zoals burgers en bedrijven.

In deze brief geven wij aan welke acties nodig zijn voor een merkbare vermindering van de regeldruk. Enerzijds met een generieke aanpak, bedoeld om de regeldruk voor alle doelgroepen in Nederland te verlagen en anderzijds met een op specifieke doelgroepen gerichte maatwerkaanpak, waarin gericht belemmeringen weggenomen zullen worden die door doelgroepen het meest gevoeld worden. Inzet van ICT is een belangrijk middel om de regeldruk te verlagen, onder meer door het verbeteren van de overheidsdienstverlening en het eenmalig kunnen aanleveren van gegevens. Ook via bestuurlijke samenwerking op lokaal, Europees niveau en binnen het Rijk wordt regeldruk verminderd, onder meer door het verlengen van het mandaat van Actal tot 2017 (zie paragraaf 7). Dit leidt tot de actielijnen:

  • Structurele verlaging van de regeldruk met € 2,5 miljard.

  • Minder regeldruk door betere (digitale) dienstverlening.

  • Minder stapeling, slimmer toezicht.

  • Merkbare vermindering regeldruk in regeldichte domeinen.

  • Minder regeldruk door bestuurlijke samenwerking.

  • Minder regeldruk door een georganiseerde Rijksoverheid.

Merkbaar verminderen van regeldruk

Bij het merkbaar verminderen van de regeldruk staan de doelgroepen (bedrijven, burgers en professionals) centraal: de door deze doelgroepen ervaren regeldruk is het uitgangspunt. Daarnaast spelen bij het merkbaar verminderen van regeldruk meerdere factoren mee, die een zekere mate van subjectiviteit in zich hebben. Om meer grip te krijgen op deze factoren heeft het kabinet Actal hierover om advies gevraagd. Om tot merkbaar minder regeldruk te komen wijst Actal er in haar advies van eind april op dat juist de combinatie van een kwalitatieve, doelgroepgerichte benadering en een kwantitatieve doelstelling moet leiden tot een merkbare vermindering van regeldruk. De kwantitatieve vermindering zou ook als een overheidsbrede doelstelling moeten worden geformuleerd, dus ook voor de andere overheden en uitvoeringsorganisaties. Ook wijst Actal erop dat er in het hele traject van wetgeving tot en met uitvoering een verbinding moet worden gelegd naar de leefwereld van burgers en bedrijven, onder meer door ruimte te geven aan het zelfregulerend vermogen van de samenleving en maatschappelijke initiatieven (doe-democratie). Een aantal onderdelen van het advies van Actal sluit goed aan op de maatwerkaanpak die dit kabinet ontwikkelt om te komen tot minder regeldruk in bepaalde domeinen (zie paragraaf 5). Bij deze aanpak zullen elementen uit het advies van Actal worden meegenomen, zoals bijvoorbeeld de opdracht aan de overheid om in begrijpelijke taal te communiceren. Het kabinet komt voor de zomer met een reactie op het Actal-advies.

2. Structurele verlaging van regeldruk met € 2,5 miljard

Het regeerakkoord schetst als opgave een structurele verlaging per 2017 met € 2.5 miljard (ten opzichte van 2012) van de regeldruk voor bedrijven, professionals en burgers. Het verlagen van de regeldruk valt uiteen in het verminderen van administratieve lasten voor bedrijven, burgers en professionals en reductie van inhoudelijke nalevingskosten voor bedrijven. Wij hebben de € 2.5 miljard voor het grootste gedeelte ingevuld. Het nog ontbrekende deel is op hoofdlijnen ingevuld met maatregelen in de ontwerpfase waarvan de potentie in beeld is gebracht.

In onderstaande grafiek is de huidige verdeling weergegeven. Maatregelen zijn in beeld gebracht die leiden tot een regeldrukvermindering in deze kabinetsperiode van € 1.3 miljard voor bedrijven en ruim 400 miljoen voor burgers en professionals2. Dit zijn ondermeer:

  • Het loonstrookje en de fiscale loonaangifte worden eenvoudiger door de uniformering van het loonbegrip.

  • Elektronisch factureren leidt tot kostenbesparing en wordt makkelijker: de BTW-vereisten voor papieren en e-facturen worden geharmoniseerd.

  • Bedrijven ontvangen niet meer jaarlijks een factuur van de Kamer van Koophandel: de heffing wordt afgeschaft.

  • Bedrijven die nieuwe voertuigen verkopen profiteren van een modernisering van de afgifte van kentekenbewijzen. Voertuigen kunnen daardoor een dag eerder worden opgeleverd.

  • Bedrijven die in Europa octrooi willen aanvragen kunnen straks in één keer een EU-octrooi aanvragen. Nu moeten zij dit nog in alle lidstaten apart doen.

  • Met het besluit aanpassing gegevensuitwissling UWV wordt het voor pensioenuitvoerders mogelijk benodigde informatie direct uit de loonaangifteketen te krijgen. Dit betekent dat deze informatie niet meer bij de afzonderlijke bedrijven hoeft te worden uitgevraagd.

  • De verhoging van de keuringsleeftijd voor bestuurders van motor en personenauto’s van 70 tot 75 jaar levert minder keuringen en minder verlengingen van de rijbewijzen op.

Voor de resterende opgave van ruim € 750 miljoen geldt dat reeds maatregelen in beeld zijn die de komende jaren hieraan bijdragen. Dit zijn de verdere vereenvoudigingen in het fiscale domein, de herziening van het omgevingsrecht, het 4e tranche Activiteitenbesluit, vereenvoudiging en flexibilisering van de bouwregelgeving en verschillende ICT-maatregelen zoals het toepassen van «Standard Business Reporting», het Ondernemingsdossier en het Ondernemersplein. Ook wordt gekeken naar eventuele kwantitatieve effecten van de maatwerkaanpak (zie ook paragraaf 5).

De generieke verlaging van de regeldruk met € 2.5 miljard is een netto doelstelling. Aandachtspunt voor het realiseren van deze doelstelling is dat maatregelen uit het regeerakkoord kunnen leiden tot toename van regeldruk. Dit geldt voor de quotumregeling arbeidsgehandicapten, herziening van de AWBZ (decentralisatie) en aanvullende regelgeving in de financiële sector. Bovendien geldt dat er geen rekening is gehouden met initiatiefwetgeving en amendering vanuit de Tweede Kamer (bijvoorbeeld het kentekenbewijs voor tractoren en de verplichte periodieke wisseling van accountant), waaruit eveneens een toename van regeldruk kan voortvloeien. Te allen tijde staat voorop dat de Tweede Kamer, als medewetgever, het recht en de vrijheid heeft om dergelijke voorstellen te doen. Dit laat onverlet dat wij graag bereid zijn om met uw Kamer in overleg te treden over de mogelijkheid om een verband te leggen tussen het invoeren van nieuwe regels en het laten vervallen van oude regels. Hierbij kan gedacht worden aan de werkwijze rondom voorstellen van de Tweede Kamer met financiële consequenties. Daarbij is het goed gebruik om te voorzien in een deugdelijke dekking. Samenvattend zij gesteld dat wij blijven zoeken naar meer reductiemogelijkheden.

In het regeerakkoord is, als disciplinerende regel voor het kabinet, opgenomen dat een verband wordt gelegd tussen het invoeren van nieuwe regels en het laten vervallen van oude regels. Ter invulling is in het kabinet de afspraak gemaakt dat departementen onvermijdelijke toenames van regeldruk binnen hun eigen departement compenseren. Net als in voorgaande periodes geldt daarbij voor bedrijven een uitzondering voor administratieve lasten uit Europese verordeningen en inhoudelijke nalevingskosten uit Europese richtijnen en verordeningen3.

3. Minder regeldruk door betere (digitale) dienstverlening

De dienstverlening van de overheid is een belangrijke factor bij de door bedrijven en burgers ervaren regeldruk. Snelle besluitvorming, het voldoen aan wettelijke termijnen en een klantvriendelijke houding zijn belangrijk voor het merkbaar verminderen van de ervaren regeldruk. Digitalisering is daarbij een krachtig hulpmiddel. Inzet van ICT maakt het voor burgers en bedrijven makkelijker om de regels te kennen en er aan te voldoen.

Zaken digitaal afhandelen met de overheid

Voorbeeld betere dienstverlening voor burgers:

Kenniscentrum Dienstverlening voor burgers

Bij het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) is een Kenniscentrum Dienstverlening ingericht ter verbetering van het contact tussen overheidsprofessional en burger. Dit vindt plaats door het bieden van betere informatie aan de burger en door de ondersteuning van de professional met materie en procedurekennis, alsmede door een goede aansluiting met vakdepartementen en zo efficiënt mogelijke processen bij de beoordeling van een aanvraag en de toekenning/afwijzing van een voorziening, uitkering, vergunning of subsidie.

Volgens het regeerakkoord moeten uiterlijk in 2017 burgers en bedrijven al hun zaken met overheidsorganisaties digitaal kunnen afhandelen. Burgers en bedrijven krijgen daartoe het recht om hun zaken met de overheid digitaal af te handelen, zoals het indienen van aanvragen en het ontvangen van post. Gegevens die de overheid al heeft worden in principe niet opnieuw opgevraagd. Het resultaat is meer kwaliteit van de dienstverlening, minder administratieve lasten en minder kosten. Met andere overheden zal een implementatieprogramma worden uitgewerkt. Daarnaast zal separate wetgeving voor (voldoende uitontwikkelde) voorzieningen ingediend worden, in eerste instantie voor voorzieningen voor ondernemers.

Om te zorgen dat binnen de Rijksdienst in 2017 de dienstverlening aan burgers en bedrijven volledig digitaal is ingericht, is het project «Digitaal Rijk in 2017» gestart. Dit project is onderdeel van de Hervormingsagenda Rijksdienst (zie ook paragraaf 7).

Op weg naar 2017 worden basisvoorzieningen voor de digitale overheid overheidsbreed geïmplementeerd via het i-NUP (Nationaal Uitvoerings Programma). Gemeenten worden daarbij ondersteund via het programma «Operatie NUP».

Voorbeeld digitale dienstverlening voor bedrijven: Regelhulpen voor bedrijven

Regelhulpen zijn digitale tools die ondernemers op een handige manier uitleggen hoe zij zich aan de regels kunnen houden. De strategie richt zich op de ontwikkeling van nieuwe regelhulpen. Reeds bestaande regelhulpen worden waar mogelijk ook op het Ondernemingsdossier aangesloten.

4. Minder stapeling, slimmer toezicht

In het regeerakkoord is aangekondigd dat de vormgeving van toezicht waar nodig wordt herbezien om met behoud van effectiviteit de toezichtslasten te verminderen. Voor een effectieve borging van publieke belangen is onafhankelijk, transparant en slagvaardig toezicht van groot belang. Recente incidenten in de zorg-, onderwijs-, woon- en financiële sector onderschrijven nut en noodzaak. Het kabinet beziet in de diverse (semi-)publieke sectoren dan ook de vormgeving van het toezicht, zoals een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en het borgen van de onafhankelijkheid. Daarnaast dient het toezicht te worden uitgeoefend met voldoende kennis van zaken en op basis van een duidelijke toezichtsvisie en kaders. Tot slot is een ander cruciaal aspect gelegen in de wijze waarop hier vervolgens uitvoering aan wordt gegeven. Een effectieve borging van publieke belangen houdt ook in dat waar mogelijk toezichtlasten voor bedrijven en instellingen worden verminderd. Dit is onderdeel van een merkbare vermindering van regeldruk. In de afgelopen jaren heeft de samenwerking tussen de rijksinspecties geleid tot vermindering van toezichtlasten voor bedrijven en instellingen, ondermeer door de invoering van risicogericht toezicht, het overdragen van taken en de invoering van de Inspectievakantie. Een verdere vermindering van toezichtlasten vraagt om een uitbreiding van deze aanpak, waarbij naast de impact van beleid op toezicht ook het toezicht vanuit andere dan de rijksinspecties betrokken wordt. Dit leidt tot twee actielijnen:

Inspecties gaan intensief en overheidsbreed samenwerken

Om het toezicht effectiever, efficiënter en minder onnodig belastend te maken voor ondernemers willen wij dat inspecties en toezichthouders intensiever gaan samenwerken op domeinen met relatief veel gestapeld toezicht, dat wil zeggen domeinen waarin meerdere inspecties vanuit het rijk en/of medeoverheden opereren. In samenwerking met het bedrijfsleven is een inventarisatie gemaakt van sectoren waarin relatief veel stapeling van toezicht voorkomt, zoals de horeca, recreatie, ziekenhuizen, metaal en voedingsmiddelen. Per sector wordt samen met het bedrijfsleven een aanpak uitgewerkt die ertoe leidt dat ondernemers ervaren dat toezicht minder versnipperd wordt, reeds beschikbare informatie wordt gedeeld en toezichthouders hun inspectiecapaciteit proportioneel en professioneel inzetten. Wij gaan hiertoe samen met het bedrijfsleven en medeoverheden goede voorbeelden van samenwerking tussen rijks- en gemeentelijke inspecties verzamelen en waar nodig nieuwe initiatieven ontwikkelen. Zo zal dit jaar met een aantal gemeenten een pilot worden uitgevoerd om in het horecadomein het toezicht op een andere manier vorm te geven. In het geval de domeinen met relatief veel gestapeld toezicht samenvallen met de domeinen van de maatwerkaanpak (zie ook paragraaf 5) zal de toezichtcomponent waar dat zinvol is in de maatwerkaanpak worden meegenomen.

Versterken informatie-uitwisseling

Tussen inspecties onderling (Inspectieview)

Het stimuleren van het gebruik van het instrument van Inspectieview kan naar verwachting behulpzaam zijn bij het verminderen van de ervaren toezichtslasten bij ondernemers en burgers. De verzamelde goede voorbeelden zullen worden uitgerold in het verdere gemeentelijke veld en aan de hand van de» lessons learned» zal een gezamenlijke beleidsvisie worden opgesteld over de samenwerking van inspecties op decentraal niveau. In de 2e helft van de kabinetsperiode wordt een vergelijkbaar traject gestart met toezichthouders binnen de provincies en waterschappen.

Tussen inspecties en bedrijven (Ondernemingsdossier)

Ondernemers moeten in het kader van toezicht, handhaving en vergunningverlening vaak dezelfde gegevens aanleveren bij verschillende overheden. Door het gebruik van het Ondernemingsdossier kunnen ondernemers eenmalig gegevens uit de eigen bedrijfssystemen aanleveren aan de overheden waarmee zij te maken hebben, waaronder toezichthouders. Toezichthouders kunnen deze informatie gebruiken voor inspectie op afstand waardoor fysieke controles ter plekke minder vaak plaats hoeven te vinden. Gegevensuitwisseling via het Ondernemingsdossier leidt tot efficiencywinst en minimaal 15% minder regeldruk voor ondernemers. Vanaf begin 2012 zijn de horeca, recreatie en rubber- en kunststofindustrie gestart met de invoering van het Ondernemingsdossier. Binnenkort starten ook de voertuigdemontagebranche, de Nederlandse brood- en banketbakkers en de evenementenbranche. In de komende jaren sluiten stapsgewijs steeds meer branches aan. De ambitie is dat eind 2016 een kritische massa van 80.000 ondernemingen is gerealiseerd, waarmee naar verwachting het gebruik een onomkeerbaar proces is geworden en verdere doorgroei autonoom plaatsvindt.

5. Merkbare vermindering regeldruk in regeldichte domeinen

De mate waarin ondernemers, professionals en burgers regeldruk ervaren verschilt. In bepaalde sectoren of domeinen is de stapeling van wet- en regelgeving hoog. Wij starten met een maatwerkaanpak waarin we met belanghebbenden concrete oplossingen zoeken voor ervaren problemen.

Kenmerken van de maatwerkaanpak:

  • Gezichtspunt en beleving van de doelgroep is bepalend.

  • Integrale benadering van regels van rijk en medeoverheden, toezicht, dienstverlening en ICT-toepassingen.

  • Gericht op domeinen met stapeling van overheidsbemoeienis.

  • Gefaseerde aanpak (selectie domeinen, analyse, uitwerking, uitvoering actieplan).

  • Overheid en doelgroepen werken in het gehele traject samen.

  • Eén departement neemt initiatief en bewaakt de voortgang.

Naast regeldrukreductie leidt de maatwerkaanpak tot meer ruimte voor organisaties om primaire taken op een effectieve manier uit te voeren en maatschappelijke baten te genereren. De aanpak start met een analysefase, waarin knelpunten die burgers, bedrijven en professionals ervaren worden geïnventariseerd en geanalyseerd. Daarbij kijken we naar stapeling van regels, het functioneren van ketens en de aard van de belemmeringen voor groei en innovatie. De analysefase wordt afgesloten met een go/no-go besluit. In de daaropvolgende uitwerkingsfase wordt in beeld gebracht welke bestaande en nieuwe instrumenten kunnen worden ingezet of ontwikkeld om de problemen op te lossen. Per domein wordt vervolgens een actieplan gemaakt met daarin concrete doelstellingen en resultaten.

Voorbeeld maatwerkaanpak bedrijven: Chemie

In de topsector Chemie wordt een onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de regeldruk die bedrijven in deze sector in de praktijk ervaren. Hiervoor wordt een nieuwe methodiek toegepast. Tot nu toe werd vooral gekeken vanuit regelgeving en hoe deze kan worden vereenvoudigd. Met de nieuwe Kostengestuurde Aanpak Regeldruk (KAR) wordt binnen de financiële administratie van representatieve bedrijven geanalyseerd welke kosten binnen deze bedrijven het gevolg zijn van regels. De resultaten zijn input om de in kaart gebrachte kosten omlaag te krijgen. Daarbij houdt het kabinet een scherp oog voor noodzakelijke wet- en regelgeving die gevaarlijke situaties, zoals recent ten aanzien van Chemiepack, dienen te voorkomen.

Criteria voor de selectie van de domeinen zijn de behoefte van het veld, de potentie binnen het betreffende domein om de regeldruk te verminderen en de realiseerbaarheid daarvan in deze kabinetsperiode. Voor bedrijven is tevens de bijdrage aan de economische groei een belangrijk element. Bedrijven en maatschappelijke organisaties worden actief betrokken. Wij willen voor de zomer in een eerste tranche voor bedrijven een start maken met de sectoren Zorgaanbieders, Bouw en Banken en de topsectoren Chemie, Logistiek, Agri & Food en Life Sciences & Health. Tevens wordt voor de banken, onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Financiën, gestart met een analysefase om te onderzoeken of de uitvoeringslasten als gevolg van regelgeving voor deze sector verlaagd kunnen worden, onder meer door de inzet van ICT. In overleg met het vakdepartement wordt besloten of er een vervolg wordt gegeven aan de analysefase voor de banken. Voor de topsectoren geldt deze maatwerkaanpak als een verbreding van de reeds bestaande regeldrukagenda’s. Op het gebied van burgers en professionals in de publieke sector gaat het om Onderwijs, Politie, Schuldhulpverlening en Vrijwilligers. Hierbij wordt aangesloten op bestaande structuren, netwerken en kennis, bijvoorbeeld bij de topsectoren. Ook wordt een aantal regeldichte ketens die een belangrijke rol spelen in de kwaliteit van de rechtsstaat, gestroomlijnd en gedigitaliseerd, hetgeen leidt tot minder regeldruk voor de betrokken burgers, bedrijven en professionals. Denk aan verbetering van de strafrechts(executie)keten, verbetering van de (buiten)gerechtelijke geschiloplossing en aanpak van de vreemdelingenketen. In overleg met maatschappelijke organisaties, branches en andere relevante gezaghebbende instellingen zal in de eerste helft van 2014 een selectie van domeinen voor een tweede tranche worden gemaakt die later in 2014 start.

Naast bovenstaande aanpak lopen er drie trajecten die in de toekomst nieuwe instrumenten kunnen opleveren voor de maatwerkaanpak en bij vermindering van regeldruk:

  • Bij Van Regels naar Ruimte kunnen publieke instellingen en organisaties bij het Rijk een alternatieve werkwijze voorstellen voor regels die veel administratieve rompslomp met zich meebrengen. Bij succesvolle oplossingen kan wet- en regelgeving worden aangepast.

  • Om ondernemerschap te stimuleren en regeldruk te verminderen is aan de Tweede Kamer toegezegd om te verkennen of een regelluwe zone een oplossing kan zijn. In een dergelijke zone kan (tijdelijk) een regellicht regime van kracht worden, bijvoorbeeld om vergunningprocedures te versnellen. Voor de zomer wordt samen met bedrijfsleven en medeoverheden gestart met één of meerdere pilots. De Kamer wordt rond de zomer over de resultaten geïnformeerd.

  • Binnen de vertrouwensbenadering krijgen goed nalevende bedrijven een grotere verantwoordelijkheid om risicobeheersing zelf te organiseren. De aanpak is ontwikkeld door de commissie Vertrouwensbenadering Regeldruk Bedrijven. Voor goed nalevende bedrijven bestaat binnen deze aanpak de mogelijkheid voor minder gedetailleerde regels en systeemgericht toezicht. Rond de zomer worden het rapport van de commissie en de kabinetsreactie naar de Tweede Kamer verstuurd.

Voorbeeld maatwerkaanpak burgers: Vrijwilligers

Vrijwilligers en maatschappelijke organisaties vragen gelet op hun omvang en complexiteit om een meerjarige doorlichting. De precieze invulling zal in samenspraak met het maatschappelijk middenveld worden bepaald. In 2013 start de maatwerkaanpak van dit domein met een nadere inventarisatie van dominante regels en veroorzakers van hinder voor maatschappelijk initiatiefnemers, mantelzorgers, bestuurders van amateursportverenigingen en vrijwilligers die een uitkering krijgen.

Naast de aanpak van regeldichte domeinen is het ook zaak om nieuwe regeldruk als gevolg van decentralisaties te voorkomen. De minister van BZK heeft dan ook vanuit zijn coördinerende verantwoordelijkheid voor de decentralisaties in het sociale domein (Wmo, wet op de Jeugdzorg en Participatiewet) een samenwerkingsagenda met vakdepartementen en VNG/KING (Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten) opgesteld. Regeldrukarme wetgeving en een blijvende regeldrukvermindering op lokaal niveau, vooral vanuit het perspectief van burgers en professionals, is een belangrijk onderdeel van deze agenda.

6. Minder regeldruk door bestuurlijke samenwerking

Mede-overheden

Voor een merkbare vermindering van de regeldruk is de betrokkenheid van alle bestuurslagen van belang. Daarom is het kabinet samen met de VNG het uitvoeringsprogramma «Beter & Concreter, goede regels en gerichte service» gestart. Dit programma geeft uitvoering aan de bestuurlijke afspraken over de vermindering van regeldruk 2011–2015 tussen kabinet en VNG. Het kabinet zal in samenwerking met de VNG dit programma ook in deze kabinetsperiode voortzetten.

De doelstellingen van het programma Beter & Concreter zijn a) betere uitvoerbaarheid van (rijks)regelgeving, b) vermindering toezichtlasten en c) slimmer werken en betere dienstverlening. In het kader van het programma Beter & Concreter zijn onlangs regeldrukambassadeurs benoemd en is een interbestuurlijke taskforce aangesteld. De regionale ambassadeurs halen signalen over regeldruk op bij hun collega bestuurders en roepen deze op goede voorbeelden over te nemen, onder andere via regionale bijeenkomsten, ambassadeursbrieven en door zich te profileren op bijeenkomsten van andere partijen. De interbestuurlijke taskforce heeft als doel de uitvoerbaarheid van rijksregelgeving te verbeteren. Zij doet dit door concrete verbetervoorstellen bij de betreffende departementen en Tweede Kamer onder de aandacht te brengen waarbij de regeldruk voor de burger en bedrijven vermindert, al dan niet via gemeenten. In de taskforce zitten bestuurders uit gemeenten en vertegenwoordigers van departementen.

Daarnaast hebben vrijwel alle G32 en G4 gemeenten in het convenant «Smarter Cities» afspraken met het Rijk gemaakt over slimme inzet van ICT, onder meer voor verminderen van regeldruk. In de afspraken, die aansluiten bij de «Digitale Steden Agenda» van de G32 en G4 gemeenten, ligt de nadruk op structurele samenwerking en het uitrol van een succesvolle aanpak voor vermindering van regeldruk en verbetering van dienstverlening over meerdere gemeenten. De betrokken gemeenten en het Rijk hebben afgesproken dat zij «best practices» van elkaar zullen overnemen. De afspraken in het convenant Smarter Cities zijn aanvullend op de afspraken van het uitvoeringsprogramma Beter & Concreter. Zo hebben de betrokken steden afgesproken dat zij het Ondernemingsdossier invoeren, zodat hun ondernemers eenmalig gegevens aan de overheid kunnen aanleveren. Ook leveren de steden actieve inbreng voor de Wet op elektronisch zakendoen waarin het recht op elektronisch zakendoen voor ondernemers wordt vastgelegd.

De «Uitvoeringsagenda vermindering Regeldruk Rijksoverheid en Waterschappen» bevat algemene afspraken voor de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening zoals het bevorderen van het gebruik van klantgerichte servicenormen en van mediationvaardigheden bij het afhandelen van bezwaarschriften («Prettig contact met de overheid»). Daarnaast zullen ook de projecten geautomatiseerde kwijtschelding van lokale belastingen, de digitalisering van het aanvragen van watervergunningen en verbeteringen in het integraal waterbeheer bijdragen aan een betere dienstverlening. Ook in de Uitvoeringsagenda met de provincies zijn afspraken gemaakt om de regeldruk te verminderen, onder meer de afspraak dat de provincies hun subsidieverordeningen regeldrukarm inrichten naar model van het rijksbrede subsidiekader.

Europa

Ook op Europees niveau zijn concrete acties nodig om regeldruk te verminderen. In december 2012 heeft de Europese Commissie de mededeling «gezonde EU-regelgeving» gepubliceerd. Deze mededeling benadrukt het belang van betere regelgeving, naleving en vermindering van regeldruk voor de bevordering van economische groei en verbetering van de kwaliteit van EU-regelgeving in algemene zin, onder andere door implementatietermijnen te verruimen en het principe van vaste verandermomenten breder toe te passen voor Europese regelgeving. De voorgestelde maatregelen zullen door de Commissie verder worden uitgewerkt in een Regulatory Fitness and Performance Programme (REFIT).

In een mededeling van 7 maart jl. heeft de Europese Commissie, op basis van een brede raadpleging, een top 10 gepresenteerd van meest belastende EU-wetgeving voor het MKB. Deze lijst komt in grote lijnen overeen met de top 10 van het Nederlandse MKB. De Europese Raad van 14 en 15 maart jl. heeft de Commissie opgeroepen om in juni 2013 met concrete oplossingen te komen voor deze knelpunten.

Daarnaast heeft de Europese Raad de Commissie opgeroepen om in de herfst van 2013 de eerste voorstellen te presenteren voor vereenvoudiging en verlaging van administratieve lasten, inclusief voorstellen voor het schrappen van regels die niet langer nodig zijn. Nederland zal de Commissie voor de zomer van 2013 een lijst sturen met EU-regels die leiden tot onnodige regeldruk voor ondernemers, waaronder het MKB, met het verzoek deze te vereenvoudigen of te schrappen. Deze lijst zullen wij uw Kamer doen toekomen, conform de toezegging in het AO van 13 februari jl. over de Raad voor Concurrentievermogen. Signalen vanuit het Nederlandse bedrijfsleven worden in dit traject meegenomen. Dit traject wordt in samenhang bezien met de subsidiariteitsexercitie uit het regeerakkoord, zoals eerder aangekondigd.

Nederland blijft zich de komende jaren inzetten voor een ambitieuze Europese regeldrukagenda, met extra aandacht voor de vermindering van nalevingskosten en de impact van EU wet- en regelgeving op burgers en lokale en regionale overheden. Deze punten zullen wij onder de aandacht brengen van de komende EU-voorzitterschappen en de nieuwe Europese Commissie in 2014.

Naast inzet op EU-niveau willen wij bezien welke mogelijkheden er op nationaal niveau zijn om regeldruk voortkomend uit EU-regels te verminderen. Regeldruk kan immers ook ontstaan door de wijze waarop lidstaten deze regels omzetten in nationale regelgeving. Hierbij geldt in Nederland het uitgangspunt dat richtlijnen zo lastenluw mogelijk moeten worden geïmplementeerd. Op advies van Actal zijn wij een onderzoek gestart waarin voor 25 richtlijnen wordt nagegaan of dit inderdaad is gebeurd. Deze 25 richtlijnen zijn geselecteerd mede op basis van klachten uit het bedrijfsleven. Het onderzoek wordt in mei afgerond. Uw Kamer wordt voor de zomer van 2013 geïnformeerd over de uitkomsten en de wijze waarop wordt omgegaan met de conclusies.

7. Minder regeldruk door een georganiseerde Rijksoverheid

De bovenstaande actielijnen worden door het kabinet ingezet. Vakministers zijn verantwoordelijk voor de regeldrukvermindering op hun beleidsterrein. EZ coördineert de aanpak voor bedrijven, BZK de aanpak voor burgers en professionals, evenals lokaal toezicht. W&R coördineert de vermindering van regeldruk door de hervorming Rijksdienst evenals het rijkstoezicht.

Nieuwe regeldruk wordt voorkomen door bij nieuw beleid en nieuwe wetgeving voor bedrijven, burgers en professionals al in de ontwikkelfase ongewenste neveneffecten te betrekken in de besluitvorming. Daarom moet ieder nieuw voorstel het Integraal Afwegingkader (IAK) doorlopen. Dit wordt in de voorportalen getoetst. Dit leidt tot een effectiever en transparanter besluitvormingsproces en tot regelgeving die echt nodig en proportioneel is. Daarnaast wordt rijksbreed met regelmaat het instrument internetconsultatie ingezet, vooral bij wet- en regelgeving die verandering brengt in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen of die grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Internetconsultaties worden geleidelijk aan ook uitgevoerd over beleidsnotities, EU regelgeving in voorbereiding en initiatiefwetsvoorstellen. Beleidsdossiers waarbij regeldruk een belangrijk onderdeel is, worden bovendien in een vroeg stadium besproken in de ministeriële commissie Vernieuwing Publieke belangen. Deze commissie kijkt naar een samenhangende aanpak op het terrein van ordening, sturing, toezicht en regeldruk.

Ook werken wij aan een hervormingsagenda voor de rijksdienst om te komen tot een goedkopere en kleinere rijksdienst. Deze hervormingsagenda omvat naast een intensivering op het programma Compacte Rijksdienst ook een aantal nieuwe projecten. Sommige van deze projecten, en met name Basisregistraties, Inspectie en Toezicht en Digitalisering Rijk, hebben een regeldrukverminderend effect. In de aankomende voortgangsrapportage regeldruk zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de kwalitatieve en kwantitatieve effecten van deze voorstellen vanuit het perspectief van vermindering regeldruk.

Actal

De bijdrage van Actal aan de aanpak van regeldruk is ook in deze kabinetsperiode nodig. Om Actal succesvol bij te laten dragen aan de kabinetsdoelstellingenop het terrein van regeldrukverminderingis het van belangin de komende periode in te zetten op strategische advisering en de ex ante steekproef van omvangrijke dossiers. In 2015 loopt het mandaat van Actal af, de huidige instelling van Actal zal dan ook met twee jaar worden verlengd tot 2017. Het door het vorige kabinet in gang gezette wetstraject om Actal permanent te maken wordt niet doorgezet. Permanente adviescolleges dragen niet bij aan een compacte rijksdienst. Bovendien moeten de regeldrukaspecten integraal onderdeel zijn van het beleidsproces binnen departmenten en is Actal destijds tijdelijk ingesteld om hieraan een impuls te geven.

In 2015 worden Actal en de mate van verinnerlijking van de regeldrukaanpak bij departementen geëvalueerd. Hierbij wordt het evaluatieverslag wat Actal zal maken conform de Kaderwet adviescolleges meegenomen. Op basis van deze evaluatie wordt besloten of de huidige taken van Actal na 2017 moeten worden gecontinueerd en zo ja op welke wijze. De evaluatie wordt eind 2015 aan de Kamer gezonden.

8. Tenslotte

De Tweede Kamer zal een keer per jaar worden geïnformeerd over de voortgang van het programma Goed Geregeld, te beginnen in het voorjaar van 2014. Naar aanleiding van een toezegging in de Tweede Kamer4 zullen hierbij ook regeldrukeffecten van maatregelen voor het MKB expliciet in kaart worden gebracht. Bovendien wordt de Tweede Kamer voor de zomer via de Mid Term evaluatie van de Digitale Agenda geïnformeerd over inzet van ICT voor een betere overheidsdienstverlening en regeldrukreductie.


X Noot
1

Waar in deze brief gesproken wordt over professionals wordt bedoeld professionals die werkzaam zijn in de publieke sector, zoals onderwijzers, verplegenden en agenten.

X Noot
2

Voor burgers en professionals geldt dat in de vorige kabinetten een doelstelling in aantal te besparen uren is geformuleerd, naast besparingen in «out of pocketkosten». Dit kabinet kiest voor een kwantitatieve benadering in euro’s. Daartoe wordt eenmalig een omrekening gedaan waarbij het bedrag van de omrekenfactor ligt op € 15 per uur. Voor professionals wordt aangesloten bij de aanpak van bedrijven, waarbij het gemiddelde uurloon van een sector wordt toegepast.

X Noot
3

Een individuele lidstaat kan namelijk niet de gevolgen van Europese regelgeving voor nalevingskosten in voldoende mate beïnvloeden, totdat ook Brussel een aanpak kent voor reductie van nalevingskosten.

X Noot
4

Zie het verslag van het Wetgevingsoverleg Ondernemen van 17 december 2012.

Naar boven