29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 991 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2010

U hebt mij gevraagd aan te geven wanneer de aangekondigde ministeriële regeling, die zal bepalen welke categorieën van verpleegkundigen welke categorieën Uitsluitend Recept (UR)-geneesmiddelen mogen voorschrijven, kan worden verwacht. Voorts is gevraagd naar de positie van nieuwe beroepsgroepen (o.a. de technisch geneeskundigen in relatie tot de Wet BIG). Hier wil ik graag aan voldoen.

Ministeriële regeling

Zoals ik de Tweede Kamer berichtte bij brief van 9 juli 2009 met kenmerk kamerstuk 29 282, nr. 84 is wijziging van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) noodzakelijk om apotheekhoudenden in staat te stellen de bevoegdheid tot voorschrijven van UR-geneesmiddelen door categorieën van verpleegkundigen te verifiëren. Over dit wetsvoorstel, dat deel uitmaakt van een voorstel tot wijziging van de Geneesmiddelenwet, heeft de Raad van State inmiddels advies uitgebracht. Het wetsvoorstel is in november 2009 bij de Tweede Kamer ingediend (kamerstukken 32 196).

Ondertussen wordt gewerkt aan de ministeriële regeling die zal bepalen welke categorieën van verpleegkundigen welke (categorieën van) geneesmiddelen mogen voorschrijven. Hierover vindt overleg plaats met de beroepsorganisaties van verpleegkundigen, apothekers en artsen. Het gaat hierbij onder meer om de kwalificatie-eisen die dienen te worden gesteld aan de groepen van verpleegkundigen en de aanwijzing van de UR-geneesmiddelen die onder de voorschrijfbevoegdheid gaan vallen. Ik streef naar inwerkingtreding van de ministeriële regeling zodra de voorgestelde wetswijziging kracht van wet heeft verkregen.

U bent over de voortgang van het voorschrijven van UR-geneesmiddelen door groepen van verpleegkundigen mondeling geïnformeerd in het Algemeen Overleg van 15 april 2010 (kamerstuk 29 282, nr. 98).

Nieuwe beroepen

In de hiervoor reeds aangehaalde brief heb ik tevens de wetswijziging van de Wet BIG beschreven. Inmiddels is het wetsvoorstel, na advies van de Raad van State opnieuw voorgelegd aan de ministerraad en eind december 2009 ingediend bij uw Kamer. U heeft mij een verslag gezonden waarin de verschillende fracties vragen hebben gesteld over het wetsvoorstel.

In het wetsvoorstel wordt een wijziging voorgesteld waardoor er tijdelijk een zelfstandige bevoegdheid met betrekking tot bepaalde voorbehouden handelingen kan worden toegekend aan bepaalde nieuwe beroepen of nieuwe specialisaties. Vervolgens kunnen bepaalde categorieën beroepsbeoefenaren bij algemene maatregel van bestuur voor een bepaalde periode zelfstandig bevoegd worden verklaard tot het indiceren en verrichten van in de maatregel aangewezen handelingen. Indien na een tijdelijke periode van een aantal jaren en een evaluatie blijkt dat het doeltreffend en doelmatig is dat bepaalde groepen beroepsbeoefenaren bepaalde voorbehouden handelingen zelfstandig indiceren, kan worden overgegaan tot definitieve regeling.

Er zal worden gestart met twee groepen beroepsbeoefenaren. Dit zijn de beroepsbeoefenaren die beschikken over het getuigschrift van de opleiding physician assistant en zij die beschikken over het getuigschrift van de opleiding advanced nursing practice. Over andere groepen beroepsbeoefenaren dan deze twee groepen is nog geen besluit genomen.

In de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging bij het voorstel van de wet tot wijziging van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking van 7 mei 2010 heb ik u recent geïnformeerd over bovenstaande.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben,

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Het eerder gedrukte kamerstuk onder nummer 29 282, nr. 99 komt hiermee te vervallen.

Naar boven