28 982 Liberalisering energiemarkten

Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2011

Op uw verzoek stuur ik u hierbij de stand van zaken ten aanzien van het project gasopslag Bergermeer.

Tijdens het Algemeen Overleg van 30 maart jl. (Kamerstuk 31 239, nr. 112) met uw Kamer heb ik aangegeven dat ik zeer hecht aan zorgvuldigheid in het proces. Ik heb ook aangegeven dat ik de besluitvorming over dit traject niet wil ophouden vanwege financiële schade, reputatieschade en risico’s voor de voorzieningszekerheid.

Tijdens dat overleg, het VAO van 21 april jl. en in de brieven van 5 en 18 april jl. (Kamerstukken 28 982, nr. 118 en 31 239, nr. 113) heb ik, hoewel de wet niet voorziet in een formele rol voor de Tweede Kamer in de procedure in het kader van die rijkscoördinatieregeling, een aantal toezeggingen gedaan ten aanzien van bestaande onderzoeken door TNO-KNMI, de nulmeting en het ter inzage leggen van de zogenoemde gas storage agreement om aan de wens van uw Kamer tegemoet te komen. Het proces zoals dat de afgelopen tijd is ingezet, is volledig in overeenstemming met de gedane toezeggingen.

TNO-KNMI bundeling bestaande onderzoeken

Aangegeven is dat het belangrijk is om de waardevolle resultaten uit eerdere onderzoeken van onder meer KNMI en TNO inzichtelijk te maken voor de bewoners van de gemeente Bergen. Naar aanleiding van vragen van de leden Samsom (PvdA) en Van Veldhoven (D66) is in de brief van 5 april toegezegd dat het stuk van KNMI-TNO beschikbaar zou moeten zijn alvorens de besluitvorming af te ronden. In de week van 25 april zijn de uitkomsten van het rapport bekend geworden. In dit rapport zijn de door uw Kamer genoemde issues met betrekking tot de specifieke situatie in Bergen meegenomen. Dit heeft niet tot nieuwe inzichten geleid en heeft vervolgens, met het oog op het ter inzage leggen van de besluiten in de loop van mei zoals ik u heb aangegeven, tot ondertekening van onder meer het inpassingsplan geleid.

Op 3 mei jl. is de definitieve versie van het betreffende rapport opgeleverd. Deze versie is inhoudelijk niet verschillend van de versie die is meegewogen in de besluitvorming. Aan het ter inzage leggen van een groot aantal besluiten zit een uitgebreid logistiek proces vast. Dit betekent dat de ondertekening van de besluiten ruim daarvoor moet plaatsvinden.Op 17, 18 en 19 mei is en wordt in lokale bladen in de regio de kennisgeving gepubliceerd, zodat alle inwoners uit de regio op de hoogte zijn van de ter inzage legging van de besluiten op 20 mei a.s. Op 17 mei is om die reden ook door mijn departement een persbericht uitgegaan. Formele bekendmaking van het rijksinpassingsplan vindt plaats door middel van publicatie in de Staatscourant op 19 mei a.s. en toezending van de overige besluiten aan TAQA op diezelfde datum.

Nulmeting

De nulmeting heb ik naar aanleiding van vragen van de heer Samsom toegezegd om de bewijspositie in geval van schade bij huizen van burgers te versterken, en zo aan de wens van de gemeente Bergen tegemoet te komen. Ik heb in mijn brief van 5 april aangegeven dat deze nulmeting komt nadat de besluiten ter inzage zijn gelegd, aangezien het opstellen van een zorgvuldig opgezette en uitgevoerde nulmeting tijd kost. Overigens heeft deze nulmeting ook geen relatie met de besluiten zelf, in die zin dat de uitkomsten van die meting los staan van het al dan niet nemen van die besluiten. Om te waarborgen dat deze nulmeting op een adequate wijze plaatsvindt, heb ik in het besluit tot instemming met het opslagplan het voorschrift opgenomen dat voor de nulmeting binnen een omlijnd tijdbestek een plan moet worden opgesteld en uitgevoerd. Als dat niet gebeurt, dan heb ik de bevoegdheid om de instemming met het opslagplan alsnog in te trekken of anderszins te handhaven.

Binnen de grenzen van voornoemd voorschrift kunnen TAQA en de gemeente Bergen nadere afspraken maken over de exacte uitwerking van de nulmeting.

Gas storage agreement TAQA-Gazprom

Naar aanleiding van een verzoek en motie van het lid Ouwehand (PvdD) van 21 april jl. (Kamerstuk 31 239, nr. 106) heb ik, na overleg met de bij de overeenkomst betrokken partijen, in mijn brief van 26 april jl. (Kamerstuk 31 239, nr. 115) aangegeven dat ik de vertrouwelijke overeenkomst tussen TAQA en Gazprom, waar EBN ook in deelneemt, vertrouwelijk ter inzage zal leggen voor leden van de vaste commissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dit zal deze week plaatsvinden. Ik heb geen toezegging gedaan dit te doen voordat de besluitvorming plaatsvindt. Overigens geeft deze overeenkomst met name inzicht in hoe het project is gefinancierd.

Tot slot het volgende ten aanzien van het vervolg. Na de formele bekendmaking van het inpassingsplan door kennisgeving in de Staatscourant en toezending van de overige besluiten aan TAQA, zullen de besluiten vanaf 20 mei a.s. ter inzage liggen voor een periode van 6 weken Gedurende de periode van ter inzage legging kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het inpassingsplan en een aantal andere besluiten heeft pas werking als de ter inzage legging is afgelopen en er geen schorsing is aangevraagd of, als wel schorsing is gevraagd, dit is afgewezen. De besluiten worden pas onherroepelijk nadat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op eventuele beroepen.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven