Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 april 2021
Op 25 april 2019 heb ik uw Kamer het rapport aangeboden1 dat in opdracht van het College van procureurs-generaal (hierna: het College) is
opgesteld door de Onderzoekscommissie Openbaar Ministerie (hierna: de commissie Fokkens).
Naar aanleiding van dit rapport heeft het Openbaar Ministerie een plan van aanpak
opgesteld waarin is aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de diverse aanbevelingen
van de commissie Fokkens. Dit plan van aanpak heb ik uw Kamer op 6 juni 2019 doen
toekomen2.
Het College stelt mij periodiek op de hoogte van de uitvoering en de toereikendheid
van het plan van aanpak. Conform de toezegging in mijn brief van 6 juni 2019 heb ik
de eerste drie voortgangsrapportages van het College aan uw Kamer toegestuurd bij
brieven van 17 oktober 2019, 7 mei 2020 en 25 september 20203. Ook in het Jaarbericht van het OM over 2019 besteedde het College uitvoerig aandacht
aan het werk aan het plan van aanpak. Ik zond u deze toe bij mijn brief van 16 juni
20204.
Hierbij stuur ik u de vierde rapportage, waarin het College de voortgang van het plan
van aanpak uiteenzet5. Bijgaande rapportage van het College geeft informatie over de voortgang op de uitvoering
van de lopende activiteiten op de onderdelen cultuur en leiderschap, ontwikkeling
governance, benoemingenbeleid en integriteit. Ik herhaal nog maar eens uit mijn vorige
brief dat ik zeer verheugd ben dat het Openbaar Ministerie het werk hieraan niet laat
verslappen, ondanks dat het nog steeds een lastige periode is om collega’s fysiek
met elkaar in gesprek te brengen.
Deze voortgangsrapportage is de laatste in de huidige vorm. Maar dat betekent niet
het einde van het werken aan onder meer een goed werkklimaat; cultuurveranderingen
vergen een lange adem. Het werk aan de vier genoemde onderdelen van de aanpak gaat
dan ook onverminderd door. Het Openbaar Ministerie sluit nu wel een projectmatige
episode af en gaat er voor zorgen dat het «werken aan het werkklimaat» structureel
in de organisatie wordt ingericht. Met het oog op blijvende verbetering van de kwaliteit
van de organisatie, zal een onafhankelijke visitatiecommissie met externe en interne
experts, iedere 2 tot 4 jaren een organisatiedoorlichting uitvoeren. Een eerste rapportage
van deze visitatiecommissie wordt rond de zomer verwacht. Het College zal mij daarover
informeren.
Ook zal het Openbaar Ministerie de komende jaren in de openbare jaarverslagen aandacht
blijven besteden aan de ontwikkelingen met betrekking tot onder andere diversiteit,
cultuur, leiderschap en integriteit. Zoals toegezegd zend ik u deze OM-Jaarberichten
toe. De eerstvolgende wordt verwacht in juni aanstaande.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus