28 676 NAVO

Nr. 396 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 11 april 2022

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 25 maart 2022 over o.a. de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april 2022 (Kamerstuk 28 676, nr. 394)

De vragen en opmerkingen zijn op 29 maart 2022 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 31 maart 2022 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De adjunct-griffier van de commissie, Konings

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de NAVO Ministeriële Bijeenkomst van 6 en 7 April 2022 (Kamerstuk 28 676, nr. 394). Zij hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.

Rusland/Oekraïne

De leden van de VVD-fractie veroordelen de Russische invasie van Oekraïne. In de geannoteerde agenda geeft de Minister aan dat er tijdens de top niet alleen stil wordt gestaan bij de reactie van de NAVO op deze gebeurtenissen, maar er ook gekeken wordt naar welke verdere stappen nodig zijn. Ook wordt vooruit geblikt op wat dit zou kunnen betekenen voor de verhouding met Rusland. Kan de Minister aangeven wat er volgens hem nog meer gedaan kan worden dan de huidige inspanningen van de NAVO? Zijn de NAVO-landen voornemens om materiële militaire steun aan Oekraïne te blijven geven en daarbij waar nodig onderling samen te werken en af te stemmen. Steunt de Minister de mogelijke inzet van NAVO-landen om zwaardere wapens te leveren?

1. Antwoord van het kabinet:

Kern van de NAVO-inzet is gericht op de afschrikking en verdediging van het eigen verdragsgebied. Het kabinet onderschrijft de maatregelen die daartoe zijn genomen en draagt daar actief aan bij. De NAVO bekijkt verdere stappen, ook voor de langere termijn.

Bondgenoten zijn daarnaast eensgezind over de noodzaak om Oekraïne economische, humanitaire en militaire steun te verlenen. De steun die de NAVO als organisatie biedt aan Oekraïne is vooral gericht op capaciteitsopbouw via de NAVO trust funds. Individuele bondgenoten geven (militaire) steun aan Oekraïne om zichzelf te kunnen verdedigen tegen de Russische invasie. De invulling van deze steun is aan de bondgenoten zelf. Het kabinet onderschrijft wel het belang van onderlinge samenwerking en afstemming. Nederland zal daarom wederom pleiten voor eenheid, afstemming en nauwe samenwerking onderling en met partners als de EU.

De VVD-fractieleden willen het belang van het versterken van met name de oostflank van het NAVO-grondgebied benadrukken. Welke initiatieven hiertoe verwacht de Minister te bespreken tijdens deze top?

2. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet onderschrijft het belang van het versterken van de oostflank van het NAVO-verdragsgebied. De NAVO zet alle benodigde stappen om de veiligheid van het verdragsgebied te waarborgen. De NAVO heeft daartoe al verschillende maatregelen genomen, waaraan Nederland heeft bijgedragen.

Ook op lange termijn zal de NAVO haar afschrikking en verdediging aanpassen aan de nieuwe realiteit die na de Russische invasie is ontstaan. De precieze invulling van deze versterking is een langer lopend proces, dat waarschijnlijk tijdens de NAVO-top in juni in Madrid weer op de agenda staat. Zoals ook in het verslag van de laatste ministeriële bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie is gemeld, staat Nederland klaar om bij te dragen aan maatregelen ter verdere versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging op de langere termijn.

NAVO 2030/Strategisch Concept

De VVD-leden zijn verheugd om te lezen dat er vooruitgang wordt geboekt met het strategisch concept. Deze leden delen de mening van het kabinet dat er moet worden vastgehouden aan alle kerntaken van de NAVO. De recente inval van Rusland in Oekraïne laat zien dat de veiligheidssituatie aan de randen van het NAVO-gebied substantieel veranderd. Een sterke NAVO is cruciaal voor onze veiligheid. Het strategisch concept moet inspelen op deze veranderde situatie en de eerste geleerde lessen van de Russische invasie van Oekraïne meenemen. De VVD-fractieleden erkennen daarbij de noodzaak om in dialoog te blijven en te werken aan een lange termijn perspectief. Het is echter ook goed mogelijk dat Rusland de komende jaren haar agressie richting voormalige staten van de Sovjet-Unie en andere landen in Europa verder zal opvoeren. Ook met dat scenario dient het concept rekening te houden. Deelt de Minister deze mening? Op welke manier kan Nederland zich daarvoor inzetten?

3. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is van mening dat de sterk veranderde veiligheidssituatie op het Europese continent al heeft geleid tot meer aandacht binnen de NAVO voor collectieve verdediging. Het essentiële belang van artikel 5 staat alle Bondgenoten scherp voor ogen. Dit zal ook zijn weerslag vinden in het volgende Strategisch Concept. Het kabinet hecht eraan dat in het volgende Strategisch Concept alle drie de kerntaken van de NAVO behouden blijven. Nederland zal deze elementen in de onderhandelingen over het volgende Strategisch Concept dan ook inbrengen.

De leden van de VVD zien de NAVO als bewezen en effectief vehikel voor het bevorderen van samenwerking tussen landen om de collectieve veiligheid te garanderen. Deelt de Minister die visie? Hoe draagt het strategisch concept eraan bij dat deze samenwerking verder wordt vormgegeven?

4. Antwoord van het kabinet:

De NAVO is een cruciaal trans-Atlantisch veiligheidsforum en de hoeksteen van onze collectieve verdediging. Het biedt een effectief platform voor afschrikking van agressie en voor de onderlinge informatie-uitwisseling en coördinatie ten aanzien van het verdedigen van de collectieve veiligheid. Het kabinet is van mening dat het belang van die rol benoemd moet worden in het volgende Strategisch Concept. Ook in het kader van het moderniseringsproces NAVO2030 wordt gewerkt aan het militair sterk houden en het politiek sterker maken van de NAVO, onder andere door verdere versteviging van de onderlinge communicatie en afstemming.

Kan de Minister aangeven of en hoe (groepen) lidstaten een meer regionale focus zullen kiezen? Welke rol krijgt Nederland hierin? Hoe verhoudt zich dat tot bestaande initiatieven als het Framework Nations Concept. Krijgt deze focus ook zijn weerslag in de toedeling van gevraagde capaciteiten van lidstaten?

5. Antwoord van het kabinet:

De NAVO werkt op dit moment aan het ontwikkelen van plannen die de organisatie van militaire eenheden in het verdragsgebied zullen beïnvloeden. De drie Joint Force Commands (Brunssum, Napels, Norfolk) krijgen elk een verantwoordelijkheidsgebied waarbinnen eenheden in drie niveaus van gereedheid worden gerangschikt. Het ligt in de verwachting dat, mede gezien de nauwe samenwerking van met strategische partners Duitsland, België, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen, het merendeel van de gezamenlijke capaciteiten worden opgenomen in deze plannen. Het ligt in de rede dat het Framework Nations Concept ook in dit kader toegepast zal worden.

De VVD-leden steunen de aandacht voor nieuwe technologieën. Kan de Minister toezeggen dat er hierbij ook aandacht komt voor het behoud van een kwalitatieve voorsprong door NAVO-landen? Wordt hierbij ook een link gelegd met de sessie over samenwerking met gelijkgezinde landen in Azië en Oceanië? Kan de NAVO als vehikel dienen voor samenwerking met deze landen om technologisch superieur te blijven ten opzichte van Rusland en China?

6. Antwoord van het kabinet:

In het volgende Strategisch Concept is een belangrijke plaats weggelegd voor het NAVO-beleid op het gebied van Emerging and Disruptive Technologies (EDT), dat erop gericht is de technologische voorsprong te behouden. De NAVO bevordert de uitwisseling en samenwerking tussen de bondgenoten op EDT gebied. DIANA (NAVO’s Defence Innovation Accelerator for the North Atlantic) is daarbij een van de instrumenten. Daarnaast zijn er verschillende samenwerkingsverbanden op technologiegebied tussen NAVO-bondgenoten en landen in Azië en Oceanië.

Het is belangrijk dat het strategisch concept voor het volgende decennium ook aandacht besteedt aan de groeiende dreiging van China. De leden van de VVD-fractie lezen dat het uitgangspunt hiervoor is dat China een partner, economische concurrent en strategisch rivaal is. We zien echter dat China steeds minder een partner is en steeds meer een strategisch rivaal, bijvoorbeeld door de opstelling die het land neemt ten opzichte van de Russische invasie van Oekraïne. Deelt de Minister deze mening? Op welke manier wordt hier rekening mee gehouden in het strategisch concept?

7. Antwoord van het kabinet:

Ook het kabinet constateert dat de balans in de relatie met China aan het verschuiven is en meer nadruk komt te liggen op het beschermen van onze waarden en belangen, onze veiligheid en statelijke dreigingsaspecten. In het kader van het volgende Strategisch Concept wordt gekeken naar verschillende aspecten van China’s opkomende macht en in het bijzonder de groeiende Chinese militaire capaciteit in al haar facetten. Naast engagement met China, betreft dit het verzamelen van informatie en het opbouwen van kennis in het licht van de veiligheidsuitdagingen die het NAVO-bondgenootschap raken.

In hun verklaring bij de NAVO Top van 24 maart 2022 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1796) riepen staatshoofden en regeringsleiders China op zich te onthouden van steun aan de Russische inval in Oekraïne en Rusland niet te helpen bij het omzeilen van de sancties.

Georgië en Oekraïne

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen om tijdens de NAVO ministeriële te spreken over de veiligheid van de regio rondom Oekraïne en Georgië. In de brief wordt aangegeven dat landen in de directe nabijheid van de NAVO die kwetsbaar zijn voor ondermijning en militaire agressie van Rusland extra aandacht krijgen. Kan de Minister verder toelichten welke maatregelen er besproken worden? Kan de Minister aangeven hoe de recente gezamenlijke NAVO-Georgië oefeningen zijn verlopen?

8. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet hecht waarde aan het versterken van de weerbaarheid van landen in de directe nabijheid van de NAVO tegen Russische ondermijning en militaire agressie. Tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken van 7 april zullen de bondgenoten spreken over welke mogelijkheden er zijn om deze landen hierin te ondersteunen, ook met onder meer Oekraïne en Georgië aan tafel.

In de periode van 12 tot 26 maart vond voor de derde keer de driejaarlijkse oefening NATO Georgia 2022 op het Joint Training and Evaluation Center (JTEC) ten zuiden van Tbilisi plaats. Aan de oefening namen 17 NAVO-landen deel, waaronder Nederland, en vier NAVO-partner landen (Armenië, Azerbeidzjan, Georgië en Zweden). Nederland leverde zes deelnemers aan de oefening.

Gezien de kwetsbare positie van Georgië is het belangrijk dat dergelijke oefeningen plaatsvinden. Het kabinet kijkt positief terug op de oefening. Dat de oefening van grote waarde was voor Georgië bleek uit de aanwezigheid van de Georgische president, Minister-President, voorzitter van het parlement, Minister van Defensie en Commandant der Strijdkrachten op de Distinguished Visitors Day.

NAVO-partners in Azië en Oceanië

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd om te lezen dat het kabinet samenwerking met de partners in Azië en Oceanië essentieel acht. Wat wordt concreet bedoeld met «steeds meer een wereldwijd perspectief»? Hoe zou deze samenwerking met partners in Azië en Oceanië volgens het kabinet concreet vorm moeten krijgen?

9. Antwoord van het kabinet:

Geopolitieke ontwikkelingen en mogelijke directe en indirecte gevolgen daarvan worden in NAVO verband besproken. Door onder meer snelle technologische ontwikkelingen kan een potentiële uitdaging voor de veiligheid van het Euro-Atlantisch grondgebied overal ter wereld ontstaan. Dat vraagt dat de NAVO zich ook steeds bewuster moet zijn van wat er buiten het verdragsgebied gebeurt. Daarnaast wordt meer samengewerkt met partners wereldwijd (global partners), in Azië specifiek met de AP4-landen – Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea. Samenwerking met deze partners krijgt bijvoorbeeld concreet vorm via de uitwisseling van informatie over regionale ontwikkelingen in Europa en Azië.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde stukken voor de NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april 2022. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.

De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de oorlog in Oekraïne. Hoe oordeelt de Minister over de huidige situatie omtrent het leveren van wapens aan Oekraïne? Wordt er naar het inzien van de Minister genoeg gedaan of kan de Minister zonder te specificeren aangeven dat er meer gedaan kan worden? Zo ja, kan de Minister toezeggen hiervoor te pleiten bij de aankomende raden? Kan de Minister ingaan op het idee om de S300 luchtdoelraketsystemen van Slowakije of Turkije te leveren aan Oekraïne? De herpositionering van de Nederlands-Duitse patriotluchtafweersystemen zou hier in het geval van Slowakije een mogelijkheid voor moeten bieden.

10. Antwoord van het kabinet:

Over het leveren van militaire goederen wordt de Kamer vertrouwelijk geïnformeerd. Op materiële militaire steun en wapenleveranties die door verschillende bondgenoten op bilaterale basis wordt gegeven of overwogen kan het kabinet niet ingaan. Zie ook het antwoord op vraag 1.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de verhoogde kansen tot humanitaire hulp aan Oekraïne. Hoe oordeelt de Minister over de recente diplomatieke ontwikkelingen betreffende afspraken over humanitaire corridors? Welke belemmeringen vinden er hier plaats? Wat kunnen de verschillende NAVO-partners doen om deze belemmeringen volgens de Minister te mitigeren? Wat doet Nederland hierbij?

11. Antwoord van het kabinet:

Zoals aangegeven in de brief van 18 maart jl. van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de humanitaire inspanningen voor Oekraïne en buurlanden1, is een groot obstakel voor adequate humanitaire hulpverlening de humanitaire toegang in Oekraïne. Nederland zet zich hard in voor het naleven van het humanitair oorlogsrecht in al zijn aspecten, waaronder het verlenen van humanitaire doorgang en toegang. Voor humanitaire toegangsonderhandelingen ligt de verantwoordelijkheid bij de professionele humanitaire organisaties van de VN – met name het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs, UN OCHA – en het Rode Kruis, in samenwerking met de Oekraïense autoriteiten. Het is van belang dat de leiding bij deze organisaties wordt gelaten. Zij staan voor onpartijdige, neutrale, humane en onafhankelijke humanitaire hulp. Nederland biedt politieke en diplomatieke ondersteuning aan de inspanningen van humanitaire organisaties om hun toegang zeker te stellen waar en wanneer dat noodzakelijk is. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 28 en 29 maart in Genève gesprekken gevoerd met diverse humanitaire organisaties, waaronder over dit onderwerp. De Kamer zal per brief over deze gesprekken worden geïnformeerd.

Hoe oordeelt de Minister verder over de recente diplomatieke ontwikkelingen rondom een mogelijke evacuatieoperatie voor de mensen die vast zitten in Marioepol en andere omliggende steden en dorpen in door Rusland bezet gebied? Hoe zou een dergelijke evacuatie operatie er volgens de Minister uit zien? Wat zijn de mogelijke risico’s bij een dergelijke evacuatie?

12. Antwoord van het kabinet:

Humanitaire respons en protectie is allereerst aan professionele humanitaire partners zoals de VN en de Rode Kruis Rode Halve Maan Beweging, in nauwe samenwerking met de Oekraïense autoriteiten. Ook keuzes over manieren om burgers te beschermen liggen primair bij deze gespecialiseerde organisaties. Het is aan de internationale gemeenschap, waaronder Nederland, om stevige politieke steun te geven aan hun inspanningen. Zoals gesteld in het antwoord op vraag 11 heeft mijn collega Minister Schreinemacher recent een aantal gesprekken gevoerd in Genève over humanitaire toegang en protectie. Zij zal de Kamer daarover schriftelijk informeren.

De leden van de D66-fractie achten de mogelijke rol van het Rode Kruis in deze oorlog als zeer belangrijk. Hoe zet Nederland zich op dit moment in om het Rode Kruis te ondersteunen in Oekraïne? Hoe denken haar NAVO-partners over deze rol en hoe zetten deze landen zich daarvoor in? Deelt de Minister de mening van deze leden dat een dergelijke evacuatiemissie de meeste kans van slagen heeft als het Rode Kruis een grote rol toebedeeld krijgt?

13. Antwoord van het kabinet:

Voor het antwoord op deze vraag verwijst het kabinet terug naar de antwoorden op vragen 11 en 12.

De leden van de D66-fractie hechten een grote waarde aan het slimmer en strategischer inzetten van sancties, waarbij concrete eisen en doelstellingen worden gekoppeld aan onze sancties. Deze leden constateren dat de huidige sancties nog niet ingebed zijn in een politieke strategie. Hoe oordeelt de Minister over deze constatering? Hoe denkt de Minister de strategische werking van sancties te verbeteren in NAVO-verband? Hoe denken haar NAVO-partners hierover? Hoe kunnen we deze sancties beter koppelen aan strategische doelen, zoals het verbeteren van humanitaire corridors of het bevorderen van humanitaire evacuatiemogelijkheden? Welke sancties willen de Minister en haar NAVO-partners Poetin in het vooruitzicht stellen bij verdergaand geweld tegen burgers? Hoe kunnen we Poetin door middel van de strategische communicatie tot bepaalde keuzes dwingen? Hoe denkt de Minister over het mogelijk in het vooruitzicht stellen van het gedeeltelijk afschalen van sancties in ruil voor gewenste Russische acties?

14. Antwoord van het kabinet:

Nederland neemt sancties aan in EU-verband en niet in het kader van de NAVO. De NAVO beschikt niet over een sanctie-instrument. Wel vindt er nauwe coördinatie plaats tussen de EU en niet-EU NAVO-lidstaten over het voorbereiden, aannemen, en communiceren over sanctiemaatregelen. Over de implementatie en naleving van sancties vindt eveneens samenwerking plaats tussen de EU en niet-EU NAVO-lidstaten, bijvoorbeeld in het kader van de G7 Russian Elites, Proxies, and Oligarchs Task Force.

Met de ongeëvenaard zware sancties tegen Rusland trekken de EU en haar sleutelpartners een heel duidelijke lijn dat deze grove schending van het internationaal recht onacceptabel is. Ook wordt met de sanctiemaatregelen druk uitgeoefend op Rusland en Belarus om tot een andere koers te komen. De effecten van de sancties moeten nog kristalliseren maar nu al is duidelijk dat de impact groot is en de economische en technologische capaciteiten van Rusland sterk worden ingeperkt, zeker op de lange termijn. Hierdoor wordt het moeilijker voor het Kremlin om de oorlog voort te zetten of uit te breiden. De sancties zijn daarmee een onderdeel van de bredere strategie van de EU en haar partners, waar uiteraard ook ruim aandacht voor de humanitaire aspecten van de crisis is. Nederland roept alle partijen op om te zorgen voor voldoende humanitaire toegang en evacuatiemogelijkheden.

Wat het kabinet betreft liggen alle opties op tafel voor aanvullende sanctiemaatregelen, waarbij oog moet worden gehouden voor de leveringszekerheid van energie. Het kabinet acht het niet opportuun om in het openbaar te speculeren over concrete maatregelen die al dan niet worden voorbereid op dit moment. Inherent aan sancties is dat ze kunnen worden opgeheven bij concrete gedragsverandering, in dit geval te beginnen bij een einde te maken aan de huidige agressie. Daartoe wordt Rusland ook herhaaldelijk opgeroepen, maar daarvan is nu nog geen sprake, dus evenmin van sanctieverlichting.

Kan de Minister een update geven over de uitvoering van motie van het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1763) over het doorlichten van de sanctiewetgeving en het instellen van een meldplicht voor bedrijven en entiteiten? Kan de Minister daarbij ook ingaan op de sanctie-eenheid die na de begrotingsbehandeling in het najaar is ingesteld conform amendement van het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 35 925 V, nr. 14)? Is deze eenheid volledig bemand en heeft deze voldoende capaciteit om de internationale sanctiepakketten op de juiste manier te implementeren en te handhaven?

15. Antwoord van het kabinet:

Zoals onlangs gemeld aan uw Kamer is een stuurgroep opgericht om de naleving en handhaving van sancties waar nodig te verbeteren2. In dit kader zal voor de verschillende sancties worden onderzocht of aanvullende maatregelen nodig zijn. De werving voor de nieuwe sanctie-eenheid is van start gegaan. Daarbij wijst het kabinet erop dat de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk is voor de totstandkoming van sancties, inclusief onderhandelingen in Brussel en onderzoekswerk voor bijvoorbeeld individuele listings, waarop de nieuwe eenheid zich zal richten. De Minister van Buitenlandse Zaken is tevens verantwoordelijk voor de coördinatie van het algemene sanctiebeleid, stelt de sanctieregelingen op en wijst toezichthouders aan in overeenstemming met de Minister die het mede aangaat. De uitvoering van de sanctiemaatregelen, met uitzondering van inreisverboden, ligt echter niet bij de Minister van Buitenlandse Zaken omdat deze niet over de operationele verantwoordelijkheid voor binnenlandse aangelegenheden beschikt. De verschillende ministeries zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanctiemaatregelen op hun terrein. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft een beheersverantwoordelijkheid voor het Openbaar Ministerie als het gaat om opsporing en vervolging van overtredingen van de sanctieregelgeving.

Kan de Minister tot slot een update geven over de afspraken die er tussen NAVO-bondgenoten worden gemaakt over de implementatie en naleving van sancties? Welke rol speelt de NAVO daarbij?

16. Antwoord van het kabinet:

Voor het antwoord op van deze vraag verwijst het kabinet naar de beantwoording van vraag 14.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de diplomatieke ontwikkelingen rondom de oorlog in Oekraïne. In hoeverre is er zowel bilateraal als multilateraal contact met China om de beëindiging van deze oorlog te bespoedigen? Op welke manier denkt de Minister zowel in bilateraal als in coalitieverband China te overtuigen dat het in hun eigen belang is om druk uit te oefenen op Rusland om deze oorlog te beëindigen?

17. Antwoord van het kabinet:

Nederland spreekt China bij elke gelegenheid aan op zijn verantwoordelijkheid als permanent lid van de VN Veiligheidsraad en roept China op om zijn invloed bij Rusland aan te wenden om een onmiddellijk einde te maken aan de oorlog in Oekraïne. De gevolgen van het conflict worden wereldwijd gevoeld en het is in China’s eigen belang om actief mee te werken aan de internationale inspanningen om vrede te bewerkstelligen.

Daarnaast riepen staatshoofden en regeringsleiders in hun verklaring bij de NAVO Top van 24 maart 2022 China op zich te onthouden van steun aan de Russische inval in Oekraïne en Rusland niet te helpen bij het omzeilen van de sancties3.

Deze leden constateren dat Turkije een actieve en bemiddelende rol probeert te spelen. Hoe kunnen de rest van de NAVO-bondgenoten Turkije hierbij ondersteunen en tegelijkertijd invloed uitoefenen op mogelijke uitkomsten?

18. Antwoord van het kabinet:

Er is zowel vanuit Nederland als vanuit andere NAVO-bondgenoten grote waardering voor de actieve rol die Turkije speelt in het faciliteren van onderhandelingen en het komen tot de-escalatie en een diplomatieke oplossing. Bondgenoten spreken deze waardering bij herhaling in zowel NAVO-verband alsook in verschillende bilaterale contacten met Turkije uit. Ook tijdens het bezoek van de Minister-President aan Ankara op 22 maart jongstleden, en het gesprek tussen de Minister van Buitenlandse Zaken en zijn Turkse collega de heer Çavuşoğlu en marge van de NAVO Top van 24 maart 2022 is dit aan de orde gekomen. Er ligt er op dit moment voor zover bekend geen verzoek vanuit Turkije voor ondersteuning bij deze inspanningen. Buiten het feit dat de NAVO en de afzonderlijke NAVO-bondgenoten een zo snel mogelijke diplomatieke oplossing van het conflict voorstaan zijn zij geen direct betrokken partijen in deze onderhandelingen. Het proces is in de eerste plaats aan de onderhandelaars zelf.

De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling naar de hernieuwde versie van het Strategisch Concept (SC). Welke elementen van het SC zijn voor de Minister het belangrijkst? Hoe zorgt de Minister ervoor dat deze elementen terugkomen in de eindversie? Is de Minister het met deze leden eens dat de lidstaten van de Europese Unie binnen de NAVO het eigen grondgebied zelfstandig moet kunnen verdedigen? Zo ja, welke concrete stappen gaan er binnen NAVO-verband gezet worden om dit te realiseren? Hoe zal dit element verwerkt worden binnen het Strategisch Concept?

19. Antwoord van het kabinet:

Voor het kabinet is van belang dat de drie hoofdtaken van de NAVO ook in het volgende Strategisch Concept gehandhaafd blijven. Daarnaast is voor het kabinet van prioritair belang dat de sterk veranderende veiligheidssituatie zijn weerslag vindt in het nieuwe Concept. Dat heeft zowel betrekking op het agressieve handelen van Rusland als de toegenomen assertiviteit van China. Ook moet in het volgende Strategisch Concept aandacht worden geschonken aan het kwaadwillende gebruik van nieuwe en ontwrichtende technologieën, de rol die de NAVO kan spelen op het gebied van wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie (ADN) alsook de impact van klimaatverandering op veiligheid. Ook het grote belang van weerbaarheid is een prioriteit. Ten slotte is voor het kabinet van prioritair belang dat aandacht wordt besteed aan samenwerking van de NAVO met partners, waarbij de EU een van de belangrijkste partners is. Nederland zal zich hiervoor inzetten tijdens de onderhandelingen.

De NAVO is en blijft de hoeksteen van onze collectieve veiligheid en tevens de basis voor ons integrale veiligheidsbeleid. Wel zullen Europese landen een grotere verantwoordelijkheid moeten dragen voor de Europese veiligheid. Een groter militair handelingsvermogen voor Europa komt ook de NAVO ten goede en brengt de trans-Atlantische relatie beter in balans, waardoor deze toekomstbestendiger en effectiever wordt.

Europese slagkracht vraagt om additionele investeringen van Europese landen in hun defensie. Veel Europese landen, inclusief Nederland, voldoen niet aan de 2% norm van de NAVO. De NAVO is bij de Top van 24 maart 2022 overeengekomen additionele plannen voor het tegemoetkomen aan deze norm te bespreken in Madrid in juni4.

Deze leden hechten een grote waarde aan de nauwe NAVO-EU-samenwerking en onderstrepen de positie van de Nederlandse regering dat dit een speerpunt van het Nederlandse veiligheidsbeleid is. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat dit speerpunt gewaarborgd is binnen het Strategisch Concept? Hoe wordt de interoperabiliteit tussen de NAVO en de EU verbeterd? Hoe gaat de Minister bijdragen om de militaire standaarden binnen NAVO-verband verder te stroomlijnen? Hoe kan gezamenlijke Europese defensie inkoop en aanbesteding hier een grotere rol in spelen? Is de Minister het met deze leden eens dat we de inrichting en gezamenlijke investeringen betreffende het Strategisch Concept vanuit een top-down benadering zouden moeten invullen, zodat verdere versnippering en protectionisme niet leidt tot inefficiëntie van de collectieve defensiemachten? Zo ja, op welke concrete manier denkt hij deze benadering binnen NAVO-verband in te vullen? Is de Minister het verder met deze leden eens dat multilaterale gezamenlijke investeringen en aanbestedingen preferabel zijn boven bilaterale gezamenlijke investeringen en aanbestedingen binnen NAVO-verband?

20. Antwoord van het kabinet:

De NAVO en de EU zien zich geconfronteerd met grotendeels dezelfde dreigingen en beschikken over instrumenten die elkaar goed kunnen aanvullen. In de huidige crisis komt het belang en de meerwaarde van een goede NAVO-EU samenwerking en complementariteit duidelijk naar voren. Het feit dat zowel de EU (Strategisch Kompas) als de NAVO (Strategisch Concept) strategiedocumenten kort na elkaar afronden in 2022, biedt een unieke gelegenheid om de onderlinge coherentie en complementariteit tussen beide organisaties verder te versterken.

Nederland heeft samen met Duitsland concrete voorstellen gedaan voor de verdere versterking van de NAVO-EU samenwerking en maximale complementariteit, die breed worden gedragen door zowel NAVO bondgenoten als EU-lidstaten. Bijvoorbeeld als het gaat om het intensiveren van de informatie-uitwisseling en direct overleg tussen vertegenwoordigers van beide organisaties. Maar ook als het gaat om het intensiveren van samenwerking die inspeelt op nieuwe type uitdagingen zoals disruptieve technologieën, klimaatverandering, hybride dreigingen en desinformatie.

Als onderdeel van deze coherentie en complementariteit acht het kabinet het van groot belang dat de in EU-verband ontwikkelde capaciteiten ook ten goede komen aan de NAVO. De lidstaten hebben elk immers de beschikking over een single set of forces, die in verschillende verbanden kan worden ingezet. Dit is recent ook zo vastgelegd in het aangekomen EU Strategisch Kompas.

Capaciteitendoelstellingen worden niet geadresseerd in het NAVO Strategisch Concept, maar worden bondgenoten toegewezen (en door hen geaccepteerd) in het kader van het NATO Defence Planning Proces. Voor additionele plannen om aan de 2% norm te voldoen, zie vraag 19.

De leden van de D66-fractie achten de groeiende samenwerking tussen de NAVO en landen in Azië van groot belang. Hoe zal de samenwerking met landen als Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea vorm krijgen in de uitwerking van het Strategisch Concept? Wat is de Nederlandse positie hierbij? Wordt er bijvoorbeeld nagedacht over de uitrol van militaire samenwerkingsverbanden met deze landen? Zo ja, hoe? Speelt de potentiele dreiging van China in Azië verder een rol in deze samenwerking?

21. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is voorstander van NAVO-samenwerking met landen als Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea. Het gaat daarbij om uitwisseling van informatie over regionale ontwikkelingen in Europa en Azië. Het kabinet acht het van belang dat deze samenwerking een passende vermelding krijgt in het volgende Strategisch Concept.

Onder de global partnership samenwerking wordt met deze landen ook militair samengewerkt op onder meer capaciteitsopbouw, opleidingen en uitwisseling van militair personeel.

De leden van de D66-fractie hechten een grote waarde aan de veiligheid van landen als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina. Op welke manier wordt er op dit moment samengewerkt met deze landen om hun veiligheid te waarborgen? Hoe kan de NAVO een rol spelen om de veiligheidssituatie binnen deze landen te verhogen?

22. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet hecht aan de veiligheid van landen als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina. Deze landen zijn partnerlanden van de NAVO. Dat betekent dat de NAVO hen actief ondersteunt bij de hervorming van onder andere de defensie- en veiligheidssector. Bosnië-Herzegovina kreeg in 2010 de uitnodiging voor Membership Action Plan (MAP)-status en krijgt in dit kader intensieve ondersteuning bij hervormingen. Georgië en Oekraïne zijn Enhanced Opportunity Partner (EOP). In dit kader zijn er bijvoorbeeld afspraken gemaakt over interoperabiliteit, trainingen en deelname aan oefeningen. Nederland draagt via verschillende NAVO trustfunds bij aan samenwerking met zowel Oekraïne als Georgië. Tijdens de NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april zullen de bondgenoten spreken over aanvullende mogelijkheden om deze landen te ondersteunen in de versterking van hun weerbaarheid tegen de Russische dreiging, ook met onder meer Georgië en Oekraïne aan tafel.

In de ondersteuning van deze landen is NAVO-EU samenwerking belangrijk. Het kabinet hecht aan het robuuste mandaat van de EUFOR Althea missie in Bosnië-Herzegovina om de veiligheid en stabiliteit in het land te waarborgen. De missie is begin dit jaar opgeschaald naar 1100 militairen door het inzetten van de Intermediate Reserve Forces.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de positie van Zweden en Finland richting het NAVO-lidmaatschap. Kan de Minister een update geven over de huidige positie van deze landen en daarbij spelende diplomatieke ontwikkelingen? Staat de Nederlandse regering welwillend tegenover een potentiele toetreding van deze landen?

23. Antwoord van het kabinet:

Zweden en Finland werken nauw samen met de NAVO en sluiten regelmatig aan bij verschillende overleggen. Er vindt ook militaire samenwerking plaats tussen NAVO-bondgenoten en Zweden en Finland.

Het is aan Zweden en Finland om een besluit te nemen of zij het lidmaatschap van de NAVO aan willen vragen. Op dit moment ligt een dergelijke aanvraag niet voor.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Rusland/Oekraïne

Het is de leden van de PVV-fractie volstrekt duidelijk dat de vreselijk oorlog in Oekraïne op de korte en lange termijn enorme implicaties heeft voor het NAVO-bondgenootschap. Voor wat betreft de korte termijn is het niet meer dan logisch dat tijdens de bijeenkomst van 6 en 7 april 2022 weer gesproken gaat worden over de versterking van het verdragsgebied. De leden van de PVV-fractie steunen de tot op heden genomen extra maatregelen en zullen de ontwikkelingen op dit punt met bijzondere interesse volgen. Wel willen de leden weten of er op dit punt – de versterking van het verdragsgebied – nog concrete nieuwe besluiten genomen gaan worden tijdens de bijeenkomst. Is dat het geval? Zo ja, om welke maatregelen gaat het en levert Nederland hieraan nog een extra bijdrage?

24. Antwoord van het kabinet:

Voor het antwoord op deze vraag verwijst het kabinet naar het antwoord op vraag 2.

Een Nederlands Patriot-luchtafweersysteem zou gestationeerd worden op de luchtmachtbasis Sliac in Slowakije. Is dat systeem inmiddels gearriveerd en operationeel? In één van de eerdere regeringsbrieven staat dat de inzet van het luchtafweersysteem wordt afgestemd met Slowakije en Duitsland, en dat er nadere afspraken over worden gemaakt. Kan dit uiteindelijk betekenen dat het systeem in plaats van in Centraal-Slowakije, meer naar de grensregio wordt verplaats bij een verdere escalatie van de oorlog in Oekraïne? Zo ja, wordt de Kamer er dan meteen over geïnformeerd?

25. Antwoord van het kabinet:

Het Nederlandse Patriot-luchtverdedigingssysteem is op dit moment nog niet ontplooid in Slowakije. Het Ministerie van Defensie voert momenteel een verkenningsmissie uit in Slowakije om de voorbereidingen voor ontplooiing te treffen en nadere afspraken te maken met Framework Nation Duitsland en gastland Slowakije. Het moment van ontplooiing zal mede afhankelijk zijn van de bevindingen en uitkomsten van deze verkenningsmissie. Er is nu geen sprake van inzet op een andere locatie.

Strategisch Concept

De NAVO-landen zijn voornemens om in juni een nieuw Strategisch Concept aan te nemen. De leden van de PVV-fractie zien, net als de regering, de noodzaak daarvan in. Ook het komende decennium moet het bondgenootschap de onaantastbare en onomstotelijke hoeksteen blijven van ons defensie- en veiligheidsbeleid, en dat kan alleen met een geactualiseerde strategische blik vooruit.

De leden zien op wat losse hoofdlijnen na, alleen niet wat de concrete Nederlandse inbreng wordt ten aanzien van het Strategisch Concept. Vanaf dit voorjaar starten de onderhandelingen erover. Op welke punten legt Nederland bij die onderhandelingen de nadruk? Zijn er concrete beleidswijzigingen die Nederland graag doorgevoerd wil zien, en die afwijken van het vorige Strategisch Concept? Zo ja, welke?

De leden van de PVV-fractie willen in ieder geval dat de focus komt te liggen op nieuwe plannen die de NAVO nog beter in staat stelt zijn kerntaak uit te voeren: de collectieve zelfverdediging. In dit kader willen de leden weten in hoeverre de toenemende dreiging van ballistische en hypersone raketten in het nieuwe concept wordt opgenomen.

26. Antwoord van het kabinet:

Voor het kabinet is van belang dat de drie hoofdtaken ook in het volgende Strategisch Concept gehandhaafd blijven. Daarnaast is voor het kabinet van prioritair belang dat de sterk veranderende veiligheidssituatie zijn weerslag vindt. Dit heeft zowel betrekking op het agressieve handelen van Rusland als op de toegenomen assertiviteit van China. Ook moet in het volgende Strategisch Concept aandacht worden geschonken aan het kwaadwillende gebruik van nieuwe en ontwrichtende technologieën, en de impact van klimaatverandering op veiligheid. Het toegenomen belang van weerbaarheid dient ook in het volgende Strategisch Concept te worden opgenomen. Ten slotte is voor het kabinet van prioritair belang dat aandacht wordt besteed aan samenwerking van de NAVO met partners, waarbij de EU een van de belangrijkste partners is. Nederland zal zich hiervoor inzetten tijdens de onderhandelingen.

De NAVO ziet raketverdediging in nauwe samenhang met nucleaire en conventionele capaciteiten als middelen voor afschrikking en collectieve verdediging. Dit zal als zodanig worden meegenomen in het volgende Strategisch Concept.

Zoals ook uit het dreigingsbeeld statelijke actoren blijkt, zijn er steeds meer landen – zoals Iran, Noord-Korea en China – die over toenemende capaciteiten beschikken op dit punt. Hoe gaat de NAVO zich het komende decennia verweren tegen deze raketdreiging? Hoe wordt dit verwerkt in het Strategisch Concept, en is er een rol weggelegd voor Nederland als het gaat om de aanschaf van luchtafweersystemen tegen dit type dreiging? Ziet Nederland een niche-capaciteit weggelegd voor onze krijgsmacht aangaande dit onderwerp?

27. Antwoord van het kabinet:

De NAVO ziet raketverdediging in nauwe samenhang met nucleaire en conventionele capaciteiten als middelen voor afschrikking en collectieve verdediging. Hierbij volgt NAVO de ontwikkelingen in landen als Rusland, China, Iran en Noord-Korea op de voet.

Oekraïne en Georgië – gesprek met Ministers

In het verslag van de vorige NAVO ministeriële bijeenkomst staat dat de bondgenoten zich bij herhaling committeerden aan de toezeggingen die aan Georgië en Oekraïne zijn gedaan in 2008: de controversiële Boekarest Verklaring. Volgens veel analisten wordt deze verklaring gezien als het breekpunt in de relatie tussen Rusland en de NAVO, omdat de toezegging werd gedaan dat Oekraïne en Georgië lid konden worden van de NAVO.

Inmiddels heeft de president van Oekraïne aangegeven dat hij wil praten over Oekraïense neutraliteit, wat inhoudt dat Oekraïne nu en in de toekomst geen lid wordt van de NAVO. Als Oekraïne inderdaad het NAVO-lidmaatschap laat vallen als onderdeel van de gesprekken met Rusland, betekent dit dan ook de definitieve ondergang van de Boekarest Verklaring? Wat betekent dit dan ten aanzien van de positie van de NAVO ten opzichte van Georgië?

28. Antwoord van het kabinet:

De Boekarest Verklaring is een politieke verklaring van NAVO staatshoofden en regeringsleiders waarin zij aangaven dat Georgië en Oekraïne op den duur lid konden worden van de NAVO. De kern van die verklaring blijft ongewijzigd: de vraag of Georgië en Oekraïne lid kunnen worden van de NAVO is aan deze landen en de dertig bondgenoten zelf.

NAVO-partners in Azië en Oceanië

De Ministers gaan tijdens de NAVO bijeenkomst met hun collega’s uit de Indo-Pacific regio spreken over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. In de ogen van de leden van de PVV-fractie is zo’n gesprek niets waard als het niet gaat over de positie van Taiwan. Vorig jaar bevestigde de Taiwanese president dat Amerikaanse militairen het Taiwanese leger trainen. Ook levert de Verenigde Staten wapens aan Taiwan om de verdediging van het eiland op te krikken.

In hoeverre worden dit soort maatregelen besproken binnen het NAVO-bondgenootschap? Groeit het draagvlak bij bondgenoten om deze steunmaatregelen voor Taiwan, in NAVO-verband of bilateraal, op te schroeven?

29. Antwoord van het kabinet:

De NAVO werkt samen met partners in de Indo-Pacific door kennis en informatie te delen om zo een beter beeld te krijgen van regionale ontwikkelingen die de veiligheid van het bondgenootschap raken. Er is geen sprake van militaire steun door de NAVO aan Taiwan.

Tot slot willen de leden van de PVV-fractie de regering vragen om een reactie op de laatste (ballistische) rakettest van Noord-Korea. Het zou gaan om een test met de Hwasong-17-raket. Dit is een raket waarvan experts stellen dat deze met gemak het NAVO-grondgebied kan bereiken. Kan dit door Nederland bevestigd worden? Wordt er binnen de NAVO gesproken over deze rakettest, en in hoeverre maken de ontwikkelingen op dit punt onderdeel uit bij het opstellen van een nieuw Strategisch Concept voor de NAVO?

30. Antwoord van het kabinet:

De Hwasong-17 die Noord-Korea ontwikkelt is een intercontinentale ballistische raket die doelen in NAVO verdragsgebied kan raken.

NAVO volgt de ontwikkelingen in landen als Rusland, China, Iran en ook Noord-Korea op de voet.

De NAVO ziet raketverdediging (missile defence) in nauwe samenhang met nucleaire en conventionele capaciteiten als middelen voor afschrikking en collectieve verdediging. Rekening houdend met het abstractieniveau van een strategsich concept, zal een referte aan raketverdediging ook in het volgende Strategisch Concept worden opgenomen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april 2022. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA fractie steunen de kabinetsinzet binnen de NAVO inzake de oorlog in Oekraïne. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of en hoe Rusland heeft gereageerd op het besluit van de NAVO om zich niet langer te houden aan de NAVO-Rusland-Akte van 1997.

31. Antwoord van het kabinet:

In de NATO Russia Founding Act uit 1997 hebben NAVO-bondgenoten eenzijdig de intentie kenbaar gemaakt om, binnen de op dat moment geldende veiligheidscontext, geen grote gevechtseenheden permanent te stationeren op het grondgebied van de voormalige Warschaupact landen.

Het kabinet hecht eraan te onderstrepen dat het Rusland is dat besloot zich niet langer te houden aan de NAVO-Rusland-Akte van 1997. Door de Russische aanval op Georgië, het illegaal annexeren van de Krim en de recente invasie van Oekraïne is er een compleet andere veiligheidssituatie ontstaan dan in 1997, toen Rusland nog werd gezien als een strategische partner.

De leden van de CDA-fractie lezen dat het volgende Strategisch Concept tijdens de Top in Madrid op 29 en 30 juni 2022 zal worden aangenomen. Terecht wordt gesteld dat de veiligheidssituatie in de wereld sterk is veranderd sinds het huidige Strategisch Concept in 2010 werd aangenomen. De recente inval van Rusland in Oekraïne heeft de veiligheidsstructuur van Europa verder ontwricht. Als reactie hierop hebben verschillende EU-NAVO bondgenoten besloten hun defensie uitgaven fors te verhogen. Deze leden vragen het kabinet in hoeverre deze ontwikkelingen in het Strategisch Concept 2030 worden verwerkt. De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van een nauwe NAVO-EU samenwerking. De afgelopen weken is gebleken hoe belangrijk dit partnerschap is. Het kabinet geeft aan dat het eraan hecht de samenwerking duurzaam te bestendigen. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet hoe deze samenwerking in de toekomst structureel vorm gaat krijgen en waar verdere intensivering mogelijk is.

32. Antwoord van het kabinet:

De Oekraïne crisis heeft de westerse samenwerking nog hechter gemaakt en NAVO-EU samenwerking verder verbeterd. Deze veranderde veiligheidssituatie zal haar weerslag hebben op het volgende Strategisch Concept. Anders dan ten tijde van de opstelling van het huidige Strategisch Concept het geval was, is niet langer sprake van stabiliteit op het gehele Europese continent. Ook zal onder andere meer aandacht uitgaan naar de hoofdtaak van collectieve verdediging.

Nederland heeft al voor de huidige crisis samen met Duitsland concrete voorstellen gedaan voor de verdere versterking van de EU-NAVO samenwerking en maximale complementariteit tussen beide organisaties. Deze voorstellen worden breed gedragen door zowel EU-lidstaten als NAVO-bondgenoten. Het gaat hierbij onder andere om het intensiveren van de informatie-uitwisseling en direct overleg tussen vertegenwoordigers van beide organisaties.

In de toekomst zal onder meer ruimte zijn om de onderlinge samenwerking verder te verdiepen als het gaat om het intensiveren van samenwerking die inspeelt op nieuwe uitdagingen, zoals ontwrichtende technologieën, klimaatverandering, hybride dreigingen en desinformatie.

De leden van de CDA-fractie zien de noodzaak om te spreken met landen in de directe nabijheid van de NAVO die kwetsbaar zijn voor ondermijning en mogelijk militaire agressie vanuit Rusland. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de inzet van de NAVO in dezen.

33. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet hecht waarde aan het versterken van de weerbaarheid van landen in de directe nabijheid van de NAVO tegen mogelijke ondermijning en mogelijke militaire agressie vanuit. De NAVO werkt daartoe al samen met deze landen en bekijkt de mogelijkheden om steun te intensiveren. Dat staat ook op de agenda van de NAVO ministeriële van 6 en 7 april. Zie ook het antwoord op vraag 22.

Daarnaast zijn de leden van de CDA-fractie bezorgd over de situatie in Nagorno Karabach. Het Russische leger zegt dat het leger van Azerbeidzjan troepen heeft gestuurd naar een zone binnen de regio Nagorno-Karabach die valt onder de verantwoordelijkheid van Russische vredestroepen. Ook heeft Azerbeidzjan volgens Moskou vier droneaanvallen uitgevoerd in de regio. Kan het kabinet deze berichtgeving bevestigen vragen de leden van de CDA-fractie en kan de Minister aandacht vragen voor de situatie in Nagorno Karabach tijdens de NAVO ministeriële.

34. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is bekend met de berichtgeving van Rusland inzake de recente ontwikkelingen in Nagorno-Karabach, maar kan deze informatie niet bevestigen. Er is geen onafhankelijke waarneming in het gebied. Er is wel brede berichtgeving over gewapende incidenten en verplaatsingen van troepen in betreffende gebieden, zoals ook bevestigd in de verklaring van Frankrijk, covoorzitter van de OVSE Minsk Groep. Deze ontwikkelingen baren het kabinet ernstige zorgen, de aanwezige spanningen verhogen immers het risico op verdere escalatie. Indien opportuun zal het kabinet hier tijdens de NAVO ministeriële bijeenkomt aandacht voor de vragen.

De leden van de CDA-fractie zijn blij dat de NAVO ook tijdens de Oekraïnecrisis intensief contact houdt met de NAVO partners in Azië en Oceanië. Deze leden vragen of ook dit overleg een structureel karakter kan krijgen.

35. Antwoord van het kabinet:

De NAVO spreekt op structurele basis met de NAVO-partners in Azië en Oceanië in het kader van de Global Partnership samenwerking, en volgt in toenemende mate samen met deze partners ontwikkelingen die de veiligheid van het bondgenootschap kunnen raken. De samenwerking met partners in Azië en Oceanië beslaat vooral het intensiever delen van informatie en kennis. Het kabinet onderschrijft het belang van intensief en regelmatig contact met deze partners, juist ook tijdens de Oekraïne crisis.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie volgen met interesse de ontwikkelingen in de NAVO.

De NAVO en de relatie met Rusland

Als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne is de relatie NAVO-Rusland verwoest. Toch komt de vraag op, zeker in het licht van de ontwikkeling van een strategisch concept, hoe de NAVO de relatie met Rusland wil definiëren in de toekomst. Blijft een dergelijke positiebepaling van de NAVO buiten beschouwing, of heeft president Biden tijdens zijn toespraak in Polen toch een tipje van de sluier opgelicht? «Deze man mag niet meer aan de macht blijven», zei de Amerikaanse president over Poetin. Kan worden uitgesloten dat de NAVO uit is op regime-change in Rusland? Hoe dan ook geldt de vraag: wat wordt hoe dan ook de relatie tot Rusland?

36. Antwoord van het kabinet:

De NAVO is niet uit op regime change in Rusland. Het is aan de Russische bevolking om zijn leiders te kiezen. Dat is ook het standpunt van Nederland en van de VS. President Biden heeft inmiddels een toelichting gegeven op zijn uitspraken, waarin hij desgevraagd zijn uitspraak van context voorzag.

Waar de relatie tussen de NAVO en Rusland in het huidige Strategisch Concept nog wordt bezien in het licht van partnerschap, kan hiervan mede door de inval in Oekraïne niet langer sprake zijn. Het kabinet acht het in de huidige situatie prematuur om antwoord te geven op de toekomstige relatie van de NAVO met Rusland. NAVO-bondgenoten spreken hier de komende tijd over door. In het nieuwe Strategisch Concept is aandacht voor de toekomstige relatie tussen NAVO en Rusland. Zie ook het antwoord op vraag 31.

De NAVO een eenheid

De ontwikkelingen sinds de oorlog hebben geleid tot de krachtig geplaatste stelling dat de NAVO één is. Ondanks de ogenschijnlijke juistheid van die stelling komt de vraag op over de positie van Turkije. NAVO-land Turkije doet niet mee aan de economische boycot van Rusland, maar is wel de onderhandelingsschakel voor zowel Oekraïne als Rusland. Is de regering van mening dat Turkije zich moet aansluiten bij de boycot? Zal Turkije afzien van de Russische S-400 luchtafweerraket? Komt Turkije weer terug in het F-35-programma? Waarover hebben premier Rutte en Erdogan onderhandeld vorige week? Is er naar de indruk van de regering iets verbeterd in Turkije om een verbetering van de handelsbetrekkingen na te streven?

37. Antwoord van het kabinet:

Zoals de Minister-President tijdens zijn bezoek aan Ankara op 22 maart heeft gesteld, is het kabinet er voorstander van dat alle landen, dus ook Turkije, zich aansluiten bij de sancties tegen Rusland. Tegelijkertijd heeft het kabinet begrip voor de positie waarin Turkije zich bevindt en heeft het kabinet waardering voor wat Turkije wél doet, zoals een duidelijke stellingname tegen de Russische agressie, onophoudelijke pogingen richting de-escalatie en contact met beide partijen. Het kabinet verwijst in dat kader bijvoorbeeld naar de gesprekken tussen Rusland en Oekraïne die Turkije in Istanbul heeft gefaciliteerd.

Tijdens het bezoek van de Minister-President was er geen sprake van onderhandelingen met Turkije, maar is er gesproken over Oekraïne en de noodzaak om het geweld aldaar zo snel mogelijk te doen stoppen. Ook werd er stilgestaan bij de bredere betrekkingen tussen Nederland en Turkije. Turkije is een belangrijke NAVO-bondgenoot en een belangrijke partner voor Nederland. Goede samenwerking op terreinen van gemeenschappelijk belang, zoals veiligheid, migratie, maar ook handel sluit niet uit dat we ook openhartige gesprekken met elkaar kunnen blijven voeren over zaken waar we het niet over eens zijn.

Nederland heeft eerder al zijn zorgen uitgesproken over de keuze van Turkije voor het plaatsen van S-400 luchtafweerraketten. Het is nu niet aan het kabinet om te speculeren over een eventuele nieuwe Turkse beslissing hieromtrent. Het kabinet is onverminderd van mening dat de S-400 niet verenigbaar is met de systemen die andere NAVO-bondgenoten gebruiken, noch met deelname aan het F-35-programma.

Ten aanzien van de versterking van militaire posities in Europa komt bij de SP-fractie de vraag op waar de 100.000 Amerikaanse militairen zijn, die volgens berichten in Europa zijn gelegerd. Wat zijn hun taken? In hoeverre passen ze in de NAVO-plannen, of zijn het Amerikaanse plannen die los staan van de versterking van de NAVO in Oost-Europa?

38. Antwoord van het kabinet:

De VS is een belangrijke bondgenoot die bijdraagt aan de veiligheid van Europa en de NAVO. Het kabinet doet geen uitspraken over de plannen van bondgenoten.

In het verslag van Minister Ollongren over de NAVO-raad voor Ministers van Defensie meldt zij het volgende: «In lijn met de wens van met name de Oost-Europese bondgenoten beziet SACEUR daarom of de NAVO over dient te gaan van de huidige vooruitgeschoven aanwezigheid (forward presence), naar een vorm van voorwaartse verdediging (forward defence) aan de oostflank.» Besluitvorming over de langere termijn aanpassing van de collectieve afschrikkings- en verdedigingsfunctie wordt voorzien voor de Defensie ministeriële in juni en de NAVO-top in Madrid in juni 2022. Is het juist dat op de NAVO-vergadering van vorige week donderdag daadwerkelijk is besloten om de voorwaartse verdediging in Oost-Europa uit te voeren? Of moet dat nog gebeuren in Madrid? Gaat het hier om een tussenbeslissing? Is met andere woorden het overbrengen van vier extra Rapid Batallion Groups naar vier Oost-Europese landen het enige dat op het programma staat? Nu gaat het om zo’n 8.000 mensen die in vier «nieuwe» Oost-Europese landen worden geplaatst. Wat is de verwachting van het (eventuele) eindresultaat van de voorwaartse verdediging of Deterrence by denial? Gaat dit ook gelden voor de Baltische staten?

39. Antwoord van het kabinet:

De NAVO bijeenkomst van Ministers van Defensie van 16 maart 2022 (Kamerstukken 28 676 en 36 045, nr. 395) heeft geen besluiten genomen over voorwaartse verdediging (forward defence) aan de oostflank. De NAVO beziet op dit moment de mogelijkheden daarvoor. Besluitvorming is voorzien tijdens de Defensie ministeriële op 16 en 17 juni 2022 en de NAVO-top in Madrid op 29 en 30 juni 2022. De aankondiging van het ontplooien van vier nieuwe battle groups in vier Europese landen is geen onderdeel van voorwaartse verdediging.

Kernwapens

Ten aanzien van kernwapens in de nieuwe strategie hebben de leden van de SP-fractie de volgende opmerkingen en vragen. De aanwezigheid van kernwapens is altijd verdedigd met de afschrikkingstheorie. Maar hoe staat het met dit concept nu Rusland laat blijken ze als slagveldwapen in te kúnnen zetten? Deelt de Minister de opvatting van deze leden dat deze ontwikkeling het idee van atoomafschrikking ondergraven heeft? Wat betekenen de recente ontwikkelingen in de oorlog in Oekraïne voor het denken over de rol van kernwapens in het nieuwe strategisch concept?

40. Antwoord van het kabinet:

Rusland heeft in het kader van de invasie in Oekraïne nucleaire retoriek gebruikt. De NAVO, en dus ook Nederland, heeft die in scherpe bewoordingen veroordeeld als ongepast en onverantwoordelijk. Ook is verwezen naar de verklaring van de vijf permanente leden van de VN Veiligheidsraad van 3 januari 2022, waarin gesteld werd dat «a nuclear war cannot be won and must not be fought». Deze verklaring is ook door Rusland ondertekend.

De NAVO neemt de dreiging die uitgaat van de situatie rond Oekraïne zeer serieus en volgt de ontwikkelingen nauwgezet. De NAVO ziet vooralsnog geen aanleiding om te reageren op de uitlatingen van president Poetin en zijn Ministers.

De NAVO ziet geen andere rol voor kernwapens in het nieuwe Strategisch Concept. Zolang er kernwapens in de wereld zijn, is de NAVO een nucleair bondgenootschap. Dit draagt bij aan de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging, en dus aan de veiligheid van de NAVO en van Nederland. Ook onder de huidige omstandigheden is de NAVO nucleaire afschrikking essentieel.

Wat wordt kortom de rol van kernwapens binnen de NAVO? Komt de nieuwe Amerikaanse nuclear posture review aan bod in de volgende NAVO-ministerraad? Is er ook sprake van nieuwe «nuclear sharing» landen? Is het mogelijk dat dit beleid wordt uitgebreid of veranderd?

Dat brengt ook de vraag nu de hele verdediging van de NAVO in oostelijke richting opschuift: is er sprake van oorlogslocaties of zelfs vredeslocaties voor kernwapens in het oosten van Europa?

41. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet doet geen uitspraken over het kernwapenbeleid van NAVO-bondgenoten, en dus ook niet over de Amerikaanse nuclear posture review. Over aantallen en locaties van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens, kunnen, op grond van bondgenootschappelijke en juridisch bindende afspraken, geen mededelingen worden gedaan. Overwegingen van veiligheid liggen hieraan ten grondslag. Alle bondgenoten onderschrijven deze geheimhoudingsplicht.

Wat betekent dit voor de JSF-taak in Volkel? Verandert daaraan iets? Komen de eerste vier toestellen als voorzien op 30 juni? Wanneer verwacht de Minister de kernbommen voor de F-35 (de B-61-12)? Is er vanwege de toegenomen spanning in Europa iets veranderd aan de lopende atoomtaak voor de «oude» F-16 en de «oude» B-61-11? Zo ja, wat?

42. Antwoord van het kabinet:

Het garanderen van onze veiligheid is niet gratis en het kabinet is bereid daaraan een relevante bijdrage te blijven geven met de Nederlandse kernwapentaak. Hierdoor wordt ook de cohesie binnen NAVO vergroot en doen we aan feitelijke lastenverdeling. Dankzij de kernwapentaak is Nederland daarnaast in een positie om op constructieve wijze een actieve rol te blijven spelen binnen het bondgenootschap op het gebied van wapenbeheersing.

Het kabinet houdt vast aan hetgeen door opeenvolgende regeringen sinds 2002 is gesteld, namelijk dat het altijd de bedoeling is geweest dat de F-35 de bestaande nucleaire taak van de F-16 overneemt. Op basis van bondgenootschappelijke afspraken kunnen geen mededelingen worden gedaan over de details van deze transitie. Uw Kamer is herhaaldelijk geïnformeerd over de modernisering van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens. Zoals eerder bekend gesteld, hebben de Verenigde Staten een levensduurverlengingsprogramma, het zogenaamde Life Extension Program (LEP), met als doel de veiligheid, beveiliging en effectiviteit van onder meer het type B61 blijvend te garanderen. Het LEP betreft de modernisering van Amerikaanse kernwapens, dus NAVO-bondgenoten hebben geen zeggenschap hierover.

Wat veranderen deze concrete dreigingen voor de Nederlandse regering aan het standpunt dat kernwapens zo spoedig mogelijk moeten worden uitgebannen? De conferentie van het VN-verdrag op een verbod van kernwapens staat in Wenen in juni gepland. Meerdere malen hebben we al aan de Nederlandse regering om deelname als waarnemer gevraagd. Meer dan ooit dringt die noodzaak zich op. Sterker nog, ondertekening door Nederland en het aandringen in de NAVO om dat mogelijk te maken, is een uitstekende beleidslijn. Is de Minister bereid dat in de vergedering komende week in te brengen? De Duitse regering meldde bij aantreden eind 2021 dat zij als waarnemer aanwezig zou zijn. Is de Minister bereid samen met de Duitsers bij de conferentie van Wenen als waarnemer aanwezig te zijn?

43. Antwoord van het kabinet:

Nee. Het kabinet is nog steeds geen voorstander van het VN-verdrag op een verbod van kernwapens. Nederland heeft destijds meegedaan aan de onderhandelingen, maar heeft vervolgens tegen gestemd. De standpunten en de argumenten daarvoor zijn uitgebreid met de Kamer gedeeld. De Nederlandse positie is sindsdien niet veranderd. Ook in een status als observer ziet het kabinet geen toegevoegde waarde. Het kabinet streeft, net als de NAVO, naar een kernwapenvrije wereld, binnen bondgenootschappelijke kaders. Maar zolang er kernwapens in de wereld zijn, zal de NAVO een nucleair bondgenootschap zijn. Eenzijdige ontwapening draagt niet bij aan een veiligere en stabielere wereld. Het non-proliferatieverdrag is voor Nederland de hoeksteen voor non-proliferatie en ontwapening.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de NAVO Ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april 2022 en hebben hierover de volgende vragen en opmerkingen.

Rusland en Oekraïne

De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat Nederland tijdens de aanstaande NAVO Ministeriële bijeenkomst het belang zal benadrukken van een krachtig NAVO-beleid ter verdediging van het Euro-Atlantisch grondgebied. Zij vragen de Minister echter naar zijn mening over het feit dat niet alle NAVO-landen de huidige sancties tegen Rusland steunen. Hoe kijkt de Minister aan tegen het feit dat bijvoorbeeld Turkije de sancties tegen Rusland niet steunt? Op welke manier is hij bereid druk uit te oefenen op Turkije om deze sancties wel te gaan steunen?

44. Antwoord van het kabinet:

Zoals de Minister-President tijdens zijn bezoek aan Ankara heeft aangegeven, is het kabinet er voorstander van dat alle landen, dus ook Turkije, aansluiten bij de sancties tegen Rusland. Tegelijkertijd heeft het kabinet ook begrip voor de positie waarin Turkije zich bevindt en heeft het kabinet waardering voor wat Turkije wél doet, zoals een duidelijke stellingname tegen de Russische agressie, onophoudelijke pogingen richting de-escalatie en contact met beide partijen. Het kabinet verwijst in dat kader bijvoorbeeld naar de gesprekken tussen Rusland en Oekraïne die Turkije in Istanbul heeft gefaciliteerd.

NAVO 2030 / Strategisch Concept

De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat het Strategisch Concept, waarvan de laatste versie uit 2010 stamt, dit jaar vernieuwd zal worden en richting zal geven aan het handelen van de NAVO het komende decennium. Zij vragen zich af op welke manier er in het strategisch concept aandacht zal zijn voor een meer strategische samenwerking tussen de NAVO en de Europese Unie. De GroenLinks-fractie is van mening dat een effectieve NAVO aan slagkracht zou winnen door niet alleen meer financiering te krijgen, maar juist ook door effectievere samenwerking tussen NAVO-lidstaten onderling. De leden van de GroenLinks-fractie zijn daarom benieuwd hoe de Minister aankijkt tegen het feit dat er op dit moment veel verschillende wapensystemen worden gebruikt binnen de NAVO-lidstaten, waardoor de interoperabiliteit tussen de verschillende systemen laag is. Op welke manier is de Minister bereid om in te zetten op effectievere samenwerking binnen de NAVO-lidstaten en wat ziet hij daartoe als de belangrijkste middelen? Kan de Minister aangeven hoe de samenwerking tussen de NAVO en de EU volgens hem verbeterd zou moeten worden? Op welke manier gaat de Minister concreet inzetten op het voorkomen van dubbelingen in materiaal tussen de EU en de NAVO?

45. Antwoord van het kabinet:

Als onderdeel van de coherentie en complementariteit tussen de EU en de NAVO acht het kabinet het van groot belang dat de in EU-verband ontwikkelde capaciteiten ook ten goede komen aan de NAVO. De lidstaten hebben elk immers de beschikking over een single set of forces, die in verschillende verbanden kan worden ingezet. Dit is recent ook zo vastgelegd in het aangekomen EU Strategisch Kompas.

Het kabinet hecht veel belang aan militaire samenwerking tussen NAVO-bondgenoten. Het ligt in de verwachting dat, mede gezien de nauwe samenwerking met strategische partners, de samenwerking met hen bij het ontwikkelen van militaire capaciteiten verder wordt geïntensiveerd. Interoperabiliteit is van groot belang om effectief te kunnen samenwerken. Via de NAVO wordt bijvoorbeeld het Framework Nation Concept gebruikt om capaciteit samen met bondgenoten te ontwikkelen en op die wijze interoperabiliteit verder te verbeteren.

Zie voorts ook het antwoord op de vragen 19, 20 en 32.

Rol China

De leden van de GroenLinks-fractie zijn daarnaast ook positief over het feit dat aandacht besteedt zal worden aan het toenemende assertieve optreden van China. De leden zijn in dat kader benieuwd naar de appreciatie van de Minister over de toegenomen dreiging van China ten aanzien van Taiwan de afgelopen maanden, en horen graag hoe hij dit onderwerp onder de aandacht zal brengen tijdens deze Ministeriële bijeenkomst. Hoe gaat de NAVO gecoördineerd samenwerken om de druk op Xi Jinping op te voeren en een aanval op Taiwan te voorkomen?

46. Antwoord van het kabinet:

De NAVO werkt samen met partners in de Indo-Pacific, in het bijzonder Australië, Japan, Nieuw Zeeland en Zuid Korea (de AP4), door kennis en informatie te delen om zo een beter beeld te krijgen van regionale ontwikkelingen die de veiligheid van het bondgenootschap raken. De NAVO richt zich primair op de verdediging van het NAVO verdragsgebied, ook tegen hybride en andere niet-conventionele dreigingen.

Veiligheidsimplicaties oorlog in Oekraïne voor bredere regio

De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat tijdens de bijeenkomst ook gesproken zal worden met Georgië over de implicaties van de oorlog voor landen als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina. Wat is de inzet van de Minister als het gaat om het beschermen van deze landen tegen de Russische dreiging? Hoe groot acht de Minister de kans dat de oorlog overslaat naar deze landen?

47. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet neemt de Russische dreiging voor deze landen serieus, zeker tegen de achtergrond van de recente Russische invasie van Oekraïne. Er wordt bezien hoe landen als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina door de NAVO extra ondersteund kunnen worden om hun weerbaarheid te versterken. Tijdens de NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april zullen de bondgenoten de mogelijkheden hiertoe bespreken, ook met partners aan tafel. Het kabinet houdt de situatie in deze landen uiteraard nauwgezet in de gaten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep Van Haga

De leden van de Groep Van Haga danken de Minister voor de geannoteerde agenda ten behoeve voor de NAVO ministeriële bijeenkomst op 6 en 7 april.

Deze leden veroordelen de inval van Rusland in de Oekraïne. Zij onderschrijven echter niet de stelling die de kern van het kabinetsstandpunt verwoord, namelijk om in te zetten op zo stevig mogelijke maatregelen tegen Rusland, steun bieden aan Oekraïne en versterking van afschrikking en verdediging van het verdragsgebied, zonder aanleiding te geven tot verder escalatie. Deze leden vinden dat dit laatste het hoofddoel moet zijn, ervoor zorgen dat er geen aanleiding is tot verder escalatie van deze oorlog. De opmerkingen die de Amerikaanse president recent heeft gedaan, hebben dan ook geen goed gedaan in deze en terecht hebben president Macron en bondskanselier Scholz hier direct afstand van genomen. Hoe beoordeelt de Minister de opmerkingen van de president en vicepresident van de Verenigde Staten?

Deze oorlog is verschrikkelijk, in de eerste plaats voor het Oekraïense en het Russische volk maar verandert van dag tot dag. Laten we te allen tijde ons hoofd koel houden en blijven inzetten op diplomatiek overleg. Degenen die verantwoordelijk zijn voor schendingen van het humanitair en internationaal recht, inclusief oorlogsmisdaden, moeten uiteindelijk ter verantwoording geroepen worden, maar daarvoor is nu nog te veel onduidelijk.

48. Antwoord van het kabinet:

Voor het antwoord op deze vraag verwijst het kabinet naar de beantwoording van vraag 36.

Voor wat betreft de onderhandelingen die dit voorjaar starten met betrekking tot het volgende Strategische Concept maken de leden van de Groep Van Haga zich grote zorgen over het gewicht dat wordt toegekend aan de nauwe samenwerking tussen de NAVO en de EU. Zij vrezen dat dit een opmaat is naar een Europees leger, terwijl de meerderheid van de Kamer zich duidelijk heeft uitgesproken tegen het instellen van een Europees leger. Kan de Minister aangeven hoe hij deze nauwe samenwerking ziet en hoe hij duidelijk gaat maken aan de overige bondgenoten dat Nederland geen Europees leger wenst?

49. Antwoord van het kabinet:

Met betrekking tot de referentie aan een Europees leger, verwijst het kabinet naar een eerdere reactie5 op de motie van het lid Van Houwelingen c.s. van 10 maart jl.6, waarin het kabinet opnieuw werd verzocht de oprichting van een Europees leger uit te sluiten.

Verder vragen de leden van de Groep Van Haga zich af wat de rol van de NAVO kan zijn met betrekking tot klimaatverandering?

50. Antwoord van het kabinet:

De NAVO heeft een eigen verantwoordelijkheid op het gebied van het beperken van de eigen impact op het klimaat. Zo wordt onder meer steeds nauwlettender gekeken naar de footprint van missies en is ook het hoofdkwartier van de NAVO CO2-bewust gebouwd. Daarnaast neemt het inzicht toe dat klimaatverandering een trigger voor of een versterker van conflict kan zijn. Voor zover hieruit potentieel implicaties voor de veiligheid en stabiliteit van het Euro-Atlantisch gebied kunnen voortvloeien, spreekt het voor zich dat de NAVO een uitstekend forum biedt om hierover met elkaar te spreken.

Graag willen deze leden drie moties indienen bij het tweeminutendebat.

Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie

De leden van de DENK-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april 2022.

Rusland / Oekraïne

De leden van de DENK-fractie ondersteunen het sterk veroordelen van de inval van Rusland in Oekraïne. De kabinetsinzet focust zich op het inzetten op zo stevig mogelijke maatregelen tegen Rusland, steun bieden aan Oekraïne en versterking van afschrikking en verdediging van het verdragsgebied, zonder aanleiding te geven tot verdere escalatie. De leden van de DENK-fractie vragen of het kabinet een nadere toelichting kan geven over het ondersteunen van Oekraïne zonder aanleiding te geven tot verdere escalatie. Hoe wordt dit bewerkstelligt?

51. Antwoord van het kabinet:

De Russische agressie kan niet onbeantwoord blijven. Oekraïne heeft het volste recht zichzelf te verdedigen tegen Russische agressie. Daarom is er grote eensgezindheid onder NAVO-bondgenoten en EU-lidstaten om Oekraïne alle mogelijke economische, humanitaire en militaire steun te verlenen. Bondgenoten zijn vastberaden hiermee door te gaan. Daarbij is het van belang te voorkomen dat de NAVO een directe partij wordt bij het conflict. Voorts is van belang dat er ruimte blijft bestaan voor het diplomatieke spoor en onderhandelingen.

NAVO 2030 / Strategisch Concept

De veiligheidssituatie in de wereld veranderd drastisch waardoor het strategisch concept cruciaal blijkt te zijn. De collectieve verdediging voor de veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied komt weer ter sprake door de recente inval van Rusland in Oekraïne. Het agressieve handelen van Rusland, heeft een weerslag in de Westelijke Balkan. Ook hier verspreidt de onrust zich bij burgers. Desalniettemin is het kabinet akkoord gegaan met een additionele toevoeging aan het strategisch kompas waarbij er expliciet wordt verwezen naar samenstellende volkeren in Bosnië en Herzegovina. Deelt het kabinet de mening dat dit niet bijdraagt aan de crisisbeheersing alsmede coöperatieve veiligheid van de regio en dat dit onwenselijk is?

52. Antwoord van het kabinet:

In de paragraaf over de Westelijke Balkan in het Strategisch Kompas is ten aanzien van Bosnië en Herzegovina in een laat stadium een verwijzing opgenomen naar de zogenaamde drie constitutionele volkeren. Om de rechten van burgers die zich niet met een van deze drie volkeren identificeren te waarborgen is hieraan mede op verzoek van Nederland nog toegevoegd een expliciete referentie naar de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie van alle burgers. Nederland heeft zowel in de Raad Buitenlandse Zaken van 21 maart jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 240) alsmede via een schriftelijke nationale verklaring, die ook door België en Luxemburg werd onderschreven, duidelijk gemaakt dat het akkoord met het Strategisch Kompas geen verandering in het kabinetsstandpunt hierover met zich meebrengt. Het kabinet staat achter de eenheid, territoriale integriteit en soevereiniteit van Bosnië en Herzegovina en blijft zich daarom inzetten tegen verdieping van etnische tegenstellingen in het land o.a. door het benadrukken van het belang van de uitvoering van relevante EHRM uitspraken, zoals de Sejdi-Finci uitspraak.

Georgië en Oekraïne

Landen in de directe nabijheid van de NAVO die kwetsbaar zijn voor ondermijning en mogelijk militaire agressie vanuit Rusland, zoals Georgië, Moldavië en Bosnië en Herzegovina, krijgen extra aandacht. Kunt u nader toelichten op welke wijze de bovengenoemde landen ondersteund zullen worden? Kunnen zij rekenen op meer militaire inzet? Op welke wijze zullen deze landen tevens gesteund worden om ondermijning tegen te gaan? Binnen welke termijn kunnen de bovengenoemde landen rekenen op extra aandacht?

53. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet hecht waarde aan het versterken van de weerbaarheid van landen als Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina tegen de Russische dreiging. Tijdens de ministeriële bijeenkomst van NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken op 6 en 7 april zullen de bondgenoten de mogelijkheden hiertoe en de voorziene termijn bespreken, ook met partners aan tafel. Militaire inzet van de NAVO in deze landen is niet aan de orde. Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina zijn geen lid van de NAVO en art. 5 van het Verdrag van Washington is dan ook niet op deze landen van toepassing. Zie ook het antwoord op vraag 22.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie vragen de Minister hoe hij van plan is in NAVO-verband om te gaan met de mogelijk verdergaande escalatie op Oekraïens grondgebied? En hoe is de Minister voornemens in NAVO-verband om te gaan met een mogelijk verdergaande escalatie op Oekraïens grondgebied op de Europese buitengrenzen? Ook vragen de leden van de Volt-fractie de Minister of hij kan monitoren of de versterking van de Europese buitengrenzen door de NAVO-troepen sinds vorige week al effect heeft? Wat zal de Nederlandse inzet in NAVO-verband zijn als volgende week wordt gesproken over de mogelijk noodzakelijk verdere versterking van de Europese buitengrenzen?

54. Antwoord van het kabinet:

De NAVO blijft de situatie in Oekraïne nauwgezet volgen en houdt rekening met alle scenario’s. Het kabinet kan hier echter niet in detail op ingaan. Wel is het glashelder dat de NAVO er alles aan doet de veiligheid van alle bondgenoten te blijven garanderen. Het bondgenootschap heeft daartoe in afgelopen weken de benodigde stappen gezet en zal dat blijven doen. Bondgenoten hebben hun commitment aan artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag meerdere malen publiekelijk onderstreept. Dat is ook een belangrijk signaal van afschrikking. Zie ook het antwoord op vraag 2 en 10.

Verder verneemt de Volt-fractie graag of het kabinet zich volgende week nog zal uitlaten over een verbeterde Europese slagkracht, om zo daadwerkelijk operationeel te kunnen zijn en zo de Europese belangen kan handhaven?

55. Antwoord van het kabinet:

Europese landen zullen een grotere verantwoordelijkheid moeten dragen voor de Europese veiligheid. Een groter militair handelingsvermogen voor Europa komt ook de NAVO ten goede en brengt de trans-Atlantische relatie beter in balans, waardoor deze toekomstbestendiger en effectiever wordt. Dat vergt extra investeringen in de defensie van Europese landen. Bondgenoten hebben tijdens de extra NAVO-top van 24 maart 2022 afgesproken om voor de NAVO top in juni in Madrid aanvullende plannen in te dienen om aan te geven hoe zij versneld aan de eerdere financiële toezeggingen gaan voldoen.

De Minister zal ook spreken met NAVO-partners in Azië en Oceanië. De Volt-fractie vraagt de Minister of India en Singapore ook zijn uitgenodigd? India is voor de EU en de VS een strategische partner in Zuidoost-Azië maar toont nu zelf voorzichtig interesse in alternatieve Russisch-Chinees betalingsverkeer en het te hulp schieten van Rusland als het gaat om het afnemen van Russisch gas. De Volt-fractie wil het belang onderstrepen van het aanhalen van de banden met India en Singapore, dat nu strategisch van groot belang is, om te voorkomen dat er een Aziatische economische coalitie ontstaat en een versnelling van het machtsevenwicht plaatsvindt. Hoe is de Minister voornemens dit belang in NAVO-verband te onderstrepen tijdens de NAVO ministeriële? Hoe ziet de Minister bovendien zelf de rol van de NAVO ten aanzien van de financiële- en handelsstromen met de NAVO-leden in Zuidoost-Azië?

56. Antwoord van het kabinet:

India en Singapore zijn niet uitgenodigd voor deze NAVO-bijeenkomst. Het kabinet onderschrijft het strategische belang van het aanhalen van de banden met beide landen en heeft hier ook al eerder in NAVO-verband voor gepleit. Om het hoofd te bieden aan ontwikkelingen rond financiële- en handelsstromen zijn andere organisaties, zoals de EU, beter geschikt.

In de geannoteerde agenda lezen de leden van de Volt-fractie dat Nederland het grote gewicht van nauwe NAVO-EU samenwerking benadrukt en dat dit een speerpunt is van het Nederlandse veiligheidsbeleid. De leden van de Volt-fractie vragen de Minister dan ook of het kabinet het belang van de Europese strategische autonomie zal onderstrepen in de vergadering? De EU kan immers een belangrijke bijdrage leveren aan het mandaat van de NAVO.

57. Antwoord van het kabinet:

De EU streeft naar meer (open) strategische autonomie om de eigen weerbaarheid te vergroten. Het kabinet acht het van groot belang dat de EU haar slagkracht vergroot op het gebied van veiligheid en defensie. Daarbij blijft samenwerking met bondgenoten en partners het uitgangspunt. Het is van groot belang de trans-Atlantische relatie te bestendigen, juist in deze tijd van existentiële dreigingen. Het kabinet spreekt daarom eerder van open strategische autonomie. Daarnaast vindt het kabinet dat extra investeringen in defensie een voorwaarde is voor meer slagkracht van Europese landen in de NAVO.

Het Strategisch Kompas zet in op een snelle reactie in crisistijden, indien mogelijk met partners en waar nodig alleen. De samenwerking met Amerika staat daarin centraal. Is de Minister bereid om eerst op EU-niveau overeenstemming te bereiken over een strategie alvorens de samenwerking met de VS op te zoeken? Dit versterkt de Europese positie in NAVO en voldoet aan de oproep van Biden voor een autonomer Europa.

58. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet hecht aan voortzetting van het zogenaamde «en/en veiligheidsbeleid», waarbij Nederland zijn trans-Atlantische inzet koppelt aan de ambitie een meer daadkrachtige EU op het terrein van veiligheid en defensie tot stand te brengen, die waar mogelijk met partners, maar zo nodig ook op eigen kracht conflicten het hoofd kan bieden door op termijn zelfstandig operaties te kunnen uitvoeren.

Het recent aangenomen Strategisch Kompas is een strategiedocument dat duidelijk richting geeft aan een versterkt handelingsvermogen van de EU inzake veiligheid en defensie. Zowel op het gebied van crisisbeheer, als ten aanzien van onze weerbaarheid en capaciteitsontwikkeling. In dit strategiedocument is daarnaast het belang van het trans-Atlantische partnerschap op verzoek van vele Europese lidstaten, waaronder Nederland, prominent opgenomen.

Naar boven