28 676 NAVO

Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2022

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de NAVO ministeriële bijeenkomst van 6 en 7 april 2022.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

GEANNOTEERDE AGENDA NAVO MINISTERIËLE BIJEENKOMST VAN 6 EN 7 APRIL 2022

Op woensdag 6 en donderdag 7 april 2022 zal een fysieke bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken plaatsvinden in Brussel. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering.

Naar verwachting zal de bijeenkomst bestaan uit vier sessies: op 6 april een werksessie over Rusland en Oekraïne, gevolgd door een werksessie over het NAVO Strategisch Concept. Op 7 april wisselen de ministers samen met de EU Hoge Vertegenwoordiger (HV) Josep Borrell en de ministers van Buitenlandse Zaken van Zweden en Finland, van gedachten met de ministers van Buitenlandse Zaken van Georgië en Oekraïne. Tot slot staat een sessie gepland met de NAVO-partners in Azië en Oceanië (Japan, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea).

Sessie 1: Rusland/Oekraïne

In de eerste sessie zullen ministers met elkaar spreken over de situatie in Oekraïne. Dit biedt hen de gelegenheid terug te kijken op de gebeurtenissen sinds de Russische invasie van Oekraïne op 24 februari, stil te staan bij hetgeen de NAVO heeft gedaan in reactie op deze gebeurtenissen, welke verdere stappen nodig zijn alsook vooruit te blikken op wat dit zou kunnen betekenen voor de verhouding met Rusland. Het kabinet heeft de inval van Rusland in Oekraïne sterk veroordeeld. De kern van de kabinetsinzet blijft hetzelfde: inzetten op zo stevig mogelijke maatregelen tegen Rusland, steun bieden aan Oekraïne en versterking van afschrikking en verdediging van het verdragsgebied, zonder aanleiding te geven tot verder escalatie. Voor bredere inzet verwijst het kabinet naar de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, van 26 februari 2022 (Kamerstuk 36 045, nr. 3). Tijdens deze bijeenkomst zal Nederland opnieuw het belang benadrukken van een krachtig NAVO-beleid ter verdediging van het Euro-Atlantisch grondgebied, eenheid en nauwe samenwerking met de EU.

Sessie 2: NAVO 2030/Strategisch Concept

Het volgende Strategisch Concept zal worden aangenomen door NAVO Staatshoofden en Regeringsleiders tijdens hun Top in Madrid op 29 en 30 juni 2022. Ministers van Buitenlandse Zaken wordt tijdens hun bijeenkomst op 6 april nogmaals de gelegenheid geboden hun visie te delen over de belangrijkste elementen die een plaats moeten krijgen in dit hernieuwde Strategisch Concept.

Na de huidige consultatiefase, zullen bondgenoten vanaf dit voorjaar starten met onderhandelingen.

Het is evident dat de veiligheidssituatie in de wereld sterk is veranderd sinds het huidige Strategisch Concept in 2010 werd aangenomen. De recente inval van Rusland in Oekraïne maakt eens temeer het cruciale belang duidelijk van de kerntaak van collectieve verdediging voor de veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied. Ook de andere twee hoofdtaken (crisisbeheersing en coöperatieve veiligheid) blijven voor het kabinet van belang. Daarom wil Nederland dat de NAVO in het volgende Strategisch Concept vasthoudt aan alle drie de kerntaken.

Waar in 2010 de hoop op een positieve samenwerking met Rusland nog tot uitdrukking werd gebracht in de tekst, maken de recente gebeurtenissen duidelijk dat daarvan niet langer sprake kan zijn. Het kabinet is van mening dat het agressieve handelen van Rusland, zoals blijkt uit de inval in Oekraïne, maar ook uit de Russische opstelling in de Westelijke Balkan, in Syrië en elders ter wereld, zijn weerslag moet krijgen in het volgende Strategisch Concept. Tegelijkertijd is het van belang aan te geven dat de NAVO open blijft staan voor dialoog, niet in de laatste plaats om misverstanden te voorkomen. Het Concept is een strategisch document dat het komende decennium richting moet kunnen geven aan het handelen van de NAVO. Dat betekent dat de tekst over Rusland niet alleen de huidige aanval op Oekraïne moet reflecteren, maar ook een hoger abstractieniveau en lange termijnperspectief moet hebben. In het Concept moet op een realistische manier aangegeven worden hoe de relatie tussen de NAVO en Rusland er de komende periode uit zal zien.

In het volgende Strategisch Concept dient daarenboven aandacht te worden besteed aan het toenemend assertieve optreden van China. De drieslag die daarvoor in de EU gebruikt wordt van economische concurrent, strategisch rivaal en partner heeft daarbij tot dusver als inspiratie gediend. Het kabinet is van mening dat niet alleen oog moet zijn voor de uitdagingen waarvoor China het bondgenootschap stelt, maar er ook ruimte moet zijn tot engagement met China. Een aantal thema’s waarmee de landen van de NAVO zich geconfronteerd zien, zoals wapenbeheersing, non-proliferatie en ontwapening, kan immers niet goed geadresseerd worden zonder betrokkenheid China. Meer in algemene zin hecht Nederland aan voldoende aandacht in het Strategisch Concept voor genoemde thema’s. Verder zal Nederland wijzen op het toegenomen belang van nieuwe en ontwrichtende technologieën, de impact van klimaatverandering op veiligheid en het toegenomen belang van weerbaarheid. Hoewel weerbaarheid een primair nationale competentie is, heeft de NAVO hier wel degelijk een rol in te spelen.

Ten slotte zal Nederland het grote gewicht van nauwe NAVO-EU samenwerking benadrukken, een speerpunt van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Deze samenwerking is goed in de praktijk gebracht de afgelopen weken. Nederland hecht eraan die nauwe samenwerking duurzaam te bestendigen.

Sessie 3: Georgië en Oekraïne

Samen met EU-partners Zweden en Finland en de EU-Hoge Vertegenwoordiger zal worden gesproken met Georgië en Oekraïne over de aanval op Oekraïne. Onderwerp van gesprek zijn de veiligheidsimplicaties van deze oorlog ook voor de bredere regio en hoe daar als NAVO mee om te gaan. Landen in de directe nabijheid van de NAVO die kwetsbaar zijn voor ondermijning en mogelijk militaire agressie vanuit Rusland, zoals Georgië, Moldavië en Bosnië-Herzegovina, krijgen daarbij extra aandacht.

Sessie 4: NAVO-partners in Azië en Oceanië

Tijdens de laatste sessie zullen NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken spreken met hun collega’s uit Australië, Japan, Nieuw Zeeland en Zuid Korea. Daarbij zullen zij spreken over de implicaties van de Russische aanval op Oekraïne op de Indo-Pacific regio, en het belang van bredere samenwerking met deze landen. Nederland acht samenwerking met de partners in Azië en Oceanië essentieel. Uitdagingen voor de veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied kunnen overal ter wereld ontstaan. Dat betekent voor het kabinet dat de NAVO steeds meer een wereldwijd perspectief nodig heeft, en partnerschappen ook buiten het verdragsgebied in gewicht toenemen, o.a. om van elkaar te leren en best practices uit te wisselen.

Naar boven