Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2016
Bij brief van 14 december 2012 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van
het externe onderzoek in 2012 naar de overname door Gasunie van Gasunie Deutschland
(het voormalige BEB en EMTG) in 2007 en over de gevolgen die ik daaraan heb verbonden.
De feiten en omstandigheden rond de gang van zaken in 2007 heb ik laten onderzoeken
door het onafhankelijk onderzoeksbureau American Appraisal en vervolgens uitvoerig
toegelicht aan en besproken met de Kamer1.
In aansluiting hierop kan ik melden dat de vervolgstappen voortvloeiend uit het American
Appraisal-rapport zijn afgerond en de lessen zijn getrokken en geïmplementeerd. Met
deze brief informeer ik de Kamer over de punten die nog open stonden.
Naar aanleiding van de bevindingen uit het rapport van American Appraisal heb ik onderzocht
of het mogelijk en zinvol zou zijn om de oud-bestuurders van Gasunie aansprakelijk
te stellen. De conclusie hiervan is dat de feiten onvoldoende grond geven tot aansprakelijkstelling.
Ik heb daarom besloten niet over te gaan tot aansprakelijkstelling. In een vertrouwelijke
bijlage bij deze brief ga ik nader in op de juridische gevolgen van de overname2.
Daarnaast heb ik als aandeelhouder van Gasunie de raad van commissarissen van Gasunie
verzocht om het deel van de variabele beloning terug te vorderen dat Gasunie ter zake
van de overname van Gasunie Deutschland over 2007 aan de twee destijds meest betrokken
bestuurders heeft uitgekeerd. Dit verzoek tot terugvordering vindt zijn grondslag
– kortweg – in het zodanig sterk bij de verwachtingen achterblijven van de door de
overname gerealiseerde waarde, dat dit deel van de variabele beloning achteraf gezien
niet toegekend had behoren te worden. Ook ben ik van mening dat het doen van een overname
op zichzelf onvoldoende grond is om een variabele beloning uit te keren. Ik kan u
melden dat betrokkenen overeenstemming hebben bereikt en dat twee oud-bestuurders
een bedrag van € 12.440 bruto respectievelijk € 14.468 bruto terug zullen betalen
aan Gasunie. Dit betreft de gehele eenmalige extra variabele beloning van ongeveer
7% die over het jaar 2007 aan hen beiden is toegekend vanwege de Duitse acquisitie.
Gasunie heeft sinds 2012 een groot aantal wijzigingen doorgevoerd in de interne organisatie
en processen. Dit betreft onder meer de invoering van een intern beoordelingskader
voor grote investeringen en fusie- en overnametransacties, dat met behulp van een
extern adviseur is opgesteld. In de beoordelingsprocessen zijn tal van waarborgen
ingebouwd om te voorkomen dat risico’s in de toekomst onvoldoende worden herkend of
verkeerd worden ingeschat. Daarbij is er extra aandacht voor proces, regulering, waardebepaling
en governance. Dit model is sindsdien al enkele malen in de praktijk gebruikt en heeft
zich bewezen. De staat als aandeelhouder heeft zijn investeringenkader eveneens aangescherpt,
zoals beschreven in de Nota Staatsdeelnemingenbeleid 2013.
Tot slot zijn bij Gasunie sinds 2012 meerdere personele wijzigingen doorgevoerd, onder
meer in de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Ik beschouw de nasleep
van de Duitse overname hiermee als afgedaan.
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem