Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 27925 nr. 617 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 27925 nr. 617 |
Vastgesteld 19 januari 2018
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van 11 september 2017 inzake de verlenging Nederlandse bijdrage aan de internationale strijd tegen ISIS (artikel 100-brief) (Kamerstuk 27 925, nr. 617).
De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 25 november 2017. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Vraag 1
Bent u bereid om de artikel-100-brief inzake verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de internationale strijd tegen IS te updaten naar aanleiding van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar het mortierongeval in Mali? Bent u bereid daarbij specifiek in te gaan op de medische voorzieningen voor de Nederlandse militairen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Op 20 oktober is u een brief toegegaan over de operationele pauze en de hervatting van de missies (Kamerstuk 29 521, nr. 352). Deze is ook ingegaan op de artikel 100-brieven in relatie tot het Onderzoeksraad voor Veiligheid rapport (OvV-rapport). In de aanloop naar de artikel 100-brieven ter verlenging van Operation Inherent Resolve (OIR), Resolute Support Mission (RSM) en MINUSMA zijn in overeenstemming met het toetsingskader ook de medische en veiligheidsaspecten in de missies beoordeeld. Mede op basis hiervan is vastgesteld dat de missies kunnen worden verlengd. De recente safety checks bevestigen deze conclusie. Zoals geschetst in deze brief hebben de aandachtspunten die bij de safety checks naar voren zijn gekomen direct de benodigde aandacht gekregen.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke partij of groepering nu de macht heeft over welk deel van de 70.000 vierkante kilometers die sinds 2014 zijn heroverd op IS?
Vraag 3
Wat bedoelt u met de opmerking dat sinds 2014 70.000 vierkante kilometers zijn heroverd op IS? Wie heeft dit gebied heroverd?
Vraag 7
Welk percentage van het door IS bezette gebied in Irak is sinds het aanvangen van de strijd tegen IS in coalitieverband bevrijd?
Vraag 8
Welk percentage van het door IS bezette gebied in Syrië is sinds het aanvangen van de strijd tegen IS in coalitieverband bevrijd?
Vraag 11
Kunt u een lijst met door de Coalitie bevrijde plaatsen (dorpen, steden) in Irak en Syrië delen met de Kamer?
Vraag 104
Kunt u een inschatting geven van het gebied in handen van zogenaamde gematigde oppositie in verhouding tot het gebied in handen van niet-gematigde oppositie en het regime of daaraan loyale groepen?
Antwoord op vraag 2, 3, 7, 8, 11 en 104
In 2014 was IS op zijn hoogtepunt. Sindsdien is in Irak en Syrië inmiddels ruim 80.000 km2 heroverd op IS. Daarmee heeft IS ongeveer 96 procent van het gebied verloren dat zij in 2014 bezetten. De Iraakse regering, de Iraakse Koerden, het Syrische bewind, de Syrische Koerden en de Syrische gewapende oppositie hebben het terrein overgenomen dat IS sinds eind 2014 heeft verloren.
In Irak hebben de Iraakse strijdkrachten en de Peshmerga, gesteund door de internationale anti-IS coalitie, grote steden als Fallujah, Ramadi, Mosul, Tal Afar en Hawija bevrijd en heeft IS nog slechts een kleine presentie rond de Eufraatvallei bij de grens met Syrië. In Syrië hebben verschillende strijdgroepen bijvoorbeeld Tabqa, Raqqa en Deir-ez Zor bevrijd. Niet alleen de Syrian Democratic Forces, gesteund door de coalitie, maar ook Turkije in de Euphrates Shield Zone en het Syrische regime, gesteund door Rusland en Hezbollah, hebben veel terrein heroverd op IS. IS heeft in Syrië nog een sterke presentie in de Eufraatvallei.
De Syrische gewapende oppositie controleert terrein in Noordwest-Syrië, tussen Homs en Hama, bij Damascus en in Zuid-Syrië. In Noordwest-Syrië, de provincie Idlib, is de jihadistische Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) dominant, dat ongeveer 70 procent van het gebied in handen heeft. Tussen Homs en Hama, bij Damascus en in Zuid-Syrië zijn jihadisten wel aanwezig, maar domineren de meer gematigde strijdgroepen. In West-Syrië, waar het grootste deel van de bevolking woont, controleert het bewind naar schatting een drie keer zo groot terrein als de gewapende oppositie.
Vraag 4
In hoeverre is de situatie voor de vier miljoen mensen die uit handen van het IS-bewind bevrijd zijn, verbeterd?
Vraag 94
Kunt u een inschatting geven van de mate waarin op IS heroverde steden en dorpen zijn verwoest?
Antwoord op vraag 4 en 94
De bevolking in deze gebieden heeft jarenlang zwaar te lijden gehad onder de barbaarse onderdrukking van IS. In de gebieden die op IS zijn heroverd, is sprake van enorme ravage. De schade aan huizen en infrastructuur is groot. De situatie voor de bevolking blijft daardoor zeer schrijnend. Via humanitaire hulpverlening op de korte termijn, en stabilisatie en deels wederopbouw op de lange termijn, levert Nederland een bijdrage om deze situatie te verbeteren. Zo geeft Nederland steun aan het VN-stabilisatieprogramma in Irak, dat onder andere in Fallujah de schade zoveel mogelijk heeft hersteld. 450.000 mensen zijn inmiddels teruggekeerd naar de stad. De lessen die in Fallujah zijn geleerd, worden nu ook in andere gebieden in Irak toegepast, waaronder in Mosul. Van de ruim 800.000 ontheemden zijn er inmiddels 272.000 teruggekeerd naar Mosul-stad en omgeving. In totaal zijn inmiddels 2,6 miljoen Irakezen teruggekeerd (waarvan ruim 500.000 sinds deze zomer). Tegelijkertijd zijn er nog wel 3,2 miljoen ontheemden (IDP’s), De VN verwacht dat in 2018 8,7 miljoen Irakezen enige vorm van hulp behoeven. De planning van internationale organisaties (VN, NGOs) is om daarvan 3,4 miljoen Irakezen te bereiken. Onder deze 3,4 miljoen vallen 1,5 miljoen Irakezen die in kampen verblijven, 250.000 meest kwetsbaren die terug willen maar daar hulp bij nodig hebben, 1,25 miljoen mensen die tussen wal en schip van het Iraaks sociale voorzieningensysteem dreigen te vallen (vooral ontheemden), 400.000 nieuwe ontheemden (grove schatting gebaseerd op idee dat interne spanningen aanhouden dan wel terugkeren) en 3,4 miljoen mensen (het is dus geen optelsom) die zogenoemde protection assistance nodig hebben. Ook in de op IS heroverde gebieden in Syrië is Nederland waar mogelijk actief met onder andere humanitaire hulp en humanitaire ontmijning. Om stabiliteit op de lange termijn te garanderen moet worden ingezet op wederopbouw, veiligheid, verzoening en een inclusief en representatief bestuur. Een duurzame politieke transitie in Syrië is daarvoor noodzakelijk.
Vraag 5
In hoeverre worden de belangrijke Iraakse gebieden onder controle van IS, bijvoorbeeld die in de omgeving van de steden Hawija en Tal Afar, aangestuurd vanuit Syrië?
Vraag 102
Waar in Syrië bevindt zich het IS-hoofdkwartier?
Antwoord op vraag 5 en 102
IS heeft waarschijnlijk, voordat de bevrijdingsoperatie van Raqqa dit voorjaar begon, zijn hoofdkwartier vanuit Raqqa verplaatst naar de Eufraatvallei in Oost-Syrië. Hiervandaan werden IS-operaties aangestuurd, waaronder die in Irak. Hoewel de organisatie waarschijnlijk geen hoofdkwartier meer heeft, is mogelijk nog wel sprake van een vorm van gecentraliseerde aansturing.
Vraag 6
Wat is de doelstelling van de missie waar Nederland aan bijdraagt? Verschilt de doelstelling voor Irak en Syrië?
Antwoord
Doelstelling van deze missie is het verslaan van IS. De militaire campagne bestaat uit vier fasen die gericht zijn op het stoppen van de opkomst van IS (degrade), het ontmantelen van de invloed en daadkracht van IS (dismantle), het militair verslaan van IS (defeat) en het normaliseren van de situatie (normalisation). In 2014 besloot Nederland deel te nemen aan deze missie om bij te dragen aan het de-escaleren van de situatie in de regio, de bescherming van burgers in Syrië en Irak en het beschermen van onze eigen nationale veiligheid. De crises in Syrië en Irak hebben directe gevolgen voor onze veiligheid en die van onze partners en bondgenoten, niet in de laatste plaats omdat IS en vergelijkbare organisaties nog altijd een ideologische aantrekkingskracht uitoefenen op Europese ingezetenen.
Vraag 9
Hoeveel mensen heeft de Coalitie reeds kunnen redden uit de handen van IS?
Antwoord
Sinds het begin van de strijd tegen IS zijn door toedoen van de coalitie 6,6 miljoen mensen bevrijd uit de handen van IS.
Vraag 10
Hoeveel vluchtelingen en ontheemden (IDP's) hebben met dank aan de Coalitie kunnen terugkeren naar huis?
Antwoord
In de eerste helft van 2017 zijn ongeveer 26.300 vluchtelingen vrijwillig teruggekeerd naar Syrië. In dezelfde periode keerden ongeveer 600.000 IDP’s in Syrië terug naar huis. In Irak zijn 2,2 miljoen mensen teruggekeerd naar hun plaats van herkomst. De stabilisatie-activiteiten van de coalitie hebben zeker een bijdrage geleverd aan het creëren van de omstandigheden waarbinnen vluchtelingen en IDP’s ervoor kiezen terug te keren.
Vraag 12
Stimuleert het kabinet, niet alleen ten aanzien van IDP's maar ook ten aanzien van vluchtelingen, de terugkeer naar huis? Zo ja, op welke wijze stimuleert het kabinet IDP's of vluchtelingen om niet door te reizen of te blijven in Europa maar terug te keren zodra gebieden weer veilig genoeg zijn?
Antwoord
Voorop staat dat de meeste Syriërs terug willen keren naar huis. Dat geldt voor zowel IDP’s als vluchtelingen. Belangrijke voorwaarde voor het kabinet is dat deze mensen terugkeren op vrijwillige basis en in een veilige omgeving aan hun toekomst kunnen werken. Daarom zet Nederland in op het zo snel mogelijk stabiliseren van gebieden die zijn heroverd op IS. Een manier waarop Nederland dat doet, is door inzet op ontmijning in bevrijde gebieden. Ook draagt Nederland bij aan het Syria Recovery Trust Fund, dat herstelactiviteiten uitvoert, zoals het repareren van elektriciteitsleidingen, waterleidingen en het verbeteren van voedselvoorzieningen.
Tegelijkertijd ondersteunt Nederland buurlanden van Syrië bij de opvang van vluchtelingen. Het doet dit onder andere door te investeren in economische ontwikkeling en door versterking van het onderwijs. Dit zorgt ervoor dat zowel gastgemeenschappen als vluchtelingen gebruik kunnen (blijven) maken van de lokale voorzieningen en zich kunnen blijven ontwikkelen. Zodra terugkeer mogelijk is, kunnen deze mensen hun kennis en ervaring inzetten voor de opbouw van hun land en toekomst.
De meeste Iraakse vluchtelingen zijn opgevangen in Irak zelf. Nederland biedt daarom humanitaire hulp in Irak om mensen dicht bij huis op te vangen en hun terugkeer naar huis te faciliteren. De vluchtelingen die naar Nederland komen hebben uiteenlopende redenen om asiel aan te vragen in Nederland. Voor diegenen die geen geldige verblijfstatus hebben, wordt met de Iraakse autoriteiten samengewerkt aan terugkeer naar Irak. Hier kan alleen sprake van zijn wanneer er sprake is van voldoende stabiliteit en basisvoorzieningen.
Vraag 13
Wanneer verwacht u dat IS verslagen zal zijn?
Antwoord
Voor het antwoord op deze vraag verwijst het Kabinet u naar de brief «Beschouwing Nederlandse militaire bijdrage aan de internationale strijd tegen IS» die uw Kamer gisteren is toe gegaan (Kamerstuk 27 925, nr. 616).
Vraag 14
Is de regering van premier Al-Abadi erin geslaagd de sektarische spanningen in Irak te verminderen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 97
In hoeverre leiden de inspanningen tot een vermindering van de sektarische spanningen? Welke instrumenten staan u tot de beschikking om het succes van de verzoening te meten?
Antwoord op vraag 14 en 97
Binnen de complexe Iraakse politieke arena zijn er zowel actoren die een gematigde dialoog voorstaan, als groepen die baat hebben bij het aanwakkeren van sektarische spanningen. Nederland ondersteunt de aanpak van premier Al-Abadi die gebaseerd is op dialoog, wederzijds respect en het overbruggen van tegengestelde belangen, onder meer via een initiatief van de VN om de vertegenwoordigers van de verschillende groeperingen bij elkaar te brengen.
Vraag 15
Welke bemoeienis heeft de coalitie tegen IS met de Iraakse verkiezingen?
Antwoord
De Iraakse verkiezingen zijn een intern democratisch proces. De coalitie heeft geen rol in dit interne proces.
Vraag 16
In hoeverre tast de inzet van de coalitie tegen IS de ideologische aantrekkingskracht van IS en de ideologische afkeer tegen het Westen aan? Welke indicatoren gebruikt u om dit te vast te stellen?
Vraag 56
Kunt u aangeven op welke manier is gepoogd de IS-ideologie te ontkrachten en welke resultaten er op dat terrein tot dusver geboekt zijn?
Vraag 70
Kunt u toelichten welke concrete acties zijn en worden ondernomen om de IS-ideologie te ontkrachten en de ideologische aantrekkingskracht aan te tasten?
Antwoord op vraag 16, 56 en 70
De coalitie kent een werkgroep Strategische Communicatie. De doelstelling van de werkgroep is om IS-propaganda te delegitimeren en zo de aantrekkingskracht te verkleinen. Ten eerste is gewerkt aan het stroomlijnen van woordvoering over de militaire activiteiten van de coalitie. Middels traditionele en nieuwe media wordt zo transparant mogelijk gecommuniceerd over militaire activiteiten en worden beschuldigingen van IS geadresseerd, bijvoorbeeld over burgerdoden van de zijde van de coalitie. Daardoor is er voor IS minder ruimte om onduidelijkheden rond militaire aangelegenheden uit te buiten als propagandamiddel tegen de coalitie.
Ten tweede investeert de coalitie in capaciteitsopbouw om overheidscommunicatie in onder andere Irak, Jordanië en Tunesië transparanter te maken. Door juist deze landen te ondersteunen bij het ontwerpen van een communicatiestrategie over de strijd tegen IS en nationale inspanningen om terrorisme te bestrijden, zijn zij beter in staat om groepen te bereiken die vatbaar zijn voor de IS-ideologie. Resultaten op dit spoor zijn onder andere de oprichting van Strategic Communication Units in voorgenoemde landen, die momenteel op eigen kracht campagnes tegen IS-propaganda draaien.
Een derde spoor van activiteiten betreft de financiering van (social media) campagnes in onder meer Syrië, Irak, Libanon, Jordanië en Libië, die bijvoorbeeld gruweldaden van IS blootleggen, gedesillusioneerde strijders hun verhaal laten doen en onjuistheden over de inspanningen van de coalitie weerleggen. Naast het financieren van campagnes investeert de coalitie ook in het opbouwen van capaciteit van lokale mediabedrijven, NGO’s en religieuze instituties om een eigen, lokaalgedreven tegengeluid tegen IS-propaganda te ontwerpen. De effecten van deze inspanningen zijn zichtbaar op sociale media: het aantal anti-IS boodschappen is in voorgenoemde landen thans zes maal zo groot als het aantal pro-IS boodschappen.
Tot slot heeft de coalitie de private sector, en met name media- en entertainmentbedrijven, gestimuleerd om overheden te ondersteunen. Een van de resultaten daarvan is de oprichting van het Global IT-Forum in het voorjaar van 2017, waarin Google, Facebook, Twitter en Microsoft een multimedia-aanpak ontwerpen bij het verwijderen van IS-propaganda door informatiedeling en elkaar adviseren over de meest populaire campagnes om IS-propaganda te delegitimeren.
Vraag 17
Is er sprake van een geïntegreerde benadering van militaire, diplomatieke en OS-middelen binnen deze missie? Zo ja, wordt deze benadering zowel in Irak als in Syrië gehanteerd?
Antwoord
De geïntegreerde benadering is het uitgangspunt van Nederlandse inzet – waar mogelijk ook in de strijd tegen IS. IS kan met alleen militaire middelen niet verslagen worden. Nederland richt zich dan ook niet alleen op de militaire strijd tegen IS, maar nadrukkelijk ook op het stoppen van de stroom buitenlandse strijders, het aanpakken van inkomstenbronnen van IS en het ontkrachten van de IS-ideologie. Stabilisatie en wederopbouw van op IS heroverde gebieden is daarbij essentieel en wordt er aandacht besteed aan accountability, mensenrechtenschendingen en verzoening.
Vraag 18
Hoe schat u het risico in op gewelddadigheden tussen de Iraakse regering en de Koerdische Autonome Regio naar aanleiding van het Koerdische onafhankelijkheidsstreven?
Vraag 19
Hoe beïnvloedt het onafhankelijkheidsreferendum van de Koerdische Autonome Regio (KAR) de militaire assistentie aan het Iraakse leger en de Peshmerga?
Vraag 22
Hoe zijn de verhoudingen tussen Bagdad en Erbil na het Koerdische onafhankelijkheidsreferendum?
Vraag 25
Hoe beoordeelt u de dreigende taal van Turkije, Irak en Iran in de richting van de KAR, in relatie tot de veiligheid van Nederlandse militairen die in de KAR actief zijn? In hoeverre lopen zij extra risico's?
Vraag 26
Kunt u uiteenzetten wat de gevolgen zullen zijn van het Koerdische onafhankelijkheidsreferendum voor de strijd tegen IS?
Vraag 27
Welke gevolgen hebben de Iraakse troepenverplaatsingen in verband met en als gevolg van het Koerdische onafhankelijkheidsreferendum voor de deelname van de Iraakse strijdkrachten aan de strijd tegen IS?
Vraag 28
Is het tegen de wens van het kabinet in gehouden Koerdische onafhankelijkheidsreferendum nog van invloed op de Nederlandse inspanningen om de Peshmerga te trainen en assisteren?
Vraag 29
Wat is het precieze standpunt van Nederland met betrekking tot eventuele afscheiding van Iraaks Koerdistan?
Vraag 36
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de olie- en budgetdeal tussen de Iraakse regering en de KAR?
Vraag 38
Wat zijn de consequenties van het Koerdische onafhankelijkheidsreferendum voor de uitzending en risico’s voor de Nederlandse militairen ter plekke?
Vraag 39
Wat zijn de consequenties van het Koerdische onafhankelijkheidsreferendum voor de onderlinge relaties tussen Irak en de Koerdische Regionale Overheid?
Antwoord op vraag 18, 19, 22, 25, 26, 27, 28, 29, 36, 38 en 39
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar de brief over de situatie in de Koerdische regio die op 24 oktober jl. naar uw Kamer is verstuurd (Kamerstuk 32 623, nr. 178).
Vraag 20
Wat gebeurt er met gevangen genomen IS-strijders in Irak heroverde gebieden? Op welke wijze wordt gecontroleerd wat er met deze mensen gebeurt?
Vraag 23
Hebben de meldingen naar mensenrechtenschendingen bij de onderzoeksbureaus conclusies opgeleverd?
Vraag 30
Kunt u een overzicht geven van de (mogelijke) schendingen van het humanitair oorlogsrecht en mensenrechten door Iraakse troepen en daaraan (meer of minder) loyale sjiitische milities?
Vraag 31
Hoeveel mensen zijn er veroordeeld vanwege betrokkenheid bij schendingen van het humanitair oorlogsrecht en mensenrechten door Iraakse troepen en daaraan (meer of minder) loyale sjiitische milities?
Antwoord op vraag 20, 23, 30 en 31
Berechting voor strafbare feiten gepleegd in Irak gebeurt op grond van het Iraaks recht. Dit geldt ook voor IS-strijders. Deze strijders worden in veel gevallen veroordeeld op grond van de Iraakse contra-terrorismewet. Humanitaire organisaties verlenen soms bijstand aan gevangenen. Daarnaast volgt de vertegenwoordiging van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de VN de processen waar mogelijk. Nederland voert, in EU-verband, demarches uit bij de Iraakse autoriteiten wanneer zij de doodstraf uitvoeren ook wanneer dit IS-strijders betreft.
Naar aanleiding van berichten over mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht door Iraakse troepen en de sjiitische milities is een overkoepelend orgaan opgericht dat meldingen van mensenrechtenschendingen onderzoekt. Dit orgaan rapporteert direct aan premier Al-Abadi. Over het aantal veroordelingen op grond van schendingen van het humanitair oorlogsrecht doen de Iraakse strijdkrachten geen mededelingen. Nederland vraagt binnen en via de coalitie doorlopend aandacht voor het voorkomen van mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht. Daarnaast wordt het onderwerp bilateraal en in EU verband consequent opgebracht bij de Iraakse autoriteiten.
Vraag 21
Wat is de doelstelling van de EU-Advisory Mission Iraq (EUAM-I)?
Vraag 37
Wanneer verwacht u een besluit over een eventuele Nederlandse bijdrage aan de EU-Advisory Mission Iraq?
Antwoord op vraag 21 en 37
De EU-Advisory Mission Iraq (EUAMI) richt zich op de implementatie van de Iraakse Nationale Veiligheidsstrategie en de civiele aspecten van de veiligheidssector. De Raad Buitenlandse Zaken van 16 oktober jl. heeft raadsconclusies aangenomen over EUAMI, waarmee de missie kan beginnen. Nederland heeft recent kandidaten voor deze missie aangedragen waarvan tot nu toe een kandidaat is geselecteerd. Het selectieproces voor de overige kandidaten in Brussel loopt nog.
Vraag 24
Heeft u kennisgenomen van de dreigementen van de Turkse president Erdogan richting de Iraakse Koerden, variërend van oorlog tot uithongering (https://nos.nl/artikel/2194878-erdogan-de-koerden-zullen-honger-lijden.html)? Bent u bereid deze oorlogsretoriek ondubbelzinnig te veroordelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het kabinet heeft kennisgenomen van de uitspraken van President Erdoğan met betrekking tot het referendum. Er is alle partijen, inclusief de regionale actoren, veel aan gelegen om verdere escalatie te voorkomen. Het kabinet is van mening dat kalmte en terughoudendheid op dit moment de boventoon moeten voeren.
Vraag 32
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de sociale, economische en politieke hervormingen die noodzakelijk zijn om IS volledig te verslaan?
Vraag 33
Wat zijn de grootste obstakels voor uitvoering van de plannen van premier Al-Abadi voor sociale, economische en politieke hervormingen? Waar komt het verzet tegen zijn plannen vandaan?
Antwoord 32 en 33
De sociale, economische en politieke hervormingen in Irak maken voorzichtige voortgang, maar zijn nog niet voldoende doorgevoerd om het vertrouwen van Iraakse burgers in de overheid te herstellen. Grote uitdagingen voor de Iraakse premier al-Abadi zijn het verslaan van IS en het adresseren van de post-IS-verhoudingen in Irak. In het verleden is niet goed omgegaan met de onvrede onder met name soennieten. Deze onvrede ligt deels ten grondslag aan het ontstaan van IS. Het integreren van de Popular Mobilisation Forces (PMF) in een toekomstige federale veiligheidsstructuur zal bijzondere aandacht vragen. Daarnaast moet de economische situatie worden verbeterd. Diversificatie van de economie is een belangrijk doel waarbij Irak minder afhankelijk wordt van olie-inkomsten. Voorts is verbetering van de infrastructuur en het verhogen van de kwaliteit van overheidsdiensten (elektriciteit, water, publieke dienstverlening, basisservices) belangrijk. Om deze hervormingen succesvol uit te voeren, moet de endemische corruptie worden bestreden. Ook hier maakt premier al-Abadi enige voortgang, maar het duurzaam verminderen van deze corruptie is een zaak van lange adem.
Vraag 34
In hoeverre staan sjiitische milities effectief onder controle van de centrale autoriteiten in Irak?
Vraag 78
Welke rol spelen sjiitische milities in de herovering van gebied op IS in Irak?
Antwoord 34 en 78
Formeel staan de meer dan 50 verschillende milities van de PMF, waartoe veel van de sjiitische milities behoren, onder gezag van premier Al-Abadi. Ook in de praktijk opereren de milities bij grote operaties in de strijd tegen IS conform het bevel van de bevelhebber van de Iraakse strijdkrachten ter plekke. De PMF ondersteunt de Iraakse strijdkrachten in de strijd tegen IS. Deze steun bestaat doorgaans uit flankbescherming, het beveiligen van logistieke routes en optreden als hold force in heroverd gebied. Ondanks deze officiële bevelslijnen en financiële, logistieke en soms materiele steun die zij uit Bagdad ontvangen, komt het voor dat verschillende sjiitische milities zelfstandig opereren. Sjiitische milities vormen ongeveer 75 procent van de PMF. De overige 25 procent bestaat uit Christenen, Turkmenen, soennitische eenheden en Yezidi’s.
Vraag 35
Hoe verhouden de Iraakse strijdkrachten (ISF) zich qua omvang tot de sjiitische milities?
Antwoord
De ISF heeft zowel materieel als personeel meer militaire gevechtskracht dan de sjiitische milities. De sjiitische milities beschikken tezamen over enkele tienduizenden manschappen die kunnen worden ingezet voor gevechtstaken, en daarnaast een groot aantal militieleden die inzetbaar zijn voor andere taken (administratie, logistieke ondersteuning, etcetera). Los hiervan kennen de milities een aanzienlijk aantal zogenoemde «spookleden», personen die worden meegeteld bijvoorbeeld voor de uitkering van salaris, maar feitelijk geen lid zijn van een militie. De totale grootte van de ISF, inclusief de verschillende politie-eenheden en grenstroepen, wordt geschat op meer dan 200.000 personen.
Vraag 40
Heeft de Iraakse regering de mogelijkheid om de Iraanse invloed in Irak te verminderen?
Vraag 44
Kan de regering toegenomen Iraanse invloed in op IS veroverde gebieden bevestigen? Zo ja, waaruit blijkt die invloed concreet?
Antwoord op vraag 40 en 44
Hoewel de relatie tussen beide landen sinds 2003 is verbeterd, hebben Iran en Irak een lange, gecompliceerde relatie, op zowel religieus, politiek als economisch gebied. Verschillende sjiitische milities in Irak die betrokken zijn bij de strijd tegen IS hebben ideologische banden met Iran. In sommige gevallen verleent Iran training en materiele steun.
Vraag 41
Zijn er na Khan Sheikhoun opnieuw gifgasaanvallen gepleegd in Syrië? Waar en door welke partijen?
Antwoord
Ook na de aanval met sarin op Khan Sheikhoun verschenen in diverse lokale media in Syrië berichten over aanvallen met chemische wapens. Op sociale media wordt eveneens geregeld melding gemaakt van aanvallen met chemische wapens. Door een NGO is recent nog melding gemaakt van een aanval met chloorgas in Syrië. Berichten over aanvallen met chemische wapens na de aanval op Khan Sheikhoun zijn tot nu echter niet bevestigd door de OPCW.
De OPCW heeft wel bevestigd dat vijf dagen vóór de aanval op Khan Sheikhoun een aanval met chemische wapens op Al Latamneh heeft plaatsgehad, waarbij zeer waarschijnlijk sarin is gebruikt. Onderzoek naar wie verantwoordelijk is voor deze aanval heeft nog niet plaatsgehad. Vooralsnog zijn er geen berichten over dodelijke slachtoffers en lijkt het aantal gewonden beperkt.
Vraag 42
Zijn er naast de vredesonderhandelingen in Geneve nog andere voorbereidende fora zoals voorheen de gesprekken in Astana waar over vrede gesproken wordt?
Antwoord
Het door de VN-geleide proces in Genève is het forum waar binnen de kaders van VN-Veiligheidsraadresolutie 2254 naar een oplossing voor het conflict wordt gezocht. De door Iran, Rusland en Turkije georganiseerde besprekingen in Astana tussen het Syrische regime en (een deel van) de gematigde oppositie zijn gericht op het bereiken en handhaven van een lokaal staakt-het-vuren, waar vier de-escalatiezones uit naar voren zijn gekomen. Om de vredesonderhandelingen in Genève te ondersteunen, financiert Nederland informele dialogen tussen verschillende Syrische groepen (zogenoemde track-II-bijeenkomsten). Ook steunt Nederland de Syrische Vrouwenadviesraad, die het team van VN-gezant De Mistura adviseert.
Vraag 43
Welke milities in Irak en Syrië krijgen steun van Iran?
Antwoord
Verschillende sjiitische milities in Irak, zoals Kataib Hizbollah en Asaib Ahl al-Haq, hebben in zekere mate ideologische banden met Iran. In sommige gevallen verleent Iran training en materiele steun. Deze milities hebben echter een hoge mate van autonomie in hun optreden en koers ten opzichte van Iran. In Syrië opereren al langere tijd meerdere milities die aan Iran zijn gelieerd. Voorbeelden zijn de Fatimiyoun Brigade, bestaande uit Afghaanse sjiieten en de Zainabiyoun Brigade, bestaande uit Pakistaanse sjiieten (zie ook het antwoord op vraag 47 en 82). Over de exacte omvang en reikwijdte van de Iraanse steun zijn geen details beschikbaar. De betrokkenheid van Iran bij de strijd tegen IS door steun aan Iraakse sjiitische milities behelst hoofdzakelijk tactisch advies, assistentie bij commandovoering, opleiding, materieelleveranties en incidenteel beperkte inzet van eigen middelen.
Vraag 45
Werken Nederland en/of de Coalitie samen met door Iran gesteunde sjiitische milities?
Antwoord
Sjiitische milities die deel uit maken van de PMF krijgen geen directe steun van de coalitie. Wel werken deze sjiitische milities soms samen met reguliere Iraakse troepen, vaak in een ondersteunende rol. De coalitie verleent (lucht)steun aan de Iraakse strijdkrachten.
Vraag 46
Waaruit blijkt dat de relatie met Saudi-Arabië is verbeterd?
Antwoord
In de afgelopen maanden zijn over en weer bezoeken geweest tussen Irak en Saudi-Arabië. Zowel premier Al-Abadi als sjiitisch leider Al-Sadr hebben een bezoek gebracht aan Saudi-Arabië. Er is een coördinatiecommissie ingesteld voor het verbeteren van de (economische) samenwerking tussen beide landen en de grensovergangen die sinds de invasie van Irak waren gesloten, zijn weer heropend. Ook wordt gesproken over het openen van een economische coördinatieraad tussen beide landen.
Vraag 47
Zijn er soldaten van de Iraanse Revolutionaire Garde aanwezig in Irak en/of Syrië?
Vraag 82
Kunt u in kwantitatieve en kwalitatieve zin een inschatting geven van de Iraanse militaire presentie in Syrië?
Antwoord op vraag 47 en 82
De door Iran geleide strijdmacht in Syrië wordt geschat op meerdere duizenden. Hiervan bestaat ongeveer de helft uit Iraanse militairen en de rest overwegend uit in Iran geronselde Afghanen en Pakistanen. De gevechtskracht («kwaliteit») van de Iraanse militairen is hoger dan die van de vreemdelingeneenheden. In Irak heeft de Iraanse Revolutionaire Garde een kleinschalige presentie.
Vraag 48
Is de Turkse militaire aanwezigheid in Irak en Syrië illegaal?
Antwoord
Net als andere landen heeft Turkije het recht op zelfverdediging tegen gewapende aanvallen vanuit Syrië of Irak. Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat Turkije met zijn militaire optreden in de regio de internationale inzet in de strijd tegen IS niet dient te bemoeilijken, volgens het internationaal recht dient te handelen en derhalve de beginselen van proportionaliteit en noodzakelijkheid in acht dient te nemen. Terughoudendheid van Turkije is daarom gepast.
Vraag 49
Waaruit bestaat de Turkse militaire aanwezigheid in Irak en Syrië precies?
Antwoord op vraag 48 en 49
In Syrië is een beperkt aantal Turkse militairen aanwezig in het gebied ten noorden van Aleppo. Deze militaire aanwezigheid is het gevolg van operatie Euphrates Shield die formeel tot doel had om IS terug te dringen van de grens met Turkije. Deze operatie begon in de zomer van 2016 en eindigde begin dit jaar. Operatie Euphrates Shield verhinderde tevens dat de Syrische Koerden hun oostelijke kantons rechtstreeks konden verbinden met hun westelijke kanton in Afrin.
Kort geleden heeft Turkije versterkingen aangevoerd langs zijn grens met de Syrische provincie Idlib. Daarnaast is sprake van beperkte aantallen Turkse militairen die bij Idlib de grens van Turkije naar Syrië oversteken. Turkije heeft aangekondigd dat het hier, met hulp van gelieerde Syrische oppositiestrijders, een bufferzone wil creëren in het kader van de de-escalatiezones die in besprekingen in Astana zijn overeengekomen. In Noord-Irak heeft Turkije een beperkte militaire aanwezigheid. Zo zijn er enkele Turkse buitenposten aan de Iraakse kant van de grens met Turkije en heeft Turkije een grotere presentie op een basis nabij Bashiqa. De Turkse militaire aanwezigheid in Noord-Irak houdt verband met de strijd tegen de PKK en het trainen van Koerdische en soennitische milities.
Vraag 50
Wat zijn de concrete eisen van de oppositie in de vredesonderhandelingen in VN-verband?
Antwoord
De belangrijkste eis voor de oppositiegroepen die in Genève aan tafel zitten is dat expliciet wordt gesproken over een politieke transitie die leidt tot een geloofwaardig, inclusief en niet-sektarisch bestuur, volgens VNVR-resolutie 2254. De High Negotiation Committee (HNC) van de Syrische oppositie wil daarnaast afspraken maken over specifieke voorwaarden voor machtsoverdracht en over de aanvangsdatum en duur van de transitieperiode. Complicerende factor daarbij is de interne verdeeldheid die er binnen de oppositie bestaat over de positie van Assad tijdens de transitieperiode.
Vraag 51
Kunt u toelichten in welke mate Islamitische Staat (IS) voet aan de grond heeft gekregen in andere landen dan Irak en Syrië?
Antwoord
Buiten Syrië en Irak heeft IS in meer of mindere mate presentie opgezet in verschillende landen in het Midden-Oosten, Afrika, de Golf en Azië. De mate waarin deze activiteiten gelieerd zijn aan IS in Syrië en Irak loopt uiteen van lokale groeperingen of netwerken die trouw hebben gezworen aan IS tot filialen die door IS vanuit Syrië en/of Irak worden aangestuurd.
Vraag 52
Hoeveel gebied heeft het Assad-regime heroverd sinds de start van de Russische bombardementen?
Antwoord
Sinds het najaar van 2015 heeft het bewind meerdere gebiedsdelen weer onder controle gekregen. In West-Syrië heroverde het Assad-regime strategisch belangrijk (maar in omvang beperkt) terrein, zoals het deel van de stad Aleppo dat onder controle stond van de oppositie. Het bewind heroverde in de afgelopen twee jaar het meeste terrein op IS in Centraal- en Oost-Syrië.
Vraag 53
Bestaat er in uw ogen een verband tussen de toenemende dominantie van Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) en het feit dat externe partijen zich wel op IS richten, maar Assad goeddeels ongemoeid laten?
Antwoord
Het kabinet is van mening dat het brute geweld dat Assad ongehinderd gebruikt tegen zijn eigen bevolking extremistische groepen zoals Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) voedt. Assad laat HTS vooralsnog in zekere mate ongemoeid omdat zij de gematigde oppositie in Idlib aangrijpt en Assad daardoor zijn focus meer op andere gebieden kan leggen.
Vraag 54
Heeft HTS statelijke of niet-statelijke bondgenoten buiten Syrië?
Vraag 62
Is er duidelijkheid over welke groepen steun krijgen van Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAR) aan de ene kant en Qatar en Turkije aan de andere kant? En zijn er mogelijkheden om de onderlinge rivaliteit te de-escaleren? En zo ja, welke? Zijn er los van de gevechten in Oost-Ghouta meer zichtbare gevolgen van de onderlinge rivaliteit?
Vraag 63
Hoe beoordeelt u de uitspraken ( https://www.youtube.com/watch?v=z5oZCr5–6Pc ) van de speciale gezant van de VS in de strijd tegen IS, McGurk, over Idlib als de grootste Al Qaeda safe haven sinds 9–11: «Idlib is a huge problem. It's an al-Qaeda safe haven right at the border with Turkey.» en de steun van sommige «partners» aan jihadisten in Syrië: «The approach by some of our partners to send in tens of thousands of tons of weapons, and look the other way as these foreign fighters come into Syria may not have been the best approach»? Hoe beoordeelt u de steun van Turkije, Qatar en andere landen aan de jihadisten?
Vraag 64
Bent u bereid te pleiten voor onafhankelijk internationaal onderzoek naar de steun van Qatar aan jihadisten? Zo nee, waarom niet en hoe beoordeelt u dan de verwijten van de coalitie van landen onder leiding van Saoedi-Arabië richting Qatar?
Vraag 79
Waaruit bestaat de steun van Golfstaten, Turkije en Jordanië aan gewapende oppositiegroepen in Syrië?
Vraag 80
Leveren Golfstaten, Turkije en Jordanië ook militair materieel aan gewapende oppositiegroepen in Syrië? Is dergelijke steun in het verleden geleverd?
Vraag 81
Maken HTS of andere Al Qaida achtige groepen onderdeel uit van de gewapende oppositiegroepen in Syrië die steun krijgen van Golfstaten, Turkije en Jordanië?
Vraag 83
Welke staten/actoren geven financiële of materiële steun aan Hay’at Tahrir al-Sham?
Vraag 85
Zijn mogelijkheden om te voorkomen dat HTS controle krijgt over de provincie Idlib? En zo ja, welke? Leven deze zorgen breder onder de coalitiepartijen die deelnemen aan de huidige strijd tegen IS?
Antwoord op vraag 54, 62, 63, 64, 79, 80, 81, 83 en 85
De positie van het aan Al-Qaida gelieerde HTS (voorheen Jabat al-Nusra), in met name de provincie Idlib, is een bron van zorg. De groep heeft de afgelopen maanden een aantal belangrijke overwinningen behaald. Tegelijkertijd stijgt de weerstand onder de bevolking tegen het bewind en tegen het jihadistische karakter van HTS. De komende periode zullen de ontwikkelingen rondom HTS nauwgezet worden gevolgd, niet in de laatste plaats vanwege de potentie van nieuw conflict die deze situatie in zich draagt en de aanslagdreiging op Westerse doelwitten.
Militaire steun van coalitiepartners aan de gewapende oppositie in Syrië wordt afgestemd via coördinatiecentra in Turkije en Jordanië. Nederland verleent dergelijke steun niet. Gezien het vaak geheime karakter van militaire steun aan gewapende oppositie is slechts zeer beperkt zicht op de omvang en aard. Evenwel kan niet worden uitgesloten dat militaire steun in handen van jihadistische groepen is gekomen, of dat via particulieren of charitatieve instellingen steun bij jihadistische organisaties terecht is gekomen.
Doorgaans wordt steun verleend aan individuele strijdgroepen, hetgeen waarschijnlijk ook geldt voor de steun van Qatar, Turkije en Saudi-Arabië. Dit gebeurde en gebeurt soms gecoördineerd, maar soms is ook sprake van rivaliteit, zowel tussen steunverleners als tussen ontvangende partijen. De animositeit tussen de strijdgroepen in oostelijk Ghouta speelde al voor de meest recente diplomatieke crisis in de verhoudingen in de Golf.
Qatar heeft de wetten tegen private terrorismefinanciering aangescherpt. Ook worden verdachte liefdadigheidsorganisaties scherper in de gaten gehouden. Verschillende individuen zijn op internationale en nationale sanctielijsten geplaatst en hun tegoeden bevroren. Ook is met de Verenigde Staten een Memorandum of Understanding getekend om samenwerking tegen terrorismefinanciering vanuit Qatar te verdiepen. Concrete en betrouwbare informatie over de aard en de omvang van de steun aan Syrische (jihadistische) strijdgroepen door externe sponsoren is schaars. Er zijn aanwijzingen dat HTS inkomsten genereert uit private sponsors uit de Golfregio, via Al Qaeda en uit belastingheffing en smokkel in het gebied dat de organisatie controleert.
Vraag 55
In welk deel van Syrië is de seculiere oppositie tegen Assad dominant?
Antwoord
De gewapende oppositie die Nederland als gematigd beschouwt en die onder andere Nederlandse steun ontvangt, is dominant in het zuiden (de provincies Deraa en Quneitra) en in het noorden van de provincie Aleppo. Hoewel grote delen van Idlib worden gedomineerd door de terroristische organisatie HTS, zijn andere delen nog in handen van de gematigde oppositie.
Ook in Oost-Ghouta, ten oosten van de hoofdstad Damascus en in het westen van de provincie Aleppo zijn gematigde gewapende groepen dominant.
Vraag 57
Hoeveel buitenlandse strijders vechten momenteel nog aan de zijde van IS en hoeveel daarvan zijn afkomstig uit Nederland?
Vraag 66
Hoeveel mensen met een Nederlandse nationaliteit hebben zich de afgelopen jaren aangesloten bij IS en zijn uitgereisd naar Syrië en/of Irak?
Vraag 67
Hoeveel van de Nederlanders die uitgereisd zijn naar Syrië en/of Irak zijn reeds teruggekeerd in Nederland?
Antwoord op vraag 57, 66 en 67
Tot 1 oktober 2017 zijn er vanuit Nederland ongeveer 285 personen naar Syrië en/of Irak uitgereisd. Daarvan zijn ongeveer 55 personen gesneuveld bij de strijd in Syrië en Irak. Het aantal terugkeerders staat op ongeveer 50. Het aantal personen met jihadistische intenties uit Nederland aanwezig in Syrië en Irak is ongeveer 185.
Vraag 58
Over welk soort gewelddadig anti-Westers extremisme vanuit Idlib maakt u zich zorgen?
Antwoord
Het kabinet is bezorgd dat de grensprovincie Idlib, waar een toenemende dominantie van het met Al Qaida geassocieerde HTS waarneembaar is, een uitvalsbasis zou kunnen worden voor aanslagen op Westerse doelwitten.
Vraag 59
Houdt de Foreign Terrorist Fighters (FTF) werkgroep zich alleen bezig met buitenlandse strijders van IS of ook van andere partijen?
Antwoord
De FTF-werkgroep van de coalitie richt zich primair op buitenlandse strijders die zich hebben aangesloten bij IS in Syrië en Irak. De werkgroep richt zich ook op buitenlandse strijders die zich hebben aangesloten bij HTS en andere terroristische organisaties die op de VN-sanctielijst staan. Daarnaast besteedt de werkgroep aandacht aan de dreiging van FTF buiten Syrië en Irak, zoals in Libië en in Zuidoost-Azië.
Vraag 60
Klopt het dat bondgenoten, zoals Frankrijk, gericht (buitenlandse) IS-strijders die zich al hebben overgegeven of krijgsgevangen zijn, (laten) liquideren? Zo nee, is u bekend dat bondgenoten hier plannen toe hebben?
Vraag 68
Zijn de Nederlanders die zich bij IS hebben aangesloten en strijden in Syrië en/of Irak expliciet doelwit van de Nederlandse overheid?
Antwoord op vraag 60 en 68
Zoals ook gesteld in de begrotingsbehandeling van de Minister van Buitenlandse Zaken, beschikt het Kabinet niet over eigenstandige informatie dat bondgenoten gericht (buitenlandse) IS-strijders die zich al hebben overgegeven of krijgsgevangen zijn liquideren. Nederlanders die zich bij IS hebben aangesloten zijn geen expliciet doelwit van de Nederlandse overheid. Nederlandse strijders zijn wel verantwoordelijk voor hun daden en zullen de consequenties van hun handelen moeten dragen. Uitreizigers die zich aansluiten bij een terroristische organisatie als IS stellen zich bewust bloot aan geweld. De kans is aanzienlijk dat zij omkomen in de strijd. Nederland houdt zich aan het humanitair oorlogsrecht hetgeen betekent dat in een gewapend conflict IS-strijders alleen mogen worden gedood als zij een legitiem militair doel vormen. IS-strijders kunnen uiteraard wel worden vervolgd voor hun wandaden. Naar onderkende uitreizigers wordt een strafrechtelijk onderzoek ingesteld.
Vraag 61
Verstrekt Nederland locatiegegevens van buitenlandse IS-strijders in Syrië aan bondgenoten?
Antwoord
Het kabinet doet geen uitspraken over de operationele details van lopende militaire operaties.
Vraag 65
Hoeveel IS-jihadisten worden door het OM vervolgd voor (betrokkenheid bij) het plegen van genocide? Als er geen enkele vervolgd wordt voor genocide, kunt u aangeven waarom niet, mede in het licht van de Genocideconventie?
Antwoord
In Nederland zijn nog geen personen vervolgd voor het plegen van genocide of medeplichtigheid aan genocide in relatie tot IS, maar wel voor andere (terroristische) misdrijven. Als er aanwijzingen zijn dat leden van IS zich schuldig hebben gemaakt aan (medeplichtigheid aan) genocide en Nederland heeft rechtsmacht (omdat het bijvoorbeeld gaat om Nederlandse verdachten en/of verdachten die zich in Nederland bevinden), zal hier in de regel onderzoek naar worden gedaan.
Vraag 69
Kunt u uitgebreid en precies toelichten wat het beleid is ten aanzien van Nederlanders die zich hebben aangesloten bij IS en zijn uitgereisd naar Syrië en/of Irak?
Antwoord
Het kabinet voert actief beleid om te voorkomen dat personen uitreizen. Terugkeerders kunnen risico’s opleveren voor de nationale veiligheid. Gekende uitreizigers zijn onderwerp van een strafrechtelijk onderzoek, kunnen onderwerp zijn van inlichtingenonderzoek en worden bij terugkeer aangehouden voor verhoor. Het Openbaar Ministerie besluit vervolgens over de strafrechtelijke vervolging. Tevens wordt bij terugkeer direct in een lokaal, multidisciplinair casusoverleg een plan van aanpak opgesteld ten aanzien van de terugkeerder, op basis van een risico-inschatting. Er is hierbij bijzondere aandacht voor minderjarige terugkeerders. Zij dienen te worden beschouwd als slachtoffer, maar waar in sommige gevallen ook een dreiging van kan uitgaan. De Minister van Justitie en Veiligheid informeert de Tweede Kamer met regelmaat over (wijzigingen in) de aanpak van terugkeerders en wat daarmee samenhangt, zoals het versterken van de informatie-uitwisseling tussen Europese lidstaten.
Vraag 71
Heeft het kabinet vernomen waarom Israël bombardementen uitvoert op Iraanse en Hezbollah-doelen?
Antwoord
Israël doet over het algemeen geen publieke uitspraken over betrokkenheid bij specifieke aanvallen in buurlanden. Wel heeft de scheidend commandant van de Israëlische luchtmacht, Amir Eshel, in augustus jl. openbaar gemaakt dat het Israëlische leger de afgelopen vijf jaar bijna honderd luchtaanvallen heeft uitgevoerd op wapenkonvooien voor Hezbollah. Eerder hebben zowel de Israëlische premier Netanyahu als de Israëlische Minister van Defensie Lieberman gezegd dat Israël de overdracht van geavanceerde wapens en militaire uitrusting vanuit Syrië aan Hezbollah en de opbouw van een netwerk door Hezbollah of een permanente militaire aanwezigheid van Iran in Syrië nabij de grens met de Golanhoogte wil voorkomen.
Vraag 72
Is het kabinet eveneens bezorgd over de toenemende Iraanse invloed?
Antwoord
Ja. Het kabinet deelt de brede internationale zorgen over de rol die Iran speelt in Syrië.
Vraag 73
Met welk bedrag en met welke middelen ondersteunt de Iraanse regering Hezbollah direct of indirect?
Antwoord
Vast staat dat Iran financiële steun verleent en militair materieel levert aan Hezbollah. Een inschatting van de omvang van de steun is niet te geven.
Vraag 74
Over hoeveel strijders beschikt HTS?
Antwoord
De schattingen lopen uiteen, maar de meest betrouwbare cijfers over de sterkte van HTS spreken van ruim 10.000 strijders.
Vraag 75
Gaat HTS ook aangevallen worden door de coalitie?
Antwoord
Het doel van de coalitie is het verslaan van IS. Het bestrijden van HTS is geen taak van de coalitie. Zie ook antwoord op vraag 6.
Vraag 76
Over hoeveel strijders beschikt IS in Irak en Syrië?
Vraag 77
Wat is het totaal aantal jihadistische strijders in Irak en Syrië?
Antwoord op vraag 76 en 77
Het aantal jihadistische strijders in Syrië en Irak is lastig met zekerheid te schatten. Recente schattingen gaan uit van ongeveer 25.000 jihadistische strijders in Irak en Syrië, waarvan maximaal 10.000 IS-strijders.
Vraag 84
Welke resultaten zijn tot nu toe behaald met de door Nederland gesteunde initiatieven om in het op IS veroverde grondgebied (forensisch) bewijs te verzamelen tegen IS-strijders? Kunt u daarbij specifiek ingaan op de bewijsgaring met betrekking tot misdrijven begaan door IS-strijder met de Nederlandse nationaliteit?
Antwoord
De door Nederland gesteunde bewijzenbank voor Syrië (International, Impartial and Independent Mechanism on international crimes committed in the Syrian Arab Republic, IIIM) is in december 2016 opgericht door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Momenteel wordt dit mechanisme verder geoperationaliseerd. De bewijzenbank start later dit jaar met het verzamelen van bewijs, zodra veiligheidsmaatregelen zijn genomen om bescherming te kunnen garanderen. Tot op heden verzamelen verschillende organisaties bewijs, daardoor is moeilijk overzicht te houden. De bewijzenbank is opgericht om deze inspanningen te centraliseren en uiteindelijk bewijsmateriaal te verstrekken aan opsporingsinstanties die rechtsmacht hebben over de feiten.
Vraag 86
Verwelkomt u, met het oog op de informatie-uitwisseling via Interpol, het toetreden van Palestina tot Interpol?
Antwoord
De delegaties van de landen binnen het Koninkrijk (Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland) die eigenstandig lid zijn van Interpol hebben zich onthouden van stemming, omdat het Koninkrijk de «Staat Palestina» niet erkent. Dit is de gebruikelijke stempositie van het Koninkrijk bij Palestijnse toetredingsverzoeken tot internationale organisaties. Niettemin is het positief dat door toetreding de Palestijnse Autoriteit zich gebonden acht aan internationale normen en afspraken waar het Koninkrijk ook voor staat.
Vraag 87
Hoe verhoudt de Nederlandse humanitaire bijdrage zich tot de totale humanitaire hulp en tot het benodigde bedrag?
Antwoord
OCHA schat de totale noden voor humanitaire hulp wereldwijd in 2017 op USD 23,5 miljard. Hiervan is in de eerste helft van 2.017 USD 6,2 miljard gefinancierd. Specifiek voor de regio in kwestie zijn de noden als volgt:
– Syria Humanitarian Response Plan: USD 3,4 miljard (37,6 procent gefinancierd)
– Syria Regional Refugee and Resilience Plan - 3RP (buurlanden): USD 5,6 miljard (45,6 procent gefinancierd)
– Iraq Humanitarian Response Plan: USD 984,6 miljoen (57 procent gefinancierd)
Nederland geeft in totaal 406 miljoen euro uit aan humanitaire hulp in 2017. Hiervan gaat 12 miljoen euro naar humanitaire hulp in Irak en 24,5 miljoen euro naar humanitaire hulp in de Syrië regio. Wereldwijd is Nederland naar verhouding een middelgrote donor. Voor Syrië en Irak behoort Nederland tot de top vijftien donoren. Daarnaast levert Nederland een indirecte financiële bijdrage via de uitgaven van de Europese Commissie.
Vraag 88
Wat is de humanitaire bijdrage van onze bondgenoten in de coalitie tegen IS?
Antwoord
De coalitie tegen IS heeft 74 leden en bevat vrijwel alle grote donoren. De top vijf donoren voor humanitaire hulp in Syrië en Irak zijn als volgt:
– Syria Humanitarian Response Plan: Duitsland, Verenigde Staten, Europese Unie, Canada, Verenigd Koninkrijk (totaal 56 procent van de bijdrage in 2017 per eind september).
– Iraq Humanitarian Response Plan: Verenigde Staten, Duitsland, Europese Unie, Japan, Canada (totaal 80 procent van de bijdrage in 2017 per eind september).
Vraag 89
Welke bijdrage leveren Nederland en de bondgenoten in de coalitie tegen IS in de stabilisatie-inspanningen en specifiek verzoeningsactiviteiten?
Vraag 91
Kunt u een lijst van ontwikkelingssamenwerkingsprojecten die in zowel Syrië als Irak door Nederland worden ondersteund, delen met de Kamer, met daarbij toegelicht uit welk potje de financiering afkomstig is en wat het doel is van elk afzonderlijk project?
Vraag 93
Kunt u, al dan niet grafisch, weergeven over welke doelen, posten of bestemmingen de genoemde uitgegeven 76 miljoen euro is verdeeld?
Antwoord op vraag 89, 91 en 93
Irak heeft zelf primair de verantwoordelijkheid voor hervormingen en verzoening, ondersteund door de internationale gemeenschap. Nederland financiert, samen met Duitsland, een project van de United Nations Mission for Iraq (UNAMI) en United Nations Office for Project Services (UNOPS) dat zich richt op het ondersteunen van de Iraakse overheid bij het aanpassen van voor verzoening relevante wetgeving. Nederland dringt samen met het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank en in EU-verband aan op economische en politieke hervormingen. Ook steunt Nederland, samen met Denemarken, de Iraakse autoriteiten via het Security Sector Reform (SSR) programma van het United Nations Development Programme (UNDP) dat zich richt op het hervormen van de veiligheidssector in Irak, waarbij ook aandacht is voor inclusiviteit en de rol van het parlement. De nadruk ligt hierbij op het ontwikkelen van een SSR-implementatieplan. De Syrische oppositie wordt gesteund in haar onderhandelingen met het Syrische regime om te komen tot een inclusieve politieke transitie conform VNVR-resolutie 2254.
Projectpartner |
Projectbeschrijving |
Bedrag |
Periode |
Fonds |
Opmerkingen |
---|---|---|---|---|---|
Non-Lethal Assistance |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Non-lethal steun aan Syrische gematigde gewapende groepen in Noord en Zuid-Syrie |
10.620.948 |
’17 |
Stabiliteits-fonds |
|
Effectieve rechtshandhaving |
|||||
AJACS |
Steun aan de Free Syrian Police middels Access to Justice and Community Security project. Doel van het project is om gematigde krachten te versterken door politie in door oppositiegroepen bestuurde delen van Syrië te trainen, te bevoorraden en te financieren. |
6.600.000 |
’17 |
Stabiliteitsfonds |
|
Mediation/political solution |
|||||
Meerdere projecten |
Bemiddelen en faciliteren van politiek dialoog tussen Syriers met verschillende achtergronden, ondersteunen oppositie tijdens vredes-besprekingen, trainingen in onderhandelen en promoten van rol van vrouwen in vredesproces. |
3.669.988 |
’17 |
Stabiliteits-fonds, V&R fonds en TF vrouwen en gender-gelijkheid |
Inclusief aantal meerjarige betalingen, totale bedrag dus niet alleen voor 2017 |
Onderwijs |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Onderwijs voor kinderen en in Syrie en beurzen voor Syrische studenten in de regio |
3.397.993 |
Meerjarig |
Shiraka en V&R fonds |
Meerjarige bijdragen (tussen 2014–2018) |
Persvrijheid |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Capaciteits-opbouw van burgerjournalistenWebsite met informatievoorziening over actualiteit Syrie |
1.377.872 |
’17 |
Shiraka en stabiliteits-fonds |
|
Mensenrechten/ rule of law |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Ondersteunen van accountability voor Syrie dmv verzamelen bewijsmateriaal en identificeren justice needs. Ook bijdrage aan UN accountability mechanism (IIIM) |
3.968.440 |
’17 |
Mensenrechtenfonds, V&R fodns |
|
Lokale capaciteitsopbouw |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Ontwikkeling van maatschappelijk middenveld in Syrie en duurzaam lokaal bestuur. |
4.550.790 |
Meerjarig |
POBB, Shiraka en V&R fonds |
Meerjarige bijdragen (2016–2019) |
Bescherming burgerbevolking |
|||||
Mayday Rescue |
Bescherming van Syrische burgerbevolking door ondersteuning van de White Helmets |
1.697.738 |
’17 |
Stabiliteitsfonds |
Onderdeel van totale committering à EUR 4.886.375 |
Humanitaire Hulp |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Bijdragen aan VN en NGO’s die noodhulp bieden waar noden het hoogst zijn. |
24.500.000 |
’17 |
Relief Fund |
|
Ontmijning |
|||||
Humanitaire ontmijning |
Survey, Clearance, voorraadvernietiging, capaciteitsversterking en risicovoorlichting voor bescherming van burgers en veilige terugkeer |
2016 -2018: EUR 3,2 mln |
2016–2018 |
Stabiliteitsfonds |
Bijdrage voor 2016–2018 |
Projectpartner |
Projectbeschrijving |
Bedrag |
Periode |
Fonds |
opmerkingen |
---|---|---|---|---|---|
Stabilisatie |
|||||
UNDP |
FFS – Funding Facility for Stabilisation |
EUR 25 mln |
03/2016–03/2017 |
Stabiliteits-fonds en opvang in de regio |
|
Humanitair |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Humanitaire hulp aan VN (instituties), NGO-consortia |
EUR 76.3 mln |
’14-’17 |
Relief fund |
Totaal sinds 2014 |
Ontmijning |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Voorlichting, ruiming, capaciteitsopbouw en voorraadvernietiging in Irak |
EUR 9,85 mln |
’16-’17 |
Stabiliteits-fonds |
Bijdrage voor 2016 en 2017 |
Verzoening/ transitional justice |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Bevorderen van verzoening, steun bij transitional justice, beschermen minderheden, capaciteitsopbouw voor onderzoeken oorlogsmisdaden |
2.285.415 |
’17 |
Stabiliteits-fonds en V&R fonds |
Bijdragen voor 2017 en een meerjarige bijdrage (2015–2017) |
Gender/mensenrechten |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Psychosociale hulp voor vrouwen met trauma’s, blijf-van-mijn-lijf-huizen, voorkomen seksueel geweld en tegengaan Female Genital Mutilation |
4.899.993 |
’15-’18 |
Stabiliteits-fonds, DSO, Shiraka en NAP-tender |
Verschillende meerjarige bijdragen voor periode 2015 tot 2018 |
Countering Violent Extremism |
|||||
SPARK |
Bijdragen aan positief geluid tegen (online) radicalisering en ondersteunen jongeren die vatbaar zijn voor radicalisering |
490.000 |
’17 |
Stabiliteits-fonds |
Meerdere projecten |
Economie |
|||||
Meerdere uitvoerders |
Samenwerken met Federal Board of Supreme Audit, technische ondersteuning bij economische en financiele hervormingen |
6.100.000 |
’16-’22 |
Shiraka |
Meerjarige program-ma’s gericht op meerdere landen in Arabische regio |
Vraag 90
Hoeveel personele capaciteit stelt Nederland beschikbaar in het kader van opsporing en vervolging van mogelijke terugkeerders?
Antwoord
De opsporing en vervolging van terugkeerders is hoofdzakelijk belegd bij de Landelijke Eenheid van Politie en het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie. Om de capaciteit van beide opnieuw structureel te versterken, mede ter voorbereiding op een eventuele toename van het aantal terugkeerders, worden vanaf 2017 jaarlijks extra middelen ingezet (3,5 miljoen euro). Een deel van deze middelen zal worden aangewend voor extra personele capaciteit zowel bij OM als Politie.
Vraag 92
Kunt een volledig overzicht geven van alle Nederlandse inspanningen ten behoeve van de evacuatie, opvang en nazorg van de Yezidi-bevolking?
Antwoord
Allereerst levert Nederland humanitaire hulp die ten goede komt aan iedereen die dat nodig heeft. Extra aandacht en zorg gaat daarbij uit naar gemarginaliseerde groepen, waaronder de Yezidi-bevolking. Psychosociale en medische hulp, onder andere voor vrouwen, maakt hier deel van uit. Gezien de enorme noden voor de meest kwetsbaren steunt Nederland ook rechtstreeks Norwegian People’s Aid (NPA) in de Koerdische Autonome Regio met 1,5 miljoen euro. Vrouwen die slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld worden opgevangen en krijgen psychosociale hulp geboden om trauma’s te verwerken. Inmiddels hebben 1800 vrouwen deze hulp ontvangen.
Naast de inzet via NPA, heeft Nederland tijdens de bevrijdingsoperatie van Mosul een specifieke bijdrage van 200.000 euro geleverd aan de evacuatie en eerste opvang van een groep Yezidi-meisjes en vrouwen. Met behulp van deze Nederlandse bijdrage zijn 1.000 Yezidi’s na hun bevrijding uit IS-gevangenschap opgevangen in Dohuk, Noord-Irak. Aanvullend op de evacuatie en opvang worden psycho-medische voorzieningen geboden aan de vrouwen en meisjes die slachtoffer zijn geworden van (seksueel) geweld.
Vraag 95
Wat zijn de te verwachten kosten voor de wederopbouw van de verwoesting als gevolg van de herovering van steden en dorpen op IS, waaronder Mosul?
Antwoord
Het is te vroeg om deze kosten volledig en nauwkeurig in beeld te brengen, maar de VN geeft aan dat het om vele miljarden euro’s zal gaan. In gebieden die al zijn bevrijd, moet eerst de volledige schade worden geïnventariseerd voordat een bedrag kan worden genoemd. Bovendien is in veel gebieden de strijd nog gaande en kan nog geen inventarisatie worden gemaakt.
Vraag 96
Gaat Nederland deelnemen aan de bijeenkomst in Koeweit over de verwoesting van West-Mosul?
Antwoord
Ja.
Vraag 98
Welke middelen heeft de International Syria Support Group om druk uit te oefenen op het regime?
Antwoord
De International Syria Support Group (ISSG) komt iedere week bij elkaar in de staakt-het-vuren werkgroep en de humanitaire werkgroep. In deze werkgroepen wordt geprobeerd te komen tot een nationaal staakt-het-vuren en tot verbeterde humanitaire toegang. De leden hebben ieder invloed op verschillende partijen binnen het conflict. De werkgroepen bieden de kans voor diplomatiek verkeer tussen de verschillende leden. Nederland en gelijkgezinden oefenen binnen onze mogelijkheden vooral druk uit op Rusland en Iran, die de meeste invloed hebben op het Syrische regime.
Vraag 99
Hoe groot bedraagt de financiële steun die Nederland tot nu toe geoormerkt heeft ten behoeve van «gematigde» rebellen in Syrië? Bent u bereid dit bedrag naar beneden bij te stellen, dan wel een deel hiervan te bestemmen voor de Syrian Democratic Forces? Waarom wel/niet?
Antwoord
Het non-lethal assistance (NLA)-programma is erop gericht gematigde krachten in Syrië te ondersteunen. Nederland heeft tot nu toe 25,9 miljoen euro uitgegeven ter ondersteuning van gematigde Syrische strijdgroepen. NLA voor de Syrian Democratic Forces ligt niet voor de hand omdat het kabinet zich zorgen maakt over berichten van mensenrechtenschendingen en nauwe relaties van de SDF met de PYD/YPG, die vermeende banden onderhouden met de terroristische organisatie PKK.
Vraag 100
In welke mate zijn de verzoeken van de VN om humanitaire hulp voor Irak en Syrië op dit moment gevuld?
Antwoord
Het Syrië Humanitarian Response plan 2017 is voor 37,6 procent gefinancierd. Het Irak Humanitarian Response plan 2017 is voor 57,2 procent gefinancierd.
Vraag 101
In hoeverre levert de steun van Nederland en andere bondgenoten aan de gematigde oppositie een bijdrage aan de levensomstandigheden van de bevolking?
Antwoord
De Syrische oppositie wordt gesteund in haar onderhandelingen met het Syrische regime om te komen tot een inclusieve politieke transitie in lijn met VNVR-resolutie 2254. De voedsel- en medicijnencomponent van de Nederlandse NLA aan de gewapende oppositiegroepen draagt bij aan verbetering van de levensomstandigheden van een deel van de bevolking. Nederlandse stabilisatieprogramma’s in gebieden die onder controle staan van de gematigde oppositie dragen bij aan zaken als lokaal bestuur, onderwijs, de politie en de reddingswerkzaamheden van de White Helmets.
Vraag 103
Klopt het dat het nagenoeg onmogelijk is voor IS-strijders om vanuit Raqqa naar Irak te reizen?
Vraag 123
Kunt u de laatste stand van zaken ten aanzien van de strijd om Raqqa toelichten?
Antwoord op vraag 103 en 123
De Syrian Democratic Forces (SDF) hebben Raqqa inmiddels bevrijd, maar er worden nog steeds operaties uitgevoerd om ondergedoken IS-cellen op te sporen en uit te schakelen.
Zie ook de brief «Beschouwing Nederlandse militaire bijdrage aan de internationale strijd tegen IS» die uw Kamer gisteren is toegegaan (Kamerstukc27 925, nr. 616). Daar staat onder kopje «Mandaat/Syrië»: «Hoewel de gewapende aanvallen in omvang af lijken te nemen, worden er nog steeds voortdurend strijders en wapens vanuit Syrië naar Irak gestuurd voor de gewapende strijd in Irak.»
Vraag 105
Hoe wordt uitgesloten dat gematigde gewapende oppositie in Syrië, waar Nederland steun aan verleent, samenwerkt met radicale groepen?
Vraag 119
Wanneer is het volgende weegmoment waarop wordt bepaald of de steun aan gematigde oppositiegroepen wordt voortgezet?
Antwoord op vraag 105 en 119
De gesteunde groepen worden intensief en permanent gemonitord om, indien nodig, per direct besluiten te kunnen nemen over het al dan niet voortzetten van steun.
Vraag 106
Hoe wordt de gematigde gewapende oppositie in Syrië bewapend?
Antwoord
De meeste wapens van de gewapende oppositie zijn afkomstig uit op het bewind veroverde wapenvoorraden. Daarnaast is militaire steun verleend aan de gematigde oppositie door sommige westerse landen en landen uit de regio.
Vraag 107
Zijn wapenleveranties aan opstandelingen in Syrië illegaal? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het leveren van wapens aan de gewapende oppositie kan op gespannen voet staan met het non-interventiebeginsel, als ook het verbod op geweldgebruik in artikel 2(4) van het VN-Handvest. Dit hoeft niet het geval te zijn indien wapens worden ingezet in de strijd tegen IS, op basis van de collectieve zelfverdediging van Irak.
Vraag 108
Hoe omvangrijk zijn de Amerikaanse wapenleveranties aan opstandelingen in Syrië?
Antwoord
Eventuele Amerikaanse wapenleveranties aan opstandelingen in Syrië zijn een Amerikaanse aangelegenheid, waarover het kabinet geen uitspraken kan doen.
Vraag 109
Welke gematigde oppositiegroepen ontvangen non-lethal assistance van Nederland?
Vraag 110
Waar bestaat de Nederlandse non-lethal assistance exact uit?
Antwoord op vraag 109 en 110
Het kabinet doet om veiligheidsredenen geen uitspraken over de exacte identiteit en locaties van de groeperingen die door het kabinet worden gesteund met NLA. De Nederlandse NLA bestaat uit steun met een civiel karakter die groepen helpt zichzelf te beschermen. Het gaat om zaken als voedselpakketten, medische kits, voertuigen, communicatiemiddelen, dekens en andere basisbenodigdheden (bijvoorbeeld brandblussers). Tevens verwijst het kabinet u naar de Voortgangsrapportage Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen IS van 4 april 2017 (Kamerstuk 27 925, nr. 607) waar de stand van zaken van de NLA Irak, en de verstrekking daarvan, staat beschreven.
Vraag 111
Hoe ziet Nederland erop toe dat de Nederlandse steun aan de gematigde oppositiegroepen in Syrië niet in handen van terreurgroepen zoals het aan Al-Qaeda gelieerde HTS belandt?
Antwoord
Het kabinet zorgt voor intensieve en voortdurende monitoring van de steun aan gematigde oppositiegroepen in Syrië. Ook van eerder geleverde goederen wordt regelmatig in kaart gebracht waar de goederen zich bevinden en hoe ze worden gebruikt.
Vraag 112
Welk volkenrechtelijk mandaat hanteren onze voornaamste bondgenoten binnen de coalitie tegen IS voor hun operaties?
Antwoord
Onze bondgenoten hanteren het recht op (collectieve en/of individuele) zelfverdediging als volkenrechtelijke grondslag voor de inzet tegen IS in Syrië. De volkenrechtelijke rechtsgrond voor de inzet van Nederlandse militairen in Irak is gebaseerd op het Iraakse verzoek om steun.
Vraag 113
Wat zijn de aard en het aantal van de «doorlopende aanvallen vanuit Syrië op Irak»?
Vraag 115
Op welke wijze wordt de volkenrechtelijke rechtsgrond «voortdurend kritisch tegen het licht gehouden»?
Vraag 116
Indien er geen sprake meer is van «doorlopende aanvallen vanuit Syrië op Irak», komt de volkenrechtelijke rechtsgrond voor de inzet van Nederlandse militairen in Syrië dan onmiddellijk te vervallen? Is de regering in dit geval van plan de militaire acties boven Syrië onmiddellijk te staken?
Vraag 117
Heeft de internationale coalitie tegen IS een gezamenlijke strategie voor de toekomstige ontwikkeling van Syrië? Zo ja, wat is deze?
Vraag 118
Heeft de anti-IS coalitie een gemeenschappelijke plan voor de fase van normalisering van de situatie? Wat wordt onder deze normalisering verstaan?
Vraag 120
Kunt u toelichten wat u bedoelt met het «voortdurend kritisch tegen het licht houden van de volkenrechtelijke rechtsgrond voor inzet van Nederlandse militairen in Syrië»? Ziet u mogelijkheden om het optreden in Syrië te verruimen, zodat meer doelen dan slechts de aanvoerlijnen vanuit Oost-Syrië naar Irak kunnen worden aangevallen?
Vraag 125
Welke juridische grenzen gelden er voor de militaire inzet in Syrië?
Vraag 136
Wat zijn de grenzen van het gebied waarbinnen de F16's worden ingezet?
Vraag 138
Valt Raqqa ook binnen het gebied waarbinnen Nederlandse F16's worden ingezet?
Vraag 145
Bent u bereid de «caveats» ten aanzien van de inzet van de F-16's te heroverwegen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 113, 115, 116, 117, 118, 120, 125, 136, 138 en 145
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de brief «Beschouwing Nederlandse militaire bijdrage aan de internationale strijd tegen IS» die uw Kamer gisteren is toe gegaan (Kamerstuk 27 925, nr. 616).
Vraag 114
Heeft de onafhankelijk volkenrechtelijk adviseur op basis van de huidige situatie geadviseerd over het volkenrechtelijk mandaat?
Antwoord
Nee. Het kabinet acht zich met dank aan de eerdere interne en externe adviseringen voldoende volkenrechtelijk geadviseerd. Op basis van deze advisering wordt de feitelijke situatie continue beoordeeld.
Vraag 121
Hoe verhoudt de Nederlandse bijdrage aan de internationale strijd tegen IS zich tot de bijdrage van andere landen in de coalitie?
Antwoord
De internationale coalitie tegen IS is een unieke groep van 74 partners bestaande uit 70 landen en vier organisaties. De partners zijn vrij in hun keuze om accenten te leggen in hun nationale bijdrage. Zo is de VS een leidende partner op het militaire spoor en zijn verschillende landen in de regio zeer actief op civiele sporen zoals foreign terrorist fighters (FTF), stabilisatie, counter-messaging en het tegengaan van financiering. Iedere partner draagt bij naar draagkracht. Nederland is een actief lid van de coalitie op zowel het militaire als de civiele sporen. Zo is Nederland co-voorzitter van de FTF-werkgroep en neemt het actief deel aan de andere werkgroepen. Ook met onze militaire inzet draagt Nederland verhoudingsgewijs en afgezet tegen de bijdragen van andere partners sterk bij aan de strijd tegen IS.
Vraag 122
Welke praktische gevolgen heeft de toetreding van de NAVO tot de anti-IS coalitie gehad? Zijn er positieve of negatieve effecten geweest, en zo ja, welke?
Antwoord
Toetreding van de NAVO tot de coalitie heeft de samenhang vergroot tussen activiteiten van enerzijds de coalitie – gericht op de strijd tegen IS – en anderzijds de NAVO – gericht op langere termijn capaciteitsopbouw. Eind 2016 is de NAVO Training en Capacity Building Iraq (NCTB-I) missie opgericht. De NAVO adviseert en traint op bescheiden schaal de Iraakse strijdkrachten op het gebied van IED-bestrijding, Security Sector Reform, civiel-militaire planning, medische vaardigheden en onderhoud van materieel uit de voormalige Sovjet-Unie. Nederland leverde hiervoor twee trainers. Een «kernteam» van de NAVO coördineert de activiteiten ter plaatse. Als lid van de coalitie sluit NAVO ook aan bij internationale bijeenkomsten, waardoor de complementariteit van de verschillende activiteiten wordt vergroot.
Vraag 124
Leidt de verlenging en aanpassing van de Nederlandse bijdrage tot nieuwe of aangepaste uitzending van liaison-officieren? Zo ja, hoe ziet die eruit?
Antwoord:
Nederland levert stafofficieren bij het Amerikaanse hoofdkwartier CENTCOM en operationele hoofdkwartieren in Koeweit (CJTF-OIR, SOJTF-OIR), Bagdad (CJFLCC, CJSOTF-I), Qatar (CFAC, CAOC) en Erbil (KTCC). De aangepaste Nederlandse bijdrage heeft nagenoeg geen invloed op het huidige aantal stafofficieren.
Vraag 126
Wordt of is Nederlands militair personeel ingezet in Syrië?
Antwoord
Nee, er wordt geen Nederlands militair personeel ingezet op Syrisch grondgebied. De Nederlandse vliegtuigen (KDC-10, de C-130 en vanaf begin januari 2018 de F-16’s) kunnen wel optreden boven Syrisch grondgebied.
Vraag 127
Hoeveel landen van de coalitie bombarderen momenteel in Irak en/of Syrië? Welk percentage hiervan wordt door de VS uitgevoerd?
Antwoord
Naast de Verenigde Staten zijn thans Australië, België, Frankrijk, Jordanië, Saoedi-Arabië en het Verenigd Koninkrijk betrokken bij bombardementen in Irak en Syrië. De Verenigde Staten namen in 2017 tot nu toe ongeveer 90 procent van de luchtaanvallen voor hun rekening.
Vraag 128
Wat is het percentage vrouwen dat als vertegenwoordigers van de gematigde groepen deelneemt aan de gesprekken om te komen tot een politieke oplossing van de burgeroorlog?
Antwoord
In de officiële samenstelling van het HNC, zoals die eind 2015 in Riyad is gevormd, zijn twee van de dertig delegatieleden vrouw. In het onderhandelingsteam van de HNC zijn drie van de twaalf leden vrouw. In februari 2016 werd de zogenoemde Women Advisory Committee opgericht om de HNC te adviseren en zo de rol van vrouwen binnen de HNC te vergroten. Om de deelname van vrouwen in de Geneefse besprekingen te bevorderen, is met Nederlandse steun de Women’s Advisory Board opgericht. Deze vrouwenadviesraad adviseert speciaal VN-gezant voor Syrië Staffan de Mistura.
Vraag 129
Kunt u aangeven hoe vaak een situatie zich heeft voorgedaan waarbij het Nederlandse Advise & Asist (A&A-) team heeft meegeholpen bij de verdediging van de te begeleiden Iraakse eenheden?
Antwoord
Tot op heden heeft deze situatie zich niet voorgedaan.
Vraag 130
Op welke schaal zijn door Nederland getrainde militairen betrokken geraakt bij mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden? Hoe wordt dit bijgehouden?
Antwoord
Voor zover bekend hebben Nederlandse militairen geen Iraakse militairen getraind die betrokken zijn geweest bij mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden. Zie ook het antwoord op vraag 20.
Vraag 131
Wat zijn de selectiecriteria geweest op basis waarvan de Soennitische milities zijn uitgekozen die door Nederland zijn getraind?
Antwoord
Nederland traint alleen eenheden die door de coalitie zijn goedgekeurd. Deze selectie (zogenoemde vetting proces) is tweeledig. De coalitie beoordeelt een commandant van een eenheid aan de hand van de beschikbare inlichtingen. Het Amerikaanse State Department doet eveneens onderzoek. De vetting is pas voltooid zodra van beide lijnen het antwoord binnen is. Is een van de twee niet akkoord, dan kan de training niet beginnen. Dit kan er toe leiden dat de commandanten van de eenheden worden vervangen. Vervolgens biedt de coalitie de geselecteerde eenheden aan coalitiepartners aan voor training.
Vraag 132
Kunt u bij naam aangeven welke soennitische milities Nederland heeft getraind? Vallen deze milities onder het centrale gezag van de Iraakse overheid?
Antwoord
Nederland traint alleen soennitische milities die deel uit maken van de Iraakse strijdkrachten en dus onder het gezag staan van de Iraakse premier.
Vraag 133
Hoe verloopt de Belgisch-Nederlandse samenwerking in het kader van de strijd tegen IS?
Antwoord
De samenwerking in de Belgisch-Nederlandse Special Operations Forces (SOF)-taakgroep verloopt goed. Nederland en België wisselen het commando van de taakgroep af. Ook de kleinere nationale taakeenheden werken nauw samen. Op het gebied van inzet van F-16’s is eveneens nauwe samenwerking met België. Er zijn vaste afspraken gemaakt over het gebruik van elkaars middelen en infrastructuur. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de Force Protection. In de periode dat België F-16’s inzet, verzorgt Nederland de Force Protection, in 2018 zal België de Force Protection verzorgen van het Nederlandse F-16 detachement.
Vraag 134
Welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat het Assad-regime profiteert van militaire acties tegen IS?
Vraag 146
Klopt het dat, gezien de snelle opmars van het Syrische regeringsleger en bondgenoten in Oost-Syrië, elk optreden van Nederlandse F-16's tegen IS in Oost-Syrië vrijwel altijd direct of indirect ten goede zal komen aan het Assad-regime? Hoe beoordeelt u de situatie in relatie tot de mogelijkheden om nog te kunnen optreden in Syrië?
Vraag 163
Kan worden voorkomen dat de inzet van Nederlandse F-16’s de opmars van het Assad-regime en Sjiitische milities ook indirect ten goede komt?
Antwoord op vraag 134, 146 en 163
De coalitie heeft het verslaan van IS tot doel en strijdt niet tegen of ter ondersteuning van het Assad-regime. De Nederlandse F-16’s zullen boven Oost-Syrië worden ingezet voor het aanpakken van belangrijke strategische doelen in de aanvoerlijnen van IS vanuit Oost-Syrië naar Irak. Uitgangspunt is dat hierbij geen acties worden uitgevoerd die direct ten goede komen aan het Assad-regime. Een Nederlandse Red Card Holder (RCH) op het Combined Air Operations Center (CAOC) in Qatar houdt de Nederlandse inzet nauwlettend in de gaten en ziet erop toe dat deze past binnen de kaders van het Nederlandse mandaat.
Vraag 135
Waarom is in 2018 vooralsnog geen inzet van de KDC-10 of de C-130 voorzien?
Antwoord
Dit heeft onder meer te maken met onderhoudsschema’s en operationele opdrachten. Indien de vraag naar deze specifieke capaciteiten wordt gesteld, moet de mogelijkheid tot inzet worden onderzocht alsook de gevolgen voor gereedheid en stand-by opdrachten.
Vraag 137
Worden Nederlandse F16's ook ingezet voor het verwerven van inlichtingen en het bombarderen in gebieden die niet verbonden zijn aan IS-gebied in Irak?
Antwoord
Nederlandse F-16’s worden niet ingezet met als (hoofd)taak het verwerven van strategische inlichtingen. Eventuele informatie verkregen tijdens de uitvoer van de missie, bijvoorbeeld beelden gemaakt met de doelaanwijzingspod, wordt na afloop doorgegeven aan de inlichtingensectie van het F-16-detachement.
Vraag 139
Hoeveel vluchten hebben de Nederlandse F16's uitgevoerd in 2016? Hoeveel daarvan boven Syrië?
Antwoord
Zoals aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 27 925, nr. 597 van 9 september 2016) hebben de Nederlandse F-16’s tijdens hun inzetperiode van oktober 2014 tot en met juni 2016 ruim 2.100 vluchten uitgevoerd, waarbij meer dan 1.800 wapens zijn ingezet. De inzet in Syrië betrof zeven vluchten, bij vier vluchten heeft wapeninzet plaatsgevonden.
Vraag 140
Op welke wijze zal de beschikbaarheid van satellietcommunicatieapparatuur in de F16's de flexibiliteit vergroten? Op welke wijze zou dit de missie beïnvloeden?
Vraag 144
Zullen de F-16's komen te beschikken over SatCom of een vergelijkbare capaciteit? Bent u bereid de mogelijkheden daartoe te onderzoeken en de Kamer te informeren?
Antwoord op vraag 140 en 144
Satellietcommunicatie stelt zeker dat de F-16 in het gehele missiegebied de mogelijkheid heeft om te communiceren met het hogere echelon. Dit betekent dat de F-16’s ook kunnen opereren boven gebieden waar traditionele radioverbindingen niet mogelijk zijn. Alle F-16’s worden uitgerust met aansluitingen voor satellietcommunicatie. Daarnaast worden voldoende satellietcommunicatieradiosystemen verworven om de missies te kunnen ondersteunen.
Vraag 141
Wat is de stand van zaken van de capaciteitsopbouw van Irak?
Antwoord
De coalitie heeft inmiddels meer dan 117.000 Iraakse strijdkrachten, waaronder Koerdische Peshmerga, getraind.
Vraag 142
Op welke wijze hebben Denemarken, Noorwegen, België en Nederland hun werkwijze aangepast?
Antwoord
Om effectieve ondersteuning te kunnen blijven bieden, moeten de Advise & Assist teams, waar mogelijk en verantwoord, meebewegen met de Iraakse strijdkrachten. In navolging van coalitiepartners Denemarken, Noorwegen en België heeft Nederland de werkwijze inmiddels op die manier aangepast.
Vraag 143
Welke maatregelen worden er genomen om burgers te beschermen tijdens bombardementen in stedelijk gebied?
Vraag 147
Kunt u uitgebreider en preciezer toelichten wat Nederland doet om burgerslachtoffers te voorkomen?
Vraag 173
Welke concrete inspanningen levert Nederland om burgerslachtoffers door Nederlandse inzet te vermijden? Kunt u in grote lijnen aangeven welke maatregelen worden getroffen en wie betrokken zijn bij het besluit tot inzet van het geweldsinstrument?
Antwoord op vraag 143, 147 en 173
Het voorkomen en minimaliseren van onbedoelde schade en burgerslachtoffers heeft de hoogste prioriteit. Dit geldt niet alleen voor Nederland, maar voor de hele coalitie. Het zorgvuldige targeting proces, het gebruik van precisiewapens en de Nederlandse Red Card Holder (RCH) dragen hieraan bij. In het targeting proces worden mogelijke statische doelen eerst langere tijd geobserveerd om het risico van burgerslachtoffers te kunnen beoordelen, evenals de gevolgen voor het milieu en de mogelijke historische en religieuze waarde van objecten. Luchtacties worden uitsluitend uitgevoerd als het proces volledig is doorlopen en het risico van ongewenste nevenschade minimaal is.
Voordat een doel wordt aangevallen, wordt de inzet getoetst aan het nationale mandaat door de RCH, de senior militair in het Combined Air Operations Center (CAOC) in Qatar. De RCH, die wordt bijgestaan door een juridisch adviseur, toetst aan de hand van de Rules of Engagement en het politieke mandaat of de inzet binnen de kaders valt. Hierbij is belangrijk dat het risico op de verwachte nevenschade en burgerslachtoffers minimaal is. Ook tijdens wapeninzet doet Nederland er alles aan om burgerslachtoffers en onbedoelde nevenschade te voorkomen. Diverse checks and balances zijn in de procedures opgenomen, voordat tot wapeninzet wordt overgegaan. Ondanks de zorgvuldige processen die daarvoor zijn ingericht kan het risico van burgerslachtoffers helaas nooit volledig worden uitgesloten.
Vraag 148
Hoeveel burgerslachtoffers zijn gevallen door toedoen van Nederlandse inzet?
Vraag 149
Wanneer zijn de onderzoeken naar mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse inzet afgerond?
Vraag 150
Hoe komt het dat de onderzoeken naar mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse inzet al jaren duren?
Vraag 152
Hoeveel burgerdoden zijn er gevallen door inzet van coalitielanden sinds 2014?
Vraag 153
Hoeveel burgerdoden zijn er gevallen door inzet van Nederland sinds 2014?
Vraag 156
Waarom zijn onderzoeken naar burgerdoden als gevolg van de inzet van Nederlandse F-16’s nog altijd niet afgerond?
Vraag 157
Wanneer zullen de onderzoeken naar burgerdoden als gevolg van de inzet van Nederlandse F-16’s worden afgerond?
Vraag 160
Wat is de Nederlandse procedure die in werking treedt als er (mogelijk) sprake is van burgerslachtoffers door gewapend optreden?
Vraag 161
Kan die procedure met de Kamer en eventuele slachtoffers of nabestaanden gedeeld worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 166
Kunt u in een tabel overzichtelijk aangeven hoeveel burgerslachtoffers zijn gevallen per jaar, in de jaren 2014–2017?
Vraag 167
Hoeveel burgerslachtoffers heeft Nederland gemaakt in Syrië en in Irak?
Vraag 168
Hoeveel burgerslachtoffers heeft de coalitie tegen IS gemaakt in Syrië en in Irak sinds het begin van de strijd per jaar?
Antwoord op vraag 148, 149, 150, 152, 153, 156, 157, 160, 161, 166, 167 en 168
Zoals eerder met de Kamer gewisseld, zijn geen volledige gegevens voorhanden voor wat betreft het aantal (burger)slachtoffers dat is gemaakt door de verschillende strijdende partijen in Syrië en Irak. Het Amerikaanse hoofdkwartier CENTCOM heeft in de meest recente publicatie van de maandelijkse rapportage (27 oktober 2017) over burgerslachtoffers als gevolg van coalitieoptreden bevestigd dat de coalitie verantwoordelijk is voor tenminste 786 burgerslachtoffers sinds het begin van de strijd tegen IS in 2014.
Alle meldingen van mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van optreden van de coalitie worden door het Amerikaanse hoofdkwartier CENTCOM zorgvuldig onderzocht. Daarbij wordt ook overlegd met de coalitiepartner die bij het mogelijk incident was betrokken. Als Nederland mogelijk is betrokken, doet Defensie onderzoek naar de feitelijke toedracht. Na iedere aanval voeren Nederlandse F-16’s met hun eigen sensoren een zogenoemde Battle Damage Assessment (BDA) uit. Het doel wordt bekeken en vervolgens wordt bepaald of het gewenste effect is bereikt. Ook wordt gekeken of onbedoelde nevenschade is ontstaan. De beelden worden tijdens de vlucht opgenomen en na de landing nauwgezet geanalyseerd. Na deze analyse en debriefing wordt een After Action Report (AAR) opgemaakt, waarin de conclusies worden beschreven. Deze rapporten bevatten gedetailleerde operationele informatie en zijn derhalve niet openbaar. Wel worden deze rapporten ter beschikking gesteld aan het Openbaar Ministerie (OM).
Het OM wordt op de hoogte gesteld van iedere wapeninzet door Nederlandse eenheden en beslist eigenstandig of aanleiding bestaat tot nader (feiten)onderzoek. Eerder is uw Kamer geïnformeerd dat vier gevallen van mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse wapeninzet in de strijd tegen IS worden onderzocht.
De feitenonderzoeken naar mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van de inzet van Nederlandse F-16’s in de periode 2015–2016 zijn complexe onderzoeken. Bij het uitvoeren van deze onderzoeken dient bovenal veel informatie van coalitiepartners te worden opgevraagd en in voorkomend geval dienen, voor zover mogelijk, ook getuigenverklaringen van medewerkers van coalitiepartners te worden opgenomen. Hierbij moet worden opgemerkt dat in het kader van een feitenonderzoek geen gebruik kan worden gemaakt van de systematiek van een (regulier) rechtshulpverzoek, omdat de verdragen die deze informatie-uitwisseling mogelijk maken alleen van toepassing zijn in het kader van een opsporingsonderzoek. Bij de uitvoering van het feitenonderzoek is het OM afhankelijk van de medewerking van de betreffende coalitiepartners en de beschikbaarheid van de te horen personen. Daarom vergt de uitvoering van deze onderzoeken meer tijd dan reguliere onderzoeken. De feitenonderzoeken van het OM bevinden zich in de afrondende fase. Uw Kamer zal worden geïnformeerd over de uitkomsten zodra deze door het OM aan Defensie worden verstrekt.
Vraag 151
Gelden voor de door het KDC-10 tankervliegtuig bijgetankte straaljagers dezelfde (juridische) beperkingen op inzet in Syrië als voor Nederlandse F-16’s? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse KDC-10 tankt in de lucht coalitievliegtuigen die in het kader van de strijd tegen IS worden ingezet in Operation Inherent Resolve (OIR). De KDC-10 vliegt in hetzelfde inzetgebied als de Nederlandse F-16’s, dat wil zeggen in Irak en Oost-Syrië. De inzet van de coalitievliegtuigen in OIR gebeurt volgens ieders eigen nationale mandaat en caveats.
Vraag 154
Hoeveel IS-strijders zijn omgekomen door inzet van coalitielanden sinds 2014?
Vraag 155
Hoeveel IS-strijders zijn omgekomen door Nederlandse bombardementen sinds 2014?
Antwoord op vragen 154 en 155
Er zijn geen volledige gegevens voorhanden voor wat betreft het aantal omgekomen IS-strijders door inzet van de verschillende strijdende partijen in Irak en Syrië.
Vraag 158
Kunt u uitsluiten dat Nederland direct of indirect betrokken was bij het dodelijke incident waarover advocaat Zegveld in Radioprogramma Argos onlangs verslag deed? (Bron: http://www.nporadio1.nl/argos/onderwerpen/426015-burgerslachtoffers-bij-de-strijd-tegen-is)
Vraag 159
Is uitgesloten dat een ander coalitieland betrokken was bij het dodelijke incident waarover advocaat Zegveld in Radioprogramma Argos onlangs verslag deed?
Antwoord op vraag 158 en 159
Om veiligheidsredenen is Defensie zeer terughoudend met het verstrekken van gedetailleerde operationele informatie. Informatie over specifieke aanvallen of doelen vergroot de risico’s en het gevaar voor de Nederlandse militairen en de Nederlandse samenleving. Indien een onderzoek naar Nederlandse betrokkenheid met mogelijke burgerslachtoffers is voltooid, wordt de Kamer daarover geïnformeerd.
Vraag 162
Moet geconcludeerd worden dat burgerslachtoffers van Nederlandse aanvallen op geen enkele wijze hun recht kunnen halen in Nederland? Zo ja, waarom is hiervoor gekozen?
Vraag 181
Zijn er regelingen die nabestaanden van burgerslachtoffers schadeloosstellen? En zo ja, welke? En zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 162 en 181
De Nederlandse krijgsmacht stelt alles in het werk om burgerslachtoffers zoveel mogelijk te voorkomen. Mocht een Nederlandse inzet onverhoopt toch tot burgerslachtoffers leiden, dan zal per geval worden beoordeeld, aan de hand van de specifieke omstandigheden, of er aanleiding is tot het betalen van schadevergoeding of een «ex gratia» betaling.
Vraag 164
Gaat Nederland boven Oost-Syrië ook luchtaanvallen uitvoeren ter ondersteuning van de Syrische Democratisch Strijdkrachten (SDF)?
Antwoord
Volgens het Nederlands mandaat is het toegestaan de SDF met luchtsteun te ondersteunen ten behoeve van de collectieve zelfverdediging van Irak.
Vraag 165
Is er sprake van een toename van burgerslachtoffers en nevenschade het sinds begin 2017 ten opzichte van eerdere periodes in de strijd tegen IS? Zo ja, waardoor komt dit?
Antwoord
Het voorkomen en minimaliseren van onbedoelde nevenschade heeft de hoogste prioriteit. Dit geldt niet alleen voor Nederland, maar voor de hele coalitie. Ondanks de zorgvuldige processen die daarvoor zijn ingericht, is het helaas niet uit te sluiten dat in deze strijd burgerslachtoffers vallen en nevenschade ontstaat. De strijd speelde zich de afgelopen maanden af in dichtbevolkt, verstedelijkt gebied. IS houdt zich schuil in woonwijken of dichtbevolkte wijken en zet ook steeds vaker burgers in als menselijk schild. Dit verhoogt inderdaad helaas de kans op burgerslachtoffers en nevenschade.
Vraag 169
Uit hoeveel mensen bestaan de Target Support Cell (TSC) en het Processing Exploitation en Dissemination (PED)-team?
Antwoord
De Target Support Cell (TSC) bestaat uit acht militairen. Het PED-team voor OIR bestaat uit vijf militairen. Op vliegbasis Leeuwarden bevinden zich daarnaast nog drie PED-teams die zich momenteel voorbereiden op een eventuele inzet.
Vraag 170
Zijn er voorbeelden waarbij de burgerbevolking zich tegen Nederlandse militairen keert?
Antwoord
Nee.
Vraag 171
Werkt de Target Support Cell (TSC) en het Processing Exploitation en Dissemination (PED)-team binnen het mandaat van de Nederlandse bijdrage of assisteert het ook in bombardementen die buiten dit mandaat vallen?
Antwoord
De bijdragen van het TSC en PED geschieden binnen het huidige volkenrechtelijke mandaat in Irak en Syrië. Net als bij de F-16’s toetst een Red Card Holder de inzet van de TSC en de PED aan het mandaat. Het TSC en PED assisteren niet bij operaties indien die buiten het mandaat vallen.
Vraag 172
In hoeverre is de inzet van F-16's nuttig wanneer er sprake is van asymmetrische oorlogsvoering, zoals u in de Kamerbrief stelt?
Antwoord
Er is vooral behoefte aan vliegtuigen die beschikken over een breed palet aan zogenoemde «slimme» wapens die onder andere kunnen worden ingezet in stedelijk gebied. Nederland beschikt, naast de Verenigde Staten en Denemarken, als enige coalitiepartner over wapens die bij uitstek geschikt zijn voor inzet in stedelijk gebied, de zogenoemde Small Diameter Bomb, waarmee IS-doelen in stedelijk gebied kunnen worden uitgeschakeld met minimale risico’s op nevenschade.
Vraag 174
Kunt u nader ingaan op de passage uit de artikel 100-brief waarin wordt gesteld dat het kabinet kan besluiten «de voorgenomen inzet niet te implementeren of aan te passen» vanwege militair strategische ontwikkelingen? Wat wordt hiermee exact bedoeld en waar wordt aan gedacht daar waar het een mogelijk aanpassing betreft?
Vraag 175
Is het mogelijk dat de Nederlandse F-16's dit keer wel boven heel Syrië worden ingezet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 176
Heeft het veranderend strijdtoneel in Syrië en Irak nog gevolgen voor de geografische caveat die Nederland heeft ingesteld op de inzet van F-16's? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord op vraag 174, 175 en 176:
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de brief «Beschouwing Nederlandse militaire bijdrage aan de internationale strijd tegen IS» die uw Kamer gisteren is toe gegaan.
Vraag 177
Kunt u uitgebreid toelichten op welke wijze wordt voorzien in adequate, veilige en professionele medische voorzieningen voor de Nederlandse militairen?
Antwoord
Defensie hanteert de geneeskundige NAVO-richtlijn in uitzendgebieden (AJP4.10B). Dit houdt in dat een gewonde militair binnen tien minuten eerste hulp ontvangt van een collega. Binnen één uur is een arts beschikbaar die traumazorg biedt en binnen twee uur is er toegang tot levensreddende chirurgie (damage control surgery). De krijgsmacht vult deze richtlijn volgens de civiele regelgeving aan met de beschikbaarheid van een militair verpleegkundige na vijftien minuten. De medische keten wordt voor aanvang van een missie en tijdens de uitvoering ervan regelmatig geëvalueerd.
Voor de Capacity Building Mission Iraq (CBMI) en het Nederlandse special forces-detachement is de medische dekking gegarandeerd door Duitse en Canadese ziekenhuizen. Medische evacuatie is door de lucht gegarandeerd, met evacuatie over de weg als terugvaloptie. Hiermee is tijdige medische evacuatie gegarandeerd.
Voor de trainers in Noord-Irak wordt de initiële opvang van gewonden en zieken gedaan door de Algemeen Militair Verpleegkundige (AMV) of Algemeen Militair Arts (AMA). Nederlands medisch personeel is werkzaam op een Role 1 op de trainingslocatie Atrush en in een multinationale Role 1 in Erbil. Vanuit Erbil kan worden teruggevallen op een Amerikaanse Role 2 op Q-West. Daarnaast zijn er in Erbil mogelijkheden om terug te vallen op medische host nation support. Voor Role 3 capaciteit wordt teruggevallen op het Amerikaanse Role 3 in Bagdad. Binnen het SOF-detachement wordt, wanneer de inzet van een AMV of AMA door omstandigheden niet mogelijk is, ook gebruik gemaakt van een militair met aanvullende medische training. Dit gebeurt alleen na goedkeuring uit Den Haag. Voor geneeskundige afvoer wordt gebruik gemaakt van een Amerikaanse medevac helikopter.
Voor personeel van de KDC-10 en C-130 in Koeweit wordt initiële opvang van gewonden en zieken uitgevoerd door een AMV die op de Amerikaanse Role 1 op Ali al Salem Air Base werkt. Op Al Mubarak Air Base wordt gebruik gemaakt van een Amerikaanse contractor voor ambulancezorg. Voor Role 3 zorg wordt teruggevallen op het Amerikaanse Camp Arifjan. Voor geneeskundige afvoer wordt gebruik gemaakt van een Amerikaanse medevac helikopter. Medische evacuatie terug naar Nederland (STRATEVAC) wordt georganiseerd door de Patient Evacuation Coordination Cell (PECC-CLSK) van de Koninklijke Luchtmacht, of door gebruik te maken van de Amerikaanse mogelijkheden naar Duitsland en Koeweit.
In Jordanië is een Nederlandse Role 1 (AMA, AMV en ambulancechauffeur) op de vliegbasis aanwezig. Voor ziekenhuiszorg wordt teruggevallen op Jordaanse militaire en civiele ziekenhuizen in Amman. Patiëntvervoer naar Amman kan per ambulance of per helikopter. Medische evacuatie terug naar Nederland wordt georganiseerd door de Koninklijke Luchtmacht.
Vraag 178
Wat acht u de voornaamste reden(en) dat westerse doelen, zoals vorig jaar in Parijs, worden aangevallen door (aanhangers van) IS?
Antwoord
IS roept al lange tijd haar aanhangers overal ter wereld op in opstand te komen tegen de «ongelovigen». Niet enkel westerse doelen worden aangevallen door aanhangers van IS. IS slaat wereldwijd toe, zoals afgelopen periode op tragische wijze naar voren kwam met aanslagen in onder meer Bagdad, Jakarta en Sint-Petersburg. Daaronder worden door jihadisten ook alle landen die deelnemen aan de anti-IS coalitie als een legitiem doelwit beschouwd. Tegelijkertijd is het een gegeven dat het verdrijven van IS uit Irak en Syrië de capaciteit van IS om aanslagen te plegen zal aantasten.
Vraag 179
In hoeverre zijn aanslagen van (aanhangers van) IS op doelen in het westen gepland of voorbereid in Irak en of Syrië?
Antwoord
Er kunnen drie verschillende typen aanslagen door IS worden onderscheiden: geïnspireerd, gestimuleerd en aangestuurd. Geïnspireerd zijn aanslagen die op eigen initiatief worden gepleegd, waarbij er geen organisatorische link is met IS of IS-strijders. Het tweede type betreft de aanslag waarbij een of meerdere daders in Europa worden gestimuleerd door IS-gerelateerde terroristen in het buitenland, vaak in Syrië en/of Irak. IS-leden kunnen daarbij aanhangers overreden om tot actie over te gaan die deze stap zelfstandig mogelijk niet hadden gezet. Aangestuurd betekent dat IS op structurele wijze bezig is met de aansturing, coördinatie en voorbereiding van aanslagen in Europa. De aanslagen in Parijs van 2015 en Brussel in 2016 zijn hiervan gruwelijke voorbeelden. Soms wordt pas na verloop van tijd uit onderzoek duidelijk dat een aanslag die als geïnspireerd te boek staat in wezen «gestimuleerd» is. De aanslagen in 2017 lijken vooralsnog geïnspireerde of gestimuleerde aanslagen.
Vraag 180
Hebben de Verenigde Staten hun Rules of Engagement tussentijds gewijzigd?
Antwoord
Ieder land van de coalitie hanteert zijn eigen Rules of Engagement (RoE) voor deelname aan de strijd tegen IS. Dit is een nationale verantwoordelijkheid. Desgevraagd heeft de VS aangegeven de RoE niet te hebben gewijzigd. Over de inhoud van de Nederlandse RoE of die van partnerlanden worden in het openbaar geen uitspraken gedaan.
Vraag 182
Met hoeveel uren neemt het aantal beschikbare vlieguren voor het opleidings- en trainingsprogramma af?
Vraag 183
Hoeveel extra vlieguren worden er toegekend voor het opleidings- en trainingsprogramma?
Antwoord op vraag 182 en 183.
Voor de ondersteuning van Operatie Inherent Resolve in 2018 worden 4800 vlieguren aangeboden. Deze 4.800 uur gaan ten koste van het F-16 opleidings- en trainingsprogramma. In 2018 wordt 2.100 uur extra toegekend, betaald vanuit de post voor verdringingseffecten binnen de totaal geraamde additionele uitgaven aan de missie.
Vraag 184
Wat is de hoogte van het Budget Internationale Veiligheid na aftrek van de uitgaven aan de geplande missies?
Antwoord
Thans bedraagt het Budget Internationale Veiligheid (BIV) 255,5 miljoen euro voor 2017 (stand 1e suppletoire begroting) en 332,7 miljoen euro voor 2018. Gegeven de geraamde uitgaven aan lopende missies voor 2017, is nog ongeveer 38,5 miljoen euro beschikbaar.
Vraag 185
Heeft u de voortzetting van de Nederlandse bijdrage aan stabilisatie en humanitaire hulp opgenomen in de begroting? Zo nee, heeft u hiervoor ruimte gereserveerd op de begroting?
Vraag 186
Wanneer denkt u dat er een kabinetsvoorstel komt voor de inhoud en omvang van programma's voor Irak en Syrië?
Vraag 188
Kunt u inmiddels meer duidelijkheid geven over de financiële bijdrage van Nederland aan stabilisatie en humanitaire hulp in Irak en Syrië in 2018?
Antwoord op vraag 185, 186 en 188
Zoals uit de tabel in het antwoord op vraag 89 blijkt, draagt Nederland substantieel bij aan de noden in Syrië en Irak. De humanitaire planning wordt ieder jaar aan het begin van het jaar gemaakt. Het reguliere humanitaire budget bedraagt 205 miljoen euro. Het Relief Fund – dat in 2014 werd ingesteld – is bijna uitgeput en loopt eind 2017 af. Besluitvorming over Nederlandse inzet in Syrië en Irak in 2018 vindt de komende maanden plaats.
Vraag 187
Wat zijn de totale kosten voor de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen IS sinds de aanvang ervan?
Antwoord
De kosten voor de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen IS sinds de aanvang in 2014 tot en met 2016 zijn 230 miljoen euro. De kosten voor de Nederlandse bijdrage in 2017 worden geraamd op 48 miljoen euro.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27925-617.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.