Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2022
In deze brief informeer ik u over de uitwerking van de plannen met betrekking tot
de in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) beschikbaar gestelde middelen voor de standaardisatie van gegevensuitwisseling in
de zorg.
In het coalitieakkoord van 15 december 2021 staat: «Iedereen blijft eigenaar van de
eigen gezondheidsgegevens. Gegevens- en datauitwisseling tussen patiënt/ cliënt en
aanbieder en aanbieders onderling wordt, conform privacywetgeving, verbeterd waarbij
uniformiteit noodzakelijk is. Een goed functionerende persoonlijke gezondheidsomgeving
(PGO) voor patiënten is het einddoel.» In de budgettaire bijlage van het coalitieakkoord
is daarbij een bedrag opgenomen voor € 1,4 miljard tot en met 2028 en een besparing
van € 113 miljoen in 2027 oplopend tot € 340 miljoen structureel vanaf 2029. Met hierbij
de toelichting «De gegevensuitwisseling in de zorg wordt gestandaardiseerd. Er wordt
gekeken naar de meest doelmatige modaliteit.»
Vervolgens is in de hoofdlijnenbrief1 aangegeven dat de ambitie is dat landelijke elektronische uitwisseling van gegevens
de nieuwe standaard moet worden in ons zorglandschap. Zorgbreed dienen zorgdata op
een eenvoudige en op een veilige wijze beschikbaar te zijn voor zowel de zorgverlener
als de burger op wie de informatie betrekking heeft. De middelen uit het coalitieakkoord
worden ingezet om te komen tot landelijke elektronische gegevensuitwisseling, waaronder
standaardisatie van gegevens, de totstandkoming van generieke functies en verbinding
van de infrastructuren. Daarnaast zet ik de middelen in voor een goed werkend Persoonlijke
GezondheidsOmgeving (PGO). Tot slot wil ik het veld helpen met de aanpassingen die
het voor hun informatielandschap betekent. Op welke wijze ik dit zal doen, wordt nog
uitgewerkt.
Voor het in dit kader intensiveren van een aantal activiteiten zijn voor de tweede
helft van 2022 en per 1 januari 2023 middelen beschikbaar gesteld in de zevende incidentele
suppletoire begroting 20222. Daarnaast zijn middelen beschikbaar gesteld om voorbereidingen te treffen voor de
meerjarige uitwerking van dit thema uit het coalitieakkoord. In totaal gaat het om
€ 36,7 miljoen aan middelen voor 2022 tot en met 2026. Aanvullend wordt in de ontwerpbegroting
2023 budget opgenomen van € 6,3 miljoen. Deze budgettaire middelen worden ingezet
nadat de Eerste en Tweede Kamer deze hebben vastgesteld. In bijlage 1 van deze brief
treft u een overzicht (CW3.1) aan waarin de beleidskeuzes ten aanzien van deze middelen
nader worden toegelicht.
Op dit moment wordt gewerkt aan de meerjarige uitwerking van standaardisatie van gegevensuitwisseling.
Voor de besteding van de middelen is een goed onderbouwd bestedingsplan nodig. Dit
is een opgave die tijd vraagt voor bespreking en planvorming intern, met VWS-partners
en de sector. Deze tijd is nodig om kosten en besparingen beter in beeld te krijgen
en op basis daarvan activiteiten verder te prioriteren en te bepalen wat de meest
efficiënte en effectieve besteding van de beschikbare middelen is. In uitwerking wordt
onder andere aangesloten op het nog af te sluiten Integraal Zorgakkoord3, uitkomsten van de nationale impactanalyse naar aanleiding van de voorgestelde verordening
betreffende de Europese ruimte voor gezondheidszorg4 en de uitkomsten van het onderzoek naar scenario’s voor benodigde infrastructuur
voor landelijke dekking van zorgdata5. U kunt het plan met de uitwerking voor de inzet van middelen uit het coalitieakkoord
bij de voorjaarsnota 2023 verwachten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers