36 156 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022 (Zevende incidentele suppletoire begroting)

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2022

Hierbij bied ik u de 7e incidentele suppletoire begroting (ISB) 2022 (Kamerstuk 36 156) aan van het Ministerie van VWS. In deze aanbiedingsbrief wil ik uw Kamer informeren waarom het kabinet het noodzakelijk acht om deze ISB aan uw Kamer te verzenden.

Na verzending van de eerste suppletoire begroting 2022 (Kamerstuk 35 989) moet voor nieuw beleid voor het aangaan van additionele verplichtingen en uitgaven in 2022 formeel worden gewacht tot autorisatie van uw Kamer en de Eerste Kamer op de tweede suppletoire begroting. Voor enkele verplichtingen en uitgaven kan hiermee, in de ogen van het kabinet, niet gewacht worden. Dit geldt voor de aanschaf van nieuwe vaccins in voorbereiding op een najaarscampagne enerzijds en anderzijds het uitvoeren van beleid vanuit het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Voor beide geldt dat het kabinet het van belang acht om hier in 2022 tijdig in de voorbereiding de juiste stappen te zetten. Uw parlement is hierover reeds beleidsmatig geïnformeerd, maar de budgettaire effecten zijn nog niet specifiek in beeld gebracht. Er worden met deze 7e incidentele suppletoire begroting allereerst wijzigingen in de begroting van VWS aangebracht die aansluiten bij de brief Lange termijn aanpak COVID-19 (Kamerstuk 25 295, nr. 1834) en de brief Nadere uitwerking lange termijn aanpak COVID-19 (Kamerstukken II, 2021/22, 25 295 nr. 1883). Tevens worden middelen toegevoegd die beschikbaar zijn gesteld in het coalitieakkoord en vanuit de aanvullende post van het Ministerie van Financiën op de begroting van VWS beschikbaar komen voor standaardisatie gegevensuitwisseling en werken aan uitvoering (Kamerstuk 35 925, nr. 143).

Ik besef terdege dat we hiermee nog niet voldoen aan de recente toezegging die is gedaan tijdens het verantwoordingsdebat door de Minister van Financiën. Die toezegging behelst dat er minder incidentele suppletoire begrotingen naar uw Kamer worden verzonden en tevens de uitzonderingsgrond van artikel 2.27, tweede lid, CW 2016 minder wordt benut. Daartoe wordt binnenkort de taskforce verbetering financieel beheer opgericht. Deze taskforce heeft als één van haar speerpunten de huidige werkwijze rondom ISB’s en het gebruik van artikel 2.27, tweede lid, CW 2016 te bezien en voorstellen te doen om het gebruik van deze uitzondering terug te dringen in navolging van de motie van het lid Alkaya (Kamerstuk 36 100, nr. 6) en de opmerkingen van de Algemene Rekenkamer.

Dat neemt niet weg dat er een aantal dossiers spelen die me noodzaken om toch uw Kamer mee te nemen in eventuele budgettaire consequenties en te voldoen aan het informatie- en budgetrecht. Daarmee beoog ik onrechtmatigheden in verband met de Comptabiliteitswet en niet tijdig informeren van het parlement te voorkomen.

Corona-gerelateerde uitgaven: aankoop vaccins

Het betreft een additionele verplichting en uitgaven voor de aanschaf van vaccins waarbij een beroep wordt gedaan op artikel 2.27, tweede lid, CW 2016.

Bijstelling middelen corona 7e incidentele suppletoire begroting 2022 (bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Aankoop vaccins

125

0

0

0

0

0

Totaal

125

0

0

0

0

0

Voor de aankoop van deze nieuwe vaccins is een opwaartse bijstelling van € 125 miljoen nodig. Door farmaceuten wordt op dit moment gewerkt aan aangepaste vaccins die aansluiten bij de Omikronvariant. Deze vaccins moeten uiteraard nog worden goedgekeurd door de EMA en worden pas dan toegelaten voor eventueel gebruik. De vaccins die op dit moment zijn en worden ingekocht richten zich op de Wuhanvariant. In de veronderstelling dat de op Omikron aangepaste vaccins effectiever zijn wil ik voorbereid zijn op een verzoek vanuit de Europese Commissie om deze in te kopen. Onderhandelingen over coronavaccins worden door de Europese Commissie gevoerd en aan mij voorgelegd (opt in) en vragen een expliciet kabinetsbesluit waarvoor generale middelen beschikbaar worden gesteld. Naar alle waarschijnlijkheid wordt in de zomer, wanneer het kabinet en uw Kamer met reces is, dit voorstel besproken in Europees verband. Indien ik hiervan gebruik wil maken ga ik formeel een toezegging aan en heb ik aanvullende verplichtingenruimte op de VWS-begroting nodig waar ik u nu over informeer. Met de € 125 miljoen wordt naar mijn inschatting voldoende budget beschikbaar gesteld om de gehele bevolking vanaf het najaar van een aangepast vaccin te voorzien, mocht dit nodig zijn. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren wanneer Nederland een optie heeft genomen en daarmee de verplichting daadwerkelijk wordt aangegaan. Het is evenwel ook mogelijk dat de uiteindelijke verplichting niet leidt tot uitgaven, bijvoorbeeld als er geen goedkeuring komt vanuit de EMA. Dit blijkt echter pas na het besluit voor een opt in.

Naast de bovengenoemde opwaartse bijstelling voor vaccins is voor de volledigheid in deze ISB ook een aantal corona-gerelateerde opwaartse en neerwaartse bijstellingen in de verplichtingen en uitgaven opgenomen. Hiervoor geldt dat dit geen nieuw beleid betreft en hier wordt daarom ook geen beroep gedaan op artikel 2.27, tweede lid, CW 2016 en de uitzonderingsgrond. Het gaat om een forse neerwaartse bijstelling ten aanzien van het testbeleid van € 646 miljoen. In de begroting van VWS was rekening gehouden met een maximum aan verplichtingen- en uitgavenruimte voor testen. Het aantal afgenomen testen en testcapaciteit is echter fors lager geweest in de afgelopen maanden. Er wordt alleen bekostigd op basis van afgenomen testen en daarmee is deze neerwaartse bijstelling nu mogelijk. Daarnaast wordt een opwaartse bijstelling opgenomen voor de Landelijke Coördinatie Covid-19 Bestrijding (LCCB) van € 170 miljoen. Met deze additionele middelen wordt het budget voor de LCCB naar boven bijgesteld om hun taken uit te kunnen voeren in 2022. Er bleek in de eerste maanden van 2022 meer uitgaven te zijn gerealiseerd dan eerder geraamd. De LCCB wordt bevoorschot voor de uitvoering van deze taken en de middelen worden daarom toegevoegd aan de begroting.

Coalitieakkoord: standaardisatie gegevensuitwisseling en werken aan de uitvoering

In overleg met het Ministerie van Financiën zijn daarnaast enkele middelen vanuit de aanvullende post bij het Ministerie van Financiën toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van VWS met deze 7e incidentele suppletoire begroting. Het betreft middelen voor standaardisatie gegevensuitwisseling die vanaf 2022 tot besteding komen en middelen voor het programma werken aan de uitvoering. Vanwege tijdige uitvoering van het coalitieakkoord, en gegeven dat het kabinet het niet wenselijk acht om de uitgaven voor 2022 pas te starten na autorisatie van de tweede suppletoire begroting 2022 (Kamerstuk 35 994), is voor dit nieuwe beleid besloten om uw Kamer hier nu over te informeren en een beroep te doen op artikel 2.27, tweede lid, CW 2016. De reeksen volgen uit de Startnota, kabinet Rutte IV van 10 januari 2022 (Kamerstuk 35 925, nr. 143).

Bijstelling middelen coalitieakkoord 7e incidentele suppletoire begroting 2022(bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Standaardisatie gegevensuitwisseling

7,9

26,4

1,5

0,7

0,2

0

Werken aan uitvoering

12

30,6

36

35,7

34

28,5

Totaal

19,9

57

37,5

36,4

34,2

28,5

Met de middelen voor standaardisatie gegevensuitwisseling wordt beoogd om de gegevens- en data uitwisseling tussen patiënt/cliënt en aanbieders onderling te verbeteren, waarbij uniformiteit noodzakelijk is. Een goed functionerende persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) voor patiënten is het einddoel. Met deze eerste middelen wordt de huidige subsidieverstrekking aan Nictiz uitgebreid en versneld en het dienstenaanbod van Z-CERT uitgebreid. Ook MedMij (PGO) ontvangt additionele subsidie.

De middelen voor het programma werken aan de uitvoering beogen uitvoering te geven aan de ambitie van dit kabinet zodat mensen altijd persoonlijk in contact kunnen komen met de overheid. Vanuit het Ministerie van VWS krijgt het aCBG middelen om de informatiesystemen hiertoe te verbeteren. Daarnaast ontvangt het CIZ middelen om de dienstverlening te versterken, het CIBG voor het optimaliseren van klantprocessen en bijbehorende informatiesystemen en het CAK voor het optimaliseren van het applicatielandschap. Deze instanties hebben veelvuldig (persoonlijk) contact met patiënten/cliënten en hiermee wordt de dienstverlening richting hen verbeterd.

Daar waar het kabinet het noodzakelijk acht om door middel van een incidentele suppletoire begroting uw Kamer tijdig en volledig te informeren over nieuw beleid ben ik voornemens u ook telkens een adequate toelichting te verstrekken zoals in deze brief. Gegeven dat uw Kamer recent reeds de eerste suppletoire begroting 2022 heeft ontvangen, maar uitvoering van de hierboven beschreven uitgaven niet kunnen wachten tot het moment dat de tweede suppletoire begroting aan uw Kamer wordt verzonden en is geautoriseerd heb ik deze incidentele suppletoire begroting opgesteld. In de door mij verstrekte toelichting zal ik ook ingaan of er een beroep wordt gedaan op de uitzonderingsgrond artikel 2.27, tweede lid, CW 2016. Daarbij zou ik graag gezamenlijk met uw Kamers willen verkennen of het mogelijk is om, indien nodig, incidentele suppletoire begrotingen versneld te behandelen. Daarmee kan mogelijk ook een beroep op de uitzonderingsgrond worden voorkomen. In de bijgevoegde 7e incidentele suppletoire begroting treft u, naast deze algemene toelichting in de brief, per artikel een toelichting aan van de hierin opgenomen bijstellingen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven