26 991 Voedselveiligheid

Nr. 384 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2013

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft naar aanleiding van berichtgeving omtrent de Brabantse groothandel Willy Selten uit Oss (uitzending van Nieuwsuur op 15 oktober jl.) verzocht om een reactie op de berichtgeving dat er geen bewijs is voor fraude met grote hoeveelheden vlees bij de Brabantse groothandel Willy Selten uit Oss. Hierbij voldoe ik, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan uw verzoek.

Voorgeschiedenis

In meerdere Kamerbrieven en overleggen (Brief van 25 februari (Kamerstuk 26 991, nr. 340),13 maart (Kamerstuk 26 991, nr. 342), 12 april jl. (Kamerstuk 26 991, nr. 348), 24 april (Kamerstuk 26 991, nr. 357), 16 mei jl. (Kamerstuk 26 991, nr. 358), 21 juni jl. (Kamerstuk 26 991, nr. 365)) en het Algemeen Overleg Voedselfraude van 25 april jl.) heb ik uw Kamer, samen met de Minister van VWS, uitgebreid geïnformeerd over het strafrechtelijk onderzoek en de recall van de uitsnijderij in Oss (Selten).

Vanaf 31 januari 2013 is er door de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA (NVWA-IOD) onder leiding van het Functioneel Parket (FP) strafrechtelijk onderzoek verricht naar vermoedelijke vleesfraude doordat paardenvlees als rundvlees wordt verkocht. De NVWA-IOD heeft op 15 februari 2013 het vleesverwerkend bedrijf in Oss doorzocht. Daarbij is strafrechtelijk beslag gelegd op het opgeslagen vlees. Het bedrijf wordt verdacht van valsheid in geschrifte, oplichting en witwassen. De resultaten van het opsporingsonderzoek tot op heden bevestigen de ernstige verdenkingen.

Vanaf 15 maart 2013 zijn de nog aanwezige partijen vlees (circa 2 miljoen kilo) in vier vrieshuizen in officiële bestuursrechtelijke bewaring genomen. De NVWA heeft aangegeven dat deze partijen op de markt kunnen worden gebracht als door de eigenaar aangetoond kan worden dat het vlees traceerbaar is, dat het aan de veiligheidsvoorschriften voldoet en dat het correct is geëtiketteerd. Op 16 april 2013 is het bedrijf door de Rechtbank in Den Bosch failliet verklaard en is een curator aangesteld.

Rol curator na een faillissement

Op het moment dat de rechtbank een bedrijf failliet verklaart, verliest de eigenaar het beheer over het vermogen. De rechter benoemt in het vonnis een curator die vervolgens verantwoordelijk is voor het beheer van de failliete boedel. De taken van een curator zijn het nemen van beslissingen voor de persoon die onder curatele is gesteld. De curator beheert de administratieve zaken en neemt alle beslissingen over geld en goederen. De curator gaat zo nodig over tot liquidatie van het vermogen en verdeelt de baten onder de schuldeisers. Ook beëindigt de curator indien nodig contracten en overeenkomsten. Elke 3 maanden brengt de curator een verslag uit over de toestand van de boedel aan de rechter-commissaris, deze houdt toezicht op de curator en het verloop van het faillissement. De curator van Selten heeft aangegeven de herkomst van het in bewaring genomen vlees aan te willen tonen zodat het vlees alsnog verkocht kan worden. De verwachting van de curator is dat de opbrengst tot 6 miljoen euro kan bedragen die ten goede zou komen aan de schuldeisers. De NVWA heeft de curator de gelegenheid geboden om dit onderzoek uit te voeren en aangegeven dat aangetoond dient te worden dat het vlees aan de wettelijke voorwaarden voor vrijgave voldoet.

Wettelijke voorwaarden voor vrijgave

Om het opgeslagen vlees vrij te kunnen geven moet worden aangetoond dat dit aan de wettelijke eisen op het gebied van voedselveiligheid voldoet. Het vlees kan op de markt worden gebracht als door de eigenaar aangetoond kan worden dat het vlees traceerbaar is, het aan de veiligheidsvoorschriften voldoet en als het correct is geëtiketteerd. Dit betekent dat er overeenstemming moet zijn tussen de partijen die worden ingeslagen, de partijen die worden uitgeslagen en de aanwezige partijen. Is dit niet het geval dan zijn er partijen aanwezig of juist afwezig die niet te traceren zijn.

Specifiek houdt dit in dat, op grond van artikel 18 en 19 van verordening (EG) nr. 178/2002 en Richtsnoeren voor de ten uitvoerlegging van deze artikelen, een exploitant van een levensmiddelenbedrijf de volgende informatie moet kunnen overleggen:

  • 1. naam en adres van de leverancier, aard van de door hem geleverde producten;

  • 2. naam en adres van de afnemer, aard van de aan hem geleverde producten;

  • 3. datum van de transactie / aflevering;

  • 4. volume of hoeveelheid;

  • 5. chargenummer, in voorkomend geval;

  • 6. gedetailleerdere beschrijving van het product (voorverpakt of onverpakt product, soort fruit/groente, rauw of verwerkt product).

Op grond van artikel 7 van verordening (EG) nr. 853/20041 moeten zendingen van dierlijke producten vergezeld gaan van de vereiste certificaten en documenten.

Voor vlees van runderen geldt aanvullend op grond van artikel 13, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1760/20002 dat er bepaalde etiketteringeisen voor rundvlees uit de EU gelden. Deze etiketteringeisen betreffen in ieder geval een referentienummer of code waarmee het verband kan worden gelegd tussen het vlees en het dier of de dieren waarvan het vlees afkomstig is. Dit nummer kan het identificatienummer zijn van het dier of de groep dieren. Het betreft dus een tracering naar het dier of de groep dieren.

Voor vlees van runderen uit derde landen geldt op grond van de artikelen 15 en 17 van verordening (EG) nr. 1760/2000 dat de naam van het derde land moet zijn aangebracht met tekst Niet-EG. Een directe tracering naar het dier of de groep dieren is dan niet vereist. Wel moet in dat geval aan de bevoegde autoriteit waar het vlees wordt geproduceerd of verkocht de productspecificaties ter goedkeuring zijn voorgelegd.

Onderzoek curator

Op 14 mei jl. is de termijn van de officiële inbewaringneming voor de eerste keer verlengd omdat de NVWA de curator de gelegenheid heeft geboden om aan te tonen dat het vlees aan alle wettelijke voorwaarden voor vrijgave voldoet.

Aangezien de administratie van Selten fysiek strafrechtelijk in beslag is genomen en tijdelijk naar het kantoor van de NVWA in Zwolle is overgebracht is de curator en de door hem ingeschakelde deskundige de gelegenheid geboden de boeken ten kantore van de NVWA in te zien ten behoeve van hun onderzoek. Hierbij is medewerking en assistentie verleend door de NVWA en is er gediscussieerd over de bevindingen. Er is geen sprake geweest van samenwerking in enige zin met de NVWA noch dat de NVWA de bevindingen van de curator deelt of samen met de curator tot een gedeelde conclusie is gekomen.

De NVWA heeft op basis van de door de curator aangeleverde informatie geconcludeerd dat de curator nog niet heeft kunnen aantonen dat het in bewaring genomen vlees aan de bovengenoemde eisen ter borging van de tracering en voedselveiligheid voldoet en dus in de handel kan worden gebracht. In een gesprek van de NVWA met de curator op 22 augustus 2013 en per brief gedateerd 23 augustus 2013 is dit de curator medegedeeld. Per brief gedateerd 10 oktober 2013, is dit wederom aan de curator meegedeeld.

Lopend onderzoek

Zoals aan uw Kamer gemeld in de brieven van 12 april jl. en 24 april jl.3, bleek uit het strafrechtelijk onderzoek dat er bij Selten meer vlees is uitgegaan dan er is binnengekomen. Uit het onderzoek bleek dat het op basis van de traceringsadministratie zou gaan om ca. 4 miljoen kilo vlees. Omdat de traceringsadministratie van Selten onjuist en onvolledig is, heeft de NVWA ook nader onderzoek gedaan naar de financiële administratie van het bedrijf. Dit onderzoek bevestigt het beeld dat er een groot verschil zit tussen de beschikbare hoeveelheid vlees(producten) en de gefactureerde hoeveelheid vlees(producten). Ook blijkt uit dit onderzoek dat de traceringsadministratie en de financiële administratie niet volledig met elkaar overeenkomen.

De NVWA heeft op 25 september jl. een extern deskundig bureau gevraagd om de resultaten uit het onderzoek van de curator naar de traceerbaarheid van het vlees nader te onderzoeken. De curator van Selten heeft zijn medewerking aan dit onderzoek toegezegd. Het vlees zal pas worden vrijgegeven, als door de eigenaar aangetoond kan worden dat het vlees traceerbaar is, het aan de veiligheidsvoorschriften voldoet en als het correct is geëtiketteerd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

X Noot
2

Verordening (EG) Nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad.

X Noot
3

Kamerstuk 26 991, nr. 348; Kamerstuk 26 991, nr. 357

Naar boven