26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 215 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2011

Tijdens het VAO van 22 maart 2011 over ICT-projecten bij de rijksoverheid1 heb ik u toegezegd dat de toepassing van de webrichtlijnen bij de rijksoverheid in het komende jaar op orde zou zijn. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van deze toezegging.

Websites van de rijksoverheid

De websites van de rijksoverheid verschillen sterk in omvang en karakter. Enerzijds gaat het om grote sites met vaak wisselende informatie, met «loketfuncties», en een intensief gebruik. De site rijksoverheid.nl kan hier als voorbeeld gelden. Anderzijds zijn er kleine websites ten behoeve van bijvoorbeeld communicatiecampagnes of kleine doelgroepen: sites met statische informatie, die tijdelijk en/of voor een beperkte doelgroep zijn ingericht. Bij de grote sites is er vaker aandacht voor de webrichtlijnen. Bij de kleine statische sites is dat veel minder het geval. Tot op dit moment gelden voor al deze websites de webrichtlijnen onverkort en in dezelfde mate.

Webrichtlijnen en het toetsingsinstrumentarium

De webrichtlijnen bestaan sinds 2004. Ze zijn ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met als doel de kwaliteit en toegankelijkheid van websites te verbeteren. De webrichtlijnen gaan over het ontwerpen, bouwen en beheren van sites met als doel toegankelijke websites te krijgen. In de loop van de tijd zijn de webrichtlijnen geëvolueerd tot een instrument om die toegankelijkheid en kwaliteit te garanderen. Op verzoek van de Tweede Kamer volgen de webrichtlijnen de internationale standaarden van het World Wide Web Consortium (W3C). Sinds 2006 is het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites van kracht. Doel van dit besluit is alle websites van de rijksoverheid eind 2010 aan de webrichtlijnen te laten voldoen. In de toelichting bij het Besluit staat vermeld dat de ministeries zelf verantwoordelijk zijn voor het aantonen van de conformiteit aan de webrichtlijnen. Wanneer een website volgens de webrichtlijnen is gebouwd en wordt beheerd kan de eigenaar deze laten keuren door een gecertificeerde inspectie-instelling. Als door een inspectie-instelling is vastgesteld dat een website aan de webrichtlijnen voldoet mag die website een logo dragen van de stichting Waarmerk Drempelvrij.nl.

Het huidige systeem van toetsing gaat uit van drie niveaus waaraan voldaan kan worden: prioriteit 1 (minimale eisen van toegankelijkheid), prioriteit 2 (goed toegankelijk) en de volledige set webrichtlijnen. De opbouw is dus gelaagd, waarbij een website die op prioriteit 2 scoort aan meer richtlijnen voldoet dan een website met een prioriteit 1 score. Wanneer een website niet aan álle richtlijnen voor een bepaald niveau voldoet, wordt dat niveau niet behaald en scoort deze website één of mogelijk zelfs twee niveaus lager. De gelaagde opbouw leidt daarmee tot een soort «alles of niets»-drempel. Er zijn voorbeelden van websites die nét niet voldoen aan alle richtlijnen en daardoor slechts een waarmerk voor prioriteit 1 niveau hebben gekregen. Zo scoort de site mijn.overheid.nl op 95% van alle toegankelijkheidscriteria positief, maar heeft deze een waarmerk voor «minimale toegankelijkheid» (prioriteit 1, wat gelijk staat aan slechts 12,8% van alle richtlijnen).

Stand van zaken bij de rijksoverheid

De ministeries hebben de afgelopen maanden geïnventariseerd hoeveel websites zij hebben en in hoeverre deze voldoen aan de webrichtlijnen. Volgens opgave van de ministeries beschikten zij per oktober over bijna 400 websites (die in 2012 nog zullen bestaan). Daarvan zijn er 60, waaronder de belangrijkste, getoetst op het voldoen aan de webrichtlijnen. Van deze 60 websites voldoet volgens opgave van de ministeries ongeveer een derde volledig aan de webrichtlijnen. Van de websites die niet getoetst zijn is vanzelfsprekend niet bekend of deze aan de webrichtlijnen voldoen. Zoals ik hiervoor heb aangegeven:

  • verandert het aantal websites regelmatig;

  • beschikt de rijksoverheid over een grote variëteit aan websites;

  • geven de resultaten van de uitgevoerde toetsen een beperkt beeld van de mate waarin wel aan de webrichtlijnen wordt voldaan.

Gemeenten en mede-overheden

Over de toepassing van de webrichtlijnen bij de gemeenten heb ik uw Kamer eerder dit jaar een rapport2 doen toekomen, dat stelde dat 98% van de gemeenten niet aan de webrichtlijnen voldoet. Thans hebben 21 gemeenten een waarmerk voor toegankelijkheid, waarvan 9 een waarmerk dat aangeeft dat de website volledig voldoet aan de webrichtlijnen. Inmiddels is de implementatie van de webrichtlijnen als resultaatverplichting opgenomen in de met de medeoverheden opgestelde overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid (i-NUP)3.

Daarbij geldt dat eind 2012, bij de tussentijdse evaluatie van het i-NUP, de websites aan prioriteit 1 voldoen en 1 januari 2015, bij het einde van de implementatie van het i-NUP, aan de maximale vereisten. In het i-NUP is opgenomen dat aan niet nakomen van de verplichting t.a.v. de Webrichtlijnen de consequentie zal worden verbonden dat via een algemene maatregel van bestuur verplichtingen aan gemeenten opgelegd worden. Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwerp van een AMvB.

Conclusie en maatregelen

Ik constateer dat de rijksoverheid een groot aantal websites heeft, waarvan tot dusver onduidelijk is in hoeverre deze aan de webrichtlijnen voldoen. Dat acht ik een ongewenste situatie. Ik kies er niet voor om alle tot dusver geïnventariseerde sites, voor zover dat nog niet gebeurd is, te laten toetsen en deze vervolgens zo nodig aan te passen, zodat zij aan de webrichtlijnen voldoen. Naar verwachting zou dit tot een kostbare en langdurige operatie leiden. Een aanzienlijk effectievere oplossing is het saneren van het aantal websites van de rijksoverheid en het waar mogelijk en relevant onderbrengen van de content van losstaande websites in de site rijksoverheid.nl. In de webrichtlijnen monitor 2010 is deze website «duidelijk goed gebouwd» genoemd. De directeuren Communicatie en de CIO’s van de ministeries zullen voorstellen doen voor deze sanering. De sites die na deze sanering resteren, zullen uiteraard moeten voldoen aan de eisen vanuit de webrichtlijnen.

Ook de wijze van toetsing verdient aandacht. Zoals hierboven geschetst doet de huidige toetsingssystematiek te weinig recht aan de mate van werkelijke toegankelijkheid van de websites van de rijksoverheid en de medeoverheden. In overleg met de Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl en andere belanghebbende organisaties wil ik komen tot een toetsingsmodel dat recht doet aan de werkelijke toegankelijkheid en daarmee een voorwaarde vormt voor transparantie en aanspreekbaarheid. Op de website www.webrichtlijnen.nl zal ten slotte meer en duidelijker informatie beschikbaar komen over het opnemen van de webrichtlijnen bij de aanbesteding van de ontwikkeling van websites.

Ik zal uw Kamer medio 2012 informeren over het resultaat van de in deze brief genoemde maatregelen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Handelingen II 201/11, nr. 63, item 19, blz. 41–45.

X Noot
2

Kamerstukken II, 26 643 nr. 186.

X Noot
3

Kamerstukken II, 26 643 nr. 182.

Naar boven