26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2011

Tijdens het debat van 22 maart 2011 over ICT-projecten bij de rijksoverheid heb ik u de resultaten van een recent onderzoek naar de implementatie van de Webrichtlijnen toegezegd. Ook heb ik u aangegeven daar een termijn bij te vermelden die ik redelijk acht voordat meer dwingendere maatregelen in werking zouden moeten treden. Een maand later hebt u mij per brief (d.d. 18 april 2011) gevraagd om een reactie op de brief (d.d. 25 maart 2011) van de Adviesgroep Webrichtlijnen aan de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken.

Door middel van deze brief informeer ik u over bovenstaande zaken gezamenlijk.

Conclusies rapport

Stichting Accessibility heeft in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Webrichtlijnenmonitor uitgevoerd voor 20101. Mijn voorganger staatssecretaris Bijleveld had dit in mei 2010 toegezegd aan de Tweede Kamer. Het onderzoek bestond uit een scan van alle websites van gemeenten en rijksoverheid.nl. Deze websites zijn onderzocht op elf knelpunten (van de in totaal 125 Webrichtlijnen) die invloed hebben op de toegankelijkheid en kwaliteit van de website, bijvoorbeeld het gebruik van multimedia. Het onderzoek toont aan dat op 98% van de websites van gemeenten en op rijksoverheid.nl knelpunten bestaan. Wanneer op een website knelpunten worden gevonden bij één of meerdere van de 125 richtlijnen voldoet de website niet aan de Webrichtlijnen. De cijfers van dit onderzoek zeggen niets over de mate waarin websites wél voldoen aan de Webrichtlijnen, omdat de websites in dit onderzoek zijn onderzocht op enkele veel voorkomende knelpunten.

Het onderzoek toont echter ook aan dat er een duidelijke verbetering te zien is. Zo blijkt uit een vergelijking van de Webrichtlijnenmonitor van 2008 met die van eind 2010, dat de websites van123 gemeenten significant beter scoren op het aantal webrichtlijnen waaraan wordt voldaan. De adviesgroep Webrichtlijnen erkent in haar brief dan ook dat er een lange weg te gaan is, maar dat er veel successen zijn geboekt. Dit is eveneens zichtbaar in de groei van het aantal gemeenten dat het waarmerk van de Stichting drempelvrij voor toegankelijkheid van hun website heeft gekregen: 17 gemeenten hebben een waarmerk voor toegankelijkheid, waarvan 8 een waarmerk dat aangeeft dat de website volledig voldoet aan de Webrichtlijnen.

Maatregelen om tot implementatie te komen

De implementatie van de Webrichtlijnen is als resultaatverplichting opgenomen in de met de medeoverheden opgestelde overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid (i-NUP). Daarbij richt ik mij eind 2012, bij de tussentijdse evaluatie van het i-NUP, op de minimale vereisten (waarmerk Drempelvij zonder ster) en 1 januari 2015, bij het einde van de implementatie van het i-NUP, aan de maximale vereisten (de huidige Webrichtlijnen: waarmerk Drempelvij 3 sterren). In het i-NUP, waarover ik u eind mei geïnformeerd heb2, is opgenomen dat aan niet nakomen van de verplichting t.a.v. de Webrichtlijnen de consequentie zal worden verbonden dat via een algemene maatregel van bestuur verplichtingen aan gemeenten opgelegd worden. Ik zal gedurende de i-NUP-periode periodiek de voortgang meten. Als de resultaten daar dan aanleiding toe geven, zal ik dus tot dwingendere maatregelen besluiten. Wellicht ten overvloede merk ik op dat de financiering van het i-NUP onder het beslag lag van het sluiten van een bestuursakkoord.

Rijksoverheidswebsites

Richting rijksoverheidswebsites heb ik zelf direct actie ondernomen. In diverse overleggen heb ik de betreffende ministeries oproepen actie te ondernemen om nog voor het einde van het jaar te voldoen aan de Webrichtlijnen. Samen met de belangenverenigingen voor blinden en slechtzienden en chronisch zieken zal ik daarnaast komen met een top 20 van websites waarbij zij het meeste last ondervinden van de ontoegankelijkheid van de website. Hiermee wil ik de oproep aan de departementen kracht bij zetten en de urgentie inzichtelijk maken.

De website rijksoverheid.nl, waarover tijdens de overleggen in de kamer vragen zijn gesteld, is in de plaats gekomen van de departementale websites, regering.nl en postbus51.nl. Deze nieuwe website is daarmee op zich zelf al een verbetering ten opzichte van de eerdere situatie. De toegankelijkheid is sterk verbeterd en het doorvoeren van aanpassingen is beter mogelijk.

De website rijksoverheid.nl is 1 januari 2011 van de projectorganisatie overgedragen naar de beheerorganisatie bij het ministerie van Algemene Zaken. De beheerorganisatie van rijksoverheid.nl heeft de Webrichtlijnen verwerkt in haar werkprocessen. Alle werkzaamheden zijn er op gericht om continue te voldoen aan de Webrichtlijnen. Desondanks kan het voorkomen dat een klein onderdeel niet voldoet aan de Webrichtlijnen. Het is immers een zeer omvangrijke website. De beheerorganisatie kiest voor een werkwijze waarin zij zelf door de inrichting van de processen en door eigen toetsing erop permanent wil voldoen aan de Webrichtlijnen. Momenteel wordt dit uitgewerkt in een kwaliteitsprogramma.

Ondersteuning om tot implementatie te komen

In het debat is al de vraag aan de orde gesteld wat de oorzaak is dat gemeenten niet voldoen aan de richtlijnen. Die vraag is relevant voor de vraag of wetgeving een oplossing is voor het aan de orde zijnde probleem. Als gemeenten het, ondanks alle goede wil, niet voor elkaar krijgen om aan de Webrichtlijnen te voldoen, brengen wettelijke regels daarin geen verandering. Hiervoor hebben medeoverheden ondersteuning nodig. De Adviesgroep Webrichtlijnen suggereert in haar brief dat die ondersteuning vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt uitgefaseerd. Zij adviseren het Landelijk Webrichtlijnenteam, de servicedesk en de online toetstool in stand te houden en geven aan dat communicatie vanuit het ministerie een stimulerende en ondersteunende werking zou hebben.

Ondersteuning vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om tot implementatie van de Webrichtlijnen te komen blijft bestaan, maar krijgt wel een andere vorm. De afgelopen vier jaar konden overheden gebruik maken van één op één advies van de servicedesk. De servicedesk heeft de afgelopen vier jaar veel vragen beantwoord. De in deze periode opgedane kennis komt nu voor iedereen beschikbaar in de vorm van vragen en antwoorden op de website www.webrichtlijnen.nl. Hiermee wordt slimmer omgegaan met minder middelen. Voor de online Toetstool, die overigens slechts een deel van de 125 Webrichtlijnen toetst, geldt dat deze open source in de «markt wordt gezet», zodat software ontwikkelaars deze applicatie kunnen doorontwikkelen om mogelijk tot een betere Toetstool te komen. Eind dit jaar zal het project Webrichtlijnen overgaan van een ontwikkelingfase naar een beheerfase en wordt daarom van ICTU naar Logius overgebracht. Logius zal de taken van het Webrichtlijnenteam , inclusief de communicatie, in opdracht van mijn ministerie overnemen.

Tijdens het overleg in de Tweede Kamer is de suggestie gedaan om gemeenten die met hun nieuwe website niet voldoen aan de Webrichtlijnen een alternatief, een basis website die aan alle eisen voldoet, aan te bieden in de «cloud». Zoals ik tijdens het overleg aangaf, lijkt mij het een taak voor de VNG en KING om een dergelijke standaard website aan te bieden als daarvoor gekozen wordt. Overigens valt daar het beheer aan de inhoud van de website niet onder, terwijl het juist vaak de inhoud van de website is die ervoor zorgt dat een website niet meer optimaal toegankelijk is. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om het plaatsen van een video die niet aan alle toegankelijkheidscriteria voldoet. Diverse leveranciers van content management systemen leveren al wel standaard oplossingen, vaak open source. In de gebruikersgroepen van content management systemen worden basiselementen voor websites in veel gevallen uitgewisseld.

Het aanbieden van een standaard website is dus slechts een oplossing voor een deel van het probleem. Het grootste probleem bij de implementatie van de Webrichtlijnen is niet de website zelf, maar het toegankelijk houden van de informatie en diensten op de website. Dit vergt van organisaties een ander redactieproces om de toegankelijkheid van de website continu te garanderen. Het inrichten van een dergelijk redactieproces is naar mij idee moeilijker te standaardiseren en af te dwingen bij wet omdat het afhankelijk is van de organisatie-inrichting binnen een gemeente en de beschikbare hoeveelheid capaciteit. Hiervoor bestaan wel diverse hulpmiddelen die door het project Webrichtlijnen de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Zo is er recent het handboek «Geheim van de overheidswebsite» verschenen. Dit handboek helpt redacteuren en projectleiders bij het inrichten van een redactieproces. Dit handboek zal ik onder de aandacht van de gemeenten brengen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Kamerstukken II 26 643, nr. 182.

Naar boven