26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 505 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2013

Met deze brief bied ik u het rapport «De burger bediend in 2013» van de Inspectie SZW aan, evenals het signalement «Bestuurskracht gemeenten werk en inkomen».

De burger bediend in 2013

In dit rapport gaat de inspectie in op de uitkomsten van onderzoek naar de beveiliging van Suwinet bij gemeenten. Daarnaast heeft de inspectie de uitkomst van een literatuurstudie over gegevensuitwisseling binnen de sector werk en inkomen in de periode 2010–2013 opgenomen. De reactie op deze bevindingen zijn in een eerder stadium aan u toegestuurd.1 Het onderzoek naar de beveiliging van Suwinet heeft de inspectie op verzoek van mijn voorganger uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn ernstig. Slechts 4% van de gemeenten heeft bij het gebruik van Suwinet voldoende maatregelen getroffen om de vertrouwelijkheid van uitgewisselde gegevens te waarborgen. Ik stel vast dat met de eerder in gang gezette verbeteracties onvoldoende resultaat is bereikt. Er moet méér gebeuren om te borgen dat de persoonsgegevens van burgers zorgvuldig worden behandeld. In deze brief ga ik in op de maatregelen die worden genomen.

De digitalisering van de dienstverlening in de sector werk en inkomen kent een lange geschiedenis. Met de inwerkingtreding van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) in 2002 is het mogelijk gemaakt dat UWV, de SVB en Gemeentelijke Sociale Diensten digitaal gegevens met elkaar gingen uitwisselen. Deze gegevensuitwisseling was noodzakelijk om de samenwerking met als oogmerk een doeltreffende en klantgerichte uitvoering, tussen UWV, de SVB en Gemeentelijke Sociale Diensten mogelijk te maken.

Bij het tot stand komen van het digitaal klantdossier in 2008 is een verdere stap vooruit gezet door het eenmalig vragen van gegevens aan burgers voor het domein werk en inkomen wettelijk te regelen. Voor burgers werd het mogelijk om uitkeringen digitaal aan te vragen waarbij al bekende gegevens vooraf zijn ingevuld. Verder zijn voor de professionals gaandeweg via het Suwinet meer gegevens ontsloten. Het gegevensverkeer via Suwinet is in de periode 2008–2013 met circa 50% gegroeid.

In 2011 heeft de Inspectie SZW de beveiliging van Suwinet onderzocht.2 De inspectie constateerde toen dat verdere verbetering van de informatiebeveiliging door gemeenten noodzakelijk was. Een groot deel van deze verbeteringen moesten door gemeenten zelf worden opgepakt. Toenmalig Staatssecretaris De Krom heeft een brief aan colleges van B&W en gemeenteraden gestuurd waarin hij wees op de verantwoordelijkheid van gemeenten voor het gebruik van persoonsgegevens. Hij verzocht daarbij gemeenten, indien nodig, passende maatregelen te nemen. VNG, SZW, Divosa, KING, Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) en het Inlichtingenbureau hebben de campagne «zorgvuldig gebruik Suwinet» gestart om de aandacht voor informatiebeveiliging bij gemeenten te intensiveren.

Mede gezien de decentralisaties en de daarmee samenhangende verdere toename van het aantal gegevensuitwisselingen is het noodzakelijk om nu de juiste stappen te zetten om de informatiebeveiliging bij gemeenten op een hoger niveau te brengen. Met de VNG heb ik inmiddels afgesproken dat wordt toegewerkt naar een zorgvuldig gebruik van via Suwinet uitgewisselde gegevens door gemeenten met als uitgangspunten:

  • Eigen verantwoordelijkheid van gemeenten voor informatiebeveiliging.

  • Structurele bestuurlijke aandacht voor en sturing op informatiebeveiliging door gemeenten.

  • Gemeenten bieden transparantie naar burgers, bedrijven en andere overheidsorganisaties over de informatiebeveiliging. Deze partijen kunnen daaraan vertrouwen ontlenen dat gegevens zorgvuldig worden verwerkt.

De VNG richt zich op de bestuurlijke en organisatorische borging van de informatiebeveiliging. Dit traject heeft onder meer tot doel dat uiterlijk eind 2014 de gemeenten voldoen aan de gestelde normen, waaraan de inspectie heeft getoetst. Aan de Inspectie SZW zal ik vragen om in de eerste helft van 2015 te onderzoeken of de informatiebeveiliging bij gemeenten daadwerkelijk structureel is verbeterd.

Gezien de ernst van de conclusies van de inspectie informeer ik het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) over de resultaten. Het CBP heeft de mogelijkheid handhavend op te treden indien gemeenten niet voldoen aan de vereisten van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Ook laat ik onderzoeken of een escalatieprotocol naar een tijdelijke opschorting van het leveren van gegevens aan gemeenten via Suwinet een passende maatregel kan zijn om een zorgvuldig gegevensgebruik af te dwingen. De uitkomsten van dit onderzoek zullen in het eerste kwartaal van 2014 beschikbaar zijn.

Met de VNG zal ik afspraken maken over de eisen die worden gesteld aan de beveiliging en bescherming van persoonsgegevens die via Suwinet worden verstrekt. Ook zal ik afspraken maken over de wijze waarop gemeenten daarover middels een jaarlijkse verantwoording transparantie gaan bieden. Uitgangspunt daarbij is dat SZW zoveel als mogelijk zal aansluiten op generieke eisen en het generiek invullen van deze verantwoording. Een verantwoording over de informatiebeveiliging biedt allereerst de colleges van B&W en gemeenteraden handvatten om hun verantwoordelijkheid voor informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens in te vullen. Daarnaast kan ik en andere belanghebbenden er vertrouwen aan ontlenen dat gemeenten de aan hen toevertrouwde gegevens zorgvuldig verwerken. Mede op basis van het onderzoek van de Inspectie SZW zal ik mij een oordeel vormen over de huidige en eventuele aanvullende wettelijke maatregelen die nodig zijn.

Ik heb opdracht gegeven om dit jaar een privacy impact assessment naar het Suwinet uit te voeren. Bij het opzetten van Suwinet is destijds veel aandacht besteed aan informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens. Gezien de toename en de groei van het aantal gegevensuitwisselingen via Suwinet is het wenselijk om na te gaan of de getroffen wettelijke en technische beveiligingsmaatregelen nog steeds voldoende zijn.

Nieuwe technologische toepassingen maken het mogelijk om informatie meer op maat te leveren. Met informatie op maat ontvangt een professional in het domein van werk en inkomen alleen die gegevens die nodig zijn voor de uit te voeren taken. Ik heb opdracht gegeven om nog dit jaar een onderzoek te starten naar de mogelijkheden van deze toepassing voor de gegevensuitwisseling in het Suwidomein.

De inspectie merkt op dat het gesloten verstrekkingenregime in de Wet SUWI op gespannen voet staat met het uitgangspunt van integrale klantbenadering door gemeenten en dat dit spanningsveld met de decentralisaties toeneemt. In het kader van de decentralisaties wordt onderzocht welke informatie gemeenten aanvullend nodig hebben voor het uitvoeren van de te decentraliseren taken. Uit de analyses zal blijken op welke wijze gegevensuitwisseling en -verwerking in wetgeving moet worden verankerd.

Bestuurskracht gemeenten werk en inkomen

De toezichtbevindingen over de laatste twee en een half jaar zijn voor de Inspectie SZW aanleiding om een signaal af te geven over de wijze waarop gemeenten invulling geven aan hun verantwoordelijkheden op het terrein van werk en inkomen. Dit signalement bied ik u hierbij aan. Het rapport «De burger bediend in 2013» is één van de onderzoeken waarop de inspectie haar signalement baseert. De inspectie stelt vast dat veel gemeenten niet de prestaties leveren die van ze mogen worden verwacht. Beleidsvrijheid komt pas goed tot haar recht als gemeentebesturen beschikken over de noodzakelijke informatie om aan te sturen en gemeenteraden invulling geven aan hun controlerende rol. Er is op de werkvloer sprake van een grote mate van autonomie, vaak zonder aansturing of verantwoording op inhoud en resultaat.

Dit zijn stevige constateringen. Met de Inspectie ben ik van mening dat de gemeentelijke aansturing en uitvoeringspraktijk hierop verbeterd moeten worden. Zoals ik ook in mijn antwoorden op uw vragen naar aanleiding van mijn brief over de Participatiewet en het quotum na het sociaal akkoord heb laten weten3 dienen gemeenten zich tijdig voor te bereiden op de wijze waarop ze invulling geven aan de taken en beleidsvrijheden en de wijze waarop gemeentebesturen regie gaan voeren. Voor gemeenteraden is het van belang dat zij zich voorbereiden op (uitbreiding van) hun controlerende taak. Het Rijk heeft hierbij een faciliterende en stimulerende rol. De ondersteuning vanuit het Ministerie van BZK, in samenwerking met de VNG, is er op gericht gemeenten in staat te stellen zich vergaand voor te bereiden op de komende veranderingen met oog voor de eigen gemeentelijke verantwoordelijkheid4. Daarnaast zal de invoering van de Participatiewet een eigen ondersteuningstraject kennen van VNG, Divosa, Cedris en UWV, gefaciliteerd door mijn ministerie.

Verhoging van de kwaliteit vraagt om managers en bestuurders die aansturen op een professionele uitvoering met innovatieve vakmensen die van elkaar leren en hun handelen baseren op breed gedeelde inzichten in effectieve werkwijzen. Eind 2011 is het programma «Effectiviteit en Vakmanschap» van Divosa en de VNG van start gegaan. Ik heb met VNG, Cedris en Divosa afspraken gemaakt over een vervolg op het programma in 2014, waarin ook de governance een plek heeft. Bij vakmanschap hoort transparantie en de inzet om onderling resultaten uit te wisselen en van verschillen te leren. De Inspectie constateert dat dit nog onvoldoende gebeurt. Ik ga gemeenten daartoe extra faciliteren. Met de Kernkaart (www.kernkaart.nl ) krijgen gemeenten inzicht in hun prestaties en kunnen zij zich vergelijken met andere (groepen van) gemeenten. SZW ondersteunt daarnaast het programma van Divosa om het bereik van benchmarking en benchlearning te vergroten. Deze instrumenten dragen bij aan een goede lokale verantwoording van het re-integratiebeleid. U ontvangt binnenkort een brief waarin ik u nader over deze initiatieven informeer.

Vanuit mijn systeemverantwoordelijkheid blijf ik beoordelen of het stelsel bijdraagt aan het realiseren van de doelen die de wetgeving beoogt. Gelijktijdig met het wetsvoorstel Participatiewet doe ik u het plan van aanpak toekomen voor het monitoren en het evalueren van de Participatiewet.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstuk 30 545, nr. 122.

X Noot
2

Rapport Gegevensuitwisseling WWB-WIJ van de Inspectie Werk en Inkomen, 2012

X Noot
3

Brief van 2 september 2013, Tweede Kamer, Kamerstuk 33 566, nr. 60.

X Noot
4

Brief van 18 oktober 2013, Kamerstuk 33 750 VII, nr. 12.

Naar boven