26 419 Toerisme en recreatie

Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2019

Tijdens het Algemeen Overleg Toerisme op 25 april jl. (Kamerstuk 26 419, nr. 80) heb ik toegezegd om de Actieagenda Perspectief 2030 aan uw Kamer te zenden. Deze actieagenda is door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de 12 provincies ontwikkeld en is tijdens de tweede Toerisme Top op 9 oktober jl. in Zeeland gepresenteerd. De agenda is als bijlage bij deze brief gevoegd1.

Toerisme Top

De tweede Toerisme Top bracht bedrijfsleven, toeristische organisaties, overheden, brancheorganisaties en andere belangstellenden bij elkaar om samen te werken aan de uitdagingen en kansen voor de «toeristische bestemming Nederland» richting 2030. Het thema was dit jaar «Kiezen voor kwaliteit», in lijn met de motie van het lid Von Martels2, zowel qua aanbod als qua bezoekers. Het programma stond in het teken van het aantrekken van bezoekers die kiezen voor en bijdragen aan een toekomstbestendige bestemming. Wie die bezoeker is, verschilt per regio. Elke regio kan daarvoor vanuit de eigen (cultuur)historische en gebiedskwaliteiten aanbod ontwikkelen.

Tijdens het ochtendprogramma heb ik samen met de provincies de Actieagenda Perspectief 2030 gepresenteerd. Deze actieagenda is een concrete vervolgstap op het Perspectief 2030 3, de landelijke visie op toerisme die vorig jaar tijdens de eerste Toerisme Top is gelanceerd.

Actieagenda Perspectief 2030

Gezien de snelle groei van het toerisme, de impact hiervan op onze leefomgeving en de economische mogelijkheden die het biedt, heb ik afgelopen periode met betrokken partijen gewerkt aan een gezamenlijke aanpak om hier richting aan te geven.

Het doel met de gehele sector opgestelde en breed gedeelde visie Perspectief 2030 is, ervoor zorgen dat Nederland ook in de toekomst een aantrekkelijke en diverse toeristische bestemming is, met een evenwichtige balans tussen de belangen van de bezoekers, bewoners, leefomgeving en bedrijven. Partijen in de toeristische sector werken vanuit hun eigen verantwoordelijkheid aan dit gezamenlijke doel.

Als vervolgstap op het Perspectief bevestigen het Rijk en de 12 provincies in de actieagenda om deze visie te gebruiken als kader voor de beleidsvorming en -uitvoering. Geheel conform het doel van het Perspectief zie ik andere partijen de visie gebruiken als inspiratie, bij de planvorming en de uitwerking van hun toeristische initiatieven. Dit wordt vanuit mijn ministerie en het NBTC gestimuleerd en gefaciliteerd.

In het land zijn inmiddels diverse initiatieven gestart met een regionale doorvertaling van de visie. Zo heb ik op 28 oktober jl. in Hattem het Perspectief Hanzesteden 2020–2025 in ontvangst mogen nemen, waarin de Hanzesteden als jaarrond «cultureel erfgoed hotspot» worden gepresenteerd, met de ambitie dat iedere Hanzestedeling profiteert van toerisme: bewoners, bezoekers en bedrijven in de brede Hanzeregio.

In de actieagenda staan landelijke en regionale thema’s genoemd, waarbinnen partijen gaan samenwerken aan concrete projecten en kennisopbouw- en uitwisseling. Binnen de actieagenda is ook ruimte voor proefprojecten voor «bredere spreiding van het toerisme en ter versterking van het toerisme en de leefbaarheid in krimpgebieden», waar de motie van het lid Moorlag om verzoekt4.

Bij de landelijke thema’s en initiatieven zien de provincies en de rijksoverheid een gezamenlijke rol en verantwoordelijkheid. Het zijn thema’s die landelijk van belang zijn voor de ontwikkeling van de toeristische sector en de leefomgeving. Het gaat om de volgende thema’s: de Landelijke Data Alliantie, HollandCity Strategie, Actieagenda Vakantieparken, Mobiliteit, Nationale Parken Nieuwe Stijl, Nationale Omgevingsvisie, sportevenementen, ErfgoedTelt en de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Binnen de rijksoverheid is voor deze thema’s de verbinding met eerst verantwoordelijke departementen gelegd.

Daarnaast zijn in de actieagenda (boven)regionale initiatieven genoemd, waarvoor de provincies vanuit hun verantwoordelijkheid voor regionaal economisch beleid stimulerend of leidend zijn. Deze initiatieven kunnen als voorbeeld en inspiratie dienen voor partijen elders in het land, omdat ze invulling en uitvoering geven aan de ambitie richting 2030.

Op de Toerisme Top heb ik de versterking van de Landelijke Data Alliantie aangekondigd als één van de eerste concrete acties uit de actieagenda. Rijk, provincies en NBTC committeren zich aan dit open netwerk, gericht op partijen die gezamenlijk toeristische data willen verzamelen en inzichten delen.

Komende jaren bouwen we de Actieagenda Perspectief 2030 uit met (meer) concrete projecten en partners, zoals bedrijven, gemeenten, kennisinstellingen en marketingorganisaties. Het Nationaal Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) zal met kennis en kunde dit programma ondersteunen.

Deze ondersteuning van de actieagenda door NBTC sluit aan op de nieuwe subsidieafspraken de ik voor het einde van het jaar met NBTC ga maken.

Hierbij is het doel van de subsidie is om de gastvrijheidseconomie duurzaam verder te ontwikkelen. Waarbij zoveel mogelijk regio’s kunnen profiteren van de maatschappelijke en economische kansen die het groeiend toerisme biedt en waarbij de draagkracht van regio’s en gebieden niet wordt overschreden. Er wordt ingezet op het spreiden van waardevolle bezoekers door middel van het promoten van minder bekende plekken in ons land, het ondersteunen van provincies en regio’s bij bestemmingsontwikkeling en -management en het vergroten van de kennisbasis van de sector.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 26 419, nr. 77

X Noot
3

Kamerstuk 26 419, nr. 75

X Noot
4

Kamerstuk 26 419, nr. 79

Naar boven