26 419 Toerisme en recreatie

Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2019

In mijn brief van 28 november 2018 over de uitkomsten van de Toerisme Top heb ik aangegeven dat ik uw Kamer op de hoogte zal houden van een aantal adviezen die betrekking hebben op toerisme (Kamerstuk 26 419, nr. 74). Bijgevoegd vindt u de definitieve versie van het op de Toerisme Top in concept gepresenteerde rapport Perspectief 2030, een nieuwe visie op de bestemming Nederland en de Beleidsevaluatie naar NBTC die recent is opgeleverd1.

De Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur geeft aan te verwachten dat zij haar advies over Toerisme na de zomer zal publiceren.

Perspectief 2030

Het initiatief voor het ontwikkelen van deze visie op de toekomst van de sector is genomen door NBTC en het Perspectief is opgesteld met inbreng van ondernemers, bewoners, experts en bestuurders. Het Perspectief is gepresenteerd en besproken tijdens de Toerisme Top op 10 oktober jl. Met de inbreng van betrokken organisaties is het Perspectief aangescherpt in de maanden na de Top.

De Toerisme Top had als doel om kennisdeling en samenwerking in de toeristische sector te bevorderen. Ik zie het Perspectief als een mooi product van deze samenwerking. Het Perspectief is door alle partijen goed ontvangen en is daarmee een breed gedeelde visie binnen de sector. Het biedt mijn ministerie, andere overheden, ondernemers en marketing organisaties een middellang termijn perspectief en een kader om toekomstige activiteiten en beleid vorm te geven. Ik neem de inhoud dan ook over bij de ontwikkeling van toekomstig beleid. Binnen de bestaande financiële kaders zal ik mijn bijdrage leveren aan het concretiseren en realiseren van het Perspectief.

Het Perspectief 2030 biedt een visie op de bestemming Nederland ten behoeve van het welzijn van alle Nederlanders.

Toerisme groeit wereldwijd en in Nederland. Voorzichtige voorspellingen gaan uit van 29 miljoen buitenlandse bezoekers in 2030. Toerisme levert ons land dus veel op. Zowel als het gaat om economische waarde (de omzet in 2017 was 82,1 miljard euro en 761.000 banen), maar ook als het gaat om de bijdrage aan voorzieningen en leefbaarheid. Tegelijk zien we dat toerisme tot overlast en drukte leidt in bepaalde regio’s en steden.

Het Perspectief biedt een kader voor alle partijen om te werken aan een toeristische sector die bezoekersstromen kan beheersen en die de kansen die toerisme met zich meebrengt kan verzilveren. Dit vraagt om een beweging van bestemmingspromotie naar bestemmingsmanagement. De ambitie hierbij is om iedere Nederlander in 2030 te laten profiteren van toerisme. Daarvoor is het van belang dat er een balans is tussen de belangen van de bezoekers, bewoners en bedrijven.

In het Perspectief zijn vijf strategische pijlers geformuleerd die centraal staan richting 2030:

  • 1. Lusten en lasten in balans: actief inzetten op het vergroten van de lusten van toerisme voor iedereen en de lasten die ermee gepaard gaan inzichtelijk krijgen en tot een minimum beperken;

  • 2. Nederland overal aantrekkelijk: andere bezoekers naar andere plekken in Nederland trekken en op andere momenten. Dit vraag om het verbeterd en nieuw aanbod;

  • 3. Toegankelijk en bereikbaar: duurzame mobiliteitsoplossingen moeten leiden tot optimale bereikbaarheid;

  • 4. Verduurzamen moet: de verantwoordelijkheid om te verduurzamen, circulair om te gaan met grondstoffen, vervuiling en verspilling voorkomen en uitstoot van CO2 minimaliseren;

  • 5. Een gastvrije sector; investeren in imago, professionaliteit en aantrekkelijkheid van de sector.

Op dit moment nemen provincies samen met NBTC en mijn ministerie het initiatief om een actieprogramma te formuleren waarin deze pijlers zijn uitgewerkt. Het streven is om de eerste versie van het actieprogramma op de tweede Toerisme Top te presenteren. Deze bijeenkomst wordt in het najaar in Zeeland georganiseerd.

Beleidsevaluatie NBTC

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) verstrekt jaarlijks subsidie aan het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC), een onafhankelijke stichting, voor het bevorderen van inkomend toerisme en zakelijk bezoek. Voor de periode 2016 t/m 2019 ging het jaarlijks om een subsidie van 8.469.000 euro (excl. loon- en prijsbijstelling). De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat NBTC minimaal 50% cofinanciering voor hun activiteiten ophaalt bij andere partners (publieke en/of private partijen).

Het doel van de bijgevoegde beleidsevaluatie2 is vaststellen hoe NBTC presteert als het gaat om het realiseren van de in de subsidiebeschikking 2016–2019 benoemde streefwaarden voor de periode 2016 t/m 2018 en in bredere zin, het vaststellen van de legitimiteit, doeltreffendheid en doelmatigheid van de activiteiten die NBTC in het kader van deze subsidie heeft uitgevoerd.

De conclusies en aanbevelingen van de evaluatie vormen de agenda voor de gesprekken die mijn ministerie de komende tijd met NBTC aangaat ten behoeve van de nieuwe subsidie (2020 t/m 2023). Hieronder geef ik een beleidsreactie.

Beleidsreactie

Om in te spelen op het groeiende toerisme is de afgelopen jaren de koers verlegd van een focus op groei naar een focus op het verleiden van toeristen om zich meer te spreiden in tijd en in ruimte. Doel hierbij is dat zoveel mogelijk regio’s van het groeiend toerisme kunnen profiteren, zonder dat het de draagkracht van deze regio’s overstijgt. In overleg met mijn ministerie heeft NBTC tijdens de huidige subsidieperiode met haar activiteiten en organisatieontwikkeling op deze ontwikkeling geanticipeerd. Zoals met uw Kamer tijdens het AO van 7 maart 2018 besproken worden de streefwaarden ook in het licht van de gewijzigde omstandigheden beoordeeld.

In de evaluatie wordt geconcludeerd dat overheidsingrijpen en de taken die NBTC momenteel uitvoert zijn te legitimeren vanuit diverse soorten marktfalen. Het gaat hierbij onder andere om activiteiten op het gebied van de promotie van de bestemming Nederland, maar ook om activiteiten gelieerd aan de kennis- en datafunctie en de bovenregionale en -sectorale rol op het gebied van aanbodontwikkeling.

Dit sluit goed aan bij het Perspectief en de al ingezette beweging om in de komende periode binnen de beschikbare financiële ruimte een verdere verschuiving te maken van promotie naar activiteiten op het gebied van data & kennis en aanbodontwikkeling. Op deze manier wil ik met de subsidie aan NBTC en met inachtneming van de toepasselijke kaders de decentrale overheden en ondernemers ondersteunen die aan de slag gaan met regionale aanbodontwikkeling. Belangrijk hierbij is dat NBTC vanuit een nationale en coördinerende rol zal werken en er kritisch wordt gekeken welke activiteiten vanuit het collectieve belang kunnen worden uitgevoerd.

Ten aanzien van het functioneren van NBTC wordt geconstateerd dat het publiek-private samenwerkings- en financieringsmodel er mede toe leidt dat zij haar middelen op een efficiënte wijze inzet en zij hierbij zowel publieke als private partijen een rol geeft in de invulling van activiteiten.

Bij de partners van NBTC bestaat er in de breedte tevredenheid over de samenwerking met NBTC, met name waar het gaat om de traditionele functie van promotie, de HollandCity Strategie (met de verhaallijnen, evenementen en themajaren) en de functie op het gebied van internationale congressen en zakelijke bijeenkomsten.

De evaluatie geeft aan dat NBTC op koers ligt om tenminste vier van de vijf afgesproken streefwaarden te halen. De streefwaarde «economische waarde van bids voor congressen en zakelijke bijeenkomsten» blijft wat achter. De voortgang op het bereiken van deze streefwaarden is nauwkeurig gemonitord.

Er wordt echter ook geconstateerd dat de wijze waarop de effectmeting op dit moment wordt uitgevoerd het niet (goed) mogelijk maakt om de additionaliteit van de activiteiten van NBTC goed te meten. Dit wordt mede veroorzaakt door het ontbreken van geschikte data en de invloed van de vele omgevingsfactoren.

Voor de komende periode zal ik met NBTC zoeken naar een meer kwalitatieve toepassing van de effectmeting. Hierbij zal NBTC inzichtelijk moeten maken hoe hun rol en activiteiten bijdragen aan de beleidsdoelen.

Ten aanzien van het cofinancieringsmodel wordt geconstateerd dat de 50% cofinanciering die NBTC moet verwerven deels als een averechtse prikkel kan werken waarbij de positie van cofinanciers te dominant kan worden. Daarnaast wordt aangegeven dat activiteiten die verbonden zijn aan het positioneren van nieuwe bestemmingen relatief meer inspanning vergen en de bereidheid van cofinanciers om mee te investeren mogelijk lager is.

Cofinanciering van publieke en private partners is mijn inziens noodzakelijk om te zorgen voor een goede vraagsturing vanuit de andere partners. Voor de komende periode zullen we gezamenlijk bekijken hoe we de voorwaardes voor subsidie aan NBTC zodanig vorm kunnen geven dat de collectieve belangen het best gediend zijn. Ik kan mij hierbij voorstellen dat er verschillende cofinancieringspercentages worden benoemd afhankelijk van het type activiteit.

Proces

Komende maanden wordt met NBTC het gesprek gevoerd over een nieuwe subsidie voor de periode 2020 t/m 2023. Uitgangspunt is hierbij te komen tot een subsidie die gedurende de looptijd voldoende flexibiliteit kent zodat op basis van nieuwe inzichten activiteiten kunnen worden aangepast. Dit vraagt een intensieve overleg- en aansturingsrelatie tussen mijn ministerie en NBTC. Het streven is om in september de contouren van de nieuwe subsidie gereed te hebben, zodat voor het einde van dit jaar het hele proces voor een nieuwe subsidie formeel is doorlopen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven