25 883 Arbeidsomstandigheden

32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 406 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2021

1. Aanleiding

Op 6 juli 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de contouren van de tijdelijke Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU)1. Het kabinet vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gezond werkend hun pensioen bereiken, ook degenen die zwaar werk verrichten. Daarom is het kabinet in het kader van het Pensioenakkoord van 2019 (Kamerstuk 32 043, nr. 457) en de uitwerking van het Pensioenakkoord in 2020 (Kamerstuk 32 043, nr. 520) met sociale partners overeengekomen om in de periode van 2021 tot en met 2025 1 miljard euro beschikbaar te stellen voor een sectorale maatwerkregeling. Deze regeling voorziet in subsidies voor sectorale samenwerkingsverbanden van werkgevers en werknemers voor activiteiten op het terrein van duurzame inzetbaarheid. Daar waar knelpunten zijn in bedrijven of sectoren met werknemers met zwaar werk, krijgen sectoren bovendien de mogelijkheid om met behulp van subsidie werknemers vervroegd te laten uittreden.

De zomer is benut voor een internetconsultatie van een concept van de subsidieregeling en de afgelopen periode is de MDIEU in nauwe samenspraak met de sociale partners in de Stichting van de Arbeid nader uitgewerkt. Op 21 januari 2021 is de MDIEU gepubliceerd in de Staatscourant2.

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de MDIEU. Deze brief gaat achtereenvolgens in op 1) de hoofdpunten van de subsidieregeling (paragraaf 2) de planning en openstelling van de aanvraagtijdvakken (paragraaf 3), een menukaart voor duurzame inzetbaarheid (paragraaf 4), een handreiking voor de uitvoering van regelingen voor vervroegde uittreding (paragraaf 5), het onderzoek naar de beleidstheorie rond MDIEU (paragraaf 6), de pilot in het kader van de Comptabiliteitswet (paragraaf 7) en de quickscan in het kader van het meerjarig investeringsprogramma duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen (paragraaf 8).

2. Hoofdpunten MDIEU

De contouren van de MDIEU zijn per brief van 6 juli 2020 reeds aan uw Kamer gemeld, en zijn grotendeels onveranderd.

De subsidie wordt verleend aan samenwerkingsverbanden van sociale partners op sectoraal niveau en wordt van daaruit doorgeleid aan werkgevers/organisaties binnen de sector. Het subsidiebudget staat – via de tussenstap van de samenwerkingsverbanden – open voor álle werkgevers in Nederland, omdat alle werkgevers ervoor moeten zorgen dat straks hun werkenden gezond kunnen doorwerken tot aan de AOW-leeftijd. Sociale partners bepalen zelf in welk samenwerkingsverband zij het meest effectief tot maatregelen kunnen komen: langs de lijnen van cao’s, branches of anders.

Samenwerkingsverbanden kunnen subsidie aanvragen voor een activiteitenplan dat op maat is gesneden voor hun sector of branche. Sectoraal maatwerk is dus het devies: sociale partners weten waar in hun sector of branche de uitdagingen liggen op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Ook weten zij waar het werk als zwaar wordt ervaren en welke werkgevers knelpunten ervaren bij het bieden van RVU’s aan werknemers die hier behoefte aan hebben. Zo kan op sectoraal niveau een goede inschatting worden gemaakt welk pakket van instrumenten het meest effectief is.

Om te zorgen dat daadwerkelijk meer werkenden gezond werkend hun pensioen bereiken is het belangrijk dat er in de toekomst nog meer wordt ingezet op duurzame inzetbaarheid, ook bij de jongere generaties. Daarom zit er een verbinding in de subsidieregeling: van het gevraagde subsidiebedrag moet tenminste 25% worden ingezet voor investeringen in duurzame inzetbaarheid. De overige 75% van het subsidiebedrag mag worden ingezet als bijdrage in de kosten die werkgevers moeten maken voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU’s). Zo komen duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden samen in één integraal activiteitenplan per samenwerkingsverband.

3. Planning en openstelling aanvraagtijdvakken

Binnen de MDIEU zijn twee typen subsidieaanvragen mogelijk: voor sectoranalyses en voor activiteitenplannen. Voor beide type subsidieaanvragen zullen er verschillende aanvraagtijdvakken worden opengesteld.

Aanvraagtijdvakken voor sectoranalyses

Om sectorale samenwerkingsverbanden op weg te helpen kan een vaste subsidie van 20.000 euro worden aangevraagd voor het uitvoeren van een sectoranalyse. In een sectoranalyse kunnen sectoren de meerjarige opgaven op het gebied van duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden van hun sector, en van de inzet die nodig is om te zorgen dat werkenden in de betreffende sector of branche in de toekomst zoveel mogelijk gezond werkend hun pensioen bereiken, in beeld brengen.

Op maandag 1 februari 2021 om 9.00 uur wordt een aanvraagtijdvak opengesteld voor subsidieaanvragen voor een sectoranalyse. Dit aanvraagtijdvak sluit op vrijdag 26 februari om 17.00 uur. Het beschikbare budget is 2 miljoen euro. In het najaar van 2021 volgt een tweede en laatste aanvraagtijdvak voor sectoranalyses. Het precieze moment van openstelling en het beschikbare budget van dit aanvraagtijdvak zullen tijdig worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Aanvraagtijdvakken voor activiteitenplannen

Er worden in de periode 2021 t/m 2025 verschillende aanvraagtijdvakken voor subsidie voor activiteitenplannen opengesteld. Het eerste aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen zal worden opengesteld op 1 juni 2021 en staat de hele maand juni open. Begin 2022 wordt een tweede aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen opengesteld. Ook in de jaren 2023 en 2024 wordt een aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen van samenwerkingsverbanden opengesteld. Het precieze moment van openstelling van de tijdvakken en het beschikbare budget per aanvraagtijdvak wordt voorafgaand aan de opening van elk aanvraagtijdvak vastgesteld en tijdig gepubliceerd in de Staatscourant.

In het eerste aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen kan er subsidie worden aangevraagd voor RVU’s die al eerder zijn gestart, namelijk vanaf 1 januari 2021. Op dat punt zal het eerste aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen iets anders zijn dan de volgende aanvraagtijdvakken. In het eerste aanvraagtijdvak zijn uitkeringen voor vervroegd uittreden, onder voorwaarden, reeds subsidiabel vanaf 1 januari 2021, tegelijkertijd met de inwerkingtreding van de versoepeling van de fiscale behandeling van de RVU. Daarbij geldt een aantal voorwaarden: 1) de subsidieaanvraag dient in het aanvraagtijdvak van juni 2021 te worden ingediend; 2) de reeds gestarte RVU’s mogen ten tijde van de subsidieaanvraag nog niet zijn afgerond. Daarnaast dient de aanvrager zich te realiseren dat er pas aanspraak op subsidie ontstaat op het moment van subsidieverlening. Dit betekent dat sectoren die voor deze mogelijkheid kiezen de eerste maanden zullen moeten voorfinancieren en pas later zekerheid krijgen over het al dan niet ontvangen van subsidie.

Met de MDIEU wordt beoogd zoveel mogelijk alle sectoren en alle werkgevers te bereiken. Het bereik van de MDIEU wordt na het tweede aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen geëvalueerd. Er komt in 2023 een tijdvak specifiek voor ondernemingen, met betrokkenheid van sociale partners, tenzij uit de evaluatie naar voren komt dat het bereik van de regeling via samenwerkingsverbanden voldoende is. In deze evaluatie wordt onder meer aandacht besteed aan de vraag in hoeverre sectoren per 1 januari 2021 gebruik hebben kunnen maken van de subsidieregeling MDIEU, zoals gevraagd in de motie van de leden Gijs van Dijk en Smeulders3. Deze motie beschouw ik hiermee als afgedaan.

4. Menukaart voor duurzame inzetbaarheid

De maatregelen in de activiteitenplannen dienen gericht te zijn op het structureel verankeren van de aandacht voor duurzame inzetbaarheid. Hoewel al veel is ontwikkeld en geïnitieerd op het terrein duurzame inzetbaarheid, valt er nog steeds winst te behalen door het introduceren van nieuwe initiatieven, het intensiveren van bestaande programma’s en het versterken van de eigen regie van werkenden op de loopbaan.

Om de samenwerkingsverbanden te inspireren en te helpen om te komen tot een activiteitenplan met geschikte maatregelen op het gebied van duurzame inzetbaarheid, is een «menukaart» samengesteld. De menukaart bevat voorbeelden van bestaande initiatieven, programma’s en faciliteiten op het gebied van duurzame inzetbaarheid, die zijn opgehaald bij diverse sectoren, O&O fondsen, bedrijven en kennisinstellingen.

Om de vooruitgang op het terrein van duurzame inzetbaarheid de ruimte te bieden wordt de menukaart periodiek bijgewerkt met nieuwe initiatieven, die gaandeweg de looptijd van MDIEU naar verwachting in de activiteitenplannen naar voren zullen komen. De menukaart wordt beschikbaar gesteld op www.uitvoeringvanbeleidszw.nl bij de informatie over de subsidieregeling MDIEU, onder Uitvoeren en Verantwoorden.

5. Handreiking voor uitvoering regelingen vervroegde uittreding

Werkgevers mogen van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 hun oudere werknemers die maximaal 36 maanden verwijderd zijn van hun AOW-leeftijd een regeling voor vervroegd uittreden (RVU) aanbieden, waarbij er tot € 22.164 geen fiscale heffing hoeft te worden betaald4. Het is voor het eerst sinds de introductie van deze zogenoemde RVU-heffing ruim 15 jaar geleden dat werkgevers weer RVU’s zonder fiscale eindheffing kunnen aanbieden. In de praktijk leven veel vragen over de uitvoering. Sociale partners in de Stichting van de Arbeid en het Ministerie van SZW hebben een handreiking gemaakt met handvatten om op een goede, solide manier RVU’s af te spreken en uit te voeren. Ook dit document wordt beschikbaar gesteld op www.uitvoeringvanbeleidszw.nl bij de informatie over de subsidieregeling MDIEU, onder Uitvoeren en Verantwoorden.

6. Onderzoek beleidstheorie

Het kabinet hecht aan een effectieve en efficiënte inzet van middelen. De subsidietoekenning binnen de MDIEU zal worden gemonitord en uw Kamer zal periodiek op de hoogte worden gehouden van de geboekte resultaten. Na afloop van de looptijd van de MDIEU vindt een onafhankelijke beleidsevaluatie plaats. Ter voorbereiding daarop is in het najaar van 2020 een vooronderzoek gedaan door beleidsonderzoeksbureau SEOR. Dit onderzoek richtte zich op de zogeheten beleidstheorie van de MDIEU. Het onderzoek bevat ook een advies over gegevensverzameling. Beide onderdelen zijn behulpzaam bij het opzetten en uitvoeren van de monitoring en evaluatie van de MDIEU. Het onderzoeksrapport is als bijlage bij deze brief gevoegd5.

7. Pilot Comptabiliteitswet

De MDIEU maakt deel uit van een pilot gericht op het vergroten van de vindbaarheid van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (CW 3.1). Deze pilot is op verzoek van de Tweede Kamer geïnitieerd door het Ministerie van Financiën6. Op grond van CW 3.1 dienen voorstellen met financiële consequenties onder meer een toelichting te bevatten over doeltreffendheid en doelmatigheid. Met de pilot wordt beoogd de vindbaarheid van de vereiste toelichtingen bij voorstellen met (kans op) significante financiële gevolgen te vergroten. In het kader van de pilot zijn voor de MDIEU in een format de verschillende onderdelen uit artikel CW 3.1 toegelicht. Dit format is als bijlage bij deze brief gevoegd7.

8. Quickscan Meerjarig investeringsprogramma duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen

In het kader van het Meerjarig investeringsprogramma duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen heeft Capgemini een quickscan van de huidige wetenschappelijke- en praktijkkennis op het gebied van duurzame inzetbaarheid en een leven lang ontwikkelen uitgevoerd. Deze quickscan dient onder meer als handreiking en ondersteuning bij de voorbereidingen van de subsidieaanvragen voor de MDIEU door sectorale samenwerkingsverbanden. De inhoud van de quickscan zal tevens via het kennisplatform duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen (www.duurzameinzetbaarheid.nl), dat op dit moment wordt ontwikkeld en begin februari live gaat, worden gepubliceerd.

9. Tot slot

Nu de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen en de MDIEU in werking is getreden, is het mogelijk om aan de slag te gaan met het onderdeel van het Pensioenakkoord dat erop gericht is dat alle werkenden, ook mensen met zwaar werk, gezond hun pensioen halen. Ik hoop dat er dit jaar een vliegende start gemaakt wordt en dat dat zoveel mogelijk sectoren met duurzame inzetbaarheid aan de slag gaan. Sectoren die graag met duurzame inzetbaarheid aan de slag willen gaan, maar nog niet goed weten waar te beginnen, kunnen zich melden bij mijn ministerie via de digitale postbus beleidsteamMDIEU@minszw.nl. Mijn medewerkers zijn graag bereid hen op weg te helpen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstukken 25 883 en 32 043, nr. 388.

X Noot
2

Maatwerkregeling Duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (Stcrt. 2021, nr. 2522).

X Noot
3

Kamerstuk 32 043, nr. 529.

X Noot
4

Wet Bedrag Ineens, RVU en Verlofsparen, Stb. 2021, nr. 21.

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Kamerstuk 31 865, nr.168.

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven