25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1837 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2022

Het coronavirus is zeker niet weg en zal onder ons blijven. Daarom is het belangrijk om waakzaam te blijven en rekening te houden met elkaar. Het kabinet blijft het belang van de basismaatregelen en adviezen onderstrepen. De basismaatregelen vormen onze eerste verdediging tegen het virus en ze helpen ons om waakzaam te blijven. Dat is in alle fasen van de pandemie, maar zeker ook nu nog, van toegevoegde waarde. Het blijft ook belangrijk om oog te houden voor mensen met een kwetsbare gezondheid en mensen die zich zorgen maken over hun gezondheid. Het kabinet roept op om begrip te blijven tonen voor mensen die zichzelf en anderen beschermen door het dragen van een mondkapje. We moeten respectvol omgaan met mensen die extra beschermende maatregelen treffen.

Al zijn we epidemiologisch op dit moment in rustiger vaarwater terecht gekomen, het kabinet blijft alert en we houden de ontwikkelingen de komende periode nauwlettend in de gaten. Zoals in de Kamerbrief lange termijn1 aangekondigd, hebben we verschillende instrumenten tot onze beschikking om zicht te blijven houden op het virus. Hierbij valt te denken aan rioolwatersurveillance voor regionale monitoring van oplevingen en nieuwe virusvarianten, «Infectieradar» voor zicht op circulatie van de algemene bevolking en Nivel-peilstations. Bij een eventuele opleving van het virus of de introductie van een nieuwe variant kunnen aanvullende adviezen en maatregelen nodig zijn. Het is de verantwoordelijkheid van ons allemaal om verstandige keuzes te maken en rekening te houden met elkaar.

Met deze brief informeer ik uw Kamer over drietal zaken met betrekking tot

COVID-19:

  • 1. de versoepelingen die voortvloeien uit de besluitvorming van 19 april en de maatregelen en adviezen die van kracht blijven;

  • 2. de laatste stand van zaken omtrent de wereldwijde vraag naar en de beschikbaarheid van COVID-19-vaccins en de invloed daarvan op vaccindonaties en de (toekomstige) vaccinvoorraden in Nederland;

  • 3. het stopzetten van de CoronaMelder voor gebruikers per 22 april aanstaande.

Maatregelen en adviezen

De dalende trend van COVID-19 in Nederland zet zich verder voort. Zo is het aantal ziekenhuis- en IC-opnames ten opzichte van vorige week verder gedaald, even als het aantal positieve coronatestuitslagen in de GGD-teststraten. Al is dit cijfer waarschijnlijk beïnvloed door het aangepaste testbeleid per 11 april. De landelijke gemiddelde virusvracht daalt ook. Of de dalende trend verder doorzet, zal de komende weken duidelijk worden. Het OMT omschreef in het 144e OMT-advies (Bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1818) de huidige epidemiologische fase als een transitiefase, richting de endemische fase. In aanvulling daarop gaf de European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) aan dat de transitiefase tot minimaal na het najaar van 2022–2023 en mogelijk langer duurt.

Gegeven de huidige dalende trend staan we op het punt dat we weer een aantal adviezen kunnen afschalen. Sinds januari 2022 heeft het kabinet in vier stappen versoepeld. Met die vier versoepelingen is de toegankelijkheid van de zorg niet onder druk komen staan. Ik heb het RIVM gevraagd mij te adviseren over de nu nog geldende COVID-19 maatregelen en adviezen. Op woensdag 13 april 2022 heeft het kabinet het schriftelijk advies van het RIVM ontvangen en op donderdag 14 april jl. naar uw Kamer gestuurd2. Op basis hiervan, en met afweging van het sociaal-maatschappelijk en economisch belang, heeft het kabinet besloten de basismaatregelen te behouden en enkele adviezen te versoepelen. Met het versoepelen van de adviezen neemt het kabinet een weloverwogen stap waarvan wordt verwacht dat dit de toegankelijkheid van de zorg niet zal beperken en dat deze tegelijkertijd ten goede komt aan sociaal-maatschappelijk en economische belangen. Dit sluit aan bij de lange termijn doelen die het kabinet onlangs gepresenteerd heeft, waarbij het uitgangspunt is de samenleving zoveel mogelijk open houden.

Maatregelen die van kracht blijven en versoepelingen

Het huidige isolatieadvies blijft van kracht. Het RIVM geeft aan dat het beperken van het isolatieadvies op dit moment te vroeg is en dat eventuele afschaffing pas tegen het einde van de transitiefase een verantwoord moment is.

Het kabinet heeft een integrale afweging gemaakt en op 19 april 2022 besloten om per direct een aantal van de nog geldende adviezen te laten vervallen. Conform het RIVM-advies vervalt het dringend advies om in quarantaine te gaan als een huisgenoot of nauw contact van iemand met corona is besmet. Hiermee wil het kabinet de sociaal-maatschappelijke en economische vitaliteit en continuïteit ondersteunen. Het blijft wel essentieel dat mensen bij een besmetting van een huisgenoot of nauw contact de eigen gezondheid goed in de gaten houden, zich direct testen bij klachten en dat zij rekening houden met kwetsbaren. De GGD heeft naar verwachting tot 25 april nodig om het loslaten van het quarantaineadvies door te voeren. Met het vervallen van het quarantaineadvies, vervalt per 20 april 2022 ook de verplichting om een gezondheidsverklaring in te vullen bij reizen per vliegtuig. Aangezien het algemene zelftestadvies bij klachten als basismaatregel wordt benadrukt, komt het specifieke zelftestadvies bij reizen op dag 0 en dag 5 na aankomst te vervallen.

Uit de sociaalmaatschappelijke en economische reflectie van 14 april 2022 blijkt dat er onduidelijkheid is over het verschil tussen quarantaine en isolatie. Quarantaine is het uit voorzorg thuisblijven na contact met een besmet persoon. Isolatie is het in afzondering blijven na een positieve test (minimaal 5 dagen mits 24 uur klachten vrij en maximaal 10 dagen). Het versoepelen van de quarantaineadviezen en het tegelijkertijd aanhouden van het isolatieadvies kan tot onduidelijkheid leiden. Om het verschil tussen quarantaine en isolatie te verduidelijken en om duidelijk te maken dat het isolatieadvies wél blijft bestaan, wordt extra aandacht besteed aan dit advies met een online campagne.

In het advies geeft het RIVM verder aan dat het advies om een mondneusmasker te dragen op drukke plekken kan komen te vervallen, aangezien het vaak om vluchtige contacten gaat (bijvoorbeeld op de markt of in de winkelstraat). Het kabinet heeft besloten om dat advies over te nemen. Daarnaast benadrukt het RIVM dat mensen met een kwetsbare gezondheid en zorgverleners die nauw contact hebben met mensen met een kwetsbare gezondheid nog steeds geadviseerd wordt om een mondkapje te dragen bij (zorg)contact. Hierbij wordt geadviseerd een medisch mondkapje te gebruiken3. Dit is reeds staand kabinetsbeleid.

Het totale overzicht van maatregelen en adviezen die gelden na 19 april 2022 zijn:

  • Basismaatregelen:

    • Het dringende advies om hygiënemaatregelen te volgen;

    • Het dringend advies bij klachten zo snel mogelijk te zelftesten;

    • Het dringend advies om in isolatie te gaan na een positieve test;

    • Het dringend advies om thuis te blijven bij klachten (met hierbij de kanttekening dat hiervoor uitgezonderd zijn personen van wie uit overleg met hun werkgever blijkt dat zij noodzakelijk zijn en voldoen aan de in overleg tussen werkgever werknemer gestelde voorwaarden);

    • Het dringend advies om te zorgen voor voldoende frisse lucht.

  • Overige adviezen:

    • Vaccinatie: «Haal een vaccin, booster- of herhaalprik»;

    • Voor personen die behoren tot een risicogroep of zich zorgen maken over hun gezondheid staan op rijksoverheid.nl tips over hoe om te gaan met covid-19 en hun individuele gezondheid.

  • Reizen:

    • Mondkapjesplicht: geldt op de luchthaven vanaf de security en in het vliegtuig;

    • EU-inreisverbod voor derdelanders met uitzondering van gevaccineerden en herstelden;

  • Sectorspecifieke maatregelen:

    • Ventilatienormen in de horecalocatie.

Openbaarmaking stukken voorbereidende overleggen

In de brief van 8 december 2020 heeft het kabinet aangegeven de presentaties die voorliggen in de informele overleggen over de coronacrisis in het Catshuis openbaar te maken4. De stukken worden op de website5 van rijksoverheid gedeeld voor zover daar geen zwaarwegende belangen6 in de weg staan. Vanaf heden zijn op rijksoverheid de stukken die besproken zijn bij de besluitvorming van 19 april 2022 te vinden zijn op rijksoverheid.nl7.

Overschot en donatie COVID-19-vaccins

De afgelopen twee jaar heeft Nederland zich samen met de andere Europese lidstaten ingespannen voor de beschikbaarheid van voldoende COVID-19-vaccins in Europa en in de rest van de wereld. Hierbij wil ik uw Kamer informeren over de laatste stand van zaken omtrent de wereldwijde vraag naar en de beschikbaarheid van COVID-19-vaccins, en de invloed daarvan op vaccindonaties en de (toekomstige) vaccinvoorraden in Nederland.

Mogelijkheden donaties beperkt

De afgelopen maanden is de wereldwijde COVID-19-crisis in een nieuwe fase terechtgekomen. De vaccinschaarste is afgenomen. Het vaccinaanbod is de laatste maanden van 2021 sterk gestegen met een wereldwijde productiecapaciteit van circa 1,5 miljard doses per maand. Tegelijkertijd daalde de vraag naar vaccins als gevolg van de veranderde epidemiologische situatie waarin de minder ziekmakende omikronvariant dominant is. Steeds meer landen geven aan voldoende COVID-19-vaccins op voorraad te hebben om in de komende periode aan de nationale vraag te kunnen voldoen. Deze afgenomen vraag hangt ook samen met een absorptiecapaciteit die in een aantal ontvangende landen achterblijft. Dit komt mede doordat, met name in lage-inkomenslanden, de opslagcapaciteit beperkt is en de doorstroom van vaccins naar afgelegen gebieden een uitdaging blijft. Daarnaast is de vaccinatiebereidheid in een aantal landen laag. Daar liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag die per land kunnen verschillen. Het gaat bijvoorbeeld om desinformatie over bijwerkingen of een gebrek aan duidelijkheid over de noodzaak van vaccinatie in landen waar COVID-19 niet langer het meest urgente gezondheidsrisico voor mensen is.

De grootste uitdaging bij het verder verhogen van de vaccinatiegraad in deze landen is country readiness: de capaciteit om vaccinatiecampagnes te organiseren en uit te voeren. Nederland, de Europese Unie en COVAX zetten zich op meerdere manieren in op het verbeteren van country readiness in diverse landen. Hierover is uw Kamer reeds geïnformeerd door de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in de brief Update wereldwijde COVID-19 aanpak, d.d. 1 maart 20228. COVAX is als gevolg van de afgenomen vraag naar vaccins in deze landen overgegaan op een meer vraaggestuurde manier van werken. In de praktijk betekent dit dat COVAX momenteel vrijwel geen nieuwe donaties meer accepteert. Door deze ontwikkelingen lijkt de doelstelling van de WHO om te komen tot een wereldwijde vaccinatiegraad van 70% nu niet haalbaar.

Overschot aan vaccins

Als gevolg van de hierboven geschetste situatie hebben veel donorlanden voor het eerst in de COVID-19 crisis te maken met een overschot aan vaccins. Dat geldt ook voor Nederland. De voorraad is vanuit EU-samenwerking tot stand gebracht en grotendeels op basis van een verdeling tussen lidstaten naar rato van de bevolkingsomvang. COVAX schat dat er wereldwijd de komende maanden een overschot van 1 miljard vaccins kan ontstaan. Op 15 maart jl. heb ik u laten weten dat COVAX geen bestemming heeft kunnen vinden voor ruim 800.000 van de 22,5 miljoen door Nederland gedoneerde vaccins9. Ook de laatste leveringen van de Nederlandse donatie (ongeveer 4,1 miljoen vaccins), die rechtstreeks vanuit de fabriek zouden komen, heeft COVAX niet kunnen accepteren. Samen met het surplus van dit jaar heeft Nederland op dit moment zodoende nog 11,3 miljoen vaccins beschikbaar voor donatie.

Ik verwacht de komende weken nog slechts een beperkt deel hiervan bilateraal te kunnen doneren. Het kabinet zet alles op alles om nog meer vaccins te doneren, onder meer via het ambassadenetwerk en door actief landen te benaderen die nog vaccins nodig hebben. Daarbij wordt echter ook rekening gehouden met dat de houdbaarheid van vaccins gaat verlopen en deze dus vernietigd moeten worden. Voor de korte termijn zou dit betekenen dat circa 3,3 miljoen vaccins vernietigd moeten worden, omdat de houdbaarheid binnenkort verstrijkt.

Afhankelijk van het verloop van de verdere nationale vaccinatiecampagne (het aantal rondes, de doelgroep en het opkomstpercentage) zou dit aantal beschikbare maar niet (meer) te doneren vaccins verder kunnen toenemen. Dit zal naarmate de vaccinatiecampagne de komende maanden vordert verder duidelijk worden.

Internationale inspanningen

Ik vind het van belang deze problemen ook internationaal te agenderen. Eind 2021 is in EU-verband goedkeuring gegeven aan het voorstel van de Europese Commissie om 200 miljoen mRNA-vaccins aan te schaffen voor lagere- en lagemiddeninkomenslanden. Nu veel donorlanden te maken hebben met een overschot aan vaccins hebben Nederland en een aantal andere EU-lidstaten de Europese Commissie opgeroepen om de plannen aan te passen en vooral in te zetten op country readiness. De Europese Commissie heeft hier gehoor aan gegeven en is bezig met aanpassing van de plannen. Daarnaast zal Nederland Gavi oproepen om geen vaccins in te kopen die ook via donorlanden beschikbaar gesteld kunnen worden. Om het overschot te verminderen is Nederland daarnaast – ook op Europees niveau – in gesprek met farmaceuten over het uitstellen van leveringen naar later in het jaar.

Beschikbaarheid van nieuwe COVID-19-vaccins

Voor toekomstige vaccinatierondes is het, naast de beschikbaarheid van de huidige vaccins, ook van belang rekening te houden met de komst van nieuwe COVID-19-vaccins. Zo onderzoeken diverse vaccinproducenten onder andere of zij een COVID-19-vaccin kunnen produceren dat specifiek gericht is op de omikronvariant, of een vaccin dat werkzaam is tegen meerdere varianten. Het kan ondanks de huidige voorraad aan vaccins nodig zijn nieuwe vaccins te kopen die beter werken tegen de huidige en mogelijke toekomstige varianten. Nederland oriënteert zich, in Europees verband, op deze behoefte tot toekomstige aankopen van eventuele aangepaste vaccins.

Stopzetten CoronaMelder voor gebruikers

Op 6 april 202010 heeft het OMT geadviseerd zo snel mogelijk te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het bron- en contactonderzoek (BCO) van de GGD’en met behulp van een mobiele applicatie te ondersteunen. Het OMT had hierbij een voorkeur voor een populatiegebaseerde aanpak, waarbij de privacy van eindgebruikers conform de AVG-wetgeving werd gewaarborgd. Het Ministerie van VWS heeft in zo groot mogelijke transparantie volgens de principes van privacy en security by design de CoronaMelder-app ontwikkeld, met hulp van bijdragen uit de online tech-community. Recent is ook het onderzoek van het Adviescollege ICT-toetsing verschenen waarin dit ontwikkelproces is geëvalueerd.11

Op 10 oktober 2020 is CoronaMelder landelijk geïntroduceerd als de digitale aanvulling op het reguliere proces van bron- en contactopsporing (hierna: BCO) door de GGD’en. CoronaMelder zorgt ervoor dat na een besmetting sneller en ook meer nauwe contacten worden gewaarschuwd. Zo worden ketens van besmettingen doorbroken en wordt verdere verspreiding van het Coronavirus tegengegaan.12 Tot op heden hebben bijna 5,9 miljoen mensen de app gedownload, waarvan ongeveer 2,3 miljoen mensen de app momenteel nog actief gebruiken. Inmiddels hebben in totaal meer dan 450.000 mensen anderen gewaarschuwd via de app en zijn er ruim 330.000 testaanvragen gedaan naar aanleiding van een notificatie in de app. Deze en andere cijfers kunnen via het CoronaMelder data dashboard worden geraadpleegd.13

Tijdens de ontwikkeling van CoronaMelder heeft mijn ambtsvoorganger aan uw Kamer toegezegd dat dit digitale hulpmiddel alleen wordt ingezet zolang dit bijdraagt aan het tegengaan van de verspreiding van het Coronavirus. Op dit moment is de acute coronacrisis voorbij en door de hoge immuniteitsgraad en de minder ziekmakende omikronvariant zitten we inmiddels in de transitiefase. Dit maakt het heroverwegen van het nut, de noodzaak en proportionaliteit van CoronaMelder opportuun. Dit past in de lijn van de op 1 april jl. aan u toegestuurde langetermijnstrategie COVID-1914. Zo wordt het BCO, waaraan CoronaMelder ondersteunend is, afgeschaald en leidt het beëindigen van confirmatietesten bij de GGD tot minder testresultaten die via de app gedeeld kunnen worden. Daarnaast vervalt per 20 april aanstaande het quarantaineadvies voor nauwe contacten, waardoor een notificatie van CoronaMelder niet meer leidt tot een handelingsadvies.

Daarom heb ik besloten CoronaMelder per 22 april 2022 tijdelijk stop te zetten voor gebruikers. Door het uitzetten ontvangen CoronaMelder gebruikers geen notificaties meer dat ze in de buurt zijn geweest van iemand die besmet bleek. De servers van CoronaMelder blijven op de achtergrond wel gereed, zodat CoronaMelder op een later moment – wanneer er een opleving van het virus is en grootschalig waarschuwen van onbekende contacten weer onderdeel uitmaakt van het coronabeleid – weer kan worden aangezet. Dit is vergelijkbaar met de huidige situatie in Zwitserland15.

De inzet van CoronaMelder is met de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 opgenomen in de Wet publieke gezondheid. Zoals hierboven toegelicht is de inzet van CoronaMelder op dit moment echter niet langer noodzakelijk. Tegelijkertijd is het virus helaas niet weg en is niet uitgesloten dat in het najaar weer grootschaliger testen en BCO nodig is. Bijvoorbeeld omdat er zich onverhoopt toch weer een ziekmakendere variant van het virus voordoet. Daarom overweeg ik om na overleg met uw Kamer en de Eerste Kamer de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 (Kamerstuk 35 538) na 10 juli weer te verlengen, ondanks het feit dat de feitelijke inzet van CoronaMelder dan is beëindigd. Op deze wijze blijft de mogelijkheid behouden om CoronaMelder in het najaar, uiteraard alleen indien noodzakelijk en na overleg met beide Kamers, weer te activeren.

Ik zal gebruikers via de app zelf, maar ook via coronamelder.nl en diverse (online) media informeren over het stopzetten van CoronaMelder voor gebruikers. Met vragen kunnen zij vooralsnog terecht bij de CoronaMelder Helpdesk.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven