24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 265 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2022

Ongeveer 1 op de 10 Nederlanders heeft een auditieve, visuele, lichamelijke of verstandelijke beperking, psychische kwetsbaarheid, chronische ziekte of een combinatie hiervan.1 Dit zijn ongeveer 2 miljoen mensen in Nederland die niet vanzelfsprekend mee kunnen doen, ook nog niet overal in de culturele en creatieve sector. Ik hecht er enorm aan dat iedereen aan het culturele leven kan deelnemen. Dit is belangrijk, omdat cultuur kleur aan je leven geeft. Een boek waar je compleet in opgaat of meezingen en dansen met jouw favoriete band. Tegelijkertijd kan cultuur prikkelen om met een nieuw perspectief naar elkaar én de maatschappij te kijken. Een theatervoorstelling over discriminatie waar je lang over napraat met vrienden of een tentoonstelling over de impact van sociale media. Toegang tot cultuur voor iedereen is daarom één van mijn prioriteiten.

In 2016 heeft Nederland het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (hierna: VN-verdrag handicap) geratificeerd. Hiermee is een stap in de goede richting gezet om de toegang voor mensen met een beperking te verbeteren. Zo ook in de culturele en creatieve sector, die strekt van media tot monumenten, van popmuziek tot architectuur en alles wat daar tussen zit. In de Kamerbrief van 19 april 2022 heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (LZS) u geïnformeerd over de wijze waarop bewindspersonen in het kabinet op hun eigen terrein werken aan de verdere implementatie van het VN-verdrag handicap.2 Met deze brief geef ik aan hoe ik deze vertaling van het VN-verdrag handicap vorm en inhoud geef, samen met de culturele en creatieve sector én de kennis van ervaringsdeskundigen. In het kader van het verdrag wordt gezegd: «Niets over ons, zonder ons». Ik geef hier gehoor aan omdat het mij belangrijke inzichten oplevert en de basis is voor structurele verandering.

De culturele en creatieve sector werkt zelf ook aan toegankelijkheid. Dat doen zij via de Code Diversiteit & Inclusie.3 Deze code richt zich naast het bevorderen van culturele diversiteit, ook op meer vormen van verscheidenheid zoals een beperking. Ik ben blij met de kaders die de code biedt, en ik vind dat inclusie en toegankelijkheid een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Ik ben ervan overtuigd dat een meerstemmig perspectief verrijkte kwaliteit oplevert waar een ieder zich in herkent.

Met het VN-verdrag handicap en de code geldt er in de culturele sector een algemene norm voor toegankelijkheid op basis van gelijkwaardigheid. Een aantal instellingen geven hier op een doeltreffende manier invulling aan, zoals u ook kunt lezen in de alinea’s «goede voorbeelden». Maar vanwege de grote verscheidenheid aan beperkingen en benodigdheden voor bijvoorbeeld mensen met een prikkelstoornis, licht verstandelijke beperking of fysieke beperking, is en blijft het een zoektocht voor instellingen om toegankelijkheid verder te bevorderen. Ik zet mij daarom met de hele sector graag in om de toegankelijkheid te vergroten.

Ik kom hiermee tegemoet aan mijn toezegging aan het lid Werner om uw Kamer te informeren over de implementatie van het VN-verdrag handicap en mijn concrete plannen voor de doelgroep mensen met een beperking. Deze brief gaat ook over media en komt daarmee tegemoet aan de toezegging om in de mediabegrotingsbrief in te gaan op o.a. audiodescriptie.

Ik ga in deze brief in op:

  • Het sociaal model en enkele overkoepelende verdragen, codes en programma’s;

  • Wat er al geregeld is en welke goede voorbeelden er zijn;

  • Ruimte voor verbetering en kansen;

  • De acties om toegankelijkheid verder te vergroten.

Het sociaal model en enkele overkoepelende verdragen, codes en programma’s

Het sociaal model

Ik benader de toegankelijkheid van de culturele en creatieve sector vanuit het zogenaamde sociaal model.4Via deze benadering is het probleem van ontoegankelijkheid een probleem van de samenleving en niet van de persoon met een beperking. De wijze waarop de maatschappij is ingericht kan uitsluiting van mensen met een beperking tot gevolg hebben óf juist bevorderen. Een persoon in een rolstoel is pas beperkt wanneer deze een trap tegenkomt waardoor diegene niet omhoog kan komen.

VN-Verdrag handicap

Naar aanleiding van de ratificatie van het VN-Verdrag handicap in 2016 is door het kabinet het programma «Onbeperkt Meedoen!» gestart (Kamerstuk 24 170, nr. 177). In het Coalitieakkoord 2021 – 2025 (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is de afspraak gemaakt om door te gaan met de goede initiatieven uit dit programma. Het Ministerie van VWS zorgt met «Onbeperkt Meedoen!» voor de praktische invulling van de coördinatie van deze aanpak. Onbeperkt Meedoen ondersteunt en faciliteert de landelijke beweging richting meer toegankelijkheid en inclusie. Ik blijf de komende jaren nauw samenwerken met de Minister van LZS als het gaat om toegankelijkheid voor de culturele en creatieve sector.

Toegankelijkheidsrichtlijn

De implementatie van de EU-richtlijn toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten valt onder de coördinatie van de Minister van LZS. Vanuit mijn ministerie wordt hierbij bijzondere aandacht gegeven aan de toegankelijkheid van audiovisuele mediadiensten en de toegankelijkheid van e-boeken.

Programma tegen discriminatie en racisme

Ik streef naar een inclusieve culturele en creatieve sector voor iedereen, ongeacht afkomst, huidskleur, lhbtiq+ identiteit, religie, gender, woonplaats, opleiding, sociaaleconomische status en beperking. De OCW-agenda tegen racisme en discriminatie5 gaat hier nader op in. Ook in mijn brief over het cultuurbeleid voor de komende jaren ga ik hier nader op in. In déze brief richt ik mij specifiek op de bijzondere noden van mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking.

Code diversiteit & inclusie

De Code diversiteit & inclusie is een belangrijk instrument van de sector om zorg te dragen voor een meer inclusieve en diverse bedrijfsvoering. De code richt zich op verschillende aspecten: het programma, het publiek, het personeel en de partners van een organisatie. Toepassing van de code wordt als subsidievoorwaarde gesteld door het Rijk en de Rijkscultuurfondsen. Instellingen worden jaarlijks bevraagd naar de voortgang middels verplichte monitorgesprekken. De code wordt breed toegepast in de culturele en creatieve sector. Ik ben blij om te zien dat de sector het belang van diversiteit, inclusie en toegankelijkheid omarmt.

Programma cultuurparticipatie

Dit programma heeft als doel gelijke kansen te creëren voor iedereen om deel te nemen aan actieve cultuurparticipatie. Een van de instrumenten is de subsidieregeling «Samen Cultuur Maken» van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Hierdoor wordt het makkelijker om aan cultuurbeoefening te doen, juist voor mensen die door armoede, psychische kwetsbaarheid of een beperking drempels ervaren. Ruim 80 projecten (24% van het totaal) richten zich op bezoekers en deelnemers met een handicap. De initiatiefnemers van deze projecten volgen ook de kennisbijeenkomsten van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (hierna: LKCA).

Wat is er al geregeld en welke goede voorbeelden zijn er?

Regels en afspraken

Diverse zaken zijn wettelijk geregeld. Zo is in de mediawet opgenomen dat 95% van het aanbod van de NPO ondertiteld wordt; bij de commerciële omroepen is dit 50%. Daarnaast is wettelijk verankerd dat crisiscommunicatie zo breed mogelijk toegankelijk moet worden gemaakt. Aanvullend heb ik prestatieafspraken met de NPO gemaakt over de toegankelijkheid van het media-aanbod.

In het coalitieakkoord is afgesproken dat dit kabinet ernaar streeft dat de programma’s van de NPO zoveel als mogelijk toegankelijk worden voor mensen met een auditieve of visuele beperking.6 In 2020 heeft uw Kamer het NPO Stappenplan Toegankelijkheid ontvangen dat op verzoek van mijn ambtsvoorganger is opgesteld. Ik merk op dat de afgelopen twee jaar de nodige stappen zijn gezet in het toegankelijker maken van het media-aanbod. Zo wordt zowel het NOS-journaal om 20.00 uur als ook het jeugdjournaal dagelijks voorzien van een tolk Nederlandse Gebarentaal. Tijdens de verkiezingen zijn de verkiezingsdebatten op de publieke omroep en bij RTL uitgezonden met een tolk Nederlandse Gebarentaal. Dat laat onverlet dat waar aanleiding én ruimte is voor verbetering deze zal moeten worden opgepakt. Per 1 juli heb ik wettelijk verplicht gesteld dat zowel de landelijke publieke omroep als de commerciële media-instellingen jaarlijks rapporteren over de maatregelen die zij treffen.7 Specifiek voor audiodescriptie houdt dit in dat de omroepen jaarlijks een stijgende lijn moeten laten zien in het aanbod van programma’s met audiodescriptie. In de prestatieafspraken 2022–2026 is voor audiodescriptie afgesproken dat de NPO jaarlijks ten minste 8 nieuwe titels of nieuwe seizoenen van titels van audiodescriptie voorziet. De doelgroep beslist mee welke dit zijn. De prestatieafspraak over 2021 heeft de NPO ruim gehaald. Aanvullend op deze afspraak investeert de NPO ook in audiodescriptie van films en documentaires die via het NPO fonds en het CoBO tot stand zijn gekomen en op tv worden uitgezonden. In 2021 gaat het om ruim 50 titels. Op basis van de periodieke update van het bovengenoemde stappenplan, blijf ik in gesprek met de NPO om de programmering verder toegankelijk te maken.

In de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) is opgenomen dat de bibliotheek voor iedereen digitaal en fysiek toegankelijk moet zijn. In het Bibliotheekconvenant, een afspraak tussen de bibliotheken, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk, is als randvoorwaarde opgenomen dat de bibliotheek goed bereikbaar en toegankelijk moet zijn. In de Netwerkagenda waarin dit convenant is uitgewerkt is daarom een aparte paragraaf gewijd aan toegankelijkheid voor mensen met een beperking.8 9 Een mooi voorbeeld hiervan is de speciale bibliotheekvoorziening, «Passend Lezen». Hier is de laatste jaren veel aandacht gegeven aan de toegankelijkheid van de maatschappelijk-educatieve functie. Bijvoorbeeld het tasttasje in plaats van het boekstartkoffertje, of speciaal ingerichte schoolbibliotheken voor kinderen met een visuele beperking.

In de podiumkunsten wordt toegankelijkheid o.a. bevorderd via de Agenda inclusieve podiumkunsten 2020–2024. Deze agenda is door penvoerder Holland Dance opgesteld in samenwerking met een ruime groep betrokkenen uit de culturele sector. Het initiatief is inmiddels door meer dan 150 personen uit de culturele sector ondertekend. Een dergelijk gezamenlijk initiatief kan een voorbeeld zijn voor andere sectoren. Onderdeel van de aanpak is het inventariseren en zichtbaar maken van organisaties die werken met en voor mensen met een beperking. Deze verzameling van initiatieven, organisaties en activiteiten staat op de Landkaart Inclusieve Podiumkunsten, te vinden op de website van LKCA.10

Het Nederlands Filmfonds maakt afspraken over de verplichting tot ondertiteling en audiodescriptie bij subsidieverstrekking. Hierdoor zijn de Nederlandse speelfilms, lange animatiefilms en documentaires bestemd voor de bioscoop, die gesteund zijn door het fonds, toegankelijk voor mensen die slechtziend, blind, slechthorend of D/doof zijn.

Goede voorbeelden

Verder zie ik veel goede voorbeelden in de sector. Zonder de illusie te hebben hierin volledig te kunnen zijn, wil ik er een aantal uitlichten.

Programmering

Ten eerste, op het gebied van programmering. Er zijn mooie voorbeelden te vinden waar aanpassingen zijn gerealiseerd om bestaand aanbod toegankelijk te maken. Zo organiseert stichting Possibilize Sencity Festival, waar verschillende doelgroepen (horenden, slechthorenden en D/doven) op een gelijkwaardige manier het programma kunnen ervaren. Het Rijksmuseum bedient met tastworkshops, prikkelarme openstellingen en tours in gebarentaal een brede doelgroep. De NPO zet in op digitale inclusiviteit en toegankelijkheid door middel van experimenten gericht op doelgroepen die in het huidige digitale medialandschap onvoldoende of niet mee kunnen doen. Een concreet voorbeeld hiervan is het NOS Nieuws van de week, een digitaal kanaal dat relevante nieuwsvoorziening op een laagdrempelige wijze qua taal, toon en tempo verzorgt. Hiermee bereiken ze ook publiek dat minder taalvaardig is, bijvoorbeeld mensen met een licht verstandelijke beperking.

Toegankelijkheidsaanpassingen kunnen ook op artistiek vlak van meerwaarde zijn. Zo experimenteert Het Nationale Theater met het integreren van audiodescriptie in theatervoorstellingen, zodat visuele elementen niet objectief worden beschreven maar vanuit het alter ego van het hoofdpersonage.11 In de voorstelling «Talking Hands» maakt jeugdtheater Het Filiaal de Nederlandse Gebarentaal onderdeel van de voorstelling. Dit zijn inspirerende voorbeelden van hoe creativiteit en inclusiviteit in het artistieke proces hand in hand gaan.

Partners

Naast het raadplegen van ervaringsdeskundigen, zie ik instellingen samenwerken met gespecialiseerde partners. Zo heeft Stichting «Komt het Zien» o.a. het fruitcorso in Tiel voorzien van audiodescriptie. Bij de ontwikkeling van prikkelarm cultuuraanbod biedt stichting Onbeperkt Genieten training en begeleiding aan. Het Van Abbe Museum werkte langdurig samen met mensen met een beperking, zoals blinde, D/dove bezoekers en rolstoelgebruikers. Het resulteerde in de eerste multi-zintuiglijke collectiepresentatie van Nederland, het Multisensory Museum. Om de toegankelijkheid van een museum te testen, kan Stichting Prokkel worden ingeschakeld. Zij zetten personen met een licht verstandelijke beperking in als mystery guest in een museum, die vervolgens hun ervaringen en tips delen na het bezoek.

Personeel

Werken met deze gespecialiseerde externe partijen is aanbevelingswaardig, maar ook het vergroten van kennis in huis is van belang. Het betekent dat personeel getraind is in de juiste bejegening van mensen met een beperking, maar óók dat er ruimte is en mogelijkheden zijn voor de culturele professional met een beperking. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het project Outsiderwear Festival waar talentvolle outsiderkunstenaars (met bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking, psychische kwetsbaarheid of daklozen-achtergrond) met opkomende ontwerpers een tentoonstelling maken. Ook Theater Tiuri wil ik hier noemen: zij hebben theater- en dansgezelschap Compagnie21 opgericht, waar professionele artiesten met en zonder beperking gezamenlijk werken. In de museumsector is veel aandacht voor bejegening van mensen met een beperking door personeel, de handreiking die hiervoor is opgesteld is ook voor andere sectoren aan te bevelen.12

Ruimte voor verbetering en kansen

Naast goede voorbeelden, zie ik ook ruimte voor verbetering. Mijn ambtsvoorganger heeft in 2020 onderzoek laten doen naar de toegankelijkheid in de culturele en creatieve sector. Uw Kamer is reeds geïnformeerd over de uitkomsten van dit rapport.13 Hierin wordt opgemerkt dat culturele instellingen nog niet erg actief zijn in het monitoren en meten van de toegankelijkheid. Een gedegen nulmeting wordt aanbevolen.

De verscheidenheid aan beperkingen en de benodigde acties ten aanzien van deze beperkingen kunnen voor uitdagingen zorgen. In het ergste geval wordt een welwillende organisatie dermate overspoeld door alle verschillende aandachtspunten dat actie uiteindelijk uitblijft. Dit blijkt ook uit de enquête (2021) onder ondertekenaars van de Agenda inclusieve podiumkunsten: «Het belang van inclusie is bij velen nu wel bekend, maar de uitvoering vraagt soms nog vervolgstappen». Tegelijkertijd zijn er inmiddels een aantal goede inclusieve initiatieven die een verscheidenheid aan kennis borgen. Ik zie het belang van het samenbrengen en bundelen van deze gespecialiseerde kennis.

De inzet van digitale techniek of het online aanbieden van cultuur kunnen bijdragen aan het vergroten van de toegankelijkheid van cultuur. Ik zie dit als een belangrijke kans die digitalisering de culturele en creatieve sector kan bieden. Door het digitaal aanbieden van cultuur verdwijnen fysieke barrières voor mensen met een beperking, merkte ook de Raad voor Cultuur onlangs op.14 DEN, kennisinstituut voor cultuur en digitale transformatie, deelt goede voorbeelden en kennis hierover met de sector.

Ik zie ook kansen in de samenwerking met mijn collega bestuurders van andere overheidslagen. Ik deel met hen de verantwoordelijkheid voor een toegankelijke culturele en creatieve sector. In lijn met het verzoek van uw Kamer ben ik in overleg gegaan met de VNG en het Ministerie van VWS om te bevorderen dat gemeenten de toegankelijkheid van het culturele leven, festivals, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport in lokaal beleid en de algemene plaatselijke verordening verankeren.15 Ik zie dat gemeenten hier aandacht voor hebben. Zo stellen een behoorlijk aantal gemeenten de Code diversiteit & inclusie als subsidievoorwaarde. Gemeenten richten zich ook specifiek op de bewustwording van de festival- en evenementensector. Ze ontwikkelen tips en richtlijnen die als inspiratie dienen voor deze sector. Bovendien stimuleert de VNG met het project «Iedereen doet mee» gemeenten om in lokaal beleid aandacht te besteden aan toegankelijkheid, zoals met de «Handreiking Lokale Inclusie Agenda».16 De algemene plaatselijke verordening bevat voornamelijk beleid over de openbare orde en handhaving en is daarmee in mindere mate geschikt voor het stimuleren van toegankelijkheid. Ik blijf in gesprek met IPO en VNG om via onze gedeelde verantwoordelijkheid de toegankelijkheid van de culturele sector ook op gemeentelijk en provinciaal niveau te bevorderen.

Ook wil ik wijzen op de regionale en lokale omroepen die samen met NOS een samenwerking zijn gestart. Ik moedig ze aan om binnen deze samenwerking ook actief te zoeken naar mogelijkheden om kennis te delen en van elkaars expertise gebruik te maken om te bevorderen dat ook het regionale en lokale media-aanbod meer toegankelijk wordt.

Acties

Er gebeurt dus veel, en dat wil ik verder aanjagen. Daarvoor ga ik de volgende acties uitvoeren in mijn regeerperiode:

  • Code diversiteit & inclusie minder vrijblijvend: Ik wil dat het toepassen van de Code Diversiteit en Inclusie minder vrijblijvend wordt. Ik werk met LKCA aan het verder verstevigen van de positie van de code. Ook neem ik dit najaar een minder vrijblijvende toepassing van de code mee in de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur over de culturele basisinfrastructuur 2025–2029.

  • Kennispunt toegankelijkheid: Er bestaat veel specialistische kennis over allerlei vormen van toegankelijkheid voor allerlei vormen van een beperking. Ik constateer dat deze kennis versnipperd is en daardoor onvoldoende benut wordt door de sector. Ik ga de kennis bij elkaar brengen zodat deze meer gebundeld, overzichtelijker en makkelijker vindbaar wordt.

  • Voorbeelden delen: Het inspireren door middel van goede voorbeelden wordt voortgezet via het LKCA. Hierbij betrekken we ook internationale voorbeelden, zoals aanbevolen in het rapport «Onbeperkt cultuur beleven». Een eerste bijeenkomst is georganiseerd tijdens de «Week van de Toegankelijkheid» op 4 oktober, in samenwerking met de British Council.

  • Interactief digitaal kanaal voor cultuurpubliek: DEN, kennisinstituut cultuur en digitale transformatie, verkent de behoefte aan en mogelijkheden voor een sectorbreed, interactief digitaal kanaal voor cultuurpubliek. Dit kan ook bijdragen aan de toegankelijkheid van cultuur voor mensen met een beperking.

«Niets over ons, zonder ons»

  • In gesprek: Ik blijf in gesprek met ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties van mensen met een beperking om de voortgang op het thema toegankelijkheid te blijven toetsen.

  • Ambassadeurs: Samen met de sector ga ik op zoek naar een aantal ambassadeurs die een afspiegeling kunnen vormen van de groep mensen met een beperking in onze samenleving.

  • Samen ontwerpen: Ik zet de ontwerpkracht van de creatieve sector en ervaringsdeskundigen in om te onderzoeken wat aansprekende manieren zijn om de toegankelijkheid in culturele organisaties te vergroten.

Festivals

  • Toegankelijke festivals: Verschillende festivals spannen zich al sterk in om toegankelijk te zijn voor meerdere doelgroepen. Zo werkten de Zwarte Cross, de Dutch Grand Prix, Concert at SEA, Amersfoort World Jazz Festival en STRAF_WERK festival samen met de charitatieve instelling HandicapNL aan het toegankelijk maken van festivals. Dit vind ik een heel belangrijke ontwikkeling, want we weten allemaal hoe fijn het kan zijn om onbezorgd een festival te bezoeken. Ik verken daarom met de festivalsector en het Ministerie van VWS de mogelijkheden om deze beweging naar toegankelijke festivals een impuls te geven.

  • Communicatie en activatie campagne: Een festival is een goed moment om eens met iemand buiten je eigen «bubbel» in contact te komen. Ik onderzoek samen met het Ministerie van VWS of we kunnen stimuleren dat festivalgangers met en zonder beperking elkaar ontmoeten en met elkaar in gesprek gaan.

  • Routekaart toegankelijke festivals: In 2021 is de routekaart toegankelijke festivals gelanceerd door het Themanetwerk Festivals en Evenementen. Ik investeer in de doorontwikkeling van deze routekaart en scan.

Meten en monitoren

  • Cultuurparticipatie en amateurkunst: De (on)mogelijkheden voor mensen met een beperking worden opgenomen in bestaande monitoronderzoeken naar cultuurparticipatie en amateurkunst. Het gaat in elk geval over de monitor amateurkunst, de verenigingsmonitor en de vrijetijdsomnibus.

  • Media: Ik onderzoek hoe de representatie van mensen met een beperking meegenomen kan worden in de representatiemonitor van het Commissariaat voor de Media.

  • Sectoraal: Ik onderzoek hoe toegankelijkheid opgenomen kan worden in de monitors in verschillende sub sectoren, zoals de musea, podiumkunsten en bibliotheken.

  • De Staat van de Toegankelijkheid: Ik ga jaarlijks met de sector laten zien hoe de toegankelijkheid in de culturele sector ervoor staat: bijvoorbeeld via een evenement «de Staat van de Toegankelijkheid», vergelijkbaar met de aansprekende concepten «de Staat van de Dans» en «de Staat van het Theater».

Tot slot onderstreep ik de impact van het sociale model. Toegankelijkheid en inclusie is een thema van ons allemaal. Ik ga aan de slag met de bovengenoemde acties. Maar dit is óók een call to action aan het culturele en creatieve veld, mijn collega-bestuurders en de rest van de maatschappij. Want een toegankelijke maatschappij geven we samen vorm.

Mede namens de Minister voor Langdurige Zorg Welzijn en Sport,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu


X Noot
1

Ik hecht waarde aan de juiste terminologie. In bijlage 1 licht ik toe welke termen ik waar gebruik, en waarom.

X Noot
2

Kamerstuk 24 170, nr. 254

X Noot
5

Kamerstuk 30 950, nr. 318

X Noot
6

Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77

X Noot
7

Artikel 2.58, lid 1 onder f en artikel 3.27, lid 1 Mediawet 2008

X Noot
11

Audiodescriptie is een gesproken beschrijving van wat er op het (beeld)scherm te zien is voor mensen met een visuele beperking.

X Noot
15

Motie van het lid Werner in het debat over Gehandicaptenbeleid (VWS), Kamerstuk 24 170, nr. 256.

Naar boven