23 645 Openbaar vervoer

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 719 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 mei 2020

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 23 april 2020 over de Afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren (Kamerstukken 23 645 en 35 420, nr. 718).

De vragen en opmerkingen zijn op 18 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 27 mei 2020 zijn de vragen beantwoord

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Rijkers

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de afspraak over de tijdelijke lening Friese Waddenveren en hebben daarover en in het verlengde daarvan nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende beleidsbrief en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de 23 april 2020 inzake een afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren. Zij hebben geen nadere vragen of opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de agenda van dit overleg.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief en hebben nog enkele vragen.

Inbreng van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie vinden de Waddenveren van levensbelang voor de Waddeneilanden, de bewoners en de ondernemers op de eilanden. De economie van de Waddeneilanden draait op toerisme en recreatie, vrijwel alles is daarvan afhankelijk. Zonder de toeristen en recreanten ontstaat een domino-effect dat alle bewoners en ondernemers van de Wadden raakt. Waar bijvoorbeeld de supermarkten op de wal topomzetten draaien, hebben de supermarkten op de Waddeneilanden soms nog maar 10% of 20% van de normale omzet in deze periode, omdat ze het nu vooral van de eigen bewoners moeten hebben. Er zijn weinig alternatieven en andere verdienmogelijkheden. De Waddenveren zijn de levensader, en als deze maar beperkt functioneert dan is dat een extra beperking ten opzichte van ondernemers op de wal, die het ook al zwaar hebben in deze coronacrisis.

De leden van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat de Staatssecretaris heeft besloten de rederijen Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM) en Wagenborg Passagiersdiensten (WPD) tijdelijk een lening te verstrekken om te voorkomen dat de Waddenveren op korte termijn moeten stoppen met varen. De verstrekte leningen zullen in 2020 weer worden afgelost. W aarop is het gebaseerd dat het realistisch is dat de beide rederijen de lening al in 2020 af zouden kunnen lossen? Want vanaf 1 juni 2020 krijgt het openbaar vervoer (ov) weliswaar meer ruimte, maar is de capaciteit nog steeds beperkt en is het nog zeker geen «business as usual». In hoeverre zijn er voorwaarden verbonden aan de leningen als het gaat om de dienstregeling en capaciteit? In hoeverre is dit overwogen?

De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat de Friese Waddenveren in het kader van de afspraken over het opschalen van het ov per 1 juni aanstaande is gevraagd met een optimale inzet van personeel en materieel een zo maximaal mogelijke dienstregeling te varen. Waarom wordt er alleen gesproken over de Friese Waddenveren en niet over Noord-Holland (Texel)? Hoe zit het met de Waddenveer naar Texel (Teso)? Wat zijn daarvoor de afspraken?

De leden van de VVD-fractie constateren dat de capaciteit van het ov straks slechts 40% is. In hoeverre geldt dit ook voor alle Waddenveren? En wat betekent een zo maximaal mogelijke dienstregeling? Welke capaciteit is straks gedurende het zomerseizoen beschikbaar? En welke harde afspraken zijn daarover gemaakt met de rederijen, bijvoorbeeld door het inzetten van meer afvaarten en extra veerboten om de capaciteit te vergroten? De Friese Waddenveren is gevraagd om zich zoveel mogelijk te houden aan het ov-protocol. Geldt dit ook voor Teso/Texel? W at betekent het «zoveel mogelijk houden aan» precies? Hoe wordt de horecavoorziening op de veerdiensten gezien? Is dit een vorm van «afhalen» en dus mogelijk mits dit verantwoord kan worden geregeld? Wat zijn de afspraken hieromtrent, of heeft de betrokken Veiligheidsregio ruimte om daar invulling aan te geven?

De leden van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat is afgesproken dat kan worden afgeweken van de generieke afspraak van het ov dat dit alleen voor noodzakelijke reizen is (mits dat niet ten koste gaat van vervoer van de mensen waarvoor het ov toegankelijk moet blijven), omdat er voor de Waddeneilanden geen ander alternatief qua bereikbaarheid is en de economie van de Waddeneilanden afhankelijk is van toeristen en recreanten. De coronacrisis en de beperkte capaciteit van de Waddenveren zorgen voor grote klappen voor de economie, de ondernemers en bewoners van de Waddeneilanden. Wat zijn de specifieke economische en maatschappelijke gevolgen voor de Waddeneilanden? Deze leden willen weten welk overleg er specifiek vanuit het kabinet met de Waddeneilanden en Waddenprovincies plaatsvindt over de economische en maatschappelijke gevolgen vanwege de coronacrisis? Wat is daar uitgekomen en wat is er nodig? Zo nee, waarom heeft dat overleg niet plaats gevonden? Is de Staatssecretaris alsnog bereid om met de meest betrokken bewindspersonen in overleg te gaan met de betrokken gemeenten en provincies? Want heel veel zaken hangen met elkaar samen en vormt een keten op een eiland met een mono-economie, ook qua maatschappelijke voorzieningen. Zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie vernemen vanuit de media dat gesproken wordt over een vergoeding aan de bedrijven in het ov vanwege de coronacrisis in de vorm van een «beschikbaarheidsvergoeding». Dit omdat het ov vanaf 1 juni a.s. in principe weer volgens de normale dienstregeling «rijden», maar dat slechts 40% van de capaciteit wordt toegelaten. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid worden gegeven? En in hoeverre en hoe worden de Waddenveren (de Friese Waddenveren én de Teso) daarin meegenomen?

Inbreng van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of de tijdelijke lening van respectievelijk drie en één miljoen euro aan TSM en WPD voldoende is om de toegankelijkheid tot de eilanden te borgen, of alle partijen die hieraan bijdragen nu voldoende zijn ondersteund, en of er door deze partijen nog andere knellende problemen zijn aangekaart.

Inbreng van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie vinden het van groot belang dat maatwerk wordt geleverd om de gevolgen van de crisis voor de maatschappij voor zoveel mogelijk mensen te verzachten. Deze leden staan dan ook achter de keuze van het kabinet om een lening te verstrekken aan de TSM en WPD. Deze veerdiensten zijn essentieel voor het bereikbaar houden van de Waddeneilanden. Deze leden steunen de inzet van de Staatssecretaris om deze functie niet in het gedrang te laten komen door de onvoorziene financiële gevolgen van de coronacrisis dan ook van harte, maar hebben naar aanleiding hiervan nog wel enkele vragen.

De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat de verstrekte leningen nog dit jaar zullen worden afgelost. De beperkende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan hebben onder andere tot gevolg dat minder reizigers van de veerdiensten gebruikmaken. Bovendien moeten passagiers aan boord van de schepen de anderhalve meter afstand in acht nemen, waardoor minder passagiers per overtocht van de veerboten gebruik kunnen maken. De ze leden vragen de Staatssecretaris daarom of zij het reëel acht dat dit jaar de lening terugbetaald kan worden. Bovendien vragen deze leden of en welke gevolgen eraan verbonden zijn als deze terugbetalingstermijn te ambitieus blijkt. Is de Staatssecretaris bereid om hierover een soepele betalingsregeling met de rederijen af te spreken?

De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de Staatssecretaris zicht heeft of op meer plaatsen in Nederland waar de exploitatie van essentiële ov-verbindingen als gevolg van de coronacrisis in zo’n hoge mate onder druk is komen te staan dat het verstrekken van noodkredieten noodzakelijk is. Als dat het geval is, is de Staatssecretaris dan bereid om ook voor deze verbindingen onder vergelijkbare condities een noodkrediet te verstrekken?

Inbreng van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich goed voorstellen dat vervoerders, waaronder de Waddenveren, in acute financiële problemen komen door de coronacrisis. Omdat hun diensten vaak onmisbaar zijn, is overheidssteun wat deze leden betreft noodzakelijk en gerechtvaardigd.

De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich vinden in het voorstel. Deze leden zouden wel graag op korte termijn een overzicht willen ontvangen van de stand van zaken bij de ov-bedrijven. Hoe staan zij er nu voor, wat zijn hun vooruitzichten en hoe dragen het Rijk en provincies bij aan het in stand houden van de dienstverlening?

Inbreng van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de TSM en WPD een lening ontvangen. Deze leden horen graag wat de reden is dat enkel deze Waddenveren een lening hebben ontvangen. Deze leden horen verder of, en zo ja, er aanvullende voorwaarden aan deze lening zijn gesteld. Deze leden vragen de Staatssecretaris naar de financiële positie van de Teso? Kan ook Teso, indien zij dit wenst, gebruik maken van steun vanuit het kabinet?

De leden van de PvdA-fractie zien verder dat de Wadden economisch, vanwege het wegblijven van toeristen, hard worden getroffen door de coronacrisis. De ze leden vragen de Staatssecretaris of zij, zoals de provincies Noord-Holland en Friesland hebben voorgesteld, bereid is een noodfonds Wadden in te stellen.

II Reactie van de bewindspersoon

Reactie op inbreng van de VVD-fractie

Waarop is het gebaseerd dat het realistisch is dat de beide rederijen de lening al in 2020 af zouden kunnen lossen?

Zoals ik in mijn brieven van 23 april 20201 en 14 mei 20202 heb aangegeven, ben ik in gesprek met vervoersbedrijven en decentrale overheden over de impact van de coronacrisis. In dat kader werk ik samen met het Ministerie van Financiën aan een beschikbaarheidsvergoeding die met de OV-partijen wordt besproken. Op afzienbare termijn verwacht ik uw Kamer over de uitkomsten te kunnen informeren. Indien de beschikbaarheidsvergoeding onvoldoende zou zijn om de leningen in 2020 terug te betalen, zal ik daarover met de rederijen in gesprek gaan om daarvoor een oplossing te vinden.

In hoeverre zijn er voorwaarden verbonden aan de leningen als het gaat om de dienstregeling en capaciteit? In hoeverre is dit overwogen?

Het geleende bedrag is bestemd voor het beperken van de gevolgen van de COVID-19 crisis ten behoeve van instandhouding van de cruciale verbindingen tussen het vasteland en de Friese Waddeneilanden. In de leningen zijn geen specifieke voorwaarden opgenomen ten aanzien van de dienstregeling en capaciteit. Ik heb de leningen verstrekt om te zorgen dat de Waddenveren konden blijven varen en de Waddeneilanden bereikbaar konden blijven toen de reizigersaantallen fors afnamen.

De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat de Friese Waddenveren in het kader van de afspraken over het opschalen van het ov per 1 juni aanstaande is gevraagd met een optimale inzet van personeel en materieel een zo maximaal mogelijke dienstregeling te varen. Waarom wordt er alleen gesproken over de Friese Waddenveren en niet over Noord-Holland (Texel)? Hoe zit het met de Waddenveer naar Texel (Teso)? Wat zijn daarvoor de afspraken?

Ik ben concessieverlener van de concessies voor de Friese Waddenveren (Oost en West). En in dat kader heb ik met de betreffende rederijen afspraken gemaakt over het opschalen van de dienstregeling die zij per 1 juni 2020 zullen varen. Er is geen concessierelatie tussen Teso en het Rijk of decentrale overheden. Ik kan met Teso geen specifieke afspraken maken over hun dienstregeling. Uiteraard sta ik waar nodig wel in contact met Teso, omdat het van belang is dat bereikbaarheid van alle Waddeneilanden geborgd is. Ik heb vernomen dat Teso per vrijdag 15 mei 2020 de uursdienstregeling weer uitvoert.

De leden van de VVD-fractie constateren dat de capaciteit van het ov straks slechts 40% is. In hoeverre geldt dit ook voor alle Waddenveren? En wat betekent een zo maximaal mogelijke dienstregeling? Welke capaciteit is straks gedurende het zomerseizoen beschikbaar? En welke harde afspraken zijn daarover gemaakt met de rederijen, bijvoorbeeld door het inzetten van meer afvaarten en extra veerboten om de capaciteit te vergroten?

Ook de Waddenveren hebben te maken met een beperkte beschikbare capaciteit. De beschikbare capaciteit per afvaart wordt ingeschat op rond de 40%, waarbij er wel verschillen zijn per schip en per locatie. De zo maximaal mogelijke dienstregeling bij de Waddenveren is onder andere gebaseerd op de capaciteit in de terminals (die mede bepalend is voor de benodigde tijd voor het aan en van boord gaan van passagiers), een optimale inzet van personeel, beschikbare schepen en de mogelijkheid om veilig in de auto te blijven zitten. Het is hierbij wel van belang dat er sprake is en blijft van een goede beheersing van de toeristenstroom, zodat de Waddenveren de toeristen conform de geldende COVID19 regels kunnen vervoeren. De lokale overheden en veiligheidsregio’s vervullen daarin een belangrijke rol.

De Friese Waddenveren is gevraagd om zich zoveel mogelijk te houden aan het ov-protocol. Geldt dit ook voor Teso/Texel? Wat betekent het «zoveel mogelijk houden aan» precies?

Het door mij aan uw Kamer toegestuurde Protocol verantwoord blijven reizen in het Openbaar Vervoer (hierna OV Protocol) geldt ook voor vervoer over water met een publiek belang, zoals Waddenveren – waaronder Teso – en veerponten, tenzij er gegronde redenen zijn om hier van af te wijken. In het OV Protocol zijn de gezamenlijke principes, richtlijnen en gewenste maatregelen beschreven. Het OV is een sector met veel regionale verschillen. Het protocol dient per organisatie concreet te worden doorvertaald in de werkprocessen. Daarbij streven de betrokkenen ernaar zoveel als mogelijk te voldoen aan het protocol, maar een veer is natuurlijk anders dan een bus. Het is dus steeds een balans zoeken tussen uniformiteit en maatwerk.

Hoe wordt de horecavoorziening op de veerdiensten gezien? Is dit een vorm van «afhalen» en dus mogelijk mits dit verantwoord kan worden geregeld? Wat zijn de afspraken hieromtrent, of heeft de betrokken Veiligheidsregio ruimte om daar invulling aan te geven?

Vanaf 1 juni geldt de verplichting voor iedereen van 13 jaar en ouder om in het OV een mondkapje te dragen. Deze verplichting geldt ook voor de Waddenveren. U kunt zich voorstellen dat dit beperkingen met zich meebrengt voor het nuttigen van consumpties op deze veerdiensten. Er zijn geen concrete afspraken gemaakt over de mogelijkheid tot «afhalen» en na afloop van de overtocht nuttigen van consumpties. De rederijen van de Friese Waddenveren hebben mij laten weten dat ze hierover in gesprek zijn met de veiligheidsregio.

Wat zijn de specifieke economische en maatschappelijke gevolgen voor de Waddeneilanden? Deze leden willen weten welk overleg er specifiek vanuit het kabinet met de Waddeneilanden en Waddenprovincies plaatsvindt over de economische en maatschappelijke gevolgen vanwege de coronacrisis? Wat is daar uitgekomen en wat is er nodig? Zo nee, waarom heeft dat overleg niet plaats gevonden? Is de Staatssecretaris alsnog bereid om met de meest betrokken bewindspersonen in overleg te gaan met de betrokken gemeenten en provincies? Zo nee, waarom niet?

Over een noodfonds voor de Wadden zijn eveneens Kamervragen gesteld (2020Z07991) door het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het kabinet heeft inmiddels een tweede steunpakket voor banen en economie aangekondigd, waar ook ondernemers in de gastvrijheidssector – die de economie in het Waddengebied en ook andere regio’s in Nederland typeert – een beroep op kunnen doen. De Staatssecretaris van EZK heeft inmiddels gesproken met de vertegenwoordigers van de Waddengemeenten en in dit gesprek is het noodpakket 2.0 toegelicht. Zoals bij uw Kamer bekend is een noodfonds specifiek voor de Wadden daar geen onderdeel van. Wel wordt er in overleg met der gastvrijheidssector gewerkt aan een gezamenlijke «taskforce gastvrijheidseconomie». Deze taskforce richt zich op zowel de korte termijn, dus de huidige fase van coronacrisis en de opstartfase, als op de langere termijn van het structureel herstel van de markt voor deze sectoren. De problematiek van de regio’s die in belangrijke mate afhankelijk zijn van deze sector, zoals de Wadden, Zeeuws-Vlaanderen of Zuid-Limburg, kan onderdeel zijn van de scope van deze taskforce. Met in ieder geval de vertegenwoordigers van de vijf Waddengemeenten is het kabinet hier momenteel over in gesprek en met hen bekijkt het kabinet welke kansen dit kan bieden voor de Wadden.

De leden van de VVD-fractie vernemen vanuit de media dat gesproken wordt over een vergoeding aan de bedrijven in het ov vanwege de coronacrisis in de vorm van een «beschikbaarheidsvergoeding». Dit omdat het ov vanaf 1 juni a.s. in principe weer volgens de normale dienstregeling «rijden», maar dat slechts 40% van de capaciteit wordt toegelaten. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid worden gegeven? En in hoeverre en hoe worden de Waddenveren (de Friese Waddenveren én de Teso) daarin meegenomen?

Ik ben samen met de Minister van Financiën bezig met de uitwerking. Hierover zijn we in gesprek met de OV-partijen, inclusief de Friese Waddenveren. Op afzienbare termijn verwacht ik uw Kamer over de uitkomsten te kunnen informeren.

Reactie op inbreng van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of de tijdelijke lening van respectievelijk drie en één miljoen euro aan TSM en WPD voldoende is om de toegankelijkheid tot de eilanden te borgen, of alle partijen die hieraan bijdragen nu voldoende zijn ondersteund, en of er door deze partijen nog andere knellende problemen zijn aangekaart.

Vanwege de liquiditeitsproblemen heb ik besloten om aan TSM en WPD tijdelijk een lening van respectievelijk 3 en 1 miljoen Euro te verstrekken om te voorkomen dat de Waddenveren op korte termijn stoppen met varen. Dit is echter nog niet voldoende. De maximale capaciteit op de schepen is door de coronamaatregelen beperkt, terwijl ik de rederijen heb verzocht een zo maximaal mogelijke dienstregeling te varen. In dat kader werk ik samen met het Ministerie van Financiën aan een beschikbaarheidsvergoeding die met onder andere de Friese Waddenveren wordt besproken.

Reactie op inbreng van de D66-fractie

Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom of zij het reëel acht dat dit jaar de lening terugbetaald kan worden.

Zie mijn reactie op de eerste vraag van de VVD-fractie.

Bovendien vragen deze leden of en welke gevolgen eraan verbonden zijn als deze terugbetalingstermijn te ambitieus blijkt. Is de Staatssecretaris bereid om hierover een soepele betalingsregeling met de rederijen af te spreken?

Op dit moment werk ik samen met het Ministerie van Financiën aan een beschikbaarheidsvergoeding die met de OV-partijen, waaronder de Friese Waddenveren, wordt besproken. Indien de beschikbaarheidsvergoeding onvoldoende zou zijn om de leningen in 2020 terug te betalen, zal ik daarover met de rederijen in gesprek gaan om daarvoor een oplossing te vinden.

De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de Staatssecretaris zicht heeft of op meer plaatsen in Nederland waar de exploitatie van essentiële ov-verbindingen als gevolg van de coronacrisis in zo’n hoge mate onder druk is komen te staan dat het verstrekken van noodkredieten noodzakelijk is. Als dat het geval is, is de Staatssecretaris dan bereid om ook voor deze verbindingen onder vergelijkbare condities een noodkrediet te verstrekken?

In de brief van 6 mei 20203 heeft het kabinet aangekondigd dat er voor OV-bedrijven een specifieke vergoeding komt. Ik heb de OV-sector verzocht per 1 juni in Nederland met de optimale inzet van personeel en materieel te streven naar een maximale capaciteit, terwijl de reizigersaantallen beperkt zijn. Naleving en handhaving van de te treffen maatregelen leiden daarnaast tot extra kosten. Bovendien zal het naar verwachting nog een tijd duren voordat alles weer normaal is. Zoals reeds genoemd ben ik samen met de Minister van Financiën bezig met de uitwerking van een (beschikbaarheids)vergoeding en zijn we hierover in gesprek met de OV-partijen. Over de uitkomsten verwacht ik uw Kamer op afzienbare termijn te kunnen informeren.

Reactie op inbreng van de GroenLinks-fractie

Deze leden zouden wel graag op korte termijn een overzicht willen ontvangen van de stand van zaken bij de ov-bedrijven. Hoe staan zij er nu voor, wat zijn hun vooruitzichten en hoe dragen het Rijk en provincies bij aan het in stand houden van de dienstverlening?

Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord hiervoor op de laatste vraag van de D66-fractie.

Reactie op inbreng van de PvdA-fractie

Deze leden horen graag wat de reden is dat enkel deze Waddenveren een lening hebben ontvangen.

De Friese Waddenveren hebben bij mij als concessieverlener onderbouwd aangegeven dat ze liquiditeitsproblemen hadden en daarom heb ik als concessieverlener besloten hen een lening te verstrekken.

Deze leden horen verder of, en zo ja, er aanvullende voorwaarden aan deze lening zijn gesteld.

Naast de gebruikelijke standaardvoorwaarden is tevens de verplichting opgenomen dat de rederijen in 2020 geen winst uitkeren in de vorm van dividend of welke andere vorm dan ook.

Deze leden vragen de Staatssecretaris naar de financiële positie van de Teso? Kan ook Teso, indien zij dit wenst, gebruik maken van steun vanuit het kabinet?

Ik heb geen inzicht in de financiële positie van de Teso, omdat er geen concessierelatie bestaat met het Rijk of met decentrale overheden. Wel houd ik de continuïteit van de bereikbaarheid van Texel nauw in het oog. Teso kan, net als andere ondernemers in Nederland, gebruik maken van de financiële steunmaatregelen van het kabinet, mits Teso aan de voorwaarden van die maatregelen voldoet.

Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij, zoals de provincies Noord-Holland en Friesland hebben voorgesteld, bereid is een noodfonds Wadden in te stellen.

Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar het antwoord op de voorlaatste vraag van de VVD-fractie.


X Noot
1

Kamerstukken 23 645 en 35 420, nr. 718

X Noot
2

Kamerstukken 23 645 en 25 295, nr. 716

X Noot
3

Kamerstuk 25 295, nr. 315.

Naar boven