22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling Staal

Fiche 2: EU-Meststoffenverordening (Kamerstuk 22 112, nr. 2123)

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Mededeling Staal

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economische en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank – Staal: behoud van duurzame banen en groei in Europa

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    16 maart 2016

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2016) 155

  • d) Eurlex

    http://ec.europa.eu/DocsRoom/documents/15947

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet opgesteld.

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad voor het Concurrentievermogen

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Mede door de wereldwijde overproductie, de sterk toegenomen import van staal uit China en oneerlijke concurrentie zijn de staalprijzen gedaald en staat de Europese staalindustrie onder druk. In deze mededeling geeft de Europese Commissie aan welke maatregelen zij inzet om dit probleem te adresseren en stelt zij dat het bestaande Europese instrumentarium versneld en gericht moet worden ingezet. Maatregelen op korte en lange termijn zijn nodig om het concurrentievermogen en de duurzaamheid van energie-intensieve bedrijfstakken, zoals de staalindustrie, te borgen. In lijn met het Staalactieplan van 20131 en de uitkomsten van recente Raden voor Concurrentievermogen (november 2015 en februari 2016), waarover de Tweede Kamer eerder is geïnformeerd2, gaat de Commissie vooral bestaande maatregelen gericht en versterkt inzetten op de energie-intensieve industrie en de staalindustrie in het bijzonder. In de mededeling onderscheidt de Commissie de volgende drie categorieën maatregelen:

A. «Een doeltreffend en verantwoordelijk handelsbeleid»

Met als doel eerlijke handel, een internationaal gelijk speelveld en de aanpak van de wereldwijde overcapaciteit:

  • Versnellen en beter benutten van de mogelijkheden van antidumpingprocedures binnen het bestaande systeem.

  • Moderniseren van het handelsdefensief instrumentarium, waaronder antidumpingmaatregelen en antisubsidiemaatregelen.

  • Een voorstel doen voor voorafgaand toezicht op importen van staalproducten.

  • Uitvoeren consultatie en impact-assessment voor markteconomiestatus China.

  • Inzetten op bilateraal en multilateraal overleg via bijvoorbeeld de OESO, WTO en G20 om de wereldwijde overcapaciteit aan te pakken.

B. «Vandaag investeren in een gemoderniseerde en duurzame staalindustrie»

Met als doel moderniseren en herstructureren van de staalindustrie, alsook het creëren van een gelijk internationaal speelveld:

  • Investeren in onderzoek, innovatie en doorbraaktechnologieën en het hiertoe gericht inzetten van bestaande financieringsinstrumenten, zoals het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) en middelen uit het R&D programma Horizon 2020 (w.o. Sustainable Process Industry through Resource and Energy Efficiency (SPIRE)) en het Research Fund for Coal and Steel (RFCS).

  • Investeren in mensen en het hiertoe inzetten van bijvoorbeeld het Europees Globaliseringsfonds (EGF) en het Europees Sociaal Fonds (ESF) waarmee mensen kunnen worden geholpen bij het vinden van een nieuwe baan.

  • Het gericht inzetten van het mededingingsbeleid en de staatssteunregels, o.a. door steun te verlenen aan innovatie gericht op de benodigde energietransitie.

C. «Uitdagingen op het gebied van hulpbronnen en klimaat omzetten in kansen»

Met als doel de benodigde energietransitie versnellen, de concurrentiekracht versterken en bevorderen van een internationaal gelijk speelveld:

  • Inzetten op energie-efficiëntie en de energieprijzen in Europa concurrerender maken, ondermeer door het inzetten van EFSI en ESIF middelen voor energie-efficiëncy.

  • Herziening van het emissiehandelssysteem (ETS), waarbij de beschikbare gratis emissierechten voor koolstoflekkage-gevoelige bedrijfstakken zo worden verdeeld, dat energie-intensieve industrieën, waaronder de staalsector, passende ondersteuning krijgen en de best presterende ondernemingen nog altijd worden beloond.

  • Stimuleren van hergebruik van grondstoffen en een circulaire economie.

De Commissie vraagt ondersteuning en samenwerking van de lidstaten en de industrie voor een gezonde toekomst van de Europese staalindustrie en de energie-intensieve industrie als fundament van de economie. Via de Europese High Level Group on Energy Intensive Industries kan de samenwerking vorm krijgen.

3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Het kabinet hecht belang aan de staalindustrie voor de Nederlandse economie en zet vooral in op een internationaal gelijk speelveld en innovatie. Investeringen in doorbraaktechnologieën zijn nodig voor een staalindustrie met toekomst.

Zoals ook eerder aangegeven in de Tweede Kamer is Nederland voor een versterkte implementatie van het Staalactieplan3. Hoofdpunten zijn voor de korte termijn een internationaal gelijk speelveld, eerlijke handel en aanpak van de overproductie en voor de lange termijn stimuleren van innovatie en verduurzaming voor een concurrerende Europese staalsector met perspectief. Nederland vindt de Europese High Level Group on Energy Intensive Industries een geschikt forum om de voortgang te bevorderen.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet is van mening dat de huidige situatie in de staalmarkt urgent is en dat Europese inzet is vereist. Op hoofdlijnen kan Nederland zich dan ook in de mededeling van de Commissie vinden en zal Nederland dit voorstel positief kritisch ondersteunen in de desbetreffende Raden waar de diverse onderdelen worden behandeld.

Ad A: «Een doeltreffend en verantwoordelijk handelsbeleid»

Nederland ziet het belang in van versnelling van procedures in aanloop naar modernisering van handelsdefensieve instrumenten. Rechten van belanghebbenden en lidstaten moeten echter niet ondergraven worden en versnelling van de procedure moet niet ten koste gaan van de kwaliteit van de maatregel. Afwijken van de normale procedure moet alleen gebeuren indien gewenst en noodzakelijk. Nederland is voorstander van het beter benutten van de mogelijkheden van de antidumpingprocedures binnen het bestaande systeem.

Het kabinet vindt dat voorafgaand toezicht op importen van staalproducten alleen toegepast dient te worden in uitzonderlijke omstandigheden, aangezien dat tot extra administratieve lasten leidt voor het bedrijfsleven en de douaneautoriteit.

Nederland heeft een constructieve houding tegenover het moderniseren van handelsdefensieve instrumenten. Nederland kan echter niet zonder meer instemmen met het Commissievoorstel over de modernisering van het handelsdefensief instrumentarium van 2013, vanwege redenen zoals vastgelegd in het BNC-fiche inzake Verordening modernisering EU-handelsbeschermingsinstrumenten4. De Commissie geeft in de mededeling aan dat de handelsdefensieve wetgeving ook op andere punten dient te worden aangepast, zoals de verkorting van de wettelijke termijnen in antidumpingprocedures. Deze elementen zijn nog niet opgenomen in het wetgevingsvoorstel van 2013. Nederland zal bij de Europese Commissie inzetten op de herziening van het voorstel van 2013 en het daarin integreren van mogelijk aanvullende voorstellen. Dit voorkomt parallelle discussies over hetzelfde onderwerp.

Nederland steunt het uitvoeren van consultatie en impact assessment voor markteconomiestatus China.

Nederland steunt de inzet op bilateraal en multilateraal overleg binnen de daarvoor bestemde internationale fora om de wereldwijde overcapaciteit aan te pakken.

Ad B. «Vandaag investeren in een gemoderniseerde en duurzame staalindustrie»

Nederland hecht groot belang aan innovatie en investeren in doorbraaktechnologieën en zal dit met prioriteit ondersteunen. Het kabinet gaat de Europese Commissie vragen hoe men het Europees Globaliseringsfonds (EGF) wil gaan inzetten om baanverlies te voorkomen. Nederland is over het algemeen terughoudend tegenover het geven van staatssteun.

Ad C. «Uitdagingen op het gebied van hulpbronnen en klimaat omzetten in kansen»

Het kabinet ondersteunt de onder C genoemde maatregelen. De energie-intensieve industrie staat aan de vooravond van een grote energietransitie. Het kabinet zal eind dit jaar haar beleidsagenda presenteren op basis van het Energierapport «Transitie naar Duurzaam». Nederland zet zich actief in gericht op energie-efficiëntie, hervorming ETS en de circulaire economie.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

De verwachting is dat de lidstaten deze mededeling ondersteunen, in lijn met de uitkomsten van de Raden voor Concurrentievermogen van november 2015 en februari 2016.

Zie ook de voorzitterschapsconclusies van februari 20165. Deze werden door de grote meerderheid onderschreven. Ook tijdens de Europese Raad van 17 en 18 maart 2016 werd de Raad opgeroepen om deze mededeling snel te beoordelen, met de bedoeling om tot actie te komen in reactie op de moeilijke situatie waarin de Europese staalsector zich bevindt.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De grondhouding van Nederland ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling van de Commissie betreft vooral versnelde en versterkte inzet van bestaande maatregelen. Het gaat om een breed scala aan beleidsterreinen, die gedeeltelijk onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.

b) Subsidiariteit

De grondhouding van Nederland ten aanzien van de subsidiariteit van deze mededeling is positief, voor zover dat van belang is. Voor een deel betreft het immers beleidsterreinen die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. De staalindustrie en de energie-intensieve industrie in het algemeen opereert in een internationaal speelveld en vereist ook een internationale aanpak van de overheid zowel op het vlak van de handel, werkgelegenheid, innovatie, klimaat en energie. Inzet op internationaal en Europees niveau in samenhang met inzet op nationaal en regionaal niveau is dan ook gewenst.

c) Proportionaliteit

De grondhouding van Nederland ten aanzien van de proportionaliteit van deze mededeling is positief. De inzet is in lijn met bestaand beleid en vooral gericht op versterkte inzet van bestaand instrumentarium. De mededeling van de Commissie laat voldoende ruimte voor nationaal handelen.

d) Financiële gevolgen

Geen voor zover het bestaand EU-instrumentarium betreft.

Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financieel beslag van eventuele toekomstige nieuwe voorstellen zal zijn.

Nederland is van mening dat financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande meerjarige financiële kaders van de EU-begroting (MFK) en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting.

Eventuele gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht

Een systeem van voorafgaand toezicht op importen van staal leidt tot enige verzwaring van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de douane. Bij voorafgaand markttoezicht dient bij import van het betreffende product een extra document te worden overlegd. Dit verschaft lidstaten en Commissie meer inzicht in de actuele marktontwikkelingen dan invoerstatistieken die enige vertraging kennen voor publicatie. Het toezichtdocument wordt op aanvraag afgegeven door de douane. Het aanvragen van het document zal zowel bij het bedrijfsleven als de douane echter tot extra administratieve lasten leiden. Afwijken van de normale procedure moet daarom alleen gebeuren in uitzonderlijke omstandigheden. Hoe groot de additionele lasten zijn, zal afhangen van het type product waarvoor voorafgaand toezicht wordt ingesteld en is proportioneel aan hoeveel er van dat product in Nederland wordt ingevoerd. Hiervan kan zonder nadere informatie geen inschatting gegeven worden.

Met de inzet van de voorgestelde maatregelen zal de concurrentiekracht worden versterkt van specifiek de staalindustrie en de energie-intensieve industrie in het algemeen met uitstraling naar de gehele keten.


X Noot
1

COM(2013) 0407

X Noot
2

Kamerstukken 21 501-30, nr. 361, nr. 369 en nr. 375

X Noot
3

Kamerstukken 21 501-30, nr. 361, nr. 369 en nr. 375

X Noot
4

Kamerstuk 22 112, nr. 1619, d.d. 17 mei 2013

Naar boven