21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 361 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2015

Hierbij bied ik u het verslag aan van de ingelaste Raad voor Concurrentievermogen over de staalindustrie van 9 november jl. in Brussel.

De Raad heeft een debat gevoerd over de situatie in de staalindustrie. Na afloop heeft de Raad in een informele dinersetting ook met vertegenwoordigers van de staalindustrie gesproken.

In tegenstelling tot wat eerder is gemeld in de Geannoteerde Agenda, is er tijdens deze Raad niet gesproken over Real Driving Emissions (RDE, emissiecontrole in de auto-industrie).

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Verslag ingelaste Raad voor Concurrentievermogen over de staalindustrie

Het Luxemburgs voorzitterschap lichtte kort de achtergrond van de ingelaste Raad toe en ging daarbij in op de huidige situatie in de staalsector, de wereldwijde overcapaciteit van staalproductie en de dalende prijzen. De voorzitter ging voorts in op het belang van de Staalindustrie voor Europa en benoemde in die context ook het belang van het Staalactieplan uit 2013. De voorzitter gaf aan dat de uitdagingen niet alleen de staalindustrie betreffen, maar ook andere energie-intensieve sectoren zoals chemie- en aluminiumsectoren.

De Commissie gaf in haar interventie aan zich bewust te zijn van de situatie en de uitdagingen voor de staalindustrie en noemde daarbij overcapaciteit en oneerlijke handelspraktijken. De Commissie gaf vervolgens aan belang te hechten aan een internationaal gelijk speelveld en lichtte haar huidige inzet toe waaronder het handelsdefensieve instrumentarium, de klimaatonderhandelingen en haar inbreng in het OESO staalcomité als relevant forum. Wat betreft het Emissions Trading System (ETS) blijft ook na 2020 vrije allocatie gehandhaafd en blijft compensatie van indirecte kosten mogelijk. De Commissie noemde de Energie Unie als inzet waarmee op termijn energieprijzen in Europa lager zouden kunnen worden. Het Staalactieplan is een belangrijk instrument en over de verdere implementatie daarvan zou in een speciale bijeenkomst van de «High Level Group Energy Intensive Industries» nader gesproken kunnen worden. Voor de benodigde innovatie ging de Commissie in op diverse bestaande instrumenten zoals het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) en de advisory hub voor investeringen. Ook de Commissie gaf aan dat de problematiek breder lag dan alleen in de staalindustrie.

De meeste lidstaten erkenden de nijpende situatie in de staalindustrie en gaven aan dat ook op Europees niveau actie nodig is. Sommige lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Italië en Frankrijk, benadrukten het belang van een stringenter anti-dumpingbeleid voor een slagvaardigere aanpak van oneerlijke handelspraktijken. Verschillende lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk, verzochten het voorzitterschap en de Commissie om op korte termijn een «Steel Summit» met stakeholders te organiseren. Diverse lidstaten, waaronder Nederland, verzochten de Commissie om een nadere analyse van de situatie te maken en tot een betere implementatie van het Staalactieplan 2013 te komen. Ook het belang van innovatie is opnieuw en expliciet geagendeerd door diverse lidstaten, waaronder Nederland. Enkele lidstaten, waaronder Zweden en Denemarken, gaven aan het van belang te vinden om ook de industrie te betrekken die profiteert van de lagere staalprijzen.

Nederland gaf aan te hechten aan de implementatie van het Staalactieplan met gerichte inzet op het internationaal gelijk speelveld en innovatie. Ook het belang van een gezamenlijke strategie voor de energie-intensieve industrie is door Nederland naar voren gebracht.

De belangrijkste conclusie van de voorzitter was dat op korte termijn een «Steel Summit» met relevante stakeholders moet worden georganiseerd. Verder benadrukte de voorzitter het belang van het goed gebruiken van het bestaand instrumentarium. Er zijn vooralsnog geen nieuwe concrete acties ingezet.

Na de Raad vond een informele bijeenkomst met de staalindustrie plaats. Een vijftal vertegenwoordigers van de Europese staalindustrie (EUROFER, Tata Steel, ThyssenKrupp, CELSA, Arvedi) gaf hun visie op de crisis en de benodigde maatregelen. Ze benadrukten dat de staalindustrie in Europa op korte termijn niet meer rendabel kan opereren indien het beleid niet wordt aangepast. De industrie is kritisch over de resultaten van het bestaande Staalactieplan. Wat handelspolitiek betreft werd een pleidooi gehouden voor een scherpere inzet van onder meer het handelsdefensieve instrumentarium.

Naar boven