22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1743 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2013

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededelingen gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT) en verbetering evaluaties

Fiche 2: Mededeling over vuurwapens en de interne veiligheid van de EU (Kamerstuk 22 112, nr. 1744)

Fiche 3: Richtlijn uniforme btw aangifte (Kamerstuk 22 112, nr. 1745)

Fiche 4: Verordening aanpassing comitologie post-Lissabon (PRAC – delegatie/uitvoering) (Kamerstuk 22 112, nr. 1746)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Mededelingen gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT) en verbetering evaluaties

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s: Gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): resultaten en volgende stappen (Mededeling REFIT).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s: Versterking van de grondslagen voor slimme regelgeving – verbetering van de evaluatie (Mededeling Evaluaties).

Datum ontvangst Commissiedocument

2 oktober 2013

Nr. Commissiedocument

COM (2013) 685 en COM (2013) 686

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Raad voor Concurrentievermogen

Eerstverantwoordelijk Ministerie

Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Mededeling REFIT

In de mededeling gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT) kijkt de Commissie terug op de behaalde resultaten op het gebied van regeldruk, wordt geschetst welke acties nu lopen en presenteert de Commissie nieuwe beleidsvoornemens om te komen tot simpelere en beter uitvoerbare EU-regelgeving en vermindering van de EU-regeldruk. Deze nieuwe voornemens komen voort uit een analyse waarbij de Commissie de afgelopen maanden alle EU-regelgeving in kaart heeft gebracht. Vervolgens zijn terreinen geïdentificeerd waarop volgens de Commissie winst is te boeken in termen van vermindering van regeldruk en simpelere en beter uit te voeren EU-regelgeving. REFIT is wat de Commissie betreft niet bedoeld als een eenmalige actie, maar beoogt het streven naar gezonde regelgeving te verankeren in het wetgevingsproces van de EU. De Commissie zal een scorebord introduceren waarop de voortgang van REFIT zal worden bijgehouden.

Voortgang en behaalde resultaten

In de afgelopen 10 jaar is de Commissie gestart met diverse hervormingen die gericht zijn op aanzienlijke vereenvoudiging en vermindering van de regeldruk. De Commissie noemt voorbeelden als de introductie van de Dienstenrichtlijn, de komst van het unitair octrooi met een gemeenschappelijk octrooigerecht en de btw-richtlijn betreffende facturering.

Onderdeel van REFIT zijn ook de acties die specifiek gericht zijn op de behoeften van het mkb. Deze acties vloeien voort uit een consultatie uit 2012 waarin de Commissie aan mkb’ers vroeg om aan te geven welke 10 maatregelen zij als het meest belemmerend ervaren. In een eerdere mededeling van 18 juni 2013 heeft de Commissie al aangekondigd dat de voorgestelde maatregelen als vervolg op de top-10-raadpleging, een belangrijk onderdeel zouden vormen van het REFIT-programma (zie ook Kamerstuk 2012–2013, 22 112 nr. 1667). Voor 8 maatregelen die in de top 10 zijn geëindigd, heeft de Commissie inmiddels voorstellen gedaan voor vereenvoudiging van regelgeving1. Daarnaast zijn voor REACH2 binnen het huidige juridische kader wijzigingen aangebracht. Zo zijn bijvoorbeeld de kosten voor het mkb die uit REACH voortvloeien aanzienlijk verlaagd en is er een mkb-ambassadeur aangewezen door het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA).

Daarnaast zijn momenteel diverse voorstellen voor vereenvoudiging en lastenvermindering in behandeling bij Raad en Europees Parlement (EP). Het gaat hierbij bijvoorbeeld om voorstellen op het gebied van controles in de landbouw-levensmiddelenketen en de gezondheid van planten en dieren. De Commissie roept de Raad en het EP op om de behandeling van deze voorstellen te bespoedigen.

Nieuwe acties in het REFIT-programma

De Commissie presenteert in haar REFIT-programma vier lijnen voor nieuwe acties:

  • a) nieuwe initiatieven van de Commissie voor vereenvoudiging, vermindering van regeldruk en consolidatie van wetgeving;

  • b) het intrekken van regelgeving en voorstellen voor regelgeving;

  • c) het evalueren en uitvoeren van gezondheidstests ten aanzien van diverse regelgeving op alle terreinen;

  • d) het versterken van het Europese regeldrukbeleid via nieuw horizontaal optreden.

Ad a) Het gaat om nieuwe voorstellen op de terreinen van onder andere werkgelegenheid (informatie en raadpleging van werknemers), gezondheid en consumentenbeleid (o.a. levensmiddelenhygiëne, zoötechnische wetgeving en diergeneesmiddelen), vervoer (cabotageregels3 in het wegvervoer) en statistieken (bedrijfsstatistieken, sociale statistische berekeningen en landbouwenquêtes).

Ad b) Het gaat om de intrekking van bestaande regelgeving en uitgebrachte voorstellen op onder andere de volgende terreinen: milieu (kaderrichtlijn bodem en voorstel voor toegang tot de rechtspraak op milieugebied), belastingen (vereenvoudiging van de btw-verplichtingen) en mobiliteit en vervoer (spiegels op vrachtwagens, schone en zuinige wegvoertuigen, rijbewijzen).

Ad c) Het gaat om het uitvoeren van gezondheidstests op onder andere de volgende terreinen:milieu (diverse regelgeving zoals Natura 2000, uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen, afvalstoffenbeleid en omgevingsgeluid), werkgelegenheid (o.a. informatieverplichtingen werkgevers met betrekking tot arbeidscontracten, gezondheid en veiligheid op het werk, uitzendarbeid, deeltijdarbeid en arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd), gezondheid- en consumentenbeleid (algemene levensmiddelenwetgeving) en ondernemingen en industrie (o.a. wetgeving betreffende chemische stoffen die niet onder REACH vallen, wetgeving betreffende vuurwapens, op bosbouw gebaseerde industrieën, typegoedkeuringssysteem motorvoertuigen, cumulatieve kostenbeoordeling van de aluminium en staalsector).

Ad d) De Commissie stelt vier horizontale beleidslijnen voor:

  • beter werken binnen het wettelijk kader: meer gebruik maken van de mogelijkheden voor lastenverlichting dat het wettelijk kader biedt. Dit kan bijvoorbeeld door op een slimmere wijze aan administratieve vereisten zoals verslagen, vergunningen, inspecties en kosten te voldoen en door het beter beschikbaar maken van informatie over regelgeving, via bijvoorbeeld regelhulpen. Daarnaast pleit de Commissie voor meer samenwerking met de lidstaten als het gaat om de voorbereiding van de implementatie van richtlijnen in nationale wetgeving door middel van bijvoorbeeld het uitwisselen van best practices.

  • kritischer kijken naar gezonde regelgevingsaspecten bij de beoordeling van regelgeving: er wordt niet altijd streng genoeg gelet op gezonde regelgevingsaspecten in evaluaties en impact assessments. De Commissie kondigt aan haar evaluatiekader te herzien en te versterken door onder andere minimumvereisten voor omvang en frequentie van evaluaties vast te stellen en de betrokkenheid van belanghebbenden bij evaluaties te versterken.

  • verankering van gezonde regelgeving in de besluitvormingscyclus: gezonde regelgeving moet een manier van werken worden, geen eenmalig initiatief. Deze manier van werken moet volledig geïntegreerd worden in de regelgevingscyclus. Vanaf 2014 zal de Commissie haar jaarlijkse evaluatieplan als bijlage voegen bij het werkprogramma van de Commissie. Er moet een regelmatige planning komen van evaluaties die alle belangrijke terreinen van regelgeving dekken. Belanghebbenden moeten de mogelijkheid krijgen om gebieden voor te stellen waar zij een gezondheidstest uit zouden willen laten uitvoeren.

  • samenwerking met wetgevende EU-instellingen en lidstaten: initiatieven voor lastenverlichting die door de Commissie worden voorgesteld, worden niet altijd behouden bij de behandeling van voorstellen in de Raad en EP. De Commissie roept Raad en EP op systematischer te letten op de effecten voor de regeldruk van amendementen die door Raad en EP. Om de voortgang van REFIT te kunnen volgen introduceert de Commissie een scorebord dat ook bijhoudt in hoeverre voorstellen van de Commissie voor lastenverlichting door Raad en EP worden overgenomen. Ook wordt informatie beschikbaar gesteld over de wijze waarop lidstaten maatregelen hebben geïmplementeerd in nationale regelgeving. Het scorebord moet een platform worden voor een transparante dialoog over gezonde regelgeving met burgers, lidstaten, bedrijven en sociale partners.

Mededeling verbetering evaluaties

Als onderdeel van de Europese agenda voor slimme regelgeving, heeft de Commissie een mededeling uitgebracht over het herzien en versterken van haar evaluatiekader. Deze mededeling vormt tegelijkertijd een nadere uitwerking van de mededeling over REFIT.

De Commissie wil dat evaluaties permanent en integraal onderdeel uitmaken van de beleidsvorming en programmering van EU-wetgeving om de effectiviteit te waarborgen en onnodige regeldrukkosten zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij moet kritisch worden onderzocht of de wet- en regelgeving geschikt is voor het beoogde doel, de beoogde resultaten oplevert en geen onnodige regelgeving en regeldruk veroorzaakt. Betere evaluatie moet het mogelijk maken meer lessen te trekken, de verantwoording te bevorderen en tevens de betrokkenheid van belanghebbenden laten toenemen.

De Commissie zal er op toezien dat alle belangrijke voorstellen voor herziening worden ondersteund door een grondige evaluatie van de resultaten van de bestaande EU-maatregel. Bovendien zal de Commissie een evaluatiesysteem instellen dat deel uitmaakt van de cyclus voor slimme regelgeving. Evaluatie is hierbij niet enkel de verantwoordelijkheid van de Commissie. Ook de lidstaten hebben volgens de Commissie een taak te vervullen, in het bijzonder door de nodige gegevens te verstrekken.

Met de nieuwe aanpak voor evaluaties beoogt de Commissie:

  • betere consistentie en meer duidelijkheid: vaststelling van een gemeenschappelijke definitie en een gemeenschappelijk proces;

  • het integreren van gezondheidstests;

  • het bevorderen van een evaluatiecultuur;

  • stroomlijning van de planning van evaluatieplannen van alle directoraten-generaal;

  • een beter ontwerp voor relevantere, krachtigere en zorgvuldigere evaluaties;

  • het inbouwen van kwaliteit en het ontwikkelen van controlemechanismen.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, evenals de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Bevoegdheidsvaststelling

In de mededelingen staan deels voorstellen ten aanzien van (praktische) wijzigingen en het intrekken van regelgeving waartoe de Commissie zelf reeds bevoegd is krachtens bevoegdheidsdelegatie op grond van geldende verordeningen en richtlijnen. Voor het overige worden in de mededeling evaluaties en mogelijke voorstellen voor (wijzigingen van) EU-maatregelen aangekondigd waarbij de inbreng van Raad en EP is vereist. Tot slot gaat de mededeling over een aantal nu al lopende besluitvormingstrajecten om EU-maatregelen te wijzigen. De Commissie heeft een bevoegdheid om evaluaties en wijzigingsvoorstellen te doen en is dan ook bevoegd tot het uitbrengen van mededelingen op dit terrein.

Subsidiariteit en proportionaliteit

De mededelingen hebben betrekking op reeds geldende EU-regelgeving die door het Europese bedrijfsleven als belemmerend wordt ervaren uit een oogpunt van regeldruk.

  • 1) In de mededeling wordt besproken welke actie kan worden ondernomen om de regeldruk die deze EU-regelgeving veroorzaakt, te verminderen. Aangezien het gaat om EU-regelgeving, is de EU als enige in staat om deze regelgeving te vereenvoudigen of te wijzigen. Nederland vindt het van groot belang dat regeldruk zoveel mogelijk wordt verminderd. De Nederlandse grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit en proportionaliteit van de mededelingen is positief.

Aangezien acties worden voorzien op verschillende beleidsterreinen dient evenwel per actie, indien sprake is van concrete uitwerking of wetgevingsvoorstellen, de subsidiariteit en proportionaliteit opnieuw te worden beoordeeld.

Financiële consequenties, regeldruk en administratieve lasten

De mededelingen zijn gericht op het verbeteren van EU-regelgeving en het verminderen van onnodige regeldruk en administratieve lasten. Deze aanpak zal een positief effect hebben op het verbeteren van de kwaliteit van EU-regelgeving en het wegnemen van knelpunten voor (mede)overheden, burgers en het bedrijfsleven, met name voor het mkb. Herziening van beleid moet niet worden aangegrepen om op andere punten of voor (mede)overheden en burgers nieuwe regeldruk te creëren.

In dit stadium is het niet duidelijk wat de concrete positieve financiële gevolgen zijn voor het bedrijfsleven en wat de daadwerkelijke impact is op de regeldruk. Het is daarnaast onduidelijk wat de impact van de voorgestelde maatregelen is op de EU-lidstaten en decentrale overheden. Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast in de begroting van het beleidsverantwoordelijke Ministerie, conform de regels van de budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie

Het verbeteren van de kwaliteit van regelgeving en het verminderen van regeldruk zijn van groot belang om economische groei te stimuleren. Hierbij is het essentieel dat vereenvoudiging van regelgeving en administratieve procedures en regeldrukvermindering ook op EU-niveau een prioriteit blijven.

Het kabinet verwelkomt om die reden beide mededelingen als belangrijke stap om de doelen van het REFIT-programma van de Europese Commissie te verwezenlijken. Er is grote behoefte aan concrete voorstellen om regeldruk verder te verminderen, met name voor het midden- en kleinbedrijf, om het concurrentievermogen te bewaken en te versterken. Dit geldt ook voor belanghebbenden in brede zin die worden geconfronteerd met EU wet- en regelgeving. Het kabinet hecht er belang aan dat de vermindering van regeldruk niet leidt tot een verschuiving van de administratieve lasten naar (mede)overheden en burgers. Daarnaast vindt het kabinet het positief dat de Commissie het REFIT-programma gebruikt om diverse evaluaties uit te voeren en regelgeving te wijzigen of zelfs regelgeving in te trekken.

De REFIT voorstellen vertonen raakvlakken met de Nederlandse subsidiariteitsexercitie en worden ook vanuit dat oogpunt door Nederland verwelkomd. De doelstelling van de subsidiariteitsexercitie van het kabinet is echter breder. Nederland zal er bij het vervolg van het REFIT programma op toezien dat de beginselen subsidiariteit en proportionaliteit effectief worden toegepast, conform de conclusies van de Europese Raad van 24–25 oktober jl.

Het kabinet acht het van groot belang dat EU-beleidsdoelen op de meest efficiënte en effectieve wijze gerealiseerd worden. Om dit te bereiken is het noodzakelijk EU-regelgeving eenvoudiger, effectiever en beter uitvoerbaar te maken en de EU-regeldruk te verminderen. Het is goed om te zien dat de Europese Commissie hier serieus werk van maakt. Erg belangrijk is in dat verband dat de Commissie onderstreept dat de aandacht voor REFIT geen eenmalige actie is, maar de start is van een continue proces dat een vast onderdeel van het werkprogramma van de Commissie zal gaan vormen.

Over de mate waarin de voorstellen positieve effecten hebben, kan evenwel pas met zekerheid iets worden gezegd op het moment dat de verschillende maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Het is positief dat de Commissie vastbesloten is om REFIT stevig te verankeren in de regelgevingscyclus van de EU. De introductie van een scorebord vindt Nederland een heel goed initiatief. Het maakt de voortgang transparant en zal ook duidelijk maken in hoeverre Commissie, EP, Raad en lidstaten daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen in het streven naar gezonde EU-regelgeving. De Commissie wijst terecht op de gezamenlijke verantwoordelijkheid van EP, Raad en lidstaten.

De mededeling over versterking van de evaluaties bevat volgens Nederland goede voorstellen om het evaluatiekader te herzien en te versterken. Belangrijke rode draad is het streven naar meer betrokkenheid van belanghebbenden om die in staat te stellen waardevolle input te leveren in het evaluatieproces. Daarnaast hamert de Commissie op het uitgangspunt dat er éérst wordt geëvalueerd voor er wijzigingen in regelgeving worden aangekondigd of de werkingstermijn van regelgeving wordt verlengd. De nieuwe aanpak van evalueren geeft Nederland kansen om tijdens evaluaties de belangrijkste knelpunten voor eindgebruikers en uitvoering onder de aandacht te brengen zodat bij herziening deze kunnen worden opgelost. Nederland hecht er veel belang aan dat de Commissie hierbij volledig transparant te werk gaat, waardoor verschillende belanghebbenden tijdig hun commentaar bij de Commissie kunnen inbrengen.

De suggesties van de Commissie voor vijfjarige evaluatieplannen, koppeling van evaluaties aan de effectbeoordelingen en betere betrokkenheid van belanghebbenden bij de resultaten van de evaluaties zijn hiervoor van groot belang. Om zinvol te kunnen evalueren is het echter noodzakelijk dat de evaluatie zich enerzijds baseert op volledige implementatie en tenuitvoerlegging door een lidstaat en dat anderzijds goed onderscheid kan worden gemaakt tussen de gevolgen van de EU-regelgeving zelf en de gevolgen van de inpassing van die EU-regelgeving in de Nederlandse regelgeving.

De Commissie geeft aan open te staan voor permanente betrokkenheid van lidstaten en belanghebbenden die suggesties hebben voor nieuwe acties dan wel commentaar hebben op aangekondigde maatregelen. Het REFIT-programma is niet in beton gegoten, maar voortdurend in ontwikkeling. Nederland maakt – niet alleen via het spoor van deze beide mededelingen, maar ook langs andere wegen – gebruik van deze mogelijkheid. Nederland heeft op de volgende punten nog suggesties voor verbetering van het programma:

  • REFIT bevat veel individuele acties. Op dit moment ontbreekt een duidelijk overzicht van wanneer welke acties zullen plaatsvinden. Het is belangrijk te weten wanneer de verschillende evaluaties, gezondheidstests en consultaties plaatsvinden en te weten wanneer wijzigingsvoorstellen in de verschillende gremia zullen worden besproken om tijdig Nederlandse belanghebbenden (overheid, bedrijfsleven, sociale partners en andere partijen) in staat te stellen hun mening te geven. Een duidelijke en transparante tijdsplanning voor de komende jaren is daarom van belang.

  • De regeldruk en de uitvoerbaarheid van EU-regelgeving aan de overheidskant krijgen nauwelijks aandacht, terwijl dit volgens het kabinet ook een belangrijk element is om bij stil te staan. Dankzij input vanuit de uitvoering (toezichthouders en medeoverheden) liggen er kansen om de regeldruk te verminderen en de uitvoerbaarheid en effectiviteit van EU-regelgeving te vergroten.

  • In de door de Commissie aangekondigde horizontale acties wordt geen aandacht besteed aan het ontwikkelen van een goede en praktische methodologie om nalevingskosten voor het bedrijfsleven in beeld te brengen. Het is voor Nederland van belang dat REFIT consistent aandacht besteedt aan nalevingskosten, waarbij zou kunnen worden aangesloten bij ervaringen die zijn opgedaan met de Nederlandse KAR-methode4.

  • In de huidige REFIT-mededeling is veel aandacht voor betere regelgeving, maar verhoudingsgewijs weinig aandacht voor minder regelgeving. Het nog bewuster stilstaan bij de vraag of er überhaupt iets op EU-niveau moet worden geregeld zou ook goed aansluiten bij de Nederlandse subsidiariteitsexercitie die eerder dit jaar is uitgevoerd.

  • De rol en invloed van Impact assessment boards zou verder moeten worden versterkt. Het oordeel van de boards zou meer effect moeten hebben op de uiteindelijke besluiten.

  • Er zou meer aandacht moeten worden gegeven aan alternatieven voor regelgeving, zoals voorlichting en sectorinitiatieven.

  • De Commissie zou nog meer aandacht kunnen geven aan specifieke vereenvoudiging van regelgeving ten behoeve van het mkb. In de REFIT-mededeling komt dit verhoudingsgewijs minder vaak terug.

  • In nieuwe EU-regelgeving zou, indien relevant, meer gewerkt kunnen worden met horizon- en evaluatiebepalingen.

  • Meer ruimte voor cross-sectorale benadering van regeldruk.Hierbij kan het optreden van de Commissie effectiever worden als zij meer gecoördineerd met één mond spreekt vanuit de diverse DG's. Nederland heeft al een eigen best practice in de vorm van de Omgevingswet onder de aandacht gebracht van de Commissie en de andere lidstaten te brengen in het project Make it work; towards a roadmap for future EU environmental legislation.

  • Nederland zal pleiten voor kwantitatieve doelstellingen in REFIT (die ontbreken in het programma).

Aandachtspunten bij aangekondigde REFIT-acties

Ten aanzien van de verschillende voorgestelde wijzigingen, evaluaties en intrekkingen van regelgeving in het kader van REFIT is Nederland ten algemene positief, met onder andere de onderstaande aandachtspunten.

De mededeling REFIT geeft een overzicht van de acties die de Commissie van plan is te ondernemen op de genoemde top-10 van belemmeringen. Een deel van de acties zal bijdragen aan het verlagen van de lasten en dit juicht Nederland dan ook toe. Echter, met name op de terreinen waar nog nadere consultaties van lidstaten, het bedrijfsleven, lokale overheden, sociale partners en andere belanghebbenden door de Commissie zullen plaatsvinden, kan nog niet worden vastgesteld of de voorgestelde acties zullen leiden tot verbeteringen die in voldoende mate de zorgen van het mkb adresseren. Daarnaast heeft het kabinet op een aantal terreinen duidelijke twijfels of er daadwerkelijk sprake zal zijn van het verlagen van de lasten. Dit is bijvoorbeeld het geval ten aanzien van de door de Commissie voorgestelde gegevensbeschermingsverordening (zie ook Kamerstuk 2012–2013, 32 761, nr. 50.

Ten aanzien van het voorstel om de huidige voorschriften op het gebied van cabotage te vereenvoudigen bestaan er ernstige (niet alleen Nederlandse) bezwaren. De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft bij brief van 27 februari jl. (Kamerstuk 2012–2013, 21 501-33 nr. 408) de Tweede Kamer meegedeeld dat zij bij EU-voorstellen op het gebied van cabotage in wil zetten op een eenduidige interpretatie en handhaving van de huidige voorschriften. Een voorstel voor vereenvoudiging – zoals nu in de mededeling REFIT opgenomen – is de facto een voorstel tot liberalisering, waarvan de Minister van Infrastructuur en Milieu heeft aangegeven dat zij dat onder de huidige condities niet gewenst acht. Nederland zal er dan ook op aandringen het voorstel van de lijst geschrapt te krijgen, omdat het geen vereenvoudiging betreft.

Een ander aandachtspunt is de de vereenvoudiging van de markttoelating van diergeneesmiddelen. De Commissie wil efficiëntere vergunningsprocedures voorstellen, waardoor de administratieve lasten voor de veterinaire farmaceutische industrie zullen dalen. Het kabinet wil dat er voldoende grondslag in de regelgeving wordt opgenomen om risico´s op resistentieontwikkeling voor de volksgezondheid en diergezondheid mee te wegen voorafgaande aan de markttoelating van een diergeneesmiddel.

Nederland staat positief ten aanzien van een gezondheidstest voor de belangrijkste wetgeving inzake chemische stoffen, voor zover die stoffen niet onder REACH vallen. Divergentie van die regelgeving met REACH (voorkomen van overlap en tegenstrijdigheid) leidt tot onnodige kosten voor het bedrijfsleven. In de evaluatie van REACH heeft de Commissie reeds geïdentificeerd welke regelgeving dit betreft en waar het noodzakelijk is betere onderlinge afstemming te verwezenlijken. Het kabinet vindt het een goede zaak nu ook de overige regelgeving aan een gezondheidstest te onderwerpen. In Nederland zijn overheid en bedrijfsleven gestart met een gezamenlijke aanpak om mogelijkheden voor vermindering van regelgevingskosten en dus lastenverlichting voor de uitvoering van REACH te exploreren (zie ook Kamerstuk 2013–2014, 21 501-08 nr. 484).

Ook voor Natura 2000 staat een gezondheidstest op het programma. De fitness check zal vooral gericht zijn op vereenvoudiging, vermindering van regelgevingskosten en lastenverlichting. Nederland steunt dit voornemen en wil hier graag actief aan bijdragen. Uit het oogpunt van een goede verbinding tussen ecologie en economie is het goed om te onderzoeken hoe de richtlijnen verbeterd kunnen worden, zodat ruimte ontstaat voor een meer flexibele aanpak ten bate van een goede uitvoerbaarheid en zonder afbreuk te doen aan de bescherming van de natuur.

De door Nederland bij de Commissie ingediende inventarisatie van EU-regelgeving die knelpunten oplevert uit het oogpunt van subsidiariteit en proportionaliteit bevat ook regelgeving met disproportionele administratieve lasten. Deze zijn door de Commissie gedeeltelijk meegenomen in het REFIT-programma. De uitvoeringsverordening voor handelsnormen voor olijfolie is inmiddels door de Commissie ingetrokken en in 2014 zal dit gebeuren voor de kaderrichtlijn bodem. Voorts stelt zij een evaluatie voor van de richtlijn betreffende hernieuwbare energie, acties om de lasten te verminderen bij de dataverzameling voor intracommunautaire handelsstatistieken, alsmede op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. Ten aanzien van de andere knelpunten zal het kabinet er bij de Commissie op aandringen dat er aanvullende actie wordt ondernomen en – eventueel in samenwerking met andere EU-lidstaten en het Nederlandse bedrijfsleven – ook zelf oplossingen voorstellen. Daar waar nadere consultaties zijn aangekondigd of nog lopen zal Nederland vragen om snelle vertaling van de uitkomsten van de consultaties in concrete voorstellen tot aanpassingen van regelgeving.


X Noot
1

Er zijn maatregelen gepresenteerd op het gebied van: gegevensbescherming, het uitzenden van werknemers, de veiligheid van consumentenproducten, openbare aanbestedingen, erkenning beroepskwalificaties, opname-apparatuur (tachograaf) in wegvervoer, inspecties en controles op de overbrenging van afvalstoffen en uniforme btw-aangifte.

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 1907/2006 over de productie van en handel in chemische stoffen. REACH staat voor: Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen.

X Noot
3

Cabotage is het vervoer van goederen of personen binnen een land door een partij uit een derde land.

X Noot
4

KAR staat voor Kostengestuurde Aanpak Regeldruk. Deze methode brengt nalevingskosten bij het bedrijfsleven in kaart.

Naar boven