22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1156 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2011

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche 1: Mededeling evaluatie van de EU-overnamekosten (kamerstuk 22 112, nr. 1154)

  • Fiche 2: Mededeling Interne Markt Informatiesysteem (kamerstuk 22 112, nr. 1155)

  • Fiche 3: Mededeling Review «Small Business Act» voor Europa (zie bijlage)

  • Fiche 4: Richtlijn koppeling van centrale, handels- en vennootschapsregisters (kamerstuk 22 112, nr. 1157).

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Mededeling Evaluatie «Small Business Act»

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Evaluatie van de «Small Business Act» voor Europa

Datum Commissiedocument

23 februari 2011

Nr. Commissiedocument

COM (2011) 78 final

Pre-lex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=200189

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Het voorstel betreft een voortzetting van bestaand beleid. Daarom is er geen nieuw impact assessment uitgevoerd. Eerdere gegevens: SEC (2008) 2101, 2102, 2103 en Opinie 3856.

Behandelingstraject Raad

Raadswerkgroep Concurrentievermogen en Groei, Raad voor Concurrentievermogen 30–31 mei 2011 (Raadsconclusies). De mededeling wordt tevens besproken tijdens de informele Raad voor Concurrentievermogen van 14–16 april.

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie

2. Essentie voorstel

De «Small Business Act» (SBA) is het beleidskader van de EU om het MKB te versterken. Het biedt een samenhangend beleidskader van tien principes (zie bijlage) en enkele concrete beleidsmaatregelen en wetgevingsvoorstellen. Deze tien principes moeten bijdragen aan het bereiken van de drie doelstellingen van de SBA:

  • 1. het erkennen van het belang van ondernemerschap;

  • 2. het verankeren van het «denk eerst klein»-uitgangspunt dat inhoudt dat de belangen van MKB-bedrijven mee dienen te wegen in de beleidsvorming (van wetgeving tot publieke dienstverlening);

  • 3. en het bevorderen van de groei en het concurrentievermogen van het MKB; daarmee draagt de SBA in belangrijke mate bij aan het bereiken van de ambitieuze doelstellingen uit de Europa 2020-strategie.

De Commissie kijkt door middel van deze evaluatie naar de implementatie en ondernomen acties op een aantal gebieden (het verbeteren van het «denk eerst klein-principe», promotie van ondernemerschap, MKB en de Europese Digitale Agenda, het veranderen van milieu-uitdagingen in kansen voor het MKB en internationalisering van het MKB). Daarnaast doet de Commissie een aantal voorstellen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Met deze herziening committeert de Commissie zich aan definitieve verankering van de SBA in het EU-beleid en worden lidstaten uitgenodigd hetzelfde te doen.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie doet in de mededeling zelf geen nieuwe wetsvoorstellen. Wel stipt de Commissie lopende wetstrajecten aan zoals alternatieve geschillenbeslechting en verwijst zij naar het Commissievoorstel voor een richtlijn aangaande een gemeenschappelijke geharmoniseerde grondslag voor de vennootsschapsbelasting (CCCTB, hierover ontvangt de Kamer op korte termijn een BNC-fiche). Beide zullen invloed hebben op het MKB. Daarnaast kan de al eerder aangekondigde analyse naar oneerlijke handel op termijn leiden tot wetgeving, evenals het aangekondigde voorstel van Europees contractenrecht waarover de Europese Commissie eerder een groenboek heeft gepubliceerd.

De tien principes voor het MKB blijven de kerngebieden voor activiteiten. Binnen die kaders gaat de Commissie door op de ingeslagen weg. Zij zet in op verdere implementatie en monitoring van de acties en de opgestarte wetgevingsvoorstellen die aan SBA zijn gekoppeld. Enkele daarvan zijn reeds afgerond (vrijstellingverordening en aanname van de richtlijn over verlaagde BTW) maar er zijn ook acties die nog niet in wetgeving zijn omgezet. Dit geldt bijvoorbeeld voor de verordening betreffende een statuut voor een Europese Besloten Vennootschap.

Verder kondigt de Commissie in de herziening geen grote nieuwe initiatieven aan. De Commissie nodigt de lidstaten uit om actie te nemen op de volgende onderdelen:

  • Betere toegang tot financiering om te kunnen investeren en groeien, waaronder toegang voor het MKB tot garanties op leningen. De Commissie ziet instrumenten als garanties, leningen of een combinatie daarvan als een geschikte manier om – middels de hefboomwerking ervan – het effect en de efficiënte van de inzet van publieke middelen te vergroten. Zo kan de EU met het aanbieden van contragaranties op nationale garantieschema's investeringen in innovatie stimuleren én wordt de dienstverlening op een toegankelijke, vertrouwde manier voor het MKB ingericht.

  • Slimme regelgeving, zodat het MKB zich op zijn kerntaken kan concentreren. Zo zal de Commissie de MKB-test ook op EU-wetgeving versterken.

  • Optimaal gebruik van de interne markt met een voorstel om grensoverschrijdende incassering van schuldvorderingen te vergemakkelijken.

  • Daarnaast ook accenten op enkele nieuwe thema’s:

    • het MKB helpen omgaan met de mondialiserings- en klimaatveranderingsproblematiek

    • voorstellen ter ondersteuning van het MKB op markten buiten de EU.

Daarnaast bevat de mededeling voorstellen voor een betere beheersstructuur om de implementatie van de SBA te versterken.

Bevoegdheid

Nederland beoordeelt de bevoegdheid positief. De Unie kan, voor zover het de Europese dimensie van het MKB-beleid betreft, het beleid van de lidstaten ondersteunen, coördineren of aanvullen (art. 173 VWEU). Dit betreft voor het MKB met name het bevorderen van een gunstig klimaat voor het ontplooien van initiatieven en het ontwikkelen van ondernemingen binnen de gehele Unie.

Subsidiariteit

Nederland beoordeelt de subsidiariteit positief. Nederland steunt de inzet van de Commissie om het ondernemingsklimaat meer ondernemers- en MKB-vriendelijk te maken. MKB-beleid is primair een nationale aangelegenheid, omdat het MKB vanwege zijn omvang met name gericht is op nationale en regionale structuren. Een Europese aanpak heeft echter meerwaarde om de werking van de interne markt te verbeteren en de regelgeving te vereenvoudigen. Daarnaast is Nederland voorstander van een additionele Europese aanpak om knelpunten op de kapitaalmarkt aan te pakken. Nederland is van mening dat de Commissie terughoudend moet zijn met het voorstellen van extra acties. Goede implementatie en evaluatie van bestaand beleid is eerst nodig voordat nieuw beleid in gang wordt gezet. In deze mededeling volgt de Commissie deze lijn en onderkent zij de noodzaak van een volledige implementatie van reeds ingezette activiteiten. Wel worden enkele nieuwe voorstellen gedaan als reactie op de economische crisis in lijn met de Europa 2020-strategie.

Proportionaliteit

Nederland beoordeelt de proportionaliteit eveneens positief. De SBA is een actieplan dat niet juridisch bindend is. Nederland acht dit voor een terrein, waarvan de verantwoordelijkheid primair bij de lidstaten ligt, een geschikt instrument. Lidstaten moeten ruimte houden voor een nationale invulling die afgestemd is op de specifieke situatie in de betreffende lidstaat.

De Commissie richt zich in het algemeen met voorstellen op nieuw beleid voor de lidstaten op de juiste knelpunten. De maatregelen die ze voor zichzelf voorstellen zijn van het juiste ambitieniveau. Echter, aangaande de monitoring van de SBA doet de Commissie voorstellen tot het oprichten van enkele nieuwe overlegvormen. Nederland vindt de aandacht voor betere en meer gefocuste monitoring een goed initiatief, maar wil daarvoor aansluiten bij bestaande monitoringsmechanismen, o.a. uit de Europa 2020-strategie.

Bij enkele suggesties gericht aan de lidstaten gaat de Commissie naar Nederlands idee te ver, doordat deze te gedetailleerd zijn geformuleerd. Dit betreft bijvoorbeeld het verlenen van de bijbehorende vergunningen binnen een maand en het op een vast moment moeten presenteren van de jaarplanning van bedrijfsgerelateerde wetgeving voor een opvolgend begrotingsjaar. Hiermee krijgen de lidstaten te weinig ruimte voor een nationale invulling die afgestemd is op de specifieke situatie in de betreffende lidstaat. Hoewel de suggesties niet bindend zijn, had Nederland liever gezien dat de Commissie met meer suggesties op hoofdlijnen was gekomen.

(Financiële) gevolgen

In de herziening kondigt de Commissie enkele vervolgplannen en -onderzoeken aan, zoals het «action plan for improving SME’s access to finance», een analyse van oneerlijke praktijken, herziening van het normalisatiesysteem, een nieuw eco-innovatie-actieplan en presentatie van een social business-initiatief. Deze zullen later, na de presentatie door de Commissie, op de eigen merites worden beoordeeld.

Deze mededeling bestaat voornamelijk uit lopend beleid en daarom heeft deze mededeling geen financiële gevolgen voor de EU-begroting. Er is ook geen nieuw impact assessment uitgevoerd. Eventuele nationale financiële gevolgen dienen te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de gangbare regels over budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland steunt het doel en de integrale aanpak van de Commissie om blijvend het belang van ondernemerschap en het MKB in het beleid te verankeren om zo het concurrentievermogen te versterken. Het MKB is van groot belang voor economische groei en werkgelegenheid en een grote initiator van innovaties en het vermarkten ervan. Daarmee is het voor de Europese economie van cruciaal belang het potentieel van het MKB ten volle te benutten.

Voor Nederland staat in de beoordeling van de mededeling centraal dat de Europese Unie zich, zoals ook in het voorstel gebeurt, primair moet richten op die zaken waar echt sprake is van toegevoegde waarde van actie op Europees niveau. Bijvoorbeeld op het verbeteren van de werking van de interne markt en het vereenvoudigen van Europese wetgeving. Daarnaast is Nederland voorstander van een additionele Europese aanpak om knelpunten op de kapitaalmarkt aan te pakken.

Wat betreft Nederland moet de Commissie terughoudend zijn met extra voorstellen. Goede implementatie en evaluatie van bestaand beleid is eerst nodig. De integrale aanpak met blijvende ondersteuning van de tien principes en het «denk eerst klein»-gedachtegoed wordt door Nederland verwelkomd.

Nederland onderschrijft het belang om de SBA aan te laten sluiten op de Europa 2020-strategie en de daaruit voortvloeiende initiatieven en op de Single Market Act.

Hieronder wordt de Nederlandse positie weergegeven ten aanzien van een aantal specifieke maatregelen en suggesties die in de SBA zijn opgenomen.

  • De Commissie presenteert een aantal voornemens op het terrein van betere regelgeving. Nederland steunt deze actieve inzet van de Commissie om de administratieve procedures zo eenvoudig en snel mogelijk te maken en door concrete acties ter vermindering van de regeldruk door te voeren. Een aantal punten, waaronder bijvoorbeeld het tegengaan van «nationale koppen» en het principe van de éénmalige uitvraag, is onlangs ook door het kabinet aan het parlement gezonden (TK 29 515, nr. 327). De wensen van de Commissie en het kabinet komen op dit punt overeen.

  • Het initiatief van de Commissie om fitness checks uit te voeren naar de impact van Europese regelgeving op het MKB steunt Nederland. Voorgestelde opname van de MKB-test in de impact assessments van nieuwe wetgeving voert Nederland reeds uit.

  • Bij het voorstel op een vast moment een jaarplanning van bedrijfsgerelateerde wetgeving voor het komende begrotingsjaar te presenteren plaatst Nederland vraagtekens. De informatievoorziening van «Antwoord voor bedrijven» als onderdeel van het «Vaste verandermomenten beleid» maakt dat bedrijven al tijdig kennis kunnen nemen van nieuwe regelgeving.

  • Het voorstel van de Commissie om de dialoog met de samenleving te intensiveren en het MKB als specifieke belanghebbende vroegtijdig te betrekken bij nieuwe Europese regelgeving steunt Nederland van harte. Het voorstel tot verruiming van de termijn van openbare raadpleging van acht naar twaalf weken zal hieraan bijdragen.

  • Nederland ondersteunt het streven naar meer duidelijkheid aan ondernemers over het verkrijgen van vergunningen. De suggestie aan lidstaten om de beslistermijn voor besluiten inzake vergunningverlening op generiek vier weken te stellen past echter niet in het Nederlands bestuursrechtelijk systeem. Nederland zal dit punt dus niet overnemen.

  • Een goed werkende kapitaalmarkt is een noodzakelijke voorwaarde voor een concurrerende economie. De beperkte beschikbaarheid van kredieten, garanties en risicokapitaal is met name voor het innovatieve MKB een grote belemmering om de stap tot de markt te kunnen zetten. Nederland is voorstander van een Europese aanpak van knelpunten op de kapitaalmarkt, aanvullend op de activiteiten die de lidstaten reeds ontplooien. Daarbij is met name toegang tot risicokapitaal urgent en verdient voorrang. Hoewel het kabinet de potentiële voordelen van (innovatieve) financiële instrumenten erkent, vindt het kabinet het van belang dat inzet van deze instrumenten met een bijdrage uit de EU-begroting beperkt blijft, de financiële risico’s voor de EU-begroting duidelijk zijn afgebakend, volledig zijn begroot en marktverstoring wordt voorkomen. Het kabinet zal de eventueel voorgestelde initiatieven van de Commissie om het MKB te faciliteren bij de toegang tot financiering door implementatie van reeds ingezette acties zoals garantieregelingen en (grensoverschrijdende) investeringen door durfkapitaalfondsen, dan ook aan deze uitgangspunten toetsen.

  • Hiernaast is het uitwisselen van best practices op het gebied van het overheidsfinancieringinstrumentarium van belang. Hier kan de Commissie een belangrijke rol spelen door technische bijeenkomsten met nationale experts te faciliteren en daar continuiteit in te bieden.

  • Het verdient aanbeveling om het EU-speelveld voor het MKB overzichtelijker en toegankelijker te maken door het creëren van één integraal strategisch kader voor het onderzoeks-, innovatie- en ondernemerschapsbeleid. Hierbij zou het aantal instrumenten gereduceerd moeten worden en moeten de procedures voor deelname sterk vereenvoudigd worden.

  • Ook ondersteuning van het MKB bij het benutten van de kansen van de interne markt en verbetering van de werking ervan heeft de steun van Nederland. Deze initiatieven liggen duidelijk binnen de competentie van de EU. Het is belangrijk dat er voortvarend wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een digitale interne markt en de verdere ontwikkeling van de interne markt voor diensten. Aangaande de voorstellen van e-handtekeningen wil Nederland nadrukkelijk dat ruimte wordt geboden aan marktpartijen waar mogelijk.

  • Nederland ziet de aangekondigde herziening van het Europees normalisatiesysteem met belangstelling tegemoet. Normalisatie is primair een activiteit die wordt bepaald door marktbehoeften en die wordt uitgevoerd door de markt. Deelname aan het totstandkomingproces van normen door alle betrokken partijen, zoals het MKB en de gebruikers, is daarom van belang.

  • De Commissie geeft aan meer aandacht en middelen te willen inzetten op internationalisering van het MKB. Nederland staat terughoudend ten opzichte van een directe rol voor Europa hierbij. Dit moet dicht bij de ondernemer gebeuren. Nederland en vele andere landen hebben voor stimulering van zakendoen over de grens al een uitgebreid netwerk van KvK’s en een vorm van Agentschap NL in het binnenland en ambassades en inhoudelijke attachés in het buitenland.

  • Nederland verwelkomt de mededeling Energie-efficiëntie Plan 2011 en het initiatief van de Commissie tot opstellen van een eco-innovatie actieplan. Energiebesparing is een belangrijk middel om klimaat- en energiedoelen te bereiken en de economie te versterken, maar het optimale niveau en de mix van maatregelen daarvan dient door de lidstaten zelf bepaald te worden. De inzet van de Commissie voor het verbeteren van de kwaliteit van milieuregels en de implementatie daarvan verwelkomt het kabinet. Voor Nederland is echter de inzet van het Entreprise Europe Network hierbij nog niet helder.

  • Nederland is aangaande Resource Efficiency voorstander dat het MKB zicht krijgt op reeds bestaande Europese mogelijkheden op dit terrein.

  • Nederland is voorstander van betere monitoring van de SBA, maar geen voorstander van het optuigen van nieuwe gremia. Nederland wil zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande monitoring van o.a. Europa 2020. Nederland zou graag zien dat er meer focus komt in de monitoring en de Commissie op basis van de SBA-factsheets een overkoepelende analyse aan de Raad voorlegt met daarin de sterke en zwakke punten van de EU en de individuele lidstaten.

Bijlage De tien principes van de SBA

In de SBA noemt de Commissie de volgende tien principes die van belang zijn voor het MKB:

  • 1. een gunstig klimaat scheppen voor ondernemers en familiebedrijven, waarin ondernemerschap beloond wordt

  • 2. ervoor zorgen dat eerlijke ondernemers die failliet gegaan zijn snel een tweede kans krijgen

  • 3. bij het opstellen van regels uitgaan van het principe «denk eerst klein»

  • 4. ervoor zorgen dat overheden openstaan voor de behoeften van het MKB

  • 5. beleidsinstrumenten aanpassen aan de behoeften van het MKB: deelname van het MKB aan de overheidsopdrachten vergemakkelijken en gebruikmaken van de mogelijkheden van staatssteun voor het MKB

  • 6. toegang van het MKB tot financiering vergemakkelijken en het ontwikkelen van een ondernemersklimaat dat tijdige betaling bevordert

  • 7. het MKB helpen om de mogelijkheden van de interne markt beter te benutten

  • 8. bijscholing en alle vormen van innovatie in het MKB bevorderen

  • 9. het MKB in staat stellen in te spelen op uitdagingen op milieugebied

  • 10. het MKB steunen en stimuleren om van groeiende markten te profiteren

Deze tien principes dragen bij aan het bereiken van de drie doelstellingen van de SBA: het erkennen van het belang van ondernemerschap, het verankeren van het «denk eerst klein» uitgangspunt en het bevorderen van de groei en het concurrentievermogen van het MKB. Veel maatregelen die de Commissie in de SBA heeft opgenomen betreffen lopend beleid.

Naar boven