21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1554 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2023

Op 26 en 27 juni 2023 vindt de Landbouw- en Visserijraad plaats in Luxemburg. Middels deze brief informeer ik de Kamer over de agenda.

I. Agenda Landbouw- en Visserijraad

Verordening Duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen (voortgangsrapport) Het Zweedse voorzitterschap is voornemens om bij dit agendapunt te rapporteren over de voortgang van de besprekingen over het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. De Commissie zal kort na de Landbouw- en Visserijraad aanvullende gegevens leveren over de impact van het voorstel, naar aanleiding van het verzoek van lidstaten om een aanvullende impactanalyse uit te voeren.1 Zweden heeft alleen de onderdelen van het voorstel behandeld waarop de impactanalyse geen betrekking heeft. Het gaat dan om technische artikelen waarin over het algemeen voorschriften staan die al grotendeels verplicht zijn op basis van de huidige Richtlijn 2009/128/EG inzake duurzaam gebruik pesticiden. De inhoud van de voortgangsrapportage is nog niet bekend. Nederland zal dit agendapunt aanhoren.

Goedkeuring Raadsconclusies Visserijpakket

Het Zweeds voorzitterschap is voornemens om de Raadsconclusies op het, in februari gepresenteerde, visserijpakket van de Europese Commissie vast te stellen en aan te nemen.

Het kabinetsstandpunt is met de Kamer gedeeld op 6 april 2023 via een BNC-fiche2. Dit standpunt heb ik uitgedragen bij het leveren van de Nederlandse inbreng op de Raadsconclusies. Daarbij heb ik ingezet op het ondersteunen van de natuurdoelen en de Europese biodiversiteitsstrategie, het vermijden van een generiek verbod op bodemberoerende visserij in alle beschermde gebieden, het uitspreken van onvrede over het ontbreken van een sociaaleconomische impactanalyse en de noodzaak om mogelijkheden te creëren om schepen langer dan 24 meter te kunnen ondersteunen in de energietransitie. Hierbij heb ik eveneens uitvoering gegeven aan de aangenomen motie van de leden Van der Plas en Grinwis3 waarin het kabinet is verzocht om een krachtig nee tegen het Europese actieplan voor bescherming en herstel van mariene ecosystemen op de kortst mogelijke termijn te communiceren en de aangenomen motie van het lid Grinwis c.s.4 waarin het kabinet is verzocht om samenwerking te zoeken met andere Europese landen en zich in te spannen om een meerderheid te vormen tegen de voorstellen van de Europese Commissie5.

De Raadsconclusies zullen ingaan op de relatie tussen het Gemeenschappelijk visserijbeleid en de milieuwetgeving van de Unie waarbij de focus ligt op de relatie tussen de EU en derde landen op het gebied van visserij, de gemeenschappen van de visserij- en aquacultuursector, natuurbescherming, implementatie van het gemeenschappelijk visserijbeleid en innovatie en verduurzaming.

In de Landbouw- en Visserijraad van maart 20236 is gebleken dat veel lidstaten onvrede hebben over de manier waarop de Commissie het visserijpakket inzet om de natuurdoelen te behalen, waarbij wel benadrukt werd dat het belangrijk is om mariene ecosystemen te beschermen. Dit standpunt is onveranderd en zal dan ook naar verwachting terugkomen in de Raadsconclusies. Wanneer de Nederlandse punten hierin voldoende zijn meegenomen, ben ik voornemens in te stemmen met de Raadsconclusies.

Mededeling stand van zaken Gemeenschappelijk Visserijbeleid en consultatie over vangstmogelijkheden voor 2024

Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 26–27 juni 2023 staat een gedachtewisseling gepland over de voortgang van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en vangstmogelijkheden 2024. Op moment van schrijven van deze geannoteerde agenda is het niet precies bekend wat het voorzitterschap onder dit agendapunt wil adresseren. Het voorzitterschap heeft hiertoe nog geen vergaderstuk opgesteld.

Naar verwachting is de aanleiding van dit agendapunt de op 21 februari gepubliceerde Mededeling over het GVB. Deze mededeling is onderdeel van een breder pakket mededelingen over de toekomst van het visserijbeleid. Eerder in deze brief ben ik ingegaan op de Raadsconclusies over het Visserijpakket van de Europese Commissie die eveneens geagendeerd zijn voor de Landbouw- en Visserijraad van 26 en 27 juni aanstaande. De Kamer heb ik reeds geïnformeerd middels een BNC-fiche over het gehele Visserijpakket en de inzet van het kabinet op de diverse voorstellen.7 Specifiek aangaande het GVB stelt het kabinet in het BNC-fiche vast dat het GVB heeft geleid tot vooruitgang op veel vlakken, maar dat het GVB ook uitdagingen kent. Het kabinet acht een bredere herijking van het GVB nodig om te bezien of het GVB adequaat is uitgerust om invulling te geven aan de ambities van de Green Deal en om de visserijsectoren toekomstperspectief te bieden in een veranderende omgeving. Tijdens de Landbouw- en Visserijraad zal Nederland langs deze lijnen interveniëren.

Vangstmogelijkheden 2024

Ik zet mij in de onderhandelingen over de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catches, TAC’s) in op dat deze worden vastgesteld op het niveau dat overeenstemt met de GVB-doelstellingen. Zo wordt onder meer beoogd dat bestanden het niveau van maximale duurzame opbrengst (Maximum Sustainable Yield, MSY) wordt bereikt. Dit is van belang voor het duurzaam beheer van visbestanden. Daarnaast is het voor de rendabiliteit van de sector op de langere termijn ook belangrijk dat bestanden op het MSY-niveau worden gebracht. Tevens onderschrijf ik het hanteren van de voorzorgsbenadering. Echter, dit betekent niet dat tot automatische reducties voor gegevensarme bestanden moet worden overgegaan. Ik ben van mening dat per situatie dit zorgvuldig moet worden beoordeeld.

Na de publicatie van de wetenschappelijke vangstadviezen van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (International Council for the Exploration of the Sea, ICES) zal ik de Kamer over de onderhandelingsinzet informeren via de reguliere brieven over de Landbouw- en Visserijraad. Deze adviezen zullen de komende maanden verschijnen.

Tussentijdse aanpassing Verordening Vangstmogelijkheden 2023

Ik heb de Kamer reeds geïnformeerd dat vangstmogelijkheden voor sprot in de Noordzee, Skagerrak en Kattegat halverwege het jaar worden vastgesteld en van kracht zijn voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024.8 Inmiddels zijn de onderhandelingen afgerond en zijn de vangstmogelijkheden bilateraal met het Verenigd Koninkrijk en in trilateraal verband met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen vastgesteld conform het wetenschappelijk advies van ICES. Hiermee zijn de vangstmogelijkheden ook in lijn met de inzet van Nederland. De Europese Commissie zal voor 1 juli aanstaande de verordening vangstmogelijkheden 2023 aanpassen om deze in lijn te brengen met de vastgestelde vangstmogelijkheden voor sprot.

Landbouwgerelateerde handelsvraagstukken

Onder dit agendapunt zal de Europese Commissie de Landbouw- en Visserijraad informeren over de stand van zaken van de werkzaamheden op het gebied van internationale handel in landbouwgoederen en lopende bilaterale en multilaterale onderhandelingen (o.a. Wereldhandelsorganisatie (WTO)).

Naar verwachting zal de Europese Commissie aangeven dat op 6 juni de tijdelijke opschorting van importheffingen op Oekraïense producten met een periode van één jaar verlengd is. Ook zal de Europese Commissie een update geven over de lopende en recent afgeronde onderhandelingen over EU-handelsakkoorden. De Kamer wordt hierover tevens geïnformeerd via de reguliere Voortgangsrapportage Handelsakkoorden, die als bijlage wordt verzonden bij de Geannoteerde Agenda van de (informele) Raden Buitenlandse Zaken Handel, laatstelijk op 25 mei jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2660, bijlage). De vorige keer dat handelsgerelateerde landbouwzaken besproken werden in de Landbouw- en Visserijraad, was op 20 maart 2023. Op het moment van schrijven is er nog geen vergaderstuk van de Europese Commissie beschikbaar.

Ik zal bij de Landbouw-en Visserijraad het belang van inzicht in de cumulatieve effecten van handelsakkoorden op de landbouw opbrengen en aangeven uit te zien naar de resultaten van de lopende studie van het Joint Research Centre over de cumulatieve impact van handelsakkoorden op landbouw. Ook zal ik weer het belang benadrukken van hoge productiestandaarden, mede in het licht van de hoge standaarden waar wij onze producenten aan vragen te voldoen. Tevens zal ik, conform de brief van 12 april jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2636), bepleiten dat een mogelijk EU-Mercosur akkoord een integraal associatieakkoord blijft.

Verordening geografische aanduidingen: stand van zaken (diversenpunt)

De Landbouw- en Visserijraad zal worden bijgepraat over de stand van zaken van de onderhandelingen met het Europees Parlement. Het Europees Parlement heeft op 1 juni diverse amendementen ingediend. Een aantal amendementen heeft betrekking op een Europees informatie- en waarschuwingssysteem dat door het European Union Intellectual Property Office (EUIPO) beheerd gaat worden. Het reguleren van deze onderwerpen op EU niveau doorkruist het multistakeholder model waarop de internet governance gebaseerd is, namelijk ICANN. Nederland wil voldoen aan de internationale afspraken over domeinnamen en spant zich ervoor in dat deze amendementen niet worden aangenomen.

Verordening etikettering biologisch huisdiervoer: stand van zaken (diversenpunt)

Het Zweeds voorzitterschap zal een terugkoppeling geven over het tijdens de trilogen met het Europees Parlement bereikte politieke akkoord over een voorstel voor een verordening etikettering biologisch voer voor huisdieren. Deze verordening was nodig om een omissie die bestond in de biologische basisverordening (EU 2018/848) op te lossen. De Nederlandse sector werkte al conform deze verordening, dit was eerder in nationale wetgeving geregeld. Ik ben positief over het bereikte resultaat en blij dat met deze verordening de Europese wettelijke basis is geregeld met een overgangsregeling voor producten die op basis van nationale regelgeving zijn geproduceerd. Naar verwachting zal deze verordening voor het zomerreces in werking treden

Omzetting naar een Farm Sustainability Data Network (FSDN): stand van zaken (diversenpunt)

De Landbouw- en Visserijraad zal worden bijgepraat over de stand van zaken over het voorstel tot het omzetten van het Farm Accountancy Data Network (FADN) naar een Farm Sustainability Data Network (FSDN). Begin deze maand is een algemene oriëntatie voor dit voorstel vastgesteld en zijn de trilogen gestart met het Europees Parlement. Met de algemene oriëntatie zijn de zorgpunten (landbouwbedrijfs-ID, speciale enquêtes, verplichte deelname) die Nederland eerder heeft geuit in het BNC-fiche weggenomen (Kamerstuk 22 112, nr. 3479). Het kabinet steunt dan ook het voorstel om het huidige FADN uit te breiden met aanvullende milieu- en sociale gegevens. Bovendien kan ook de combinatie van de drie verschillende dimensies (economisch, sociaal en milieu) bijdragen aan een betere beleidsanalyse voor een duurzame en economisch toekomstbestendige agrarische sector.

Versterking van de intersectorale samenwerking op het gebied van zoönotische gezondheidsbedreigingen (diversenpunt)

Dit agendapunt betreft het versterken van de humaan-veterinaire samenwerking op gebied van zoönosen. De COVID-19-pandemie heeft laten zien dat een zoönose wereldwijd tot ontwrichtende situaties kan leiden. Ook de huidige situatie rondom hoogpathogene vogelgriep toont de ernst en urgentie van dit onderwerp.

Tijdens de Landbouw- en Visserijraad zal naar verwachting een terugkoppeling worden gegeven van de CVO-CMO (Chief Medical Officer) vergadering van 19 juni. Er is eind 2022 een «One Health European Joint Programme» (OHEJP) opgericht door de FAO, UNEP, WHO en WOAH. Tijdens de CVO-CMO meeting zullen de resultaten van de OHEJP met betrekking tot zoönosen worden gepresenteerd. De Europese Commissie zal het juridisch kader, prioriteiten en acties op EU-niveau toelichten. Tot slot zullen enkele lidstaten, waaronder Nederland, hun «best practices» delen. Nederland vindt dit een belangrijk onderwerp in en zet zich actief in om dit internationaal te agenderen.

Nederland heeft een stevige basis voor het zoönosenbeleid. Sinds 2011 bestaat in Nederland huidige zoönosenstructuur, die een goede samenwerking borgt tussen de organisaties in het domein van humane en veterinaire gezondheid, waaronder de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De structuur richt zich op signalering, beoordeling en bestrijding van zoönosen en is voortdurend actief, ook wanneer er geen sprake is van een dreiging. Binnen de zoönosenstructuur komen de werkvelden van One Health samen (leefomgeving, veterinair en humaan). Het voortouw in deze structuur ligt bij de Minister van VWS. De bewindspersonen van VWS en LNV nemen gezamenlijk de besluiten waarbij het volksgezondheidsbelang altijd leidend is.

Op 6 juli 2022 hebben VWS en LNV het Nationaal actieplan versterken zoönosenbeleid gepubliceerd. Het doel van dit actieplan is om de risico’s op het ontstaan en de verspreiding van zoönosen te verkleinen en voorbereid te zijn op een eventuele uitbraak. Het actieplan bevat 54 acties, gericht op preventie, detectie en respons, internationale inzet en onderzoek. Tijdens de CVO-CMO meeting zal Nederland aandacht besteden aan het actieplan en de zoönosenstructuur.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Kamerstuk 27 858, nr. 608.

X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 3651.

X Noot
3

Kamerstuk 32 627, nr. 49.

X Noot
4

Kamerstuk 32 627, nr. 59.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-32, nr. 1523.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-32, nr. 1519.

X Noot
7

Kenmerk 22 112, nr. 3651.

X Noot
8

Kamerstuk 21 501-32, nr. 1540.

Naar boven