21 501-20 Europese Raad

Nr. 1366 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2018

Tijdens de regeling van werkzaamheden op 25 september jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 4, Regeling van Werkzaamheden) is door uw Kamer verzocht om een debat, voorafgegaan door een brief, met de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken over de uitkomsten van de informele Europese top in Salzburg, met name wat betreft de risico’s voor Nederland van Brexit, maar ook over migratie. Daarnaast verzocht uw Kamer tijdens de procedurevergadering van 25 september jl. om een brief met een zo gedetailleerd mogelijk tijdspad voor de Brexit-onderhandelingen. Om aan deze beide verzoeken te voldoen, bied ik uw Kamer deze brief aan, mede namens de Minister-President, de Minister van Algemene Zaken.

Brexit

Tijdens de informele Europese Raad in Artikel 50 samenstelling op 20 september jl. in Salzburg, waarvan uw Kamer het verslag reeds heeft ontvangen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1365), evalueerden de staatshoofden en regeringsleiders à 27 de voortgang in de onderhandelingen over de terugtrekking van het VK uit de EU met de EU-hoofdonderhandelaar, de heer Barnier. Aan de vooravond van de informele Europese Raad had Prime Minister May tijdens het diner à 28 benadrukt dat de EU27 geen andere keuze zou hebben dan het door de regering van het VK gepubliceerde White Paper te accepteren. De 27 staatshoofden en regeringsleiders concludeerden de volgende dag in Artikel 50 samenstelling evenwel dat het White Paper – ondanks de positieve elementen op onder meer de terreinen interne en externe veiligheid – onvoldoende basis biedt voor een doorbraak in de onderhandelingen over het kader van de toekomstige betrekkingen, in het bijzonder omdat de uiteengezette voorstellen voor het economisch partnerschap in hun huidige vorm voor de EU niet werkbaar en onwenselijk zijn. Gelet op het informele karakter van deze Europese Raad waren geen besluiten voorzien en zijn geen ER-conclusies aangenomen. Na afloop van de informele Europese Raad benadrukte de Minister-President dat het belangrijk is dat het VK dicht bij de EU blijft, maar dat de integriteit van de interne markt in een toekomstige relatie tussen de EU en het VK moet worden verzekerd, omdat dit het belang dient van de 420 miljoen EU-burgers die in de interne markt achterblijven.

In aanloop naar de Raad Algemene Zaken in Artikel 50 samenstelling van 16 oktober as. en de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling van 17 oktober as. komen de hoofdonderhandelaars van de EU en het VK wekelijks bijeen (continue onderhandelingen). De focus is op het tot een goed einde brengen van de onderhandelingen over het terugtrekkingsakkoord en de daarbij gaande politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen, om zo een ordelijke terugtrekking van het VK uit de EU te bewerkstelligen en een no deal scenario te vermijden. Zoals bekend zijn de belangrijkste openstaande punten in de onderhandelingen over het terugtrekkingsakkoord de Iers/Noord-Ierse grenskwestie en de governance van dat akkoord en vormt het economisch partnerschap het grootste twistpunt in de gesprekken over de politieke verklaring. Alleen bij voldoende voortgang op deze openstaande punten zal de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling van 17 oktober as. besluiten tot een extra Europese Raad in november 2018 om het terugtrekkingsakkoord en de daarbij gaande politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen te kunnen finaliseren. Nederland steunt deze inzet in de onderhandelingen en benadrukt daarbij continue het belang van behoud van EU27 eenheid en van ambitie in de toekomstige relatie met het VK binnen de randvoorwaarden van de EU27 zoals die zijn vastgelegd in de ER-richtsnoeren.

Duidelijk is dat het risico dat de EU en het VK geen overeenstemming bereiken in de onderhandelingen over de terugtrekking van het VK uit de EU reëel blijft en dat dit noodzakelijk maakt dat de rijksoverheid en het bedrijfsleven zich onverminderd voorbereiden op een no deal scenario. De contingency planning (voorbereiding op een no deal scenario) en preparedness (voorbereiding op de nieuwe situatie wanneer het VK de EU zal hebben verlaten) hebben de volle aandacht van het kabinet. De afgelopen maanden heeft het kabinet de inzet op contingency planning reeds geïntensiveerd en het zal dat verder doen in aanloop naar 30 maart 2019. Ook de coördinerende rol van de Europese Commissie in de voorbereidingen op een no deal scenario zal worden geïntensiveerd (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1905). Over de laatste stand van zaken is uw Kamer recent geïnformeerd (Kamerstuk 23 987, nr. 261) en zal uw Kamer op 10 oktober as. aanvullend vertrouwelijk worden geïnformeerd.

Migratie

Over wat er tijdens de informele Europese Raad in Salzburg is besproken over migratie heeft het kabinet uw Kamer zoals te doen gebruikelijk verslag gedaan (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1365). De Minister-President heeft bij deze gelegenheid o.a. zijn Griekse ambtgenoot aangesproken over de omstandigheden op de eilanden, in opvolging van de motie van de leden Van Ojik en Voordewind (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1361).

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven