23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2018

Om de toezegging die is gedaan tijdens het plenaire debat van 26 juni jl. ter voorbereiding op de Europese Raad van 28-29 juni jl. gestand te doen (Handelingen II 2017/18, nr. 98, item 30), bied ik uw Kamer namens het kabinet hierbij, in aanvulling op de Geannoteerde Agenda van de Raad Algemene Zaken van 18 september 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1903), deze brief aan met in de bijlage de laatste stand van zaken van de voorbereidingen in het kader van contingency planning en preparedness op nationaal en EU-niveau. Conform de aangenomen motie van het Kamerlid Omzigt c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1351), volgt op 10 oktober 2018 een besloten technische briefing over deze voorbereidingen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

BIJLAGE: Overzicht stand van zaken contingency planning en preparedness Brexit

Zowel de Nederlandse overheid, het Nederlandse bedrijfsleven als Nederlandse burgers in het VK moeten zich voorbereiden op de terugtrekking van het VK uit de EU (preparedness), inclusief de mogelijkheid dat het VK de EU verlaat zonder een terugtrekkingsakkoord, ook wel het cliff edge of no-deal scenario genoemd (contingency planning). In deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken van deze voorbereidingen op EU- en nationaal niveau.

I. Aanpak contingency planning en preparedness op EU-niveau

De Europese Commissie (Commissie) is begin dit jaar gestart met het in kaart brengen van de gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU voor alle onderwerpen waarvoor EU-regelgeving van kracht is. Daarbij maakt zij onderscheid tussen twee soorten maatregelen: preparedness-maatregelen die moeten worden getroffen als gevolg van de terugtrekking van het VK uit de EU, ongeacht of de EU en het VK overeenstemming bereiken over een terugtrekkingsakkoord, en contingency-maatregelen die nodig zijn ter voorbereiding op het scenario dat het VK de EU verlaat zonder een terugtrekkingsakkoord (cliff edge scenario), in beginsel op 30 maart 2019. Deze werkzaamheden worden gecoördineerd door een speciaal hiervoor ingesteld preparedness team binnen het Secretariaat-Generaal van de Commissie.

Op 19 juli 2018 publiceerde de Commissie een mededeling1 over de voorbereidingen die getroffen moeten worden voor de terugtrekking van het VK uit de EU op 30 maart 2019. Een van de kernboodschappen in de mededeling dat zowel alle maatschappelijke actoren, als het bedrijfsleven – inclusief het midden- en kleinbedrijf – als beroepsbeoefenaars zich op het vertrek van het VK moeten voorbereiden. Door het publiceren van notices to stakeholders en het organiseren van technische seminars met lidstaten is de hiervoor benodigde informatie aanwezig. Tegelijkertijd geeft de Commissie aan dat de mededeling niet van invloed is op de onderhandelingen over de terugtrekking van het VK uit de EU en dat deze onderhandelingen worden voortgezet in de hoop dat de Europese Raad dit najaar positief oordeelt over het terugtrekkingsakkoord – inclusief een overgangsperiode tot en met 31 december 2020 – en de politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen. Daarna moeten de Raad van de Europese Unie, het Europees parlement en het parlement van het VK het terugtrekkingsakkoord goedkeuren volgens de procedures die daarvoor gelden.

In de mededeling licht de Commissie toe dat zij zich langs drie lijnen voorbereidt op het vertrek van het VK uit de EU:

  • 1. Het opstellen en verspreiden van notices to stakeholders: inmiddels heeft de Commissie 68 van zulke notices gepubliceerd. De Commissie heeft het voornemen om, afhankelijk van de voortgang van de onderhandelingen, later dit jaar meer notices to stakeholders op te stellen ten aanzien van bijvoorbeeld het reizen van en naar het VK of de beschikbaarheid van medicijnen. Ook een aantal Europese agentschappen heeft informatie gepubliceerd over de gevolgen van het vertrek van het VK uit de EU. Speciaal hiervoor ingerichte webpagina’s op de site van de Europese Commissie verwijzen naar alle beschikbare informatie.2

  • 2. Het aanpassen van wetgeving: de Commissie heeft ook geïnventariseerd welke EU-wetgeving vanwege de terugtrekking van het VK uit de EU aanpassing behoeft. De (voorlopige) uitkomst is een lijst van acht wetsvoorstellen, waarvan er zes inmiddels zijn gepubliceerd.3 Dit aantal is kleiner dan aanvankelijk door de Commissie zelf genoemd omdat gebleken is dat zij bestaande EU-regelgeving vaak ook kan aanpassen via gedelegeerde- en uitvoeringshandelingen en ook omdat veel verwijzingen naar het VK in EU-regelgeving na het vertrek van het VK irrelevant zullen zijn en eventueel ook in een later stadium nog kunnen worden aangepast.

  • 3. Het nemen van praktische maatregelen: deze hebben met name betrekking op de verhuizing van de EU-agentschappen (EBA en EMA) vanuit het VK naar andere EU lidstaten en op interne zaken zoals het loskoppelen en aanpassen van bepaalde IT-systemen en communicatie- en informatieplatforms waar het VK als derde land niet langer toegang tot heeft, en verder op domeinen als transport en douane, waar de maatregelen waaronder verhoging fte’s pas vorm zullen krijgen als de stand van de onderhandelingen daartoe aanleiding geeft.

Ook de EU-lidstaten spreken onderling in wisselende samenstelling met elkaar over de voorbereidingen die op nationaal niveau getroffen moeten worden ter voorbereiding op het vertrek van het VK en op een cliff edge scenario. De Commissie en het Raadssecretariaat inventariseren op dit moment de stand van zaken van deze voorbereidingen op nationaal niveau in de verschillende lidstaten.

Nederland verwelkomt en ondersteunt de bovengenoemde lopende initiatieven om zoveel als mogelijk in gezamenlijkheid de negatieve gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU op te vangen.

Het VK heeft op 23 augustus 2018 de eerste 24 van in totaal ruim 80 bekendmakingen (Technical Notices) gepubliceerd waarmee burgers en bedrijfsleven worden geïnformeerd over de mogelijkheden om zich voor te bereiden op het scenario dat het VK op 30 maart 2019 de EU verlaat zonder terugtrekkingsakkoord (cliff edge scenario). Het kabinet vindt het positief dat de regering van het VK zich, onder meer door het uitbrengen van deze Technical Notices, serieus voorbereidt op een cliff edge scenario.

II. Aanpak contingency planning en preparedness op nationaal niveau

De onderdelen van de rijksoverheid die de Brexit aangaat, inclusief hun uitvoeringsdiensten, agentschappen en ZBO’s, treffen preparedness-maatregelen ter voorbereiding op de terugtrekking van het VK uit de EU. Dit geldt zowel voor het scenario waarin de EU en het VK overeenstemming bereiken over een terugtrekkingsakkoord (preparedness) als voor het cliff edge scenario waarin het VK zonder verdere afspraken op 30 maart 2019 de EU verlaat (contingency-maatregelen). Over deze voorbereidende maatregelen is uw Kamer voor de verschillende beleidsdomeinen recent nog geïnformeerd.4 Ook volgt er op 10 oktober 2018 een besloten technische briefing.

De voorbereidingen die overheden treffen, kunnen worden gecategoriseerd naar organisatie, communicatie, wetgeving en beleid/uitvoering. Een gerelateerde vraag is welke crisisbeheersingsaanpak het kabinet voor ogen staat bij een cliff edge scenario. Deze brief gaat hier niet specifiek op in; de besloten technische briefing op 10 oktober 2018 biedt gelegenheid om uw Kamer hierover te informeren.

A. Organisatie

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft een coördinerende rol en wordt bij de aanpak van contingency planning en preparedness ondersteund door de zogenoemde Coördinatie-Eenheid Contingency planning en Preparedness (CECP).

De CECP is ingericht onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlande Zaken om de voorbereiding op de binnenlandse gevolgen van Brexit vanuit overheden en bedrijfsleven op ministerie overstijgende kwesties te coördineren, en daartoe ook periodiek bedrijfsleven overleg te organiseren. Dit overleg moet de gelegenheid bieden om knelpunten te identificeren en praktische en werkbare oplossingen te zoeken, in eerste instantie gericht op de samenwerking in de ketens en logistieke en ruimtelijke opgaven in en rondom mainports.

B. Communicatie

Het kabinet informeert actief medeoverheden, burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties over de gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU en het risico van een cliff edge scenario. De communicatie richting de diverse doelgroepen wordt geïntensiveerd naarmate de terugtrekking van het VK uit de EU dichterbij komt. Het kabinet spant zich tot het uiterste in om alle voorzienbare gevolgen te minimaliseren, maar het is onvermijdelijk dat zeker het cliff edge scenario gepaard zal gaan met verstoringen en problemen. Het is dan ook van belang dat medeoverheden, burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zich bewust blijven van de eigen verantwoordelijkheden om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op alle mogelijke scenario’s; niet alle oplossingen ten aanzien van contingency planning en preparedness kunnen van de overheid komen.

Het kabinet probeert de burgers van het VK (Britse burgers) in Nederland en de Nederlandse burgers in het VK zo goed mogelijk te informeren over de potentiële gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU.5 Voor burgers is informatie over de gevolgen van de terugtrekking van het VK op hun situatie beschikbaar op de websites van de rijksoverheid, het Brexit-loket, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Nederlandse ambassade in Londen en tevens wordt een nieuwsbrief namens de rijksoverheid verzonden. Medeoverheden spelen een grote rol in de informatievoorziening voor burgers en zullen in staat worden gesteld om VK-burgers zo goed mogelijk te informeren. De Nederlandse ambassade in Londen informeert Nederlanders in het VK tevens door middel van bijeenkomsten.

Om het bedrijfsleven te informeren over de gevolgen van terugtrekking van het VK uit de EU is onder meer het Brexit-loket opgericht, is de Brexit Impact Scan ontwikkeld, worden (regionaal verspreid in Nederland) bedrijfsevenementen over Brexit (mede-) georganiseerd en worden ter ondersteuning Brexit-vouchers aangeboden. Sinds eind mei jl. wordt online campagne gevoerd om ondernemers (specifiek het MKB) te wijzen op het instrumentarium dat wordt aangeboden door de rijksoverheid. Ook vinden stakeholdersbijeenkomsten plaats met het georganiseerd bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zoals in de zorg en de mainports (zee- en luchthavens). Het kabinet informeert uw Kamer op korte termijn separaat over de voortgang op voorlichting aan het bedrijfsleven, specifiek het MKB, aangaande de gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU.

Samen met de koepelorganisaties zet het kabinet zich daarnaast in om medeoverheden te informeren en te activeren om zich voor te bereiden op de terugtrekking van het VK uit de EU, zowel op het terrein van de tenuitvoerlegging van wat nationaal wordt afgesproken, als ook de eigen bedrijfsvoering, bijvoorbeeld waar het gaat om gegevensuitwisseling en de bescherming van persoonsgegevens. Hiervoor is in samenwerking met Europa Decentraal het Brexit-loket voor medeoverheden opgezet en zal er een Brexit Impact Scan voor medeoverheden worden ontwikkeld.

C. Wetgeving

Verschillende ministeries zullen wetgeving moeten aanpassen of voorbereiden ter voorbereiding op de terugtrekking van het VK uit de EU. Gestreefd wordt naar een verzamelwetsvoorstel voor alle wijzigingen in verband met de terugtrekking van het VK uit de EU, waarin ook een bepaling zal worden opgenomen die het mogelijk maakt om in zeer uitzonderlijke gevallen onvoorziene, onaanvaardbare gevolgen in een cliff edge scenario snel te kunnen opvangen, door die maatregelen bij AMvB of ministeriële regeling te nemen en pas daarna in de wet in formele zin vast te leggen. Het verzamelwetsvoorstel zal via de gebruikelijke procedure aan de Staten-Generaal worden voorgelegd. Naast de wetswijzigingen van wetten in formele zin zijn ook wijzigingen nodig van AMvB’s en ministeriële regelingen, die eveneens volgens de gebruikelijke procedures tot stand zullen worden gebracht.

D. Beleid en uitvoering – per domein

Burgers

Op de contingency-maatregelen ter voorbereiding op een cliff edge scenario voor burgers is ingegaan in de brief van 16 augustus jl. van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.6 In deze brief zijn de vragen beantwoord van de leden Omtzigt, (Anne) Mulder en Asscher over de gevolgen van een no deal-scenario voor Nederlandse en EU-burgers in het VK. Deze vragen hebben betrekking op de onzekerheid waarin Britse burgers in Nederland en Nederlandse burgers in het VK verkeren. Om een deel van deze onzekerheid weg te nemen, heeft de IND een pagina op de website geplaatst die Britse burgers woonachtig in Nederland kunnen raadplegen om te bezien welke acties zij nu al kunnen ondernemen, ongeacht de uitkomsten van de onderhandelingen.7 De IND treft de nodige voorbereiding om extra personeel aan te nemen en op te leiden om de verblijfsstatus van de in Nederland verblijvende Britse burgers te kunnen reguleren. Tijdens de besloten technische briefing op 10 oktober a.s. kan verder worden ingegaan op te nemen contingency-maatregelen die passen bij het scenario waarin het VK zonder een terugtrekkingsakkoord de EU verlaat.

Grenscontroleprocessen

Koninklijke Marechaussee (KMar): Als gevolg van de terugtrekking van het VK uit de EU zullen Britse burgers de status van «derdelanders» krijgen.8 Deze Britse burgers worden dan onderworpen aan een grondige controle in plaats van een minimale controle conform de Schengengrenscode. De duur van de grenscontrole van Britse burgers uit het VK zal hierdoor toenemen. Ook kan Nederland na de terugtrekking van het VK de passagiersgegevens van vluchten afkomstig uit het VK opvragen op basis van de API-richtlijn (Advance Passenger Information).9 Dit vergt meer personeel voor grenscontroles aan de doorlaatposten en voor de verwerking van passagiersgegevens. De KMar heeft onder andere een inventarisatie gemaakt voor de noodzakelijke capaciteitsuitbreiding om de effecten van de terugtrekking van het VK uit de EU op te vangen. In verband met de groei die de KMar reeds doormaakt als gevolg van de eerder door het kabinet toegekende middelen voor capaciteit, zal de benodigde extra capaciteit in het kader van de terugtrekking van het VK na 2019 gefaseerd worden ingevuld. Ter voorbereiding op een cliff edge scenario neemt de KMar in afstemming met de luchtvaart- en maritieme sector tevens operationele maatregelen met het doel om negatieve effecten voor grenspassanten zoveel mogelijk te voorkomen.

Belastingdienst onderdeel Douane: De Douane werft in tranches 928 FTE en doet de bijbehorende investeringen in uitrustingsmaterieel. Medio augustus jl. waren circa 170 Brexit-vacatures ingevuld met geschikte kandidaten. Naast deze geselecteerde kandidaten zijn er nog sollicitaties in behandeling. Voor de derde wervingstranche worden momenteel kandidaten getest en geselecteerd. In de loop van september 2018 worden de vacatures van de vierde tranche gepubliceerd. De verwachting is dat zeven wervingstranches nodig zullen zijn om alle Brexit-FTE in te vullen. Daarnaast wordt gewerkt aan uitbreiding van huisvesting en zijn aanbestedingen gedaan. De Douane overlegt regelmatig met het bedrijfsleven en is betrokken bij informatiecampagnes richting bedrijven en burgers. Ook andere onderdelen van de Belastingdienst kunnen te maken krijgen met een toename van de werkzaamheden als gevolg van de terugtrekking van het VK uit de EU en bereiden zich hier op voor.

NVWA en landbouwgerelateerde keuringsdiensten: De toekomstige handelsrelatie tussen de EU en het VK zal in alle scenario’s ingrijpend veranderen, met meer belemmeringen voor de Nederlandse agro- en foodhandel dan nu het geval is. Het is daarom van groot belang dat zowel overheden als het bedrijfsleven zich voorbereiden op deze veranderingen. Het kabinet heeft begin dit jaar groen licht gegeven voor capaciteitsuitbreiding bij de NVWA en de relevante landbouwgerelateerde keuringsdiensten. Ter voorbereiding op een cliff edge scenario worden 143 FTE bij de NVWA en 48 FTE bij de relevante landbouwgerelateerde keuringsdiensten geworven. Deze organisaties zijn momenteel bezig met de werving en het opleiden van de benodigde capaciteit.

Logistiek, transport, mainports

Luchtvaart: Als gevolg van de terugtrekking van het VK uit de EU, maakt het VK niet langer deel uit van de gemeenschappelijke EU luchtvaartruimte. Daarnaast zal het VK geen onderdeel meer uitmaken van de EU-brede «one stop security», waardoor vanuit het VK afkomstige in de EU transfererende passagiers, bagage, vracht en vliegtuigen een beveiligheidsonderzoek behoeven. Het luchtvaartbeleid dat geraakt wordt door de terugtrekking van het VK valt grotendeels onder de bevoegdheid van de EU. Zodoende is het niet alleen wenselijk om EU maatregelen te treffen voor contingency, maar in de meeste gevallen ook noodzakelijk. Daarbij gaat het zowel om maatregelen op het gebied van luchtvervoer en luchtvaartveiligheid als om aanpassing van EU regelgeving op het gebied van beveiliging burgerluchtvaart zodat het principe van «one stop security» met het VK ook na de terugtrekking van het VK uit de EU kan worden toegepast. Nederland is hierover in gesprek is met de Commissie en andere EU-27 lidstaten.

Daarnaast wordt er nauw contact onderhouden met luchtvaartsectorpartijen over de voorbereidingen die zij aan het treffen zijn. Daar waar de Nederlandse overheid en de luchtvaartsector een gezamenlijke opgave hebben wordt deze ook gezamenlijk opgepakt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om EASA licenties op het gebied van personeel. Indien deze zijn afgegeven door de relevante Britse autoriteit, dan zijn deze vanaf de terugtrekkingsdatum formeel niet meer geldig. De ILT inventariseert samen met luchtvaartmaatschappijen op dit moment om hoeveel licenties het gaat en of deze ook tijdig kunnen worden omgezet naar een Nederlandse EASA licentie. Tijdens de besloten technische briefing op 10 oktober a.s. kan verder worden ingegaan op te nemen contingency-maatregelen die passen bij het scenario waarin het VK zonder een terugtrekkingsakkoord de EU verlaat.

Wegtransport: Als gevolg van de terugtrekking van het VK uit de EU vervallen de Eurovergunningen voor vervoer van het VK naar de EU en vica versa. Daarnaast komen ook cabotagevervoer en de transitmogelijkheid door het VK naar Ierland te vervallen. Om te mogen blijven rijden in het VK hebben Nederlandse vervoerders dan ritmachtigingen of een CEMT vergunning nodig. Hetzelfde geldt voor vervoerders uit het VK die in de EU willen rijden. Voor ritmachtigingen zal eerst een overeenkomst met het VK moeten worden gesloten. Gelet op de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de EU-lidstaten, ligt het initiatief hiervoor bij de Europese Commissie.

Maritiem: Vertraagde afhandeling van goederenstromen en daarmee mogelijk opstoppingen en congestie dreigen in de zeehavens als gevolg van andere en naar verwachting langer durende douaneprocedures voor laden en lossen van zeeschepen en ferry’s en de na de terugtrekking van het VK uit de EU gewijzigde grenscontroles van Britse passagiers. In een Rijksbreed ¨ferryoverleg¨ wordt verkend op welke wijze het ferryproces het best aangepast kan worden. Hierbij gaat het primair om operationele vraagstukken die vervolgens worden besproken met betrokken stakeholders, zoals reders en het Havenbedrijf Rotterdam. Het realiseren van extra parkeercapaciteit voor vrachtwagens die met de ferry’s de oversteek willen maken, is in eerste instantie aan de havenbeheerder en de lokale autoriteiten. Rijkswaterstaat speelt een rol bij het voorkomen van filevorming en vertraging op de hoofdwegen van en naar de terminals. Tot slot wordt gekeken naar de ruimtevraag in havens die ontstaat rondom de vereiste keurpunten voor agrarische import en export.

Milieu

Registraties van chemische stoffen gedaan door bedrijven gevestigd in het VK bij het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) dat de uitvoering van de REACH-verordening (1907/2006/EC) ondersteunt, komen in het cliff-edge scenario te vervallen, omdat die registraties alleen door bedrijven gevestigd in de EU en de EER gedaan kunnen worden. Het vervallen van registraties leidt tot verstoringen in de handelsketen en administratieve lasten. Indien de registratie van een chemische stof gezamenlijk is gedaan door meerdere bedrijven onder leiding van een Brits bedrijf, kan een ander bedrijf, gevestigd in de EU/EER, de rol als de hoofdregistrant overnemen. De registratie blijft daarmee dan geldig. Ook kan een Brits bedrijf een importeur in de EU/EER aanwijzen die namens hem mag registreren. Dit is een standaardprocedure die al geregeld is in de REACH-verordening. ECHA wijst registranten al op deze procedures als onderdeel van een bredere informatievoorziening via zijn website10. De REACH-helpdesk van het RIVM kan bedrijven indien nodig ook van advies voorzien.

Omdat afvaltransporten van en naar het VK na de terugtrekking van het VK uit de EU de EU-buitengrens zullen passeren, zullen deze moeten voldoen aan douaneformaliteiten inclusief de daarbij behorende heffingen. Hiervoor is reeds beschreven hoe de douane zich voorbereidt op de terugtrekking van het VK uit de EU.

Zorg

Bij een cliff edge scenario kunnen zich problemen voordoen met de leveringszekerheid van genees- en hulpmiddelen, bijvoorbeeld omdat er dan geen afspraken rondom wederzijdse erkenning van bijvoorbeeld inspecties en productbeoordelingen meer gelden. Voor de zomer heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een bijeenkomst georganiseerd waarin het zorgveld nader is geïnformeerd over de mogelijke consequenties van de terugtrekking van het VK uit de EU en de te nemen preparedness- en contingency-maatregelen. Ook het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) informeert het zorgveld hierover.11 Momenteel wordt onderzocht of Nederland in dat geval zonder nadere afspraken (tijdelijk) producten kan importeren uit het VK. Daarnaast wordt op dit moment een inventarisatie uitgevoerd van de handelsstromen van genees- en hulpmiddelen van het VK naar de EU en van de EU naar het VK en mogelijke kwetsbaarheden daarbij voor de volksgezondheid. Het CBG werkt binnen de EU nauw samen met andere nationale agentschappen en het EMA om geneesmiddelendossiers die momenteel in het VK geregistreerd zijn, te herverdelen over andere EU-lidstaten. Daarnaast vergroot het CBG zijn capaciteit om het Britse aandeel in de geneesmiddelenbeoordeling in de toekomst te kunnen overnemen.

Bedrijven en instanties in de sector voor medische hulpmiddelen en in-vitro diagnostica zijn bezig om te inventariseren wat de gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU voor hen zouden kunnen betekenen. Zo onderzoeken verschillende Notified Bodies in het VK of zij een deel van hun activiteiten willen verplaatsen naar andere EU-lidstaten, waaronder ook Nederland. Deze Notified Bodies zijn nu nog bevoegd om medische hulpmiddelen en in-vitro diagnostica te certificeren voor de Europese interne markt. Bij een cliff edge scenario is dat niet langer mogelijk en zullen bedrijven hun producten moeten (her)certificeren bij een Notified Body in een EU-lidstaat. Het is van belang dat bedrijven hier vroegtijdig op anticiperen.

Naast geneesmiddelen en medische hulpmiddelen verkent het Ministerie van VWS verder onder andere de gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de EU voor de voedselveiligheid en -kwaliteit (in samenwerking met de NVWA) en de gevolgen voor de erkenning van beroepskwalificaties en verschillende waarschuwingssystemen, zoals met betrekking tot disfunctionerende zorgverleners en verspreiding van infectieziektes.

Erkenning beroepskwalificaties en attesten

Bij een cliff edge scenario is de richtlijn erkenning beroepskwalificaties niet langer van toepassing op het VK.12 Het kabinet gaat na of er op nationaal niveau preparedness- en contingency-maatregelen dienen te worden genomen om eventuele problemen voor Britse beroepsbeoefenaars in Nederland (en vice versa) zoveel mogelijk te beperken. In één van de notices to stakeholders die de Commissie heeft gepubliceerd, wordt wel alvast aangegeven dat een cliff edge scenario niet van invloed is op beslissingen die op basis van deze richtlijn vóór de datum dat het VK de EU verlaat, in beginsel op 30 maart 2019, genomen zijn.

Informatie-uitwisseling en politiële en justitiële samenwerking

Bij een cliff edge scenario vervallen de bestaande EU-wetgeving en EU-instrumenten voor samenwerking op gebied van politie en justitie met betrekking tot het VK. Met het oog op dit mogelijke scenario heeft de politie een aantal maatregelen genomen. Zo is een onderzoek uitgevoerd naar de extra werklast die de terugtrekking van het VK uit de EU voor de informatie-uitwisseling met zich mee zal brengen, wordt een project gestart om het Interpolkanaal te automatiseren en is de plaatsing van de zittende Nederlandse politieadviseur in het VK verlengd. Een tweede politiefunctionaris zal geworven worden om in 2019 in het VK gestationeerd te worden. Of nadere capaciteitsuitbreiding benodigd is voor de onderdelen die belast zijn met informatie-uitwisseling en opsporing, wordt in kaart gebracht.

Ook bij het OM en de FIOD zal in het geval van een cliff edge scenario sprake zijn van extra druk op de organisaties. Met het oog hierop hebben zij impactanalyses gedaan. Het OM bereidt zich momenteel voor op de benodigde uitbreiding van capaciteit.

Financiële sector

De terugtrekking van het VK uit de EU brengt risico’s met zich mee voor de Nederlandse financiële sector. De overgang naar een nieuwe relatie met het VK gaat gepaard met aanpassingskosten en fricties voor financiële instellingen, mede gezien de op punten bestaande afhankelijkheid van de Londense City als financieel centrum. Dit is het geval wanneer overeenstemming wordt bereikt over een terugtrekkingsakkoord inclusief een overgangsperiode, maar des te meer wanneer het VK de EU op 30 maart 2019 zonder terugtrekkingsakkoord verlaat (cliff edge scenario).

Bij een cliff edge scenario kan verlies van toegang van Nederlandse partijen tot centrale clearingdiensten in Londen ontstaan. Op dit moment wordt in de EU onderhandeld over wetgeving die bepaalt onder welke voorwaarden centrale tegenpartijen voor clearingdiensten in derde landen toegang kunnen krijgen tot de Europese markt. Deze wetgeving zal naar verwachting ook op het VK van toepassing zijn. Daarnaast werken het Ministerie van Financiën, DNB en de AFM intensief samen om de mogelijke complicaties voor bestaande derivaten- en verzekeringscontracten in kaart te brengen. Ook heeft het kabinet een wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet ingediend, zodat toegang tot Britse afwikkelsystemen mogelijk blijft na de terugtrekking van het VK uit de EU.13

Het is tot slot van belang dat ook financiële instellingen zich voorbereiden op het cliff edge scenario. DNB en AFM14 zien hier op toe. Het Ministerie van Financiën, DNB en AFM bespreken de ontwikkelingen rondom de terugtrekking van het VK uit de EU onder meer in het kader van het Financieel Stabiliteitscomité.15 Het comité zal de voortgang van de voorbereiding van financiële instellingen op de terugtrekking van het VK uit de EU blijven monitoren, met speciale aandacht voor de risico’s die kunnen ontstaan in een cliff edge scenario.

E. Financiële gevolgen van beleid

Bij de Voorjaarsnota 2018 zijn de budgettaire gevolgen van de departementale voorbereidingen op de terugtrekking van het VK uit de EU in de begrotingen verwerkt.


X Noot
1

Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Europese Raad, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank, getiteld «Voorbereidingen treffen voor de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op 30 maart 2019», COM(2018) 556 final.

X Noot
4

Kamerstuk 23 987, nrs. 225, 227, 228, 231 en 249; Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 1643, Kamerstuk 21 501-31, nr. 489; Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2946 alsmede brief van Minister LNV die uw Kamer binnenkort zal toegaan inzake motie Amhaouch/Veldman (waarin de Kamer de regering verzoekt zich er in Europa maximaal voor in te zetten dat versproducten ook na de Brexit met zo min mogelijk vertraging geëxporteerd kunnen worden naar het Verenigd Koninkrijk (Kamerstuk 23 987, nr. 233)).

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2946.

X Noot
6

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2946.

X Noot
8

Britse burgers die familielid van een EU burger zijn genieten rechten inzake vrij verkeer die gelijkwaardig zijn aan die van EU burgers.

X Noot
9

Richtlijn 2004/82/EC van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om bepaalde passagiersgegevens door te geven.

X Noot
12

Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.

X Noot
13

Kamerstuk 35 005, nrs. 1–4.

X Noot
15

Kamerstuk 32 545, nrs. 77 en 82.

Naar boven