21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 956 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2012

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda ten behoeve van de Begrotingsraad van 9 november 2012 (Kamerstuk 21 501-03, nr. 63) en de geannoteerde agenda ten behoeve van de Eurogroep en de Ecofin Raad van 12 en 13 november 2012 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën, J. R. V. A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda ten behoeve van de Eurogroep en Ecofin Raad van 12 en 13 november 2012 te Brussel

1. Griekenland

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: gedachtewisseling (indien besluitvorming, dan zal de Tweede Kamer daarover apart worden geïnformeerd)

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: De Eurogroep zal spreken over de situatie in Griekenland. De voortgangsrapportage van de Trojka is thans nog niet beschikbaar. Zonder een voortgangsrapportage van de Trojka is besluitvorming over de voortgang van het leningenprogramma voor Nederland niet acceptabel. Zodra deze voortgangsrapportage beschikbaar is, zal de Tweede Kamer hierover geïnformeerd worden, evenals over de inzet van Nederland ten aanzien van de voortgang van het leningenprogramma. Zie ook de brief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 21 501-07, nr. 956) over de Eurogroep van woensdag 31 oktober jl. en de reactie naar aanleiding van de vragen van de SP, PVV, SGP die op 24 en 25 oktober jl. werden gesteld (Kamerstuk 21 501-07, nr. 955).

2. Spanje

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: De Eurogroep van 12 november zal spreken over de stand van zaken in Spanje. Naar verwachting zullen er geen beslissingen genomen worden.

In het kader van het bankenprogramma heeft van 15 tot 26 oktober de eerste reviewmissie met betrekking tot het Spaanse bankenprogramma plaatsgevonden. De delegatie van de missie bestond uit de Europese Commissie, de ECB, het ESM en het IMF. Uit een statement van de Commissie en de ECB en een statement van het IMF blijkt dat voortgang door Spanje op het gebied van de afgesproken hervormingen in de financiële sector positief beoordeeld worden. De volgende review zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 plaatsvinden.

De uitkomsten van de stresstest, waarover de Tweede Kamer in het verslag van de Ecofin d.d. 8 oktober is geïnformeerd, vormen de basis voor het bepalen van de (publieke) herkapitalisatiebehoefte. Op dit moment worden de plannen voor herkapitalisatie en herstructurering gemaakt, die de Commissie vervolgens zal beoordelen. Het definitieve bedrag dat voor steun moet worden uitgekeerd zal op basis van deze plannen worden vastgesteld. Na afronding van deze procedure kan de eerste uitkering plaatsvinden voor steun aan de Spaanse banken. Zie voor het gehele proces ook de Kamerbrief van 11 juli 2012 met Kamerstuk 21 501-07, nr. 932.

Op 10 juli heeft de Raad na een voorstel van de Commissie besloten om Spanje een extra jaar te geven om het buitensporige tekort te corrigeren. Omdat volgens de Raad Spanje kampt met een onverwachte ongunstige economische gebeurtenis met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën, terwijl Spanje wel effectief gevolg heeft gegeven aan de eerder vastgestelde aanbevelingen, is besloten de aanbevelingen te herzien. Spanje moet nu het buitensporige tekort in 2014 corrigeren. De Commissie zal naar verwachting op basis van de herfstramingen binnenkort met een rapport komen of Spanje met de recent aangenomen begroting effectieve actie heeft ondernomen om het tekort tijdig en in lijn met de aanbevelingen te corrigeren.

Ook zal op 12 november een vergadering van de Raad van gouverneurs van het ESM plaatsvinden. De Raad van gouverneurs zal de overgang van het Spaanse programma voor de financiële sector van het EFSF naar het ESM moeten accorderen. Zoals overeengekomen tijdens de Eurozone Top van 29 juni jl. zal het Spaanse programma voor de financiële sector, zodra het ESM in werking is getreden overgaan van het tijdelijke noodfonds EFSF naar het ESM. Nederland zal hiermee kunnen instemmen.

3. Cyprus

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvorming: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal de stand van zaken omtrent de steunaanvraag van Cyprus bespreken. In juli en augustus jl. zijn twee missies van de Trojka naar Cyprus geweest. Er is op dit moment geen officiële documentatie vanuit de Trojka beschikbaar. Pas nadat de Trojka stukken beschikbaar heeft zal over de voorwaarden voor een steunprogramma gesproken worden en kan Nederland hierover een positie innemen. De uitkomsten van de missie zullen mogelijk voor de Eurogroep van 12 november bekend worden. Er wordt voor de Eurogroep van 12 november geen stukken verwacht.

4. Toezichtmechanisme voor banken – stand van zaken

Document:

  • EC-Voorstel voor een Verordening ter oprichting van een Europese bankentoezichthouder bij de ECB

  • EC-Voorstel ter aanpassing van de bestaande Verordening voor de European Banking Authority (EBA) aan de nieuwe toezichtsituatie

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: Tijdens de Ecofin zal gesproken worden over de stand van zaken met betrekking tot de voorstellen van de Europese Commissie voor een Europees toezichtmechanisme voor banken, waarover momenteel op Europees ambtelijk niveau wordt onderhandeld in een ad hoc werkgroep van de Raad. Het juridisch kader voor het Europees toezichtmechanisme bestaat uit de voorstellen voor een verordening ter oprichting van de Europese bankentoezichthouder bij de ECB (ECB-verordening) en een verordening ter aanpassing van de bestaande verordening voor de European Banking Authority aan de nieuwe toezichtsituatie (EBA-verordening). De Europese Raad d.d. 18-19 oktober 2012 heeft geconcludeerd dat deze voorstellen met prioriteit worden behandeld met als doel het bereiken van overeenstemming over het juridisch kader voor 1 januari 2013, waarna gedurende 2013 de operationele implementatie van het toezicht plaatsvindt. De Nederlandse inzet voor het Europees toezichtmechanisme voor banken is weergeven in de kamerbrief met de appreciatie op voorstellen van de Europese Commissie d.d. 1 oktober 2012.

5. Follow-up Europese Raad 18 en 19 oktober 2012

Document: conclusies Europese Raad 17-18 oktober 2012:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/133013.pdf

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: de Ecofin, en mogelijk ook de Eurogroep, staat stil bij de uitkomsten van de Europese Raad van 18 en 19 oktober jl. Tijdens deze Europese Raad presenteerden Voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy, ECB-voorzitter Draghi, Eurogroepvoorzitter Juncker en Commissievoorzitter Barroso het interim rapport over de toekomst van de EMU. De Europese Raad heeft ER-voorzitter Van Rompuy vervolgens gemandateerd om bepaalde elementen uit dit rapport nader uit te werken met betrekking tot het eindrapport over de toekomst van de EMU, dat op de Raad Algemene Zaken van 10 december en de Europese Raad van 13 en 14 december besproken zal worden. Zie hiervoor ook het verslag van de Europese Raad van 18 en 19 oktober jl. met Kamerstuk 21 501-07, nr. 689.

Nederland zet in op tijdige publicatie van het eindrapport, zodat deze betrokken kan worden in de discussies met het parlement in de standpuntbepaling richting de Europese Raad van december. Indien tijdens de Ecofin een inhoudelijke discussie plaatsvindt, zal de inzet van het kabinet hierbij gebaseerd zijn op onder meer de Kamerbrief over de toekomst van de EMU van 7 september 2011 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 839), de Kamerbrief over Europese economische stabiliteit en groeivermogen (Kamerstuk 21 501-07 nr. 847) en de appreciatie van het tussenrapport toekomst EMU zoals verzonden aan de Kamer op 15 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-20 nr. 688).

6. Economische situatie en inflatie ontwikkelingen

Document: Herfstramingen Europese Commissie (nog niet openbaar)

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

De Eurogroep zal 12 november spreken over inflatieontwikkelingen en de economische situatie. De discussie over de economische situatie zal naar verwachting vooral gevoerd worden op basis van de Herfstramingen van de Europese Commissie. Deze ramingen zullen 7 november door de Commissie worden gepubliceerd en bevatten vooruitzichten voor onder andere de economische en budgettaire ontwikkelingen in de lidstaten.

De HICP inflatie in de eurozone blijft in september 2012 met 2,6% gelijk aan het niveau van augustus. De Nederlandse inflatie ligt met 2,5% j.o.j. iets beneden het Europese gemiddelde. Met name in Griekenland is sprake van een sterke inflatiedaling van 1,9 %-punt naar 0,3%. In de eurozone verwacht de Commissie een neerwaartse trend die tot uiting komt in een verwachte HICP inflatie van 1,8% op jaarbasis in 2013 tegen 2,4% in 2012. Deze neerwaartse trend verloopt volgens de Commissie trager dan verwacht vanwege tijdelijke effecten van hoge energie-, voedsel- en olieprijzen, belastingverhogingen en wisselkoersdepreciatie. Ook de ECB geeft aan dat inflatie meer persistent is, maar beargumenteert dat de lange termijn inflatieverwachtingen nabij de doelstelling van 2,0% liggen.

De inflatierisico’s zijn gebalanceerd. Neerwaartse risico’s zijn financiële turbulentie en lagere groei. Volgens de Commissie is het deflatierisico echter zeer beperkt. Verdere belastingverhogingen, monetaire verruiming, grondstofprijsstijgingen en een sterker dan verwachte mondiale groei vormen opwaartse risico’s. De Commissie schat het inflatierisico als gevolg van monetair beleid laag in omdat het proces van private schuldafbouw de kredietverlening hindert.

De Herfstramingen van de Commissie zijn nog niet beschikbaar. De ramingen kunnen een goede indicatie geven of lidstaten zullen voldoen aan de eisen van het Stabiliteits- en Groeipact, waaronder de buitensporigtekortprocedure. Het voldoen aan de eisen is van essentieel belang voor het herstel van vertrouwen in de eurozone.

7. Conceptverordeningen ter versterking van begrotingsdiscipline en toezicht op basis van artikel 136 VWEU (Two-pack)

Document:

http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/12/st06/st06565.en12.pdf

http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/12/st06/st06566.en12.pdf

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2012–0243&language=NL&ring=A7-2012-0173

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2012–0242&language=NL&ring=A7-2012-0172

Aard bespreking: Oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: Gewone wetgevingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid in de Raad, medebeslissingsrecht Europees Parlement).

Toelichting: De Ecofin Raad zal de voortgang bespreken rond de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) over de twee toezichtsverordeningen («two-pack») voor eurozone lidstaten. Deze conceptverordeningen vormen de basis voor een verdere versterking van met name de budgettaire afspraken binnen de Eurozone, bovenop het al aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. De Ecofin Raad nam over deze verordeningen in februari jl. een gemeenschappelijk standpunt in. Het EP stelde op 13 juni jl. definitief zijn amendementen vast, waarna de onderhandelingen met het EP van start gegaan zijn. Er is sprake van de gewone besluitvormingsprocedure (codecisie) met het EP. De onderhandelingen met het EP hebben intussen de eindfase bereikt. De meeste punten zijn technisch uitgewerkt, waarbij op enkele punten het EP is tegemoet gekomen. In bepaalde besluitvormingsmomenten in de verordening die ziet op toezicht op (concept) nationale begrotingen en het versterken van begrotingsdiscipline zal het EP meer geïnformeerd worden.

Echter, op een aantal zaken dient nog overeenstemming te worden bereikt. Bijvoorbeeld in de verordening die ziet op toezicht op (concept) nationale begrotingen en het versterken van begrotingsdiscipline, staat de hoeveelheid informatie die eurolanden elk jaar in oktober dienen aan te leveren bij de Commissie over de concept nationale begroting ter discussie. Het EP zet er op in dat gerapporteerd wordt over een breed scala aan onderwerpen, zoals bijvoorbeeld publieke investeringen en effect van bezuinigen op groei. De Raad streeft hier naar een compromis waarbij de rapportagelasten voor lidstaten beperkt blijven en een goede balans tussen het aanleveren van noodzakelijke informatie bij de Commissie enerzijds en rapportagelasten anderzijds gewaarborgd is. Daarnaast heeft het EP onder meer ingezet op een routekaart richting Eurobonds en de introductie van Eurobonds middels een Europees schuldaflossingsfonds. Hierbij vindt Nederland het van belang dat er niet te ver wordt afgedreven van de kern van de verordening. De verordeningen hebben primair tot doel het toezicht door met name de Commissie op (concept) nationale begrotingen en op eurolanden met grote problemen met de financiële stabiliteit, te vergroten. Het past dus niet om bijvoorbeeld de Eurobonddiscussie hier te voeren, nog los van de politieke, juridische en economische bezwaren die Nederland ziet bij de invoering van Eurobonds op korte termijn.

In de verordening over toezicht op lidstaten met grote problemen met de financiële stabiliteit staan er nog enkele punten open met betrekking tot het in lijn brengen van de huidige tekst met de bestaande ESM richtsnoeren. Met het oog op consistentie streeft Nederland er naar de verordeningen in lijn te brengen met de reeds bestaande richtsnoeren.

8. Financiële transactiebelasting

Document: Richtlijnvoorstel COM 2012/631

Aard bespreking: Stand van zaken

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: Tijdens de afgelopen Ecofin Raad van 9 oktober werd duidelijk dat tien lidstaten nauwere samenwerking willen aangaan op het gebied van de financiële transactiebelasting (hierna de FTT). In reactie op dit verzoek heeft de Commissie een voorstel gedaan tot autorisatie van de nauwere samenwerking. Dit verzoek zal eerst voorgelegd worden aan het Europese Parlement en daarna aan de Raad. Tijdens de Ecofin Raad van 13 november zullen de lidstaten geïnformeerd worden over de laatste stand van zaken. Nederland zal zich aansluiten bij de nauwere samenwerking op het gebied van de FTT op voorwaarde dat de Nederlandse pensioenfondsen hiervan gevrijwaard blijven, er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankenbelasting en de inkomsten terugvloeien naar de lidstaten.

9. Kapitaalseisenrichtlijn IV (CRD IV): mogelijke bespreking voortgang triloog

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: het voorzitterschap zal de Ecofin over de voortgang van de triloog onderhandelingen informeren.

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: De Ecofin Raad van 2 mei jl. heeft reeds een uitvoerige discussie gehouden over dit onderwerp. De algemene inzet van de Raad was tijdens de Ecofin Raad van 15 mei jl. vastgesteld. Het hoofddoel van CRD IV is de vertaling van de Basel III afspraken in Europese wet- en regelgeving. Nederland vindt het belangrijk dat de Basel III afspraken zo volledig mogelijk en uniform in de EU geïmplementeerd worden maar hecht tegelijkertijd aan voldoende ruimte om systeem- en macro-prudentiële risico’s nationaal te kunnen adresseren. Daarnaast hecht Nederland aan adequate vormgeving van eisen op het gebied van tegenpartijrisico en liquiditeit.

10. Mandaat spaartegoedenrichtlijn met derde landen

Document: niet openbaar

Aard bespreking: Oriënterende discussie

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: Op de Ecofin Raad 13 november 2012 zal een oriënterende discussie gevoerd worden over het verlenen van mandaat aan de Europese Commissie om onderhandelingen te openen met de derde landen (Zwitserland, Liechtenstein, Monaco, Andorra en San Marino) om de verdragen met deze landen over de toepassing van de spaartegoedenrichtlijn aan te passen aan de laatste ontwikkelingen in de EU.

De spaartegoedenrichtlijn heeft als doel het verzekeren van een belastingheffing op inkomsten uit spaartegoeden die zich bevinden in een andere Lidstaat. Op grond van deze richtlijn informeren de meeste belastingdiensten van de EU lidstaten elkaar over grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen binnen de EU. Luxemburg en Oostenrijk (voorheen ook België, tot 1 januari 2010), hebben, ter wille van hun bankgeheim, voor de optie gekozen om geen informatie uit te wisselen maar een bronheffing op de rentebetaling in te houden.

De lidstaten die informatie uitwisselen, verkrijgen hun informatie van de marktdeelnemers die de rente uitbetalen. Zo dienen banken informatie te verstrekken over de grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen. In oktober 2009 is de spaartegoedenrichtlijn geëvalueerd, waaruit bleek dat de spaartegoedenrichtlijn in bepaalde gevallen niet werkte. Daarom stelt de Commissie een hernieuwde robuuste richtlijn om de omzeiling van de richtlijn tegen te gaan. Deze aanpassingen dienen ook te worden doorgevoerd in spaartegoedenverdragen die gesloten zijn met de derde landen. De Commissie vraagt hiervoor mandaat. Nederland kan instemmen met het mandaat aan de Commissie om met de derde landen te onderhandelen en zal zich inspannen om tot een akkoord te komen.

11. Voorbereiding van de 18e bijeenkomst van de «Conference of the Parties» (COP) van het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC)

Document: Ecofin Concept Raadsconclusies; niet openbaar.

Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies.

Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting: Ter voorbereiding van de internationale klimaattop in Doha, Katar (26 november t/m 7 december 2012) liggen Raadsconclusies ter aanname voor over de financiering van het internationale klimaatbeleid. Deze conclusies zijn een belangrijke bouwsteen voor de Europese inzet in Doha. De conclusies wijzen op de collectieve verplichtingen van ontwikkelde landen om in de periode 2010–2012 $30 mld. aan nieuwe en additionele financiering beschikbaar te maken voor beduidende klimaatacties in ontwikkelingslanden. De concrete bijdragen van de lidstaten en de Commissie aan deze internationale toezegging worden daarbij medegedeeld. De conclusies onderstrepen dat deze bijdragen moeten passen binnen de principes van het verantwoord beheer van overheidsfinanciën middels transparante, effectieve en efficiënte besteding in ontwikkelingslanden. Het is voorts van belang dat de EU toewerkt naar het identificeren van een «pad» voor het opschalen van klimaatfinanciering tussen 2013 en 2020, waarna de belofte van ontwikkelde landen om $100 mld. per jaar aan klimaatfinanciering te mobiliseren intreedt. Internationale klimaatfinanciering is hierbij afkomstig uit verschillende bronnen, waaronder private, publieke, multilaterale en innovatieve stromen. Deze dienen bij te dragen aan de adaptatie-inspanningen van ontwikkelingslanden en te passen binnen de context van betekenisvolle en meetbare mitigatieacties van alle landen, met name van opkomende economieën. In dit kader wordt er ook gekeken naar instrumenten die CO2 beprijzen en daarmee in de eerste plaats bijdragen aan CO2-mitigatie, waaronder een mondiaal emissiehandelssysteem en bunkerheffingen. De conclusies benadrukken dat deze instrumenten moeten worden vormgegeven met achtneming van de nationale budgettaire regels en binnen een raamwerk van houdbare publieke financiën. Ten slotte wordt de oprichting van het Green Climate Fund (GCF) en haar Interim Secretariaat verwelkomd. Ook worden haar bijdrage aan de mondiale klimaatinspanningen en operationalisatie aangemoedigd.

De Nederlandse inzet zal zich richten op het behoud van flexibiliteit voor de invulling van een mogelijke bijdrage aan klimaatfinanciering. Bovendien vindt Nederland het van belang dat de discussie over – en verkenning van – mogelijke paden voor de opschaling van financiering wordt bezien in het kader van een nieuw mondiaal akkoord, in relatie tot acties en ambities die ontwikkelingslanden realistisch kunnen uitvoeren als onderdeel van de transitie naar koolstofarme en klimaatbestendige groei- en ontwikkelingspaden.

12. Follow-up van de IMF/ WB Jaarvergadering en voorbereiding G20 3–5 november

Document: EU terms of reference for the G20 Finance and Central Bank Deputies» and Ministerial and Central Bank Governors meeting on 3–5 November 2012 in Mexico City

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: Van 12 tot en met 14 oktober jl. vond de IMF/WB jaarvergadering plaats in Tokio. De EU-inbreng was middels een EU voorzitterschapsverklaring vooraf gecoördineerd. Bij dit punt wordt hierover teruggekoppeld. Verder wordt tijdens de Ecofin Raad teruggeblikt op de G20-vergadering van 3 tot en met 5 november. Er is een Terms of Reference geformuleerd die de basis vormt voor de EU-inzet tijdens de vergadering. Hierin wordt de nadruk gelegd op de inspanningen die de eurozone verricht om de crisis te bestrijden waarbij wordt gerefereerd aan het tussenrapport over de versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU) dat 18 oktober gepresenteerd is. Daarnaast wordt aangegeven dat verdere gecoördineerde maatregelen om groei te stimuleren in dit stadium niet nodig worden geacht. Ten aanzien van hervormingen van financiële regelgeving wordt het belang van implementatie en monitoring benadrukt. Specifiek wordt aandacht gevraagd voor versterking van internationale samenwerking, beperking van arbitrage door bijvoorbeeld internationaal SIFI-beleid en vermindering van onbedoelde effecten van implementatie waaronder shadowbanking. Daarnaast staan de governance hervormingen bij het IMF centraal. Wat betreft de herziening van de quota formule wordt benadrukt dat besluitvorming omwille van legitimiteit in het IMFC en de IMF-board plaats dient te vinden en dat de formule in het geheel dient te worden bezien. Ten opzichte van het EU presidency statement is het pleidooi voor de variabele openheid uitgebreid en worden meer argumenten tegen BBP PPP aangedragen. Inzet blijft dat BBP niet mag toenemen in verhouding tot openheid en dat variabiliteit alleen kan worden opgeven indien BBP en openheid een even groot aandeel krijgen. Tot slot gaat de ToR in op een aantal onderwerpen op het terrein van energie, commodities en klimaat financiering (voor Nederlandse inzet zie bijdrage agendapunt Preparation of the 18th Conference of Parties to the United Nations Framework Convention on Climate Change). Nederland kon zich vinden in de EU-inzet. Voor de vergadering van 3 tot en met 5 november zijn op dit moment nog geen bijzonderheden bekend.

13. EU-statistieken

Document: Draft council conclusions on EU statistics

Aard bespreking: aanname raadsconclusies over EU statistieken

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Nederland kan instemmen met de voorliggende raadsconclusies over de EU statistiek. Naar verwachting kan de mededeling op brede steun rekenen van lidstaten.

Jaarlijks spreekt de Ecofin Raad in het najaar over EU statistieken. Centraal in de bespreking staan wederom verbeteringen in de governance van de statistiek en verbeteringen in de kwaliteit van de statistiek. Nederland is en blijft groot voorstander van onafhankelijk statistiek en statistieken van hoge kwaliteit. Bij de onafhankelijke statistiek kunnen de stappen om zowel de nationale directeur-generaals statistiek als de directeur-geenraal statistiek van Eurostat meer professionele onafhankelijkheid te geven volledig gesteund worden. Bij de kwaliteit van de statistieken is van belang dat binnenkort in november het gedelegeerde besluit van Eurostat over boetes bij fraude met EMU-cijfers van kracht wordt. De conclusies over de governance en quality assurance kunnen dan ook volledig gesteund worden.

14. Modernisering van het EU-staatssteunbeleid

Document: draft presidency conclusions (nog niet beschikbaar)

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: De Ecofin Raad zal mogelijk spreken over de modernisering van het EU-staatssteunbeleid. Op 8 mei jl. bracht de Commissie een mededeling over de modernisering van het EU-staatssteunbeleid uit. In de mededeling schetst de Commissie de doelstellingen en mogelijke voorstellen tot modernisering van het staatssteunbeleid.

Doel van de modernisering is het verleggen van de focus van de Commissie op de grote, meest verstorende steun. Ook richt de Commissie zich op een betere samenwerking en verdeling van de werkzaamheden tussen Commissie en lidstaten. De Commissie wil met de modernisering er tevens voor zorgen dat het staatssteuninstrumentarium bijdraagt aan de doelstellingen van Europa 2020 en economische groei. Tot slot wenst de Commissie via staatssteuncontrole de stabiliteit in begrotingen in de lidstaten in de gaten te houden.

Om de moderniseringsplannen van de Commissie te realiseren moeten een tweetal Verordeningen en verscheidene richtsnoeren worden aangepast. Wijziging van de Procedure- en Machtigingsverordening behoeft besluitvorming door de Raad. Derhalve wil de Commissie voorstellen vóór het eind van 2012 indienen. Wijziging van de richtsnoeren behoeft geen goedkeuring van de Raad. De lidstaten worden via consultaties en open dialoog betrokken bij de wijziging van de richtsnoeren.

Naar boven