21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2012

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda ten behoeve van de Begrotingsraad van 9 november 2012 en de geannoteerde agenda ten behoeve van de Eurogroep en de Ecofin Raad van 12 en 13 november 2012 te Brussel (Kamerstuk 21 501-07, nr. 956).

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën, J. R. V. A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda Begrotingsraad 9 november

Op 9 november a.s. vindt een Begrotingsraad plaats. Op de agenda staat de conciliatie met het Europees Parlement over de EU-begroting 2013 en een suppletoire begroting voor 2012.

Begroting 2013

Dit voorjaar presenteerde de Europese Commissie de ontwerpbegroting voor 2013 voor de EU. Dit voorstel voorziet in een groei van de betalingen met 6,8% en van de verplichtingen met 2,0% ten opzichte van de begroting van 2012. U bent bij het verschijnen van dit Commissievoorstel per brief geïnformeerd over de kabinetsinzet (Kamerstuk 21501–03 nr. 61). Vervolgens heeft de Raad in juli jl. een Raadspositie geformuleerd waarbij de Raad het voorstel van de Commissie heeft beperkt tot 2,8% groei in betalingen en 1,3% in verplichtingen ten opzichte 2012. Volgens Nederland en een aantal andere lidstaten (VK en Zweden) was dat Raadscompromis van juli jl. echter nog steeds te hoog. Deze landen hebben tegen dat Raadscompromis gestemd. Zij hadden echter niet voldoende stemmen om een blokkerende minderheid te vormen.

De begrotingscommissie van het Europees Parlement heeft op 4 oktober haar amendementen gepresenteerd ten aanzien van de EU-begroting 2013. Indien bekrachtigd, zouden deze amendementen leiden tot een EU-begroting die volgend jaar in betalingen met 6,8% toeneemt en in verplichtingen met 2,2%. Hiermee wordt in grote lijnen door het EP het Commissievoorstel overgenomen. Tijdens de plenaire stemming in het EP op 23 oktober is deze positie aangenomen. De precieze posities van alle partijen zijn hieronder in de tabel weergegeven.

De Raad heeft niet ingestemd met deze amendementen van het EP en dus is de conciliatie (bemiddeling) tussen de Raad en het EP van start gegaan. Deze mag maximaal 21 dagen duren (artikel 314 lid 5 VWEU), wat betekent dat uiterlijk op 13 november overeenstemming moet zijn gevonden. Als het EP en de Raad er niet uit komen voor deze datum, dan dient de Commissie een nieuw voorstel te presenteren en geldt voorlopig de EU-begroting 2012, waarbij de Commissie iedere maand waarin er nog geen besluit is genomen een beroep kan doen op maximaal één twaalfde van de EU-begroting 2012.

Nederland is van mening dat de Raadspositie al een te forse stijging laat zien en zal er op 9 november alles aan doen om samen met gelijkgezinde lidstaten de Raadspositie te behouden.

 

Voorstel Commissie mln euro

% stijging tov 2011 Commissie

% stijging tov 2011 Raad

% stijging tov 2011 EP

 

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

1a Concurrentiekracht

16 032

13 553

4,1

18,3

1,0

1,5

5,0

18,6

1b Structuur/cohesie

54 499

48 975

3,3

11,7

3,3

8,0

3,3

11,7

2 Landbouw

60 308

44 113

0,6

1,6

0,0

0,8

0,5

1,6

3a Veiligheid en justitie

1 392

928

1,8

11,1

0,7

5,0

2,3

11,5

3b Burgerschap

689

646

-3,7

-3,1

-5,0

-4,5

-1,2

-0,8

4 Extern beleid

9 467

7 312

0,7

5,1

1,2

-9,8

1,9

4,6

5 Administratie

8 544

8 546

3,2

3,2

1,4

1,5

2,7

2,8

 

150 932

137 924

2,0

6,8

1,3

2,8

2,2

6,8

Tabel: overzicht verschillende posities EU-begroting 2013

Suppletoire begroting 2012

Naast de EU-begroting 2013 zal er op deze Begrotingsraad worden onderhandeld over een suppletoire begroting voor 2012. De Commissie heeft deze op 23 oktober gepresenteerd en hierin wordt aangegeven dat de begroting 2012 in betalingen 9 miljard euro tekort komt. De verplichtingen worden met 133 miljoen euro naar beneden bijgesteld. De grootste rekening is afkomstig van het structuurfondsenbeleid, maar er worden ook middelen gevraagd voor plattelandsontwikkeling, onderzoek en het Erasmusprogramma. Hier bovenop komt nog een aanvraag die al eerder gepresenteerd is van 670 miljoen euro voor middelen uit het Solidariteitsfonds voor Italië als gevolg van natuurrampen aldaar. In totaal wordt er dus verzocht om een bedrag aan 9,7 miljard euro aan additionele middelen. Als de begroting voor 2012 wordt verhoogd zal Nederland aan de additionele middelen ongeveer 5% moeten bijdragen.

Bij dit verzoek zat ook de mededeling van een meevaller voor een bedrag van 3,5 miljard euro, voornamelijk als gevolg van hoger dan verwachte opbrengsten uit boetes.

Ik heb u eerder per brief geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van een mogelijke suppletoire begroting (Kamerstuk 21 501-03 nr. 62). Door deze suppletoire begroting zou de EU-begroting ten opzichte van 2011 met ongeveer 9% stijgen. Dat is niet in lijn met de nationale budgettaire inspanningen die lidstaten leveren. Nederland zet daarbij met andere lidstaten vraagtekens bij de aannames van de Commissie omtrent de benodigde middelen in 2012 en is van mening dat de Commissie meer zou kunnen doen om elders besparingen te vinden. In Brussel zal bij de Commissie aan worden gedrongen op het maken van scherpe keuzes en gepoogd worden om samen met een groep gelijkgezinde lidstaten deze suppletoire begroting te blokkeren.

Naar boven