21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 955 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2012

De Tweede Kamer heeft mij verzocht om een brief te sturen waarin wordt ingegaan op de voorwaarden die verbonden zijn aan het leningenprogramma voor Griekenland (24 oktober 2012), wat het eventuele uitstel van 2 jaar zou kosten en wat de gevolgen zijn als Griekenland uit de euro stapt. Tevens zal ik in deze brief in gaan op de vraag om de Tweede Kamer duidelijkheid te verschaffen of het kabinet instemt met een derde of uitgebreider steunpakket aan Griekenland (ingediend op 25 oktober). Allereerst zal ik een kort verslag doen van de teleconferentie van de Eurogroep van 31 oktober jl. conform het verzoek uit het ordedebat van 31 oktober jl.

Verslag teleconferentie 31 oktober 2012 en proces korte termijn

Tijdens de teleconferentie van de Eurogroep op 31 oktober jl. heeft de Trojka de ministers ingelicht over de vooruitgang die is geboekt tussen Griekenland en de Trojka. Er is nog geen volledige overeenstemming tussen de Trojka en Griekenland over de voortgang van het leningenprogramma en daarom is er ook nog geen voortgangsrapportage van de Trojka beschikbaar. De Eurogroep heeft Griekenland opgeroepen de openstaande punten zo snel mogelijk op te lossen en de onderhandelingen met de Trojka af te ronden.

De Eurogroep verwacht de voortgang van het Griekse leningenprogramma verder te bespreken tijdens de volgende (reguliere) vergadering op 12 november aanstaande op basis van de benodigde documentatie waaronder de voortgangsrapportage van de Trojka. Wanneer de voortgangsrapportage beschikbaar is, zal het kabinet hier de Tweede Kamer over informeren alvorens Nederland over de voortgang van het leningenprogramma besluit. Op dit moment is voorzien dat na de reguliere vergadering van 12 november aanstaande, er ruimte is voor de parlementaire behandeling. Een later in te plannen Eurogroep zal dan pas definitief besluiten over de voortgang van het leningenprogramma.

Beantwoording Kamervragen

Zoals gezegd is op dit moment de definitieve voortgangsrapportage van de Trojka nog niet beschikbaar. Hierdoor kan ik de Tweede Kamer nog niet volledig informeren en de vragen die gesteld zijn door verschillende leden van de Tweede Kamer nog niet volledig beantwoorden.

Voor de vraag wat het eventuele uitstel van twee jaar voor de tekortreductie kost is de complete informatie van de Trojka nodig over onder andere de voortgang van de te nemen maatregelen in Griekenland en de gerealiseerde en de te verwachten groei voor de komende periode. Daarnaast is het van belang deze vraag te bezien in de bredere context van het leningenprogramma waarbij er ook duidelijkheid is over onder andere de implementatie van de structurele hervormingen en de schuldpositie van Griekenland. Ook deze informatie is nog niet beschikbaar.

U heeft aangegeven te willen weten welke voorwaarden zijn verbonden aan het leningenprogramma en in welke mate Griekenland aan deze voorwaarden heeft voldaan. Over de conditionaliteit die gepaard gaat met steun aan Griekenland is de Tweede Kamer reeds verscheidene keren geïnformeerd, waaronder in de Kamerbrief over Financiële stabiliteit in het eurogebied d.d. 3 mei 2010 met Kamerstuk 21 501-07, nr. 709 en in de Kamerbrief over het nieuwe leningenprogramma Griekenland met Kamerstuk 21 501-07, nr. 893 d.d. 20 maart 2012.

Daarnaast benadruk ik dat Nederland altijd heeft gesteld dat financiële steun gepaard gaat met strenge conditionaliteit. Deze conditionaliteit in de vorm van onder andere budgettaire consolidatie en structurele hervormingen heeft als doel een land met financiële problemen er weer boven op te helpen. Het op orde brengen van de overheidsfinanciën en het structureel hervormen van de economie is de enige manier om de economie van een land op (middellange) termijn weer concurrerend te maken. Een land moet zelf een interne devaluatie weten te bewerkstelligen om het potentiële groeivermogen duurzaam te versterken en de verdiencapaciteit te verbeteren. Dit is niet alleen in het belang van de Trojka, maar vooral ook in het belang van de Grieken zelf. Griekenland is hierbij aan zet.

De politieke impasse als gevolg van de twee verkiezingen van afgelopen voorjaar hebben voor een vertraging in de implementatie van de voorwaarden uit het nieuwe leningenprogramma gezorgd. Afgelopen juni is er in Griekenland een nieuwe kabinet aangetreden onder leiding van premier Samaras. De vertraagde voortgangsrapportage van de Trojka zal moeten aantonen in hoeverre Griekenland aan de voorwaarden uit het nieuwe leningenprogramma voldoet om in aanmerking te blijven komen voor steun. Op basis van deze rapportage zullen de Eurogroep en het IMF vervolgens besluiten over de voortgang van het leningenprogramma.

In antwoord op de vraag hoeveel de kosten bedragen wanneer Griekenland de eurozone zou verlaten verwijs ik u onder andere naar de Kamerbrief over Griekenland d.d. 13 juni 2011 met Kamerstuk 21 501-07, nr. 808 (de «Pinksterbrief») en de Kamerbrief over Onderzoeken naar gevolgen uiteenvallen eurozone d.d. 6 december 2011 met Kamerstuk 21 501-20/21 501-07, nr. 587.

Conclusie

Alvorens een definitief standpunt ingenomen kan worden, moet er volledige informatie bekend zijn en er allereerst de voortgangsrapportage van de Trojka beschikbaar zijn. Dat is op dit moment niet het geval. Ik hecht er nogmaals aan om te benadrukken dat de Tweede Kamer de expliciete gelegenheid zal krijgen zich uit te spreken over de voortgang van het Griekse leningenprogramma voordat Nederland hier in Europa mee instemt.

Ik hoop u voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister van Financiën, J. R. V. A. Dijsselbloem

Naar boven