21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1980 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2023

Zoals ik uw kamer op 26 april jl. heb geïnformeerd, heeft het kabinet een voorstel ingediend voor de Nederlandse inzet ten behoeve van REPowerEU.1 Hiermee maakt Nederland aanspraak op een aanvullende € 735 miljoen aan middelen, onder meer bedoeld om de afhankelijkheid van Russische fossiele energie versneld af te bouwen. Het stemt mij goed u te kunnen melden dat de Ecofinraad op 17 oktober jl. het positieve advies van de Europese Commissie (hierna: CIE) ten aanzien van het Nederlandse voorstel heeft overgenomen: hiermee stijgt het totale voor Nederland beschikbare bedrag binnen de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) naar € 5,4 miljard.

Met deze brief informeer ik uw Kamer over het geaccordeerde REPowerEU-voorstel van Nederland en het verloop van de implementatie van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). Hierbij ga ik in op de volgende zaken:

  • 1. het definitieve REPowerEU-hoofdstuk en de bijstellingen van het HVP;

  • 2. de voortgang van de implementatie van het HVP;

  • 3. de publicatie van de honderd grootste eindontvangers van HVP-gelden.

1. Inhoud en proces definitieve REPowerEU-hoofdstuk en bijstellingen HVP

Inhoud en gelopen proces REPowerEU

De middelen die onder REPowerEU beschikbaar zijn, worden ingezet om de afhankelijkheid van Russische fossiele energiebronnen binnen Nederland en de Europese Unie versneld af te bouwen. Om aanspraak te kunnen maken op de voor Nederland gereserveerde € 735 mln. wordt – in lijn met de afspraken uit het coalitieakkoord – een pakket aan kabinetsvoornemens opgevoerd. Op te voeren maatregelen – investeringen en hervormingen – moeten bijdragen aan één of meerdere doelstellingen van REPowerEU, zoals het verbeteren van de energie-infrastructuur, het stimuleren van energie-efficiëntie en het bevorderen van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.2 Zoals eerder aangekondigd voert Nederland als investering de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) op. Dit betreft een opschaling van een maatregel die al in het HVP zit; dit is in lijn met de guidance van de CIE om snelle implementatie zoveel als mogelijk te bevorderen. Daarnaast heeft het kabinet een energiehervormingspakket voorgesteld, dat als doel heeft om netcongestie te mitigeren, en de vergunningverlening voor hernieuwbare energie-infrastructuurprojecten eenvoudiger te maken. De specifieke maatregelen en de gekoppelde mijlpalen en doelstellingen treft u in bijlage 1 bij deze brief.

Bijstelling van het Nederlandse HVP

Gelijktijdig met de goedkeuring van het REPowerEU-voorstel is een aantal wijzigingen in het bestaande HVP geaccordeerd. Artikel 21 van de HVF-verordening maakt het mogelijk om nationale HVP’en te wijzigen, indien sprake is van objectieve omstandigheden die tot bijstelling nopen. De volgende maatregelen zijn gewijzigd:

  • Project Zero Emission Services (ZES) (I&W);

  • Intelligente wegkantstations (I&W);

  • Woningbouwimplus (WBI) (BZK);

  • Hervorming van het pensioenstelsel (SZW);

  • Sectormaatwerktrajecten in het programma Nederland Leert Door (SZW);

  • Regionale Mobiliteitsteams (SZW);

  • Tijdelijke extra capaciteit voor de zorg in crisistijd (VWS);

  • Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (EZK).

De wijzigingen zijn noodzakelijk om te voorkomen dat het niet (tijdig) behalen van mijlpalen en doelstellingen resulteert in een korting op de door Nederland te ontvangen HVP-middelen. Meerdere lidstaten hebben hun plannen gewijzigd op basis van – door de CIE onderkende – objectieve omstandigheden. Een nadere toelichting op de Nederlandse wijzigingen is eveneens te vinden in de boven reeds genoemde bijlage 1. Een geconsolideerde versie van het plan, waarin alle wijzigingen – inclusief REPowerEU – hun beslag hebben gekregen, maak ik lopende dit najaar publiek beschikbaar.

Weging Nederlandse voorstellen door CIE

In de bijgevoegde beoordeling van de CIE (bijlage 2) is te lezen dat de ambities van het gewijzigde plan op alle pijlers minimaal gehandhaafd blijven ten opzichte van het in 2022 ingediende Nederlandse plan. Daarnaast is er sprake van een sterke ambitieverhoging op de maatregelen die zien op de eerdergenoemde REPowerEU-doelstellingen en de groene transitie. Met dit herziene plan draagt meer dan 51 procent van de middelen bij aan de REPowerEU-doelstellingen, en meer dan 54 procent aan de klimaatdoelen. De CIE stelt in haar analyse dat de door Nederland voorgestelde REPowerEU-maatregelen een sterk antwoord vormen op de energie- en geopolitieke uitdagingen waar de Europese Unie momenteel mee te maken heeft, en een duidelijke bijdrage leveren aan de actuele maatschappelijke uitdagingen ten aanzien van het Nederlandse energiesysteem.3

2. Voortgang implementatie HVP

Halfjaarlijkse HVP-rapportage aan CIE

Op 13 oktober jl. heb ik de halfjaarlijkse rapportage over het HVP aangeboden aan de CIE. Conform mijn toezegging d.d. 6 december 2022 deel ik deze rapportage ook met uw Kamer, zodat u op de hoogte bent van de voortgang van het HVP.4 U treft deze rapportage in bijlage 3. In de rapportage wordt over alle mijlpalen en doelstellingen gerapporteerd waarvan de geplande afronding voor het derde kwartaal van 2024 is.

Zoals te zien in de halfjaarlijkse rapportage loopt de implementatie van de meeste mijlpalen en doelstellingen tot het tweede kwartaal van 2024 voorspoedig. Bij mijlpalen met betrekking tot de investeringen in het European Rail Traffic Management System (ERTMS), Intelligente Wegkantstations (iWKS) en de Woningbouwimpuls (WBI) is er sprake van enige vertraging ten opzichte van het tijdspad dat in het eind 2022 vastgestelde HVP is vastgelegd; naar verwachting kunnen de vertragingen bij de ERTMS-mijlpalen nog worden ingelopen, voor iWKS en WBI is het te lopen tijdspad geactualiseerd in het nieuwe Raadsuitvoeringsbesluit.5

Indiening eerste betaalverzoek naar voorjaar 2024

Het voornemen is om het eerste Nederlandse betaalverzoek in het voorjaar van 2024 in te dienen bij de CIE. Dit is enkele maanden later dan tot nog toe gepland; om indiening namelijk mogelijk te maken, moet eerst de technische afstemming met de CIE over de zogeheten operationele regelingen en verificatiemechanismen van het geactualiseerde HVP worden afgerond. Hiermee wordt verankerd hoe Nederland motiveert en onderbouwt dat de maatregelen uit het HVP zijn gerealiseerd, zodat aanspraak op de middelen kan worden gemaakt. Daarnaast moet de verantwoordingsinformatie om aan te tonen dat de financiële belangen van de Unie geborgd zijn, volledig inzichtelijk zijn. Dit proces kent zijn uitdagingen, onder meer omdat het UBO-register lange tijd gesloten was, en ook nu maar deels toegankelijk is. Hierover heb ik u op 4 juli jl. geïnformeerd.6

Gevolgen controversieelverklaringen

Op 30 augustus jl. informeerde ik de Kamer over de mogelijke gevolgen van de controversieelverklaringen.7 Uw Kamer heeft besloten om twee HVP-relevante maatregelen controversieel te verklaren:

  • het wetsvoorstel Plan van Aanpak Witwassen (Kamerstuk 36 228), waar de HVP-maatregel limiet voor contante betalingen onderdeel van uitmaakt;

  • het wetsvoorstel Betalen naar Gebruik.

Indien de besluitvorming uitblijft om de gekoppelde HVP-mijlpalen alsnog tijdig te behalen, zal dit financiële gevolgen hebben, door aanzienlijke kortingen op de te ontvangen HVP-middelen.

3. Publicatie honderd grootste eindontvangers HVP-gelden

Op 4 juli jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de geactualiseerde HVF-verordening een aanvullende transparantieverplichting heeft onder artikel 25 bis.8 Deze bepaling schrijft voor dat lidstaten gegevens dienen te publiceren van de honderd grootste eindontvangers van HVP-middelen. Hiermee beoogt de verordening actieve publieke verantwoording en transparantie over de middelen vanuit de HVF te realiseren. Dit is eveneens in lijn met de vanuit uw Kamer geuite wens tot openbaarmaking van de gegevens van eindbegunstigden van HVP-middelen.9

Per oktober publiceert het kabinet de gegevens van de honderd grootste eindontvangers van Nederlandse HVP-middelen op rijksoverheid.nl.10 Tevens maakt de CIE de top-100 gegevens van alle EU-lidstaten op hun website openbaar.11 De verordening vereist elk half jaar de actualisatie deze gegevens; daarmee kan de samenstelling van de top-100 periodiek veranderen. De huidige rangschikking van de top-100 eindontvangers is bepaald op basis van gerealiseerde overboekingen van HVP-middelen tot en met de gehanteerde peildatum van 16 juni 2023.

4. Tot slot

De implementatie van het geactualiseerde HVP wordt nu voortgezet; het is mijn verwachting dat een volgend kabinet deze implementatie verder ter hand neemt om de beschikbare Europese middelen veilig te stellen. Hiermee kan geïnvesteerd worden in maatschappelijke prioriteiten als wonen, werk, het klimaat en de energietransitie. Bij indiening van de volgende halfjaarlijkse rapportage zal ik uw Kamer weer informeren, evenals bij relevante tussentijdse ontwikkelingen.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 22 112, nr. 3669.

X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 3669.

X Noot
4

Kamerstuk 36 200 IX, nr. 12.

X Noot
5

Kamerstuk, 21 501-07, nr. 1966.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1966.

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1970.

X Noot
8

Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG.

X Noot
9

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1881.

Naar boven