21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1686 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2020

Hierbij zend ik u het verslag van de videoconferentie van de Eurogroep van 7 die hervat werd op 9 april jl. Daarnaast treft u bijgevoegd het kwartaaloverzicht van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van het Ministerie van Financiën, conform de afspraken omtrent EU-informatievoorziening1.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Verslag Eurogroep 7 en 9 april 2020

Eurogroep – Inclusieve samenstelling

COVID-19: uitdagingen voor het economisch beleid

Tijdens de videoconferentie van de Eurogroep die op 7 en 9 april plaatsvond zijn afspraken gemaakt over de Europese beleidsreactie om de economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak te adresseren. Nederland is tevreden over het overeengekomen pakket aan maatregelen. Ze vormen een goede balans tussen wat solidair en verstandig is. Het pakket is conform de inzet van het kabinet zoals gecommuniceerd aan uw Kamer in de «Geannoteerde agenda extra ingelaste Eurogroep 7 april 2020»2, in de «Kamerbrief appreciatie Commissievoorstellen met economisch respons op COVID-19 uitbraak»3, en tijdens het notaoverleg op 7 april 2020 met de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer. De afspraken van de afgelopen Eurogroep zijn een aanvulling op de eerder genomen nationale en Europese maatregelen. Om een compleet beeld te schetsen grijpt dit verslag eerst terug op die eerder genomen maatregelen, voordat de belangrijkste uitkomsten van de Eurogroep van 7 en 9 april worden toegelicht.

Op maandag 16 maart jl. heeft de Eurogroep uitgebreid gesproken over een gecoördineerde aanpak van de economische gevolgen en uitdagingen van de COVID-19 uitbraak.4 Op basis daarvan is een Eurogroepverklaring overeengekomen.5 In deze verklaring is weergegeven welke financieel-economische maatregelen lidstaten nemen en is aangekondigd dat lidstaten alle benodigde maatregelen zullen nemen om economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Ook is in de verklaring van de Eurogroep opgenomen dat de Europese begrotingsregels zullen worden toegepast met de flexibiliteit die binnen de bestaande kaders beschikbaar is. Nederland heeft deze Europese maatregelen gesteund. Daarnaast heeft de Eurogroep de aangekondigde maatregelen van de Europese Commissie, de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Centrale Bank (ECB) verwelkomd. Tenslotte heeft de Eurogroep destijds alle EU-instanties opgeroepen om verdere opties te ontwikkelen om de economische gevolgen van COVID-19 te mitigeren.

Tijdens de Eurogroep van 24 maart jl. is verder gesproken over een gecoördineerde aanpak van de economische gevolgen en uitdagingen van de COVID-19 uitbraak.6 Lidstaten hebben elkaar geïnformeerd over de ontwikkelingen in hun land en de maatregelen die zij nationaal hebben genomen. Nederland heeft op 17 maart jl. een groot pakket aan maatregelen aangekondigd om de economische gevolgen van COVID-19 te mitigeren en economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Hierover bent u geïnformeerd middels de Kamerbrief Noodpakket banen en economie.7 Ook alle andere landen stellen dergelijke noodpakketten op. Door het delen van nationale «best practices» kunnen lidstaten van elkaars ervaringen leren. Verder zijn de stappen die door de Europese instellingen zijn genomen verwelkomd. Ook Nederland heeft steun uitgesproken voor de stappen die de Europese instellingen hebben gezet en het belang uitgedragen van een gecoördineerde Europese aanpak van de economische gevolgen van de COVID-19 uitbraak. De Europese Commissie en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) hebben nader toegelicht welke rol zij in het bestrijden van de crisis kunnen spelen. Het ESM heeft verschillende instrumenten tot zijn beschikking voor landen die in financiële problemen (dreigen te) komen.

De voorzitter van de Eurogroep, Mário Centeno, heeft n.a.v. de discussie in de Eurogroep op 24 maart jl. een brief gestuurd aan de voorzitter van de Europese Raad met zijn persoonlijke conclusies, ten behoeve van de videoconferentie van de regeringsleiders op 26 maart jl.8

In de videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 26 maart jl. is o.a. gesproken over maatregelen om de economische impact van de COVID-19 crisis te mitigeren. Op basis van die bespreking is de Eurogroep uitgenodigd om binnen twee weken met voorstellen te komen waar de leden van de Europese Raad zich vervolgens over kunnen uitspreken.9

De Eurogroep heeft naar aanleiding van deze uitnodiging van de leden van de Europese Raad op 7 en 9 april jl. uitgebreid gesproken over mogelijke voorstellen om de economische impact van de COVID-19 crisis te mitigeren. Op 9 april jl. heeft de Eurogroep hierover een rapport aangenomen, dat is doorgeleid naar de leden van de Europese Raad (zie bijgevoegd).10 In het rapport staat welke Europese beleidsmaatregelen tot nu toe zijn genomen en ook zijn verschillende nieuwe voorstellen opgenomen. Hieronder wordt op de meest relevante onderdelen van het rapport van de Eurogroep ingegaan.

Voorstellen van de Europese Commissie

In de Eurogroep is gesproken over verschillende voorstellen die de Europese Commissie op 2 april jl. heeft gepresenteerd om de economische impact van de COVID-19 crisis te mitigeren. Een appreciatie van deze voorstellen heeft u op 6 april jl. ontvangen in de Kamerbrief Appreciatie Commissievoorstellen met economische respons op COVID-19 uitbraak.11

De Eurogroep heeft de voorstellen van de Europese Commissie van 2 april jl. voor een verdere flexibilisering van de cohesiemiddelen binnen de Europese begroting verwelkomd. Ook Nederland heeft deze voorstellen gesteund, maar daarbij in de Eurogroep wel aangegeven dat het onfortuinlijk is dat de verdeling van de impact van deze maatregelen in de lidstaten geen goede weerspiegeling geeft van de impact van de COVID-crisis in de lidstaten. Door de voorstellen kunnen middelen sneller en gerichter worden ingezet (in aanvulling op het eerdere voorstel voor een Corona Response Investment Initiative), zoals versnelde financiering voor steun aan boeren en plattelandsontwikkeling en speciale COVID-19 maatregelen voor het Visserijfonds.

Ook heeft de Eurogroep het voorstel van de Europese Commissie van 2 april jl. verwelkomd om het Emergency Support Instrument (ESI) voor een periode van 2 jaar opnieuw in werking te stellen, voor de bestrijding van de COVID-19 crisis. Dit instrument is in 2016 in het leven geroepen om middelen ter beschikking te stellen voor de vluchtelingencrisis in Griekenland en kan worden gebruikt voor elke crisis die humanitaire hulp vereist. Zo is de Europese Commissie van plan om met dit instrument voor 2,7 miljard euro uit de Europese begroting zaken te financieren die bijdragen aan de bestrijding van COVID-19 zoals het opzetten van veldhospitalen, de aanschaf van medische voorraad en het transport van medisch materiaal en patiënten over de grens. Daarnaast hebben lidstaten de mogelijkheid om bilateraal extra bij te dragen aan het ESI. Nederland heeft steun uitgesproken voor dit voorstel, waarmee de Commissie nauw aansluit bij een eerder voorstel dat Nederland heeft gedaan voor een noodfonds bij de EU-begroting t.b.v. gezondheidsmaatregelen, waardoor tijdig middelen ter beschikking kunnen worden gesteld aan lidstaten en regio’s die het meest getroffen zijn door COVID-19.

Ook is de Eurogroep overeengekomen om uit het oogpunt van solidariteit en gezien de buitengewone omstandigheden een tijdelijk instrument op te richten waarmee financiële bijstand kan worden verleend in de vorm van leningen aan lidstaten tot maximaal 100 miljard euro, op basis van artikel 122 van het werkingsverdrag van de Europese Unie (VWEU). Het SURE-voorstel van de Europese Commissie van 2 april jl.12 zal hiertoe als basis dienen, maar zal op een aantal punten worden aangepast. Zo zal op verzoek van Nederland het instrument niet alleen kunnen worden ingezet voor financiële steun ten behoeve van maatregelen gericht op arbeidsduurverkorting en soortgelijke maatregelen ten behoeve van de bescherming van werknemers en zelfstandigen, maar ook voor maatregelen ten bate van de gezondheid. Nederland hecht aan een dergelijke verbreding gegeven de grote uitdagingen op dit vlak door de aard van deze crisis als in eerste instantie een crisis met gevolgen voor de volksgezondheid. Daarbij is duidelijk gemarkeerd dat rekening gehouden wordt met nationale competenties, welke door dit instrument niet worden gewijzigd. De Eurogroep heeft in haar rapport, mede op verzoek van Nederland, de tijdelijkheid van instrument benadrukt. Ook staat in het rapport van de Eurogroep dat aan dit instrument geen gevolgen kunnen worden verbonden ten aanzien van eventuele toekomstige voorstellen van de Europese Commissie voor een structurele Europese herverzekering voor nationale WW-stelsels. De Europese Commissie kan de middelen die nodig zijn voor dit instrument mobiliseren op de internationale kapitaalmarkt. De Europese Commissie heeft in haar voorstel aangegeven daarvoor aanvullende garanties van de lidstaten nodig te hebben om terugbetaling van de gemobiliseerde middelen te waarborgen. Mede op verzoek van Nederland is door de Eurogroep afgesproken dat eerst zoveel mogelijk de marge tussen de plafonds voor het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en de plafonds zoals vastgelegd in het eigenmiddelenbesluit gebruikt zal moeten worden alvorens lidstaten dergelijke additionele garanties zullen verstrekken. De bovengenoemde afspraken t.a.v. het instrument zullen worden uitgewerkt via het besluitvormingstraject van de Raad van de Europese Unie. Conform artikel 122 VWEU zal het Europees Parlement worden geïnformeerd over het besluit van de Raad. De Tweede Kamer zal nader op de hoogte gebracht worden van de aanpassingen in het Commissievoorstel. Ook over de benodigde garanties en de budgettaire verwerking daarvan zal het parlement nader worden geïnformeerd.

Europese Investeringsbank (EIB)

Verder heeft de Eurogroep het voorstel van de EIB-groep verwelkomd voor een pan-Europees garantiefonds van 25 miljard euro waarmee tot 200 miljard euro aan financiering voor Europese bedrijven, met name voor het mkb in de hele EU, kan worden gemobiliseerd. De Eurogroep heeft de EIB uitgenodigd dit voorstel zo snel mogelijk te operationaliseren. Nederland is positief over het vergroten van de inzet van de EIB-groep. Hierbij is het voor Nederland belangrijk dat instrumenten vraaggestuurd zijn, snel ingezet kunnen worden en dat de instrumenten efficiënt en tijdelijk zijn. Over de daadwerkelijke besluitvorming aangaande deze voorgestelde aanvullende maatregelen van de EIB en de gevolgen voor de Nederlandse begroting zal uw Kamer t.z.t. nader worden geïnformeerd.

Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)

Ook is in de Eurogroep gesproken over de mogelijke rol die het ESM kan vervullen. De heer Centeno gaf in zijn brief van 24 maart jl. aan dat er in de Eurogroep brede steun is om te onderzoeken op welke manier het ESM een rol kan spelen, middels bijvoorbeeld het gebruik van de kredietlijn tegen verscherpte voorwaarden (Enhanced Conditions Credit Line, ECCL), gericht op de huidige omstandigheden en binnen het bestaande raamwerk zoals vastgelegd in het ESM-verdrag. Deze Eurogroep is steun uitgesproken om de ECCL gezien de huidige COVID-19 crisis tijdelijk beschikbaar te stellen voor lidstaten die daar gebruik van willen maken. Daarbij wordt gedacht aan een envelop ter grootte van 2% van het bruto binnenlands product (bbp) van die lidstaten als uitgangspunt. Op verzoek van Nederland is als voorwaarde voor gebruik van de kredietlijn opgenomen dat landen zich er aan committeren om deze te gebruiken ter ondersteuning van de binnenlandse financiering van directe en indirecte gezondheidszorg, genezing en kosten gerelateerd aan preventie als gevolg van de COVID-19 crisis. Nadat de COVID-19 crisis voorbij is, zal de kredietlijn niet meer beschikbaar zijn, en blijven landen gecommitteerd aan het versterken van hun economische en financiële fundamenten. De ESM instrumenten blijven ook beschikbaar indien een land in financieel-economische problemen raakt, waarbij dan voorwaarden op het vlak van financieel-economische beleid gelden. Het belang van deze beleidsvoorwaarden heeft Nederland steeds benadrukt, omdat het ervoor zorgt dat lidstaten sterker uit een financieel-economische crisis komen. In het rapport van de Eurogroep staat dat gestreefd wordt om de ECCL gericht op de COVID-19 crisis binnen twee weken beschikbaar te stellen, indien de regeringsleiders daarvoor mandaat geven, waarbij rekening gehouden zal worden met nationale procedures en grondwettelijke vereisten. De Tweede Kamer zal nader geïnformeerd worden conform de gemaakte afspraken over informatievoorziening aangaande besluitvorming ten aanzien van het verstrekken van financiële bijstand door het ESM.13

Economisch herstel

Ook is in de Eurogroep overeengekomen om te werken aan een tijdelijk herstelfonds en over aanpassingen van het voorstel voor het volgende MFK ten behoeve van het herstel na de COVID-19-crisis. Het doel van dit fonds is om tijdelijk programma’s te financieren waarmee het economisch herstel in Europa kan worden bevorderd. Ten aanzien van de vormgeving zijn nog veel zaken open. In het rapport van de Eurogroep staat dat op basis van de discussie tussen de regeringsleiders verder invulling gegeven zal worden aan de eigenschappen van dit fonds, hoe dit zich verhoudt tot het MFK en hoe de financiering vorm te geven inclusief eventuele innovatieve financiële instrumenten die geoorloofd zijn binnen het EU-verdrag. Ook staat de Eurogroep klaar om, samen met andere instellingen, te werken aan een plan om de gevolgen van de COVID-19 crisis voor de Europese economie te beperken en te mitigeren en duurzame groei te bevorderen d.m.v. van investeringen en hervormingen.

Eurobonds

Verder hebben tijdens de vergadering verschillende lidstaten het belang van eurobonds benadrukt. Zoals ook aangegeven in de geannoteerde agenda van deze Eurogroep is Nederland geen voorstander van eurobonds en mede op instigatie van Nederland vormen eurobonds geen onderdeel van het huidige pakket aan maatregelen. Het uitgangspunt van de Europese verdragen is dat landen verantwoordelijk zijn voor hun eigen begroting. Het samen uitgeven en/of garant staan voor elkaars overheidsschuld voor het structureel financieren van begrotingen en schulden past hier niet bij. Dergelijke eurobonds vormen ook geen oplossing voor het aanpakken van deze door een pandemie veroorzaakte crisis en pakt de structurele uitdagingen van lidstaten niet aan. U kunt het standpunt ten aanzien van eurobonds teruglezen in de Kamerbrief over veilige activa uit februari jl.14

Naar boven