21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2935 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2024

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda voor de Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 17 en 18 oktober 2024 en de reguliere voortgangsrapportage handelsakkoorden aan.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 17 EN 18 OKTOBER 2024

Introductie

Op vrijdag 18 oktober a.s. vindt de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel plaats in Boedapest, onder Hongaars voorzitterschap. De informele Raad zal waarschijnlijk vooraf worden gegaan door een diner op donderdag 17 oktober. Tijdens de informele vergadering van de Raad op 18 oktober zal achtereenvolgens worden gesproken over de handelsbetrekkingen van de Europese Unie (EU) met de landen van de Associatie van Zuidoost-Aziatische landen (ASEAN) en over het toekomstige beleid van de Europese Unie (EU) ten aanzien van investeringsbeschermings-overeenkomsten. Ook staat de handelsrelatie tussen de EU en Moldavië geagendeerd. Tot slot zal tijdens de lunch de handelsrelatie met China worden besproken.

Economische betrekkingen EU-ASEAN-landen

Tijdens de Raad zal naar verwachting gesproken worden over de economische betrekkingen tussen de EU en de ASEAN-landen. Waar in het verleden werd gesproken over een region to region handelsakkoord tussen de EU en de ASEAN-landen, is inmiddels overgegaan op onderhandelingen over bilaterale handelsakkoorden met individuele ASEAN-landen. Momenteel lopen er onderhandelingen met Indonesië en Thailand, en in oktober 2024 zullen de onderhandelingen met de Filipijnen starten. Ook Maleisië heeft aangegeven de onderhandelingen met de EU over een handelsakkoord te willen hervatten. Mogelijk zullen ook de onderhandelingen met India (geen lid van ASEAN) kort worden besproken.

In de bijgevoegde reguliere voortgangsrapportage handelsakkoorden is een overzicht van de lopende onderhandelingen opgenomen. De onderhandelingen met Indonesië zijn het verst gevorderd en het is mogelijk dat deze op korte termijn worden afgerond. Het kabinet zal steun uitspreken voor het onderhandelen van ambitieuze handelsakkoorden met de landen in de ASEAN-regio. Uiteraard blijft gelden dat het kabinet ieder nieuw akkoord op de merites zal beoordelen alvorens een definitieve Nederlandse positie in te nemen wanneer deze akkoorden ter besluitvorming worden aangeboden.

Vooruitblik EU-beleid investeringsbeschermingsovereenkomsten

Naar verwachting zal de Raad stil staan bij de stand van zaken van het EU investeringsbeschermingsbeleid en bespreken hoe dit beleid in de toekomst verder kan worden gebracht. Ten aanzien van investeringsbescherming geldt dat er sprake is van een gemengde EU bevoegdheid. Sinds 2015 zet de EU in op moderne EU investeringsbeschermingsakkoorden met derde landen, hetgeen heeft geleid tot uit onderhandelde investeringsakkoorden met Vietnam, Singapore en Canada (als onderdeel van CETA). Tot op heden is echter nog geen enkel nieuw EU-investeringsbeschermingsovereenkomst in werking getreden, hetgeen ratificatie door alle 27 EU lidstaten vereist. Tijdens de Raad zal worden gesproken over mogelijke manieren om de gebrekkige voortgang te adresseren. Naar verwachting zal daarnaast ook aandacht zijn voor de autorisatieprocedures door de Europese Commissie die van toepassing zijn op de onderhandelingen en goedkeuring van bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten tussen individuele Europese lidstaten en derde landen. Nederland heeft momenteel een aantal van dergelijke overeenkomsten in onderhandeling, zoals ook weergegeven in de bijgevoegde voortgangsrapportage handelsakkoorden. Het kabinet wil graag bestaande investeringsbeschermingsverdragen kunnen moderniseren, in lijn met de uitgangspunten van het Nederlandse model investeringsbeschermingsakkoord, en waar relevant en mogelijk ook nieuwe investeringsbeschermingsakkoorden kunnen aangaan.

Handelsrelaties EU-Moldavië

Ook zal de Raad naar verwachting verdere handelsfacilitatie op basis van het EU-Moldova Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) bespreken. Momenteel gelden er voor Moldavië tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen. Deze lopen op 24 juli 2025 af. Nederland steunt het onderzoeken of verdere wederzijdse tariefliberalisering mogelijk is, op voorwaarde dat Moldavië de EU-regelgeving, inclusief dierenwelzijn en milieuwetgeving, overneemt en implementeert.

Lunch over EU-China handelsrelaties

De Raad zal tijdens de lunch stil staan bij de handelsrelatie met China. De EU hanteert nog altijd de meervoudige benadering met betrekking tot China waarin China als partner, concurrent en systeemrivaal wordt beschouwd. Binnen deze benadering hebben de laatste twee aspecten de afgelopen jaren meer nadruk gekregen. Zoals ook in de Raadsconclusies van 30 juni 2023 vastgesteld zet de EU binnen de handels- en economische relatie met China in op het verbeteren van het gelijke speelveld. Daarnaast blijft de EU de risico’s van strategische afhankelijkheden zo veel mogelijk mitigeren zonder de intentie te hebben zich te ontkoppelen. Nederland steunt deze Europese inzet. Tegelijkertijd blijft gelden dat de EU, en zeker ook Nederland, een bijzonder belang heeft bij een open, op regels gebaseerd en voorspelbaar internationaal handelssysteem. Daarin wordt ook een inspanning van China verwacht, bijvoorbeeld om zich aan WTO-afspraken te houden.

BIJLAGE 1: VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDELSAKKOORDEN – OKTOBER 2024

Deze bijlage bevat informatie omtrent in onderhandeling zijnde handelsakkoorden van de Europese Unie (EU) die nog niet definitief in werking zijn getreden en EU-handelsakkoorden waarbij de betrokken partijen al de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden. Ontwikkelingen sinds het toezenden van de vorige voortgangsrapportage van de betreffende onderhandelingen zijn dikgedrukt weergegeven.

A. Multilaterale handelsakkoorden

Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies:

Het mandaat om binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over visserijsubsidies te onderhandelen is onderdeel van de Doha Ontwikkelingsagenda (DDA). Doel is om bepaalde vormen van subsidie af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit en overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde (IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Tijdens de 12e ministeriële conferentie van de WTO (MC12) bereikten de WTO-leden een (deel)akkoord ter beperking van schadelijke visserijsubsidies. Het akkoord bevat belangrijke afspraken waaronder een absoluut verbod op subsidies voor illegale, niet-gerapporteerde en ongereguleerde (IUU)-visserij en op subsidies voor visserij op ongereguleerde volle zee evenals substantiële beperkingen op subsidies die bijdragen aan overbevissing. Daarnaast is afgesproken dat verder onderhandeld wordt over uitstaande punten, waaronder verdere inperking van subsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit. Het bereikte akkoord kan na ratificatie door tweederde van de WTO-leden in werking treden. Het Europees Parlement heeft op 19 april jl. ingestemd met de sluiting van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst van Marrakesh wat betreft de overeenkomst over visserijsubsidies. Op 25 mei 2023 heeft de Raad besloten over de sluiting van het protocol waarna het visserijsubsidieakkoord door de EU is geratificeerd. Inmiddels hebben 83 WTO-leden het akkoord formeel geratificeerd.

Daarnaast wordt sinds begin 2023 onderhandeld over een vervolgakkoord over overbevissing en overcapaciteit. Het streven was om hier tijdens de 13e ministeriële conferentie van de WTO (MC13) een akkoord over te bereiken. Hoewel dat niet gelukt is, hebben WTO-leden aangegeven door te willen onderhandelen over het vervolgakkoord. In het MC12-akkoord is opgenomen dat dit akkoord beëindigd wordt als de WTO leden niet binnen vier jaar na inwerkingtreding een breder akkoord overeenkomen.

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer deze onderhandelingen worden hervat, ook gezien het veranderde internationale krachtenveld sinds 2016. In december 2021 heeft de EU samen met andere WTO-leden een verklaring inzake handel en milieu ondertekend1. In lijn met deze verklaring zal de Europese Commissie namens de EU inzetten op het verder brengen van de discussie over handel in groene klimaatgoederen, en -diensten. De nadruk ligt vooralsnog op het thema klimaat, non-tarifaire barrières en de ontwikkelingsdimensie. In het stimuleren van handel door tariefliberalisering lijkt momenteel nog weinig interesse onder de WTO-leden.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.2 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden. Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationale krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer deze onderhandelingen worden hervat.

Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce):

In december 2017 hebben 71 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, en marge van de 11e Ministeriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd die als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming, bescherming van persoonsgegevens en privacy en grensoverschrijdende datastromen. In januari 2019 hebben 76 leden van de WTO, waaronder de eerdergenoemde leden, in een gezamenlijk Joint Statement Initiative (JSI) te Davos besloten onderhandelingen te starten over de aan handel gerelateerde aspecten van e-commerce. Ondertussen is het aantal deelnemers gestegen tot 91.

De onderhandelingen vinden voor de EU plaats op basis van het mandaat voor de Doha Ontwikkelingsagenda, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019 door de Raad zijn vastgelegd.3 Na vijf jaar zijn de onderhandelingen over het e-commerce JSI op technisch niveau afgerond. Op 26 juli jl. is een joint statement met de tekst van het plurilaterale akkoord van het e-commerce JSI gepubliceerd door de WTO4. Het is nu de vraag of alle WTO leden bereid zijn formeel vast te stellen dat de onderhandelingen inderdaad afgerond zijn. Op het moment dat besluitvorming aan de orde is, zal uw Kamer een appreciatie ontvangen van het akkoord met daarbij een voorgenomen kabinetspositie.

Onderhandelingen over binnenlandse regelgeving voor diensten (domestic regulation):

In december 2017 hebben 59 WTO-leden en marge van de 11e Ministeriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd die als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen over domestic regulation. Het betreft onder andere afspraken over transparantie van maatregelen voor autorisaties om een dienst te kunnen verlenen, zoals vergunningsvereisten en -procedures, kwalificatie-eisen en -procedures en technische normen (bijvoorbeeld de tijdige publicatie van informatie over autorisatieprocedures). Op 2 december 2021 zijn de onderhandelingen afgerond. Tijdens de 13e Ministeriële Conferentie van de WTO in Abu Dhabi, op 27 februari 2024, zijn de afspraken van kracht geworden. 71 WTO-leden, waaronder de EU, passen de afspraken momenteel toe. Aangezien dit akkoord nu van kracht is en daarmee geen sprake meer is van een in onderhandeling zijnd akkoord, zal dit akkoord in de volgende versie van deze voortgangsrapportage niet meer worden opgenomen.

Onderhandelingen over investeringsfacilitering (investment facilitation):

In juli 2023 hebben de WTO deelnemers aan het Joint Statement Initiative (JSI) on Investment Facilitation for Development de onderhandelingen over een gezamenlijke tekst afgerond. Dit plurilaterale initiatief zet in op het verbeteren van het investerings- en bedrijfsklimaat en het faciliteren van investeringen. Het initiatief bevat nadrukkelijk geen elementen ten aanzien van investeringsbescherming of markttoegang. Een belangrijk aspect van dit initiatief is het bevorderen van het aandeel van ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde leden aan de wereldwijde investeringsstromen. De kernelementen van het initiatief zijn de verbetering van de transparantie en voorspelbaarheid van investeringsmaatregelen, het vereenvoudigen van investeringsgerelateerde administratieve procedures, en het versterken van de dialoog tussen overheden en investeerders. Het initiatief benadrukt ook verantwoord ondernemersgedrag, het voorkomen en bestrijden van corruptie, en het garanderen van speciale behandeling, technische assistentie, en capaciteitsopbouw voor ontwikkelingslanden en minst ontwikkelde landen. Ruim 125 WTO-leden nemen deel aan het JSI, waaronder veel ontwikkelingslanden. De volgende stap is om te bepalen hoe het JSI geïntegreerd zal worden in het WTO-kader. Om het JSI als plurilaterale overeenkomst in het WTO-kader op te nemen is consensus van alle WTO-leden in de Algemene Raad nodig.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan.

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

De landen in deze regio zijn: Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Congo-Brazzaville, Congo-Kinshasa, Equatoriaal Guinee, Gabon en São Tomé & Principe. In de Centraal-Afrikaanse regio is het EPA als interim-akkoord alleen in werking getreden met Kameroen, met als mogelijkheid dat andere landen in de regio op een later moment toetreden tot het EPA. Met Kameroen vindt overleg plaats over een mogelijke verdieping van het EPA. Onderhandelingen over het oorsprongsprotocol tussen de EU en Kameroen onder het EPA zijn afgerond. Onderhandelingen met andere landen in Centraal-Afrika over toetreding tot het EPA verlopen moeizaam. Een groot deel van de Centraal-Afrikaanse landen valt onder het Algemeen Preferentieel Stelsel, een voorwaardelijk handelsstelsel waarmee de EU tariefpreferenties voor import aanbiedt aan bepaalde ontwikkelingslanden.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

De landen in deze regio zijn: Benin, Burkina Faso, Gambia, Ghana, Guinée, Guinée-Bissau, Ivoorkust, Kaapverdië, Liberia, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Senegal, Sierra Leone en Togo (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Eind 2014 is een akkoord bereikt over een EPA. Van hen hebben dertien landen het akkoord direct ondertekend. In 2018 hebben ook Gambia en Mauritanië ondertekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is dat de EPA niet ondertekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord ondertekend hebben. In de tussentijd zijn in 2016 interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen. Beide worden voorlopig toegepast. Onder deze akkoorden is in juni 2022 de Alliance on Sustainable Cocoa tot stand gekomen. In deze Alliance hebben de EU, Ivoorkust, Ghana en de cacaosector afspraken gemaakt over het verbeteren van het inkomen van cacaoboeren op duurzame wijze, het elimineren van kinderarbeid in de cacaosector en het tegengaan van ontbossing. In het najaar van 2023 vonden de meest recente EPA-comités met respectievelijk Ivoorkust en Ghana plaats.5

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt over een EPA met Burundi, Kenia, Rwanda, Tanzania en Oeganda, de toenmalige vijf leden van de Oostelijk Afrikaanse Gemeenschap (de East African Community, EAC). Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst. Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. Het EAC-EPA treedt pas in werking als alle EAC-landen het verdrag hebben ondertekend en geratificeerd. In afwachting van de inwerkingtreding van het EPA is tijdens een top van EAC-staatshoofden in februari 2021 besloten om EAC-landen de mogelijkheid te geven om onderhandelingen met de EU op bilateraal niveau voort te zetten. Zodoende heeft Kenia de Commissie op 4 mei 2021 verzocht om bilaterale onderhandelingen te starten. Andere EAC-leden zouden op een later moment kunnen toetreden tot het EPA. Op 19 juni jl. zijn de Commissie en Kenia een onderhandelaarsakkoord overeengekomen voor een EU-Kenia EPA. Op 28 september jl. heeft de Commissie de concept-Raadsbesluiten en de tekst van het EU-Kenia EPA ter besluitvorming aan de Raad aangeboden. Uw Kamer is hier op 13 november over geïnformeerd.6 Op 12 december is het EU-Kenia EPA door de Raad aangenomen en op 18 december heeft de Commissie het EPA namens de EU ondertekend.7 Het EU-Kenia EPA is op 1 juli 2024 in werking getreden.8 Rwanda is mogelijk geïnteresseerd in toetreding tot het EU-Kenia EPA. Sinds 2014 zijn nog drie landen lid geworden van de EAC: Zuid-Sudan in september 2016, Congo-Kinshasa in juli 2022 en Somalië in maart jl. Deze landen zijn (nog) geen partij bij het EAC-EPA, noch bij het EPA met Kenia, maar komen in aanmerking voor preferenties onder het Algemeen Preferentieel Stelsel.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

De Comoren, Djibouti, Eritrea, Ethiopië, Madagaskar, Malawi, Mauritius, de Seychellen, Sudan, Zambia en Zimbabwe worden tot Oostelijk en Zuidelijk Afrika gerekend. Sinds 2012 wordt voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een interim-EPA toegepast. Sinds 2017 maken de Comoren ook onderdeel uit van deze overeenkomst. In januari 2019 besloten de partijen de overeenkomst te verdiepen. Tijdens de onderhandelingsronde op 18–22 maart jl. is ter verdieping van het EPA een voorlopig akkoord bereikt op enkele deelterreinen, zoals visserij, technische handelsbarrières en intellectueel eigendom. De volgende onderhandelingsronde is voorzien van 30 september tot 4 oktober. De ambitie is te komen tot een veelomvattend modern akkoord met betrokkenheid van de «civil society» en de parlementen.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland). Andere landen in de SADC-regio (Comoren, de Democratische Republiek Congo, Madagaskar, Malawi, Mauritius, Seychellen, Tanzania, Zambia en Zimbabwe) maken deel uit van andere regionale groepen waarmee de EU samenwerkt. Angola heeft formeel haar «accession negotiation letter» ingediend en de toetredingsprocedure is in gang gezet. Het SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari 2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika. De voorbereidingen voor de review van het SADC-EU EPA zijn in oktober 2021 gestart. Ter ondersteuning van deze onderhandelingen heeft de Europese Commissie op 22 maart 2023 een tender toegekend voor een ex-post evaluatie van het huidige SADC-EU EPA.9 De evaluatie wordt naar verwachting in april 2024 afgerond. Ook is overeenstemming bereikt welke stappen gezet moeten worden voor de toetreding van Angola tot het EPA. De procedures aan Europese zijde voor ratificatie van een duurzaam investeringsfacilitatieakkoord met Angola (SIFA) zijn inmiddels afgerond.10 Uw Kamer is over de afronding van de onderhandelingen over dit akkoord geïnformeerd middels een separate Kamerbrief.11 Dit akkoord draagt bij aan de toetreding van Angola tot de SADC-EU EPA.

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming. Tijdens de EU-Marokko Associatieraad in juni 2019 is nog gesproken over hervatting van de onderhandelingen. Deze hervatting is nog niet gepland of verder besproken.

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen.12 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in Tunis.13 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.

C.2 Azië:

ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)14 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om de onderhandelingen te vervolgen op het niveau van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen. Op 1 december 2020 vond de 23e ASEAN-EU ministeriële ontmoeting (virtueel) plaats, waar ASEAN en de EU hun betrekkingen verdiepten door een strategisch partnerschap te sluiten. Ook op de Joint Cooperation Comité virtuele vergadering van 28 maart 2021 herbevestigden ASEAN en de EU hun intenties om uiteindelijk tot een regionaal handelsakkoord te komen. Tijdens deze vergadering werd ook de samenwerking besproken op het gebied van klimaat en duurzaamheid, zoals met betrekking tot bosbehoud, duurzame landbouw en visserij. ASEAN-lidstaten (AMS) en de Commissaris van Handel van de Europese Unie (EU) vergaderden virtueel op 14 september 2021. Er werd afgesproken verder te werken aan de ontwikkeling van parameters voor een toekomstig ASEAN-EU-handelsakkoord. In september 2022 vond de ASEAN Economic Ministers – EU Consultation plaats. Hier werd besloten dat de EU-ASEAN Werkgroep zich niet langer zal richten op het vaststellen van parameters voor een handelsakkoord, maar zal focussen op sectorale samenwerking over digitale economie, groene technologieën en diensten, en weerbaarheid van waardeketens.

China (EU-China Investment Agreement):

Op 30 december 2020 kondigden de EU en China aan een principeovereenkomst te hebben bereikt over het EU–China Comprehensive Agreement on Investment (CAI). De Kamer is hierover geïnformeerd per brief.15 De onderhandelingen over het CAI waren gaande sinds 2013. De conceptteksten evenals de conceptversies van annexen zijn online gepubliceerd.16 Deze teksten moeten nog juridisch opgeschoond en vertaald worden. Op basis van de tekst van de principeovereenkomst lijkt er sprake van een EU-only overeenkomst. Zoals vermeld in de beantwoording op Kamervragen over het CAI, kan het kabinet pas een volledige analyse van het akkoord maken als een definitieve tekst beschikbaar komt inclusief alle bijlagen.

In mei 2021 heeft de Commissie bij monde van Uitvoerend Vicepresident Dombrovskis aangegeven dat de goedkeuringsprocedure van het CAI wordt stilgelegd. Dit was in reactie op de Chinese sancties op Europese politici. Tevens heeft het EP uitgesloten het CAI te bespreken zolang de sancties van kracht zijn. De grote zorgen die Nederland al eerder had over de link tussen handel en mensenrechten in de EU–China relatie lijken daarmee binnen de EU meer tractie te hebben gekregen. Een formele kabinetspositie over het CAI zal pas aan de orde zijn als alle definitieve teksten zijn ontvangen. Voor Nederland geldt daarbij dat de mensenrechtensituatie in China zwaar weegt, waarbij in het bijzonder verbetering van de situatie t.a.v. dwangarbeid noodzakelijk is. Nederland zal aandacht blijven vragen voor de wisselwerking tussen handel en mensenrechten in de EU–Chinarelatie.

Filipijnen (EU–Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN-regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd. De onderhandelingen werden kort daarna onderbroken. Op 31 juli 2023 werd aangekondigd dat de intentie er was om de onderhandelingen weer te hervatten. Een scoping exercise vond plaats om te kijken of de opvattingen die de EU en de Filipijnen over het handelsakkoord hebben voldoende overeenkwamen.17 De eerstvolgende onderhandelingsronde vindt aankomende oktober plaats.

GCC (handelsakkoord EU–Gulf Cooperation Council):

De Europese Gemeenschap en de GCC startten onderhandelingen voor een handelsakkoord in 1990. De onderhandelingen werden echter stopgezet in 2008. In juni 2022 ontving de Europese Commissie van de Raad een aanmoediging tot versnelling van het verkennende werk om vast te stellen of de voorwaarden bestaan die een hervatting van de onderhandelingen mogelijk maken.18

India (India–EU Free Trade Agreement):

De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord. Sinds de zomer van 2013 lagen de onderhandelingen stil, wegens een gebrek aan een gelijk ambitieniveau. Sindsdien heeft de Commissie de strategische dialoog met India wel voortgezet om de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen en de mogelijkheden bekeken om te komen tot een separaat investeringsakkoord. Tijdens de EU–India Top op 8 mei 2021 werd besloten de onderhandelingen over een gebalanceerd, ambitieus, alomvattend en wederzijds voordelig handelsakkoord te hervatten.

Tevens is toen afgesproken om de onderhandelingen over een separaat investeringsakkoord op te starten alsook over een separaat akkoord inzake de bescherming van geografische indicaties. De eerste ronde ter hervatting van de onderhandelingen vond plaats in juni 2022. Sindsdien zijn er acht onderhandelingsrondes geweest, waarvan de laatste van 23 tot 27 september jl. was. In deze onderhandelingen is vooralsnog weinig vooruitgang geboekt. Op 25 april 2022 kondigden de voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen en de Indiase premier Modi aan om een Trade en Technology Council te starten om de nexus tussen handel, technologie en veiligheid te bespreken. De Trade and Technology Council omvat drie werkgroepen. Deze gaan over strategische technologieën, e-governance en digitale connectiviteit, groene en schone energie technologieën en handel, investeringen en weerbare waardeketens. De eerste bijeenkomst van de Trade and Technology Council vond plaats op 16 mei 2023 in Brussel. De datum van de volgende bijeenkomst is nog niet bekend.

Indonesië (Indonesia–EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Op traditionele handelsonderdelen is 80% afgerond, maar er is weinig voortgang ten aanzien van meer moderne handelshoofdstukken zoals TSD, subsidies en overheidsaanbestedingen. Van 2020 tot 2022 vonden vier onderhandelingsrondes plaats, allemaal via videoconferenties vanwege COVID. In deze jaren is weinig vooruitgang geboekt. Vanaf 2023 zijn er zeven onderhandelingsrondes geweest, waarvan de laatste plaatsvond van 1 tot 5 juli 2024. Momenteel vinden intensieve gesprekken plaats tussen de Europese Commissie en Indonesische counterparts gericht op mogelijke afronding van de onderhandelingen dit najaar.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Kirgizië (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), die in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren: een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 9 oktober 2017 keurde de Raad het mandaat van de Commissie voor onderhandelingen over een Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA) goed. Tijdens de EU–Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst in 2019 hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De lidstaten van de EU zijn in maart 2023 overeengekomen dat het EPCA als gemengd akkoord dient te worden behandeld.19 Op 17 april 2024 werd het akkoord namens Nederland ondertekend. Het betreft een gemengd akkoord dat ter goedkeuring aan het parlement zal worden voorgelegd. Uw Kamer wordt hierover volgens de gebruikelijke procedures geïnformeerd.20

Maleisië (Malaysia–EU FTA (MEUFTA)):

Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De onderhandelingen zijn na de zevende, en tot nu toe laatste, ronde in april 2012 stilgelegd op verzoek van Maleisië. Vooralsnog is er nog geen zicht op de hervatting van de onderhandelingen. Op dit moment vindt een scoping exercise plaats om te onderzoeken of de onderhandelingen hervat moeten worden. Maleisië heeft aangegeven de onderhandelingen te willen hervatten.

Myanmar (EU–Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Op 26 en 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden. Op 1 februari 2021 vond in Myanmar een staatsgreep plaats. De EU heeft in haar Raadsconclusies opgeroepen voor de-escalatie en aangegeven samen te willen werken met partijen die de democratie steunen.21 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement (EPCA)):

De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Daarnaast heeft Oezbekistan sinds 10 april 2021 preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). De EU en Oezbekistan onderhandelen over een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november 2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het EPCA formeel en marge van de EU–Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. Op 6 juli 2022 zijn de onderhandelingen voor het EU–Oezbekistan EPCA afgerond. Momenteel wordt het akkoord juridisch geschoond.

Singapore (European Union–Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

De EU–Singapore akkoorden zijn op 19 oktober 2018 ondertekend. Het gaat om een handelsakkoord en een investeringsakkoord. De akkoorden vormen een belangrijke kans voor het bedrijfsleven en zullen tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU en Singapore.

Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Het handelsakkoord is op 21 november 2019 in werking getreden. Bij de viering van het 1-jarig bestaan van het verdrag tekenden de EU en Singapore een samenwerkingsovereenkomst «Administrative arrangement on cluster cooperation», een instrument voor het benutten van de voordelen van EUSFTA door middel van regelmatige uitwisselingen en business matchmaking voor Singaporese en Europese bedrijven. Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming. Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen Nederland en Singapore vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord en het EU-investeringsakkoord op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het investeringsakkoord is een gemengd akkoord en kan pas in werking treden nadat het is geratificeerd door alle EU-lidstaten.22 In Nederland is de goedkeuring van het investeringsakkoord in voorbereiding.

Singapore (digitale handel):

Op 27 juni 2023 heeft de Europese Commissie van de Raad mandaat gekregen om te onderhandelen over een akkoord over digitale handel. Uw Kamer heeft hierover een BNC-fiche ontvangen.23 Op 25 juli jl. hebben de EU en Singapore de onderhandelingen afgerond. Dit akkoord is het eerste op zichzelf staande akkoord over digitale handel. Het betreft een aanvulling op het bestaande handelsakkoord tussen de EU en Singapore, dat van kracht is sinds 2019, en voorziet in moderne en ambitieuze regels over digitale handel inclusief grensoverschrijdende gegevensstromen. Het betreft een EU-only akkoord waarbij de goedkeuring via de Raad loopt, gezien het akkoord alleen onderdelen bevat die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen. De Europese Commissie zal de tekst juridisch opschonen en vertalen, waarna de tekst ter goedkeuring aan de Raad wordt voorgelegd. Wanneer de tekst wordt voorgelegd ontvangt uw Kamer een brief met een kabinetsappreciatie van het akkoord.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Tadzjikistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement (EPCA):

De samenwerking tussen de EU en Tadzjikistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 2010 in werking is getreden. Daarnaast heeft Tadzjikistan preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). De EU en Tadzjikistan onderhandelen over een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het PCA. Op 8 december 2022 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van deze onderhandelingen. De derde onderhandelingsronde over het handelsgedeelte van het EPCA vond plaats in april 2024.

Thailand (EU–Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar aanleiding hiervan stelde de Raad in haar conclusies van 14 oktober 201924 dat de nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieus en alomvattend handelsakkoord te hervatten. Nederland heeft tijdens de RBZ/Handel in november 2019 gesteld dat de EU zou moeten overwegen opnieuw naar de onderhandelingsinzet te kijken. In maart 2023 werd aangekondigd dat de onderhandelingen weer hervat konden worden. De meest recente onderhandelingsronde vond in juni jl. plaats in Brussel. Het is nog onbekend wanneer de volgende onderhandelingsronde zal plaatsvinden.

Vietnam (EU–Vietnam Investment Protection Agreement):

Per 1 augustus 2020 is het EU–Vietnam handelsakkoord in werking getreden. Daarnaast is op 30 juni 2019 een investeringsakkoord tussen de EU en Vietnam ondertekend. Dit verdrag is op 12 februari 2020 door het Europees Parlement goedgekeurd. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het door de nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd. In Nederland is de goedkeuring van het investeringsakkoord in voorbereiding. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord van het EU–Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.

Zuid-Korea (digitale handel):

Op 27 juni 2023 heeft de Commissie van de Raad mandaat gekregen om te onderhandelen over een akkoord, specifiek over digitale handel. Uw Kamer heeft hierover een BNC-fiche ontvangen.25 De onderhandelingen lopen momenteel.

C.3 Europa:

Andorra, Monaco en San Marino (overkoepelend Association Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en de drie microstaten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in, bij voorkeur, één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel van dit associatieakkoord is het vergroten van welvaart en het verder bestendigen van het goede nabuurschap, waarbij de microstaten nauwer geïntegreerd worden in de Europese Interne Markt terwijl er tegelijkertijd rekening wordt gehouden met de unieke eigenschappen van de betreffende landen. Op 14 september jl. kondigde de Europese Commissie aan de onderhandelingen met Monaco op te schorten. De onderhandelingen met Andorra en San Marino gingen door op basis van het Raadsmandaat. Gedurende de Raad Algemene Zaken van 12 december jl. kondigde de Commissie aan een onderhandelaarsakkoord met Andorra en San Marino te hebben bereikt. Naar verwachting deelt de Commissie de teksten begin 2024 met de Raad ter besluitvorming nadat deze opgeschoond en vertaald zijn. Het kabinet zal een standpunt innemen na ontvangst van de concept-Raadsbesluiten en een appreciatie met de Kamer delen. Op dinsdag 30 april 2024 heeft de Europese Commissie de concept Raadsbesluiten ter ondertekening en sluiting van het associatieakkoord gedeeld. Het kabinet zal op basis van deze concept raadsbesluiten een appreciatie opstellen en met de Kamer delen.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte van een nieuw akkoord vond plaats van 23 tot en met 25 april 2019 in Bakoe. De onderhandelingen hebben vertraging opgelopen en sinds juli 2021 wordt gepoogd een nieuwe onderhandelingsronde te organiseren. Streven is dat de volgende ronde zal plaatsvinden wanneer voortgang is geboekt in technische discussies.

Gibraltar (uitvloeisel Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU–VK)

In het akkoord met het VK is slechts opgenomen dat over de verhouding EU–Gibraltar nadere afspraken dienden te worden gemaakt. Deze beoogde EU–VK-overeenkomst inzake Gibraltar heeft als doel fysieke grensinfrastructuur en controles voor personen- en goederencontroles op de grens tussen Spanje en Gibraltar overbodig te maken, aangevuld met afspraken o.g.v. transport, milieu & klimaat, sociale zekerheidscoördinatie en burgerrechten die noodzakelijk zijn om bij te dragen aan gedeelde welvaart in de regio. Ook voorziet het mandaat in het opnemen van vrijwaringsmaatregelen om de veiligheid van het Schengengebied te waarborgen. Deze maatregelen zien onder meer op migratie- en veiligheidsvlak. Uw Kamer heeft een BNC fiche26 ontvangen, de onderhandelingen lopen momenteel. De laatste en zestiende onderhandelingsronde vond plaats van 23–25 januari jl. Er vinden momenteel gesprekken plaats op politiek niveau tussen de Europese Commissie, het Verenigd Koninkrijk en Spanje om verdere vooruitgang in de onderhandelingen te bewerkstelligen.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

In 1997 is het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) tussen de EU en Rusland in werking getreden. In 2008 waren onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Per besluit van de Raad zijn deze onderhandelingen sinds 2014 opgeschort. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne. In reactie op de Russische invasie van Oekraïne heeft de EU aanvullende sancties ingevoerd die de handel met Rusland sterk beperken.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de EU en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Voorts is Turkije sinds 1999 kandidaat-lidstaat van de Unie en zijn in 2005 gesprekken over toetreding van start gegaan. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen. De Europese Raad (ER) herhaalde in juni 2021, in lijn met zijn conclusies van maart 2021, dat indien Turkije zich constructief blijft opstellen, de Europese Unie bereid is om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze de samenwerking met Turkije op een aantal gebieden te intensiveren. In dat verband constateerde de ER dat op technisch niveau een begin was gemaakt met het werk aan een mandaat voor de eventuele modernisering van de douane-unie. De ER onderstreepte dat aanvullende guidance van de ER nodig is voordat de Raad een dergelijk mandaat mag aannemen. De ER benadrukte eveneens dat Turkije de implementatie van de douane-unie moet verbeteren. Mede op Nederlands aandringen herhaalde de ER dat een dialoog over mensenrechten en de rechtsstaat een integraal onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije blijft. Eind november 2023 publiceerden de Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden op verzoek van de ER van juni 2023 een strategisch rapport over de stand van zaken van de relatie tussen de EU en Turkije met aanbevelingen om de relatie te intensiveren.27 Uw Kamer is hierover geïnformeerd.28

Zwitserland (Institutional Framework Agreement):

Het kader voor de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland wordt momenteel gevormd door meer dan 100 afzonderlijke bilaterale akkoorden die over de afgelopen decennia zijn afgesloten. De EU en Zwitserland hebben eerder onderhandeld over een Institutional Framework Agreement (IFA) ter modernisering cq. vervanging van deze akkoorden. Zwitserland heeft op 26 mei 2021 unilateraal het besluit genomen het onderhandelingsresultaat niet vast te stellen. Deze beslissing heeft het Zwitserse binnenlandse debat over de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland verdiept. Op 15 december jl. heeft de Zwitserse Bondsraad een nieuw conceptmandaat aangenomen voor het starten van onderhandelingen met de EU gebaseerd op een common understanding tussen de Commissie en Zwitserland. Deze common understanding zet een breed pakket aan maatregelen uiteen ter modernisering en verdere ontwikkeling van de bilaterale relatie.29 Op 20 december jl. publiceerde de Commissie een onderhandelingsmandaat aan de Raad om de onderhandelingen met Zwitserland te starten o.b.v. de common understanding. Uw Kamer heeft hierover een BNC-fiche ontvangen.30 De onderhandelingen lopen momenteel.

C.4 Noord- en Midden-Amerika:

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM–EU EPA):

In 2008 zijn de onderhandelingen over het CARIFORUM–EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart en het EPA voorlopig wordt toegepast, behalve in Haïti. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd. Het EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd.31 In het monitoringsrapport over de voorlopige toepassing van het EPA, dat op 2 september jl. is gepubliceerd32, wordt geconcludeerd dat nog steeds gewerkt moet worden aan de implementatie van het EPA. CARIFORUM verzoekt de Europese Commissie om te onderhandelen over de mogelijke uitbreiding van geografische indicaties.

Mexico (modernisering EU–Mexico Global Agreement):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU–Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 28 april 2020 is er een onderhandelaarsakkoord bereikt tussen de Europese Commissie en Mexico. De Commissie is met de Mexicaanse onderhandelaars overeengekomen om het handelsdeel van het akkoord als een op zichzelf staand interim-akkoord te ondertekenen en in werking te laten treden. Na inwerkingtreding van het Global Agreement als geheel zal het interim-akkoord dan kunnen vervallen. Dat zou betekenen dat het handelsgedeelte van de Global Agreement als tussentijds handelsakkoord aan de Raad wordt voorgelegd. Het kabinet zal bij de voorlegging een standpunt innemen over de vorm en inhoud van het akkoord zoals aangeboden door de Europese Commissie aan de Raad. Het handelsdeel van de Global Agreement zet in op 97% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is van belang het wegnemen van onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels, het openstellen van aanbestedingsprocedures op sub-federaal niveau en de afspraken voor vergrote markttoegang voor landbouwproducten, zoals zuivel, pluimvee, varkens, eierproducten, aardappelen, bloembollen en granen. Ten opzichte van de bestaande EU–Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord. Voor wat betreft het investeringsdeel van het Global Agreement is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor de oprichting van het Investment Court System. Beide partijen hebben de hoop uitgesproken de onderhandelingen op korte termijn af te ronden.

Centraal Amerika (EU–Central America Association Agreement):

De EU en de Midden-Amerikaanse regio (Guatemala, Costa Rica, El Salvador, Honduras, Nicaragua en Panama) zijn een associatieakkoord, inclusief een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement, overeengekomen dat in juni 2012 is ondertekend. Doel ervan is om de economische groei, de democratie en de politieke stabiliteit in Midden-Amerika te ondersteunen. De handelspijler van het associatieakkoord wordt sinds augustus 2013 voorlopig toegepast met Honduras, Nicaragua en Panama, sinds oktober 2013 met Costa Rica en El Salvador, en sinds december 2013 met Guatemala. Nederland heeft het akkoord in 2014 geratificeerd. In 2022 kwam het Associatiecomité bijeen ter ere van het tienjarig jubileum van het akkoord. Ook werd een evaluatie van het akkoord gepubliceerd.33 Na ratificatie door België afgelopen januari als laatste EU lidstaat werd het akkoord officieel van kracht op 1 mei jl.34 Aangezien dit akkoord daarmee volledig in werking is getreden en daarmee geen sprake meer is van een in onderhandeling zijnd akkoord, zal dit akkoord in de volgende versie van deze voortgangsrapportage niet meer worden opgenomen.

Verenigde Staten:

Op 15 april 2019 is een Raadsbesluit aangenomen waarmee twee mandaten aan de Europese Commissie zijn verleend voor onderhandelingen met de Verenigde Staten. Het gaat om (1) een mandaat voor onderhandelingen over een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging voor industriële goederen, inclusief visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen over een akkoord met betrekking tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.35 Op het terrein van deze twee mandaten zijn afgelopen periode geen nieuwe ontwikkelingen geweest. In het Raadsbesluit van 15 april 2019 is tevens het onderhandelingsmandaat voor de Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) als verouderd en niet meer relevant verklaard.

Op 20 juli 2023 heeft de Raad een mandaat verleend aan de Commissie om onderhandelingen te starten over een EU–VS grondstoffenakkoord. Uw Kamer is op 30 juni jl. geïnformeerd over het voorstel voor een onderhandelingsmandaat36 en op 20 juli jl. over de goedkeuring van het onderhandelingsmandaat.37 Het beoogde akkoord heeft tot doel om de waardeketens van grondstoffen die worden gebruikt bij de productie van de accu’s van elektrische voertuigen te versterken.

Bovendien kan daarmee worden bewerkstelligd dat producten uit de EU in aanmerking komen voor de clean vehicle tax credit van de Inflation Reduction Act (IRA). Er is echter al enige tijd geen voortgang geweest in de onderhandelingen met de VS over dit akkoord.

C.5 Oceanië:

Australië (EU–Australia Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.38 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Er is geen sprake van onderhandelingen over investeringsbescherming. Op 18 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Het streven bestond om eind 2023 tot een onderhandelaarsakkoord te komen, echter een aantal inhoudelijke punten staan nog open na de laatste onderhandelingsronde waarover uw Kamer is geïnformeerd.39

Economisch Partnerschap met de ACP-landen in de Stille Oceaan (EU–Pacific EPA):

De onderhandelingen over een regionale EPA met de ACP-landen in de Stille Oceaan worden gevoerd met de Cookeilanden, Fiji, Kiribati, de Marshalleilanden, de Federale Staten van Micronesië, Nauru, Niue, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Samoa, de Solomon-eilanden, Oost-Timor, Tonga, Tuvalu en Vanuatu. Met Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji, Samoa en de Solomon-Eilanden is een interim-EPA overeengekomen die voorlopig wordt toegepast.40 Naar verwachting treden Tuvalu, Niue en Tonga op korte termijn, na goedkeuring door het Europees Parlement, toe tot het EPA. Uw Kamer is hier op 10 januari jl.41 en 15 maart jl.42 over geïnformeerd. De toetreding van eilandstaten tot het EPA en de verdieping van het EPA zijn op 6–7 februari jl. besproken in het EU–Pacific EPA comité.43 Vanuatu heeft in juli jl. een toetredingsverzoek ingediend bij de Europese Commissie. Naar verwachting wordt dit verzoek binnenkort ter besluitvorming voorgelegd aan de Raad.

C.6 Zuid-Amerika:

Chili (modernisering Association Agreement):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om onder andere het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.44 Op 9 december 2022 hebben de EU en Chili de onderhandelingen over een gemoderniseerd geavanceerd kaderovereenkomst inhoudelijk afgerond. Het gaat om een Advanced Framework Agreement (AFA) met twee delen: a) een politiek partnerschapsdeel en b) een handels- en investeringendeel (iTA). Daarnaast is overeenstemming bereikt met Chili over een interim-handelsakkoord dat de handelsafspraken van het AFA repliceert. De teksten zijn juridisch opgeschoond en vertaald. Het kabinet heeft de Kamer geïnformeerd over de inhoud van de overeenkomsten, de kabinetsappreciatie, het besluitvormingsproces en de voorgenomen kabinetspositie ten aanzien van de Raadsbesluiten inzake het iTA en het AFA.45 Op 13 december jl. hebben Chili en de EU het iTA en het AFA ondertekend. Ook de individuele EU lidstaten waaronder Nederland, hebben het AFA ondertekend. In maart jl. heeft de Raad ingestemd met de goedkeuring van het iTA, waarmee ratificatie aan EU-zijde is afgerond. Na afronding van ratificatie aan Chileense zijde zal het iTA in werking treden. Het AFA betreft een gemengd akkoord dat ter goedkeuring aan het parlement zal worden voorgelegd. Uw Kamer wordt hierover volgens de gebruikelijke procedures geïnformeerd.

Colombia, Peru en Ecuador (EU–Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijenhandelsovereenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Bolivia bleef buiten deze onderhandelingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 en met Ecuador in juli 2014 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013, met Colombia per augustus 2013 en met Ecuador per 1 januari 2017. Het verdrag treedt in werking als alle verdragspartijen geratificeerd hebben. Nederland heeft het akkoord in 2014 geratificeerd. België heeft als laatste EU lidstaat het akkoord op 6 mei jl. geratificeerd.46 Nadat de Raad de drie Andes lidstaten heeft geïnformeerd over deze laatste ratificatie, kan het akkoord in werking treden, mogelijk al per 1 november aanstaande. In 2022 werd de evaluatie van de implementatie van het (tot nu toe voorlopig toegepaste) handelsverdrag gepubliceerd.47

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en sinds kort Bolivia zijn lid van Mercosur. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst (eerst tijdelijk, in augustus 2017 bevestigd). In 2000 zijn de EU en de Mercosur-landen gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord. Venezuela is niet betrokken bij de onderhandelingen met de EU en dat geldt vooralsnog ook voor Bolivia. Op 28 juni 2019 werd een onderhandelaarsakkoord bereikt, waarbij een aantal voorlopige teksten door de Europese Commissie is gepubliceerd.48 Ter uitvoering van een Kamermotie49 voerde Wageningen Universiteit in 2020 een studie uit over de mogelijke effecten van het handelsakkoord voor de Nederlandse landbouw.50 Naar aanleiding van de motie Kamminga51 wordt dit onderzoeksrapport geactualiseerd. De Commissie heeft haar Sustainability Impact Assessment in maart 2021 samen met een eigen positie paper gepubliceerd.52 In maart 2023 heeft de Commissie een voorstel gedaan om te komen tot een additioneel instrument over aanvullende duurzaamheidsafspraken bij het handelsdeel van het onderhandelaarsakkoord uit 2019.53 Op 14 september 2023 hebben de Mercosur-landen een formele reactie gestuurd aan de Europese Commissie over dit voorstel. Uw Kamer is hier op 5 oktober 2023 over geïnformeerd.54 Momenteel zijn de Commissie en de Mercosur-landen hierover nog in onderhandeling, evenals over aanvullende wensen van de Mercosur-landen die raken aan specifieke onderdelen van het handelsdeel van het onderhandelaarsakkoord.

D. Bilaterale Nederlandse investeringsakkoorden (IBO’s)

Argentinië:

Op 2 en 3 mei 2019 zijn eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken verliepen in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst. Sindsdien zijn er geen verdere stappen ondernomen.

Burkina Faso:

Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso heeft in december 2019 een eigen inzet gedeeld. Sindsdien zijn er geen verdere stappen ondernomen.

Ecuador

Ecuador heeft het investeringsakkoord (tot stand gekomen op 27-6-1999, in werking getreden op 1-7-2001) opgezegd in 2017. Het investeringsakkoord is vanaf 1-7-2021 buiten werking. Op 29 en 30 april 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken verliepen in een positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst. Sindsdien zijn er geen verdere stappen ondernomen.

Ghana:

In april 2023 zijn de eerste verkennende gesprekken gestart tussen Nederland en Ghana om het huidige investeringsakkoord (dat dateert uit 1989) te vervangen door een gemoderniseerd investeringsbeschermingsakkoord. De eerste verkennende gesprekken waren positief en constructief. Wanneer de goedkeuring van de Europese Commissie verkregen is, zullen de onderhandelingen officieel van start gaan. De verwachting is dat dit in 2024 zal plaatsvinden.

Irak:

Op 21 november 2019 is een voorstel van Irak binnengekomen om te onderhandelen over een investeringsakkoord, nadat eerder de Nederlandse modeltekst met de Iraakse autoriteiten was gedeeld. Er is nog geen datum voor een eerste gesprek bekend en er zijn sindsdien geen verdere stappen ondernomen.

Nigeria:

In juni 2023 zijn de heronderhandelingen van het bestaande investeringsbeschermingsakkoord gestart. De eerste verkennende gesprekken waren positief en constructief.

Sindsdien hebben vier onderhandelingsronden plaatsgevonden, waarvan de laatste in Nederland van 30 september t/m 2 oktober 2024.

Turkije:

In 2019 zijn verkennende gesprekken gestart met Turkije over de heronderhandelen van het bestaande investeringsbeschermingsakkoord. De laatste gesprekken vonden plaats in 2020. Er zijn geen concrete plannen om de heronderhandelingen te hervatten.

Verenigde Arabische Emiraten (VAE):

Nederland en de VAE hebben in 2013 een investeringsbeschermingsovereenkomst ondertekend. Deze IBO is door VAE geratificeerd. NL heeft deze IBO niet geratificeerd maar een wijzigingsprotocol geformuleerd op basis van de nieuwe modeltekst dat is voorgelegd aan het VAE. Het VAE heeft nog niet op het wijzigingsprotocol gereageerd.


X Noot
4

directdoc.aspx (wto.org)

X Noot
11

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 31 985, nr. 81.

X Noot
14

De volgende landen zijn lid van ASEAN: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

X Noot
17

EU–the Philippines: free trade agreement (Europa.eu)

X Noot
20

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 21 501-02, nr. 2790.

X Noot
23

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 22 112, nr. 3685.

X Noot
25

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 22 112, nr. 3685.

X Noot
26

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 22 112, nr. 3206.

X Noot
28

Kamerstukken II, vergaderjaar 2023–2024, 21 501-02, nr. 2821.

X Noot
29

Common Understanding with Switzerland (Europa.eu)

X Noot
30

Kamerstukken II, vergaderjaar 2023–2024, 22 112, nr. 3895.

X Noot
36

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 21 501-02, nr. 2691.

X Noot
37

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 21 501-02, nr. 2705.

X Noot
39

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023, 21 501-02, nr. 2784.

X Noot
41

Kamerstukken II, vergaderjaar 2023–2024, 21 501-02 nr. 2796.

X Noot
42

Kamerstukken II, vergaderjaar 2023–2024, 21 501-02 nr. 2862.

X Noot
45

Kamerstukken II, vergaderjaar 2022–2023–2024, 21 501-02, nr. 2715.

X Noot
46

Trade Agreement between the European Union and its Member States, of the one part, and Colombia and Peru, of the other part – Consilium (Europa.eu)

X Noot
49

Kamerstukken II, vergaderjaar 2018–2019, 34 952, nr. 75.

X Noot
50

Kamerstukken II, vergaderjaar 2020–2021, 31 985, nr. 68.

X Noot
51

Kamerstukken II, vergaderjaar 2023–2024, 36 410-XVII, nr. 24.

Naar boven