21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2050 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2019

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 15 oktober 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD ALGEMENE ZAKEN IN ARTIKEL 50 SAMENSTELLING VAN 15 OKTOBER 2019

Voorbereiding Europese Raad 17–18 oktober

De Raad Algemene Zaken zal de Europese Raad van 17–18 oktober voorbereiden. Op de agenda staan een gedachtewisseling over de onderhandelingen van het Meerjarig Financieel Kader en de uitvoering van de Strategische Agenda. Tijdens een eerste bespreking in de RAZ van 16 september (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2047) gaf een aantal lidstaten aan klimaat toe te willen voegen aan de agenda van de ER. Tot slot zullen de ontwikkelingen rond de terugtrekking van het VK uit de EU besproken worden door de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling (ER Artikel 50), die wordt voorbereid door de Raad Algemene Zaken in Artikel 50 samenstelling (RAZ Artikel 50).

De definitieve inzet van het kabinet volgt in de Geannoteerde Agenda van de Europese Raad van 17–18 oktober. De Minister van Buitenlandse Zaken is niet in de gelegenheid de Raad Algemene Zaken bij te wonen.

Meerjarig Financieel Kader

Aan de hand van een nog te ontvangen notitie van het Fins Voorzitterschap zal de Raad spreken over het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Naar verwachting zal het Voorzitterschap de regeringsleiders voorstellen om aan de hand van een mogelijke bandbreedte te spreken over de omvang van het nieuwe MFK. Daarbij zal ook aandacht zijn voor de balans tussen verschillende uitgavencategorieën. Nederland zal zich conform de kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen (Kamerstuk 21 501-20, nrs. 1349 en 1379) opstellen, waarbij de basis is dat Nederland een afdrachtenstijging als gevolg van Brexit wil vermijden en hecht aan ambitieuze inhoudelijke modernisering van het MFK. Dit betekent hervorming van en bezuiniging op traditionele fondsen als cohesiebeleid en gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en een MFK waarin meer aandacht is voor onderwerpen als innovatie en onderzoek, migratie, klimaat en veiligheid. Ook zal de Voorzitterschapsnotitie naar verwachting ingaan op conditionaliteiten. Dit is voor het kabinet onlosmakelijk verbonden met het nieuwe MFK.

Institutioneel / follow-up strategische agenda

Bij het agendapunt van de follow-up van de Strategische Agenda bespreekt de Raad de stand van zaken van de implementatie. Voorgedragen voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen is uitgenodigd om de prioriteiten van de Commissie voor de komende vijf jaar toe te lichten. Nederland zet zich in om te komen tot een adequate interinstitutionele programmering voor de komende jaren op de beleidsprioriteiten conform de Strategische Agenda. Nederland richt zich daarbij op migratie, veiligheid, een sterke en duurzame economie die bescherming biedt, klimaat en een EU die Europese waarden en belangen in het buitenland veiligstelt. Overkoepelend daarbij is aandacht voor het functioneren van de EU, met o.a. respect voor de democratische rechtsstaat, effectieve en efficiënte instellingen en transparantie. Het is aan de nieuwe Commissie voorstellen te doen om de doelen van de Strategische Agenda te halen.

Ook zal de Europese Raad het besluit bekrachtigen om Christine Lagarde te benoemen tot president van de Europese Centrale Bank. De Ecofin Raad van 9 juli jl. nam hiertoe unaniem een aanbeveling aan (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1618). De Bestuursraad van de ECB en het Europees Parlement hebben eveneens steun uitgesproken voor de voordracht van mevrouw Lagarde.

Klimaat

De Raad zal spreken over het klimaat in het kader van de voorbereiding van de Europese Raad. Daarbij zullen naar verwachting de uitkomsten van de VN klimaattop van 23 september en de voorbereiding van de COP25 in Santiago in december worden meegenomen.

Nederland steunt bespreking van dit agendapunt en is sterk voorstander van een ambitieus Europees klimaatbeleid. Nederland onderstreept de door de Commissie voorgestelde ambitie voor een klimaatneutrale Unie in 2050. Dit doel past bij de Nederlandse inzet om het huidige 2030-doel voor de EU van ten minste 40% op te hogen naar 55%. Een tijdig ingezette, geleidelijke transitie kan immers helpen om de kosten ervan te beperken. Nederland is met andere landen uit de kopgroep van ambitieuze EU landen van mening dat de EU ook moet aangeven bij de VN dat zij haar nationaal bepaalde bijdrage (NDC) in 2020 zal aanscherpen naar 55% CO2 reductie in 2030. Daarnaast steunt Nederland een ambitieuze European Green Deal die de Commissie in de eerste 100 dagen wil aannemen. Met ambitieuze EU klimaat doelstellingen kan de EU een leidende rol spelen, een voorbeeldfunctie vervullen en derde landen inspireren om aangescherpte nationaal bepaalde bijdrages en lange termijn strategieën in te dienen in 2020. Tegen dit licht vindt Nederland het belangrijk om druk te houden op het EU besluitvormingsproces over klimaatneutraliteit.

Extern / MH17

In lijn met de motie van de leden Van Dam en Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2044) en met verwijzing naar de conclusies van de Europese Raad van 20 juni jl. zal Nederland herhalen hoe belangrijk het is dat de Europese Raad het belang van volledige medewerking aan het onderzoek van het JIT blijft onderstrepen en dat alle staten, waaronder Rusland, volledige medewerking verlenen aan het onderzoek van het JIT, overeenkomstig VNVR Resolutie 2166.

Uitbreiding

De Raad zal zich opnieuw buigen over de aanbevelingen van de Europese Commissie om de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië respectievelijk Albanië te openen. De Raad besloot op 18 juni jl. om uiterlijk in oktober «duidelijke en inhoudelijke besluiten» te nemen ten aanzien van de respectievelijke aanbevelingen van de Commissie. Een appreciatie van het uitbreidingspakket van de Commissie, die tevens de basis vormt voor de Nederlandse inzet bij de voorbereidingen van de Raadsconclusies van 15 oktober 2019, is uw Kamer reeds toegegaan op 5 en 6 juni jl. (Kamerstuk 23 987, nr. 361)

De Raad concludeerde op 26 juni 2018 dat de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië geopend zouden kunnen worden nadat een concreet pad met rechtsstaatshervormingen geïmplementeerd zou zijn: het land moest duurzame en tastbare resultaten boeken op het gebied van hervormingen van de justitiële sector, de veiligheidsdiensten, de veiligheidssector en het openbaar bestuur (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1890). Het kabinet deelt de constatering van de Commissie dat de regering van Noord-Macedonië in het afgelopen jaar veel positieve stappen heeft gezet. Het «Prespa»-akkoord is een voorbeeld voor de regio en op de hervormingsagenda zijn aantoonbare stappen gezet. Met de overdracht aan het Openbaar Ministerie is de voortzetting van de SPO-zaken verzekerd. Een belangrijke nog te zetten stap is het aannemen van een wet die ook de onafhankelijke vervolging van eventuele toekomstige corruptie op het hoogste niveau garandeert. Hierover is voortdurend intensief overleg gaande tussen oppositie en regering. Dit heeft vooralsnog niet geresulteerd in een concrete uitkomst.

De Raad concludeerde tevens op 26 juni 2018 dat Albanië een concreet pad met rechtsstaatshervormingen diende te implementeren voordat de toetredingsonderhandelingen geopend zouden kunnen worden: het land moest de justitiële hervormingen bestendigen en tastbare resultaten boeken in de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad. Het Kabinet verwelkomt de stappen die Albanië in het afgelopen jaar reeds heeft gezet op het terrein van ingrijpende vetting, oprichting van een aantal instellingen op het terrein van rechtsstaat, een stijgend aantal politie-operaties en veroordeling van twee grote criminelen. Maar Albanië moet meer werk maken van bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. De Special Anti-Corruption and Organised Crime Structure (SPAK) zou in ieder geval eerst operationeel moeten zijn en Albanië dient een overtuigend track record te laten zien in de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie. Om nu tot starten van de onderhandelingen te besluiten, vindt het Kabinet prematuur.

Nog niet alle lidstaten hebben definitief hun standpunt bepaald, maar een grote meerderheid in de Raad is voor het openen van de toetredingsonderhandelingen met beide landen. Veel lidstaten stelden eerder vaart te willen maken met het uitbreidingsproces zodat het momentum van de juridische hervormingen behouden blijft, de EU haar waarden en normen kan projecteren op de Westelijke Balkanlanden en de bevolking perspectief wordt geboden. Deze lidstaten benadrukten de transformerende kracht van het uitbreidingsproces. De EU moet haar beloftes nakomen; dat doen Noord-Macedonië en Albanië immers ook, aldus deze lidstaten. Voor veel lidstaten, zeker in de directe regio, spelen ook geopolitieke overwegingen en de stabiliteit in de regio een rol. Een aantal lidstaten wil daarom een koppeling van beide besluiten. Deze groep lidstaten is het eens met de aanbevelingen van de Commissie ten aanzien van Noord-Macedonië en Albanië en wenst de toetredingsonderhandelingen met deze beide landen zo snel mogelijk te openen. Deze lidstaten onderstreepten dat het slechts gaat om de start van een lang proces – en niet om daadwerkelijke toetreding.

Inmiddels heeft ook de Duitse Bondsdag ermee ingestemd dat de Duitse regering zich uitspreekt voor het openen van de onderhandelingen met Noord-Macedonië, waarbij blijvende aandacht voor voortgang van de hervormingen, met name op het terrein van rechtsstaat en aanpak corruptie en georganiseerde misdaad, gevraagd wordt. Daarnaast heeft de Bondsdag ermee ingestemd dat de Duitse regering zich uitspreekt voor het openen van de onderhandelingen met Albanië, mits er aan aanvullende voorwaarden voldaan is. Deze voorwaarden betreffen onder andere het opnieuw functioneren van het Hooggerechtshof en het Constitutioneel Hof alsmede implementatie van electorale hervormingen. De Bondsdag verlangt daarbovenop verdere voortgang op onder andere het gebied van georganiseerde misdaad en corruptie op alle niveaus voordat de eerste hoofdstukken in de toetredingsonderhandelingen met Albanië geopend zullen kunnen worden.

AOB Transparantie

Transparantieseminar d.d. 24 september 2019

Het Fins Voorzitterschap organiseerde op 24 september een conferentie over de toekomst van transparantie met discussies rond de thema’s «moving forward on transparency» en «regulating access to documents, outlook for the next 20 years». Nederland was hier ook vertegenwoordigd. Het voorzitterschap zal tijdens de RAZ de bevindingen van deze conferentie nader toelichten. Het kabinet beoogt dat de uitkomsten van deze conferentie worden gebruikt om de door Nederland voorgestane inzet op het gebied van transparantie, zoals neergelegd in het non-paper, verder te brengen.

In het kader van het verder brengen van de transparantieagenda heeft Minister Blok eerder in de Kamer aangegeven dat hij in contact zal treden met de Europese Ombudsman. Tijdens zijn bezoek aan het Europees Parlement op 17 september heeft er een constructief gesprek plaatsgevonden met mevrouw O’Reilly. Er is van gedachten gewisseld over het belang van transparantie in het besluitvormingsproces, ter bevordering van de inzichtelijkheid en volgbaarheid van het proces, en om het publiek de mogelijkheid te geven daar onderdeel van uit te maken en invloed op uit te oefenen. Gesproken is over hoe de transparantieagenda in de Raad en het Europees Parlement verder te brengen. Het aanwijzen van een kandidaat-commissaris in de Europese Commissie verantwoordelijk voor transparantie werd verwelkomd. De Ombudsman sprak haar dank uit voor de actieve inzet van Nederland.

Raad Algemene Zaken in Artikel 50 samenstelling

Stand van Zaken

De RAZ Artikel 50 zal de stand van zaken met betrekking tot de terugtrekking van het VK uit de EU bespreken ter voorbereiding op de ER Artikel 50 van 17 of 18 oktober 2019.

Na het aantreden van Boris Johnson als premier van het Verenigd Koninkrijk op 24 juli 2019 zijn er weer gesprekken geweest tussen het VK en de Commissie. De regering-Johnson heeft herhaaldelijk de wens uitgesproken om de EU op 31 oktober 2019 te verlaten, met of zonder terugtrekkingsakkoord. Daarnaast heeft de regering-Johnson, onder andere op 19 augustus in een brief van premier Johnson aan Europese Raadsvoorzitter Donald Tusk, aangegeven dat de backstop uit het terugtrekkingsakkoord zou moeten worden verwijderd en dat de regering ook niet akkoord kan gaan met de bepalingen over gelijk speelveld, zoals vastgelegd in het terugtrekkingsakkoord en in de politieke verklaring over het kader voor de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK.

Op 9 september is in het VK de European Union (Withdrawal) (No. 2) Act 2019 («Benn Act») van kracht geworden, waarmee wordt vastgelegd dat de Britse premier een verlenging van de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn tot en met 31 januari 2020 moet aanvragen indien het parlement op 19 oktober 2019 nog niet ofwel een akkoord ofwel een no deal Brexit heeft goedgekeurd. Een verlenging van de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn is juridisch gezien mogelijk. Indien een verzoek tot verlenging wordt ingediend, zal de ER Artikel 50 dit met aandacht bestuderen en hier met eenparigheid van stemmen, en met instemming van het VK, over besluiten.

De gesprekken op technisch niveau gaan verder in Brussel. Het VK heeft recentelijk vier non-papers gepresenteerd. Deze beslaan de onderwerpen sanitaire en fytosanitaire afspraken (SPS), douanevereisten, het verband tussen SPS en douanevereisten, en industriële goederen. De non-papers zijn op het verzoek van het VK niet gedeeld met de EU27, maar alleen met de Europese Commissie. De non-papers hebben niet geleid tot een doorbraak omdat ze nog ver verwijderd zijn van een sluitend pakket van substantiële, concrete en operationele voorstellen die de backstop zouden kunnen vervangen. Het VK heeft zelf bevestigd dat de voorstellen in de non-papers zouden leiden tot een grens op het Ierse eiland en dat ze geen juridisch operationele oplossingen bevatten, zodat ze verder zouden moeten worden uitgewerkt tijdens de in het terugtrekkingsakkoord voorziene overgangsperiode.

Hoewel de politieke ontwikkelingen in Londen elkaar snel opvolgen, blijft de positie van de EU27 duidelijk. De inzet van de EU27 en het kabinet blijft onverminderd gericht op een ordelijk vertrek van het VK uit de EU met een terugtrekkingsakkoord. Het terugtrekkingsakkoord is de beste – en thans enige – manier om een ordelijk vertrek van het VK uit de EU te realiseren en de basis te leggen om daarna in goed vertrouwen te bouwen aan de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK. Het voorziet ook in een overgangsperiode om te onderhandelen over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK.

Het kabinet blijft met de EU27 open staan voor concrete en realistische voorstellen van de Britse regering voor de Ierse grens die verenigbaar zijn met het terugtrekkingsakkoord. Het is aan het VK om zulke voorstellen te presenteren om de huidige impasse te doorbreken. Gezien het feit dat de ER Artikel 50 op 17 of 18 oktober bijeenkomt en de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn op 31 oktober 2019 (24:00 uur) verloopt, is het van groot belang dat het VK dit zo snel mogelijk doet.

Tegen deze achtergrond blijft no deal een reëel scenario.

Contingency Planning en Preparedness

De Nederlandse voorbereidingen op een no deal scenario gaan daarom onverminderd door. Er zijn veel maatregelen getroffen om de voorzienbare en meest nadelige gevolgen van een no deal scenario zoveel als mogelijk te minimaliseren. Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten opdat burgers, bedrijven en instellingen zich goed informeren en voorbereidingen treffen, gelet op hun eigen verantwoordelijkheid. Ondanks alle voorbereidingen zal een no deal scenario echter onvermijdelijk gepaard gaan met verstoringen.

De Tweede Kamer is op 5 juli in een Kamerbrief (Kamerstuk 23 987, nr. 362) uitgebreid geïnformeerd over de stand van zaken van de Nederlandse voorbereidingen op een no deal scenario. Op 4 september ontving uw Kamer een kabinetsappreciatie van de Commissie mededeling over de EU voorbereidingen op een no deal scenario (Kamerstuk 23 987, nr. 363) en op 27 september een fiche over wetsvoorstellen tot aanpassing vanwege de Brexit van het Europees Globaliseringsfonds en het Europees Solidariteitsfonds (Kamerstuk 22 112, nr. 2824).

Naar boven