21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1618 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2019

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 8 en 9 juli 2019 te Brussel.

Daarnaast zend ik u hierbij de op 3 juli jl. vertrouwelijk aan de Tweede Kamer verzonden brief over Kroatië en toetreding tot ERM-II (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1615), waarvan de vertrouwelijkheid nu kan worden opgeheven1.

Tevens treft u bijgevoegd het kwartaaloverzicht van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van het Ministerie van Financiën2, conform de afspraken omtrent EU-informatievoorziening.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

VERSLAG EUROGROEP EN ECOFINRAAD 8 EN 9 JULI 2019

Eurogroep

Fiscal stance Eurozone

In de Eurogroep is gesproken over de fiscal stance voor de Eurozone. Om de fiscal stance vast te stellen, kijkt de Europese Commissie naar de ontwikkeling van het structureel begrotingssaldo voor de eurozone als geheel. Als deze verslechtert, dan is de fiscal stance expansief (een positief effect op de economische groei). Als het structureel saldo verbetert, is de fiscal stance juist restrictief (een negatief effect op de economische groei).

De Commissie voorspelt dat de fiscal stance in 2020 expansief zal zijn op basis van haar lenteraming en de begrotingsplannen van de lidstaten en oordeelt dat een neutrale fiscal stance voor dat jaar passend zou zijn. Dit kan volgens de Commissie worden bereikt door een gedifferentieerd begrotingsbeleid, waarbij lidstaten met relatief hoge schuldenniveaus hun structurele begrotingssaldo verbeteren en schuld verlagen, terwijl lidstaten met begrotingsruimte deze ruimte benutten door extra te investeren. Ook de European Fiscal Board (EFB) komt tot dezelfde conclusie als de Commissie dat een neutrale fiscal stance passend zou zijn, zoals ook beschreven staat in een paper van de EFB over de fiscal stance voor de Eurozone dat zij 25 juni jl. heeft gepubliceerd.3

Enkele lidstaten onderstreepten dat relatief hoge schuldenniveaus dienen te worden verlaagd, terwijl lidstaten met begrotingsruimte deze ruimte dienen te benutten door extra te investeren. Daarnaast benoemde enkele lidstaten dat het van belang is dat lidstaten structurele hervormingen doorvoeren en dat investeringen vooral gebruikt moeten worden voor duurzame doeleinden zoals innovatie, infrastructuur en onderzoek.

Griekenland: derde rapport verscherpt toezicht

In de Eurogroep is gesproken over de het derde Enhanced Surveillance rapport over Griekenland dat op 5 juni jl. is gepubliceerd.4 Sinds het einde van het ESM-programma, 20 augustus 2018, is op Griekenland tot en met eind 2022 een verscherpte vorm van post-programma toezicht van toepassing, Enhanced Surveillance. Verscherpt toezicht biedt de mogelijkheid tot het monitoren van economische en beleidsontwikkelingen met als uiteindelijk doel een duurzaam economisch herstel. De derde missie in het kader van Enhanced Surveillance, waaraan naast de Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB), ook het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in het kader van hun eigen monitoractiviteiten deelnamen, heeft plaatsgevonden van 6 tot 8 mei jl.

De instellingen hebben aangegeven dat het economisch herstel in Griekenland zich naar verwachting zal voortzetten gedurende 2019. Groei wordt voor de komende jaren geraamd rond 2%, voornamelijk gedreven door binnenlandse vraag. De arbeidsmarkt toont ook tekenen van herstel, hoewel het werkloosheidspercentage in de periode van oktober 2018 tot februari 2019 rond 18,6% is blijven hangen. Het handhaven van een primair begrotingsoverschot van 3,5% BBP tot en met 2022 is volgens de instellingen in 2018 bereikt, met een primair begrotingsoverschot van 4,3%. De Commissie gaf aan uit te kijken naar de samenwerking met de volgende regering en dat met veel aandacht zal worden gekeken naar de begroting voor 2020. Van belang daarbij is dat Griekenland zich aan de gemaakte afspraken houdt, zoals overeengekomen tijdens de Eurogroep van juni 2018.5

Spanje – Post-Programma Surveillance

De Eurogroep heeft een terugkoppeling ontvangen over de elfde missie in het kader van Post-Programma Surveillance (PPS) naar Spanje door de Commissie, in samenwerking met de ECB, die plaatsvond op 7 en 8 mei jl.6 Het doel van PPS is om de economische, budgettaire en financiële ontwikkelingen van een land dat financiële steun heeft ontvangen te monitoren, om de terugbetaalcapaciteit te kunnen beoordelen.

De bevindingen waren overwegend positief. De Spaanse economie laat een robuuste groei zien, banken verhoogden hun kapitaalbuffers, en het aandeel niet-presterende leningen (non-performing loans; NPL’s) daalde. De hoge private en publieke schuldlast en de hoge werkloosheid worden genoemd als kwetsbaarheden. Ook wijzen de instellingen erop dat Spanje zijn groeipotentieel moet verhogen en de gunstige economische omstandigheden moet aangrijpen om het begrotingstekort verder te verlagen.

Internationale rol van de euro

De Eurogroep heeft van gedachten gewisseld over het vergroten van de internationale rol van de euro. Op 5 december jl. heeft de Commissie een mededeling gedaan over het versterken van de internationale rol van de euro.7 Nu de euro 20 jaar bestaat is volgens de Commissie de tijd aangebroken om het volledige potentieel van de euro te benutten, door haar rol in het mondiale betalingsverkeer te vergroten. Omdat de keuze voor het gebruik van een munt uiteindelijk een keuze is van marktpartijen benadrukt de Commissie het belang van gedegen nationaal begrotings- en economisch beleid, een stabiele financiële sector en het voldoen aan de Europese begrotingsregels. Het voltooien van de Economische en Monetaire Unie (EMU), inclusief de bankenunie en kapitaalmarktunie, kan daarbij ook de aantrekkelijkheid van de munt vergroten.

In het kader van de mededeling van 5 december jl. is door de Commissie een consultatie gestart naar de rol van de euro in strategische sectoren (energie, landbouwproducten, transport en ruwe materialen). De consultatieresultaten onderstrepen volgens de Commissie in algemene zin dat (i) er brede steun is voor het versterken van de internationale rol van de euro, (ii) de euro de enige kandidaat is met alle noodzakelijke kenmerken van een mondiale munt die marktparticipanten kunnen gebruiken als alternatief voor de dollar, (iii) er mogelijkheden liggen in de energiesector, en dan met name voor gassector voor een grotere rol voor de euro, en (iv) de EU dankzij de euro haar economische soevereiniteit kan bestendigen en zo kan bijdragen aan voordelen voor consumenten en bedrijven alsook het vergroten van de financiële stabiliteit.

Enkele lidstaten gaven aan het van belang te vinden een discussie te hebben over de internationale rol van de euro en te onderzoeken hoe deze rol versterkt kan worden. Verdere refereerde enkele lidstaten aan de mogelijkheden voor de euro in de energiesector. Tot slot waren er lidstaten die aangeven dat het goed is ontwikkelingen van cryptovaluta goed te blijven volgen.

SGP implementatie

De Eurogroep heeft van Italië een mondelinge toelichting gekregen op de recent aangekondigde aanpassingen aan de Italiaanse begroting van dit jaar. Daarnaast heeft de Commissie een toelichting gegeven op haar beslissing om geen buitensporigtekortprocedure voor Italië te openen in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).8 Uw Kamer is op 5 juli jl. geïnformeerd over de kabinetspositie inzake het besluit van de Commissie om geen buitensporigtekortprocedure voor Italië te openen.9 Meerdere lidstaten gaven aan de gepresenteerde aanpassingen van Italië te verwelkomen. Sommige lidstaten vroegen zich af of dit voldoende zal zijn om eenzelfde discussie bij de volgende beoordeling in het najaar van 2019 te voorkomen en dat het daarnaast vooral van belang is dat Italië structurele hervormingen doorvoert om economische groei te genereren. Nederland heeft – in lijn met de brief van 5 juli jl. – de aanpassingen verwelkomt en aangegeven het positief te vinden dat de Commissie deze keer uit is gegaan van eigen berekeningen en voorafgaand aan de Ecofinraad een document heeft gepubliceerd met een toelichting op haar besluit.10 Nederland heeft tot slot op het belang van structurele hervormingen en budgettaire consolidatie met het oog op de boordeling in het najaar 2019 gewezen.

Overige zaken

De nieuwe Oostenrijkse Minister van Financiën heeft een korte toelichting gegeven op de plannen van de interim-regering. Ook hebben de ministers gesproken over de benoeming van de volgende ECB-president, in voorbereiding op een bespreking hierover tijdens de Ecofinraad. Verder heeft de voorzitter van de Eurogroep op het belang gewezen met een Europese kandidaat als opvolger van Lagarde bij het IMF te komen. Tot slot is de Eurogroep geïnformeerd over de voorgenomen uitgifte van een gemeenschappelijke herdenkingsmunt voor het 35-jarig bestaan van het Erasmusprogramma.

ERM-II gerelateerde zaken

Na afloop van de Eurogroep hebben de eurozonelidstaten, Denemarken en de ECB in bijzijn van de Commissie en Kroatië gesproken over het vooruitzicht van deelname aan het Europees Wisselkoersmechanisme (Exchange Rate Mechanism; ERM-II)11 door Kroatië. Hierbij is een Eurogroepverklaring aangenomen.12 In de verklaring is opgenomen dat Kroatië eerst een aantal beleidstoezeggingen zal implementeren voor deelname aan ERM-II en de bankenunie verder besproken wordt. De beleidstoezeggingen zijn opgenomen in een brief van Kroatië13 en zien onder andere op bankentoezicht, governance en investeringsklimaat. Om tot de bankenunie toe te treden is onder meer een doorlichting van de balansen van de Kroatische banken nodig. Kroatië zal daarnaast het macroprudentieel beleidsraamwerk versterken. Verder zegt Kroatië toe de verzameling, ontwikkeling en verspreiding van economische statistieken voor overheidsfinanciën en nationale rekeningen te verbeteren en de Europese anti-witwasrichtlijn IV versneld te implementeren. Tot slot zal Kroatië diverse maatregelen nemen ter versterking van het bestuur van de publieke sector, zoals verkoop van niet-strategische staatsdeelnemingen en het depolitiseren van het overheidsapparaat, alsook ter verbetering van het investeringsklimaat, via onder meer verlaging van administratieve en financiële lasten voor het bedrijfsleven.

De Eurogroepverklaring geeft ook aan dat voor Kroatië een vergelijkbare procedure is gevolgd als voor Bulgarije vorig jaar. Ook bij volgende lidstaten die tot ERM-II en de bankenunie willen toetreden zal volgens dezelfde benadering worden gehandeld.

Uw Kamer is voorafgaand aan de Eurogroep reeds via een brief vertrouwelijk geïnformeerd over de wens van Kroatië om toe te treden tot ERM-II. De vertrouwelijkheid van deze brief wordt bij dezen opgeheven. De betreffende brief is als bijlage bij dit verslag gevoegd. De uitkomst van de bespreking over Kroatië en de verklaring is in lijn met de Nederlandse inzet als in deze brief verwoord. Nederland steunt de beleidstoezeggingen die Kroatië heeft gedaan en benadrukt dat kwaliteit boven snelheid moet gaan.

Eurogroep (in inclusieve samenstelling14

Opvolging Eurotop

De Eurogroep heeft een terugkoppeling gekregen over de uitkomsten van de Eurotop van 22 juni jl. en het vervolgproces in de tweede helft van het jaar. De Eurotop heeft de voortgang verwelkomd op het gebied van versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU), die is geboekt in de Eurogroep van 13 juni jl.15 In het bijzonder zijn stappen gezet ten aanzien van de aanpassing van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)-verdrag en een begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen voor eurolanden (BICC). Daarnaast is gesproken over liquiditeit in resolutie en een Europees Depositoverzekeringsstelsel (EDIS). De Eurotop heeft de Eurogroep verzocht om in inclusieve samenstelling te blijven doorwerken aan alle elementen van dit alomvattend pakket.

Ten aanzien van het ESM verwacht de Eurotop dat de Eurogroep haar werk voortzet, om in december 2019 tot een akkoord te kunnen komen over een volledig pakket van een wijziging van het ESM-verdrag en van aanverwante documenten. Een aantal voor Nederland relevante werkstromen die verband houden met de brede ESM-hervorming is nog niet afgerond. Dit geldt bijvoorbeeld voor de nieuwe collective action clause (CAC), het document over een transparante en voorspelbare schuldhoudbaarheidsanalyse en het richtsnoer voor de achtervang voor het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (SRF). In de periode tot december zullen deze stukken worden voorbereid.

De Eurotop heeft kennisgenomen van het akkoord in de Eurogroep ten aanzien van de kenmerken van het BICC. Belangrijke elementen daarin voor Nederland zijn de nadruk op hervormingen en de aansluiting van de investerings- en hervormingsplannen op het Europees Semester. De Eurotop heeft de Eurogroep en de Commissie verzocht verder te werken aan alle openstaande onderwerpen, zoals de financiering van het instrument. Sommige lidstaten gaven wederom aan dat ook verder gesproken zou moeten worden over een stabilisatiefunctie voor de Eurozone. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan dat dit niet aan de orde is en dat niet getornd moet worden aan de afspraken van afgelopen juni.

Daarnaast heeft de Eurotop de Eurogroep gevraagd technisch verder te werken aan de versterking van de Bankenunie. Met betrekking tot EDIS heeft de Eurogroep geconcludeerd dat verder technisch werk nodig blijft om tot een routekaart te komen. De Eurogroep heeft de hoog-ambtelijke werkgroep (HLWG) gemandateerd om de komende tijd verder te werken aan een nieuwe routekaart voor EDIS en de conclusies daarover in december te rapporteren.

Tot slot heeft de Eurotop de Eurogroep gevraagd technisch verder te werken aan mogelijkheden om de beperkingen van het huidige raamwerk voor liquiditeit in resolutie te adresseren. In de tweede helft van het jaar zal dit technische werk doorgaan en zich richten op voorstellen waarvoor het meeste draagvlak is. Dit zijn voorstellen die het toezicht- en resolutieraamwerk verbeteren en voorstellen die de beschikbare middelen voor de SRB vergroten.

Ecofinraad

Aanname verordening in geval van een no-deal Brexit (A-punt)

De Ecofinraad heeft een verordening aangenomen voor de uitvoering en financiering van de EU-begroting 2019 in het geval van een no-deal Brexit.16 Uw Kamer is in een brief van de Minister van Buitenlandse Zaken op 5 april jl. over deze verordening geïnformeerd.17Met deze verordening wordt geregeld dat het Verenigd Koninkrijk (VK) in 2019 nog steeds kan blijven bijdragen aan de EU-begroting in geval van een no-deal Brexit. Op deze manier kan het VK aan zijn financiële verplichtingen blijven voldoen. De verordening regelt ook dat wanneer het VK blijft bijdragen, de betalingen uit de EU-begroting aan begunstigden in het VK ook worden doorbetaald.

Eigen middelen EU

In de Ecofinraad is gesproken over de voorstellen van de Commissie ten aanzien van de verschillende eigen middelen die de lidstaten afdragen aan de EU, met als doel de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) verder te brengen.18 De onderhandelingen over het MFK vinden voornamelijk plaats in de Raad Algemene Zaken (RAZ). Echter, de eigen middelen vallen onder de bevoegdheid van de ministers van Financiën.

In mei 2018 heeft de Commissie als onderdeel van het MFK-pakket drie nieuwe grondslagen voorgesteld op basis waarvan lidstaten zouden moeten gaan afdragen aan de EU-begroting: de Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB), het Emissions Trading Scheme (ETS) en niet-gerecycled plasticafval. Daarnaast stelt de Commissie voor het bestaande btw-middel te vereenvoudigen. De BNI-afdracht blijft in de voorstellen van de Commissie de belangrijkste afdracht en behoudt de huidige functie als sluitstuk van de financiering van het MFK.

Nederland heeft aangegeven terughoudend te staan tegenover de introductie van nieuwe eigen middelen, onder andere omdat het de afdrachten complexer en minder transparant zal maken. Meerdere andere lidstaten waren ook kritisch ten aanzien van nieuwe eigen middelen, met name over de CCCTB en ETS. Een afdracht op basis van niet-gerecycled plastic kon in het krachtenveld wel op brede steun rekenen. Daarnaast opperden meerdere lidstaten dat het goed zou zijn om ook andere mogelijke eigen middelen verder te onderzoeken, die bijvoorbeeld raken aan klimaat en milieu. Andere lidstaten, waaronder Nederland, toonden zich daarover terughoudend.

Werkprogramma Ecofinraad 2019-II

De tweede helft van 2019 is Finland de voorzitter van de Raad van de Europese Unie. In de Ecofinraad heeft Finland haar werkprogramma gepresenteerd. Het Finse voorzitterschap zal zich richten op: manieren om de gemeenschappelijke waarden van de EU beter te borgen, het vergroten van het concurrentievermogen en inclusieve groei, duurzaamheid en klimaatverandering, veiligheid, migratie en het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK). In de Ecofinraad zal het Finse voorzitterschap voortborduren op relevante discussies die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden: versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU), het verder ontwikkelen van de bankenunie en de kapitaalmarktunie, eerlijke en effectieve belasting en bijdragen aan gecoördineerd economisch beleid om economieën veerkrachtiger te maken. Het volledige programma is te vinden op de website van het Finse voorzitterschap.19

Europees Semester

Op 5 juni jl. publiceerde de Commissie haar voorstel voor landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester.20 Het Europees Semester is het jaarlijkse proces waarin EU-lidstaten hun economisch en budgettair beleid coördineren en combineert het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden, overheidsfinanciën en het bevorderen van economische groei in Europa. De landenspecifieke aanbevelingen zijn gebaseerd op de landenrapportages van de Commissie, de lenteraming van de Commissie en de nationale hervormings- en stabiliteits- of convergentieprogramma’s die de lidstaten in april bij de Commissie hebben ingediend. In de Ecofinraad zijn de landenspecifieke aanbevelingen aangenomen.21

Benoeming voorzitter ECB

Tijdens de Ecofinraad is een aanbeveling aan de Europese Raad aangenomen om Christine Lagarde te benoemen tot de nieuwe voorzitter van de ECB. Het Europees parlement en de Raad van bestuur van de ECB zullen over deze aanbeveling worden geraadpleegd, waarna de Europese Raad de benoeming zal doen, waarschijnlijk in oktober.

AOB: terugkoppeling conferentie vliegbelasting en CO2-beprijzing

Nederland heeft een mondelinge terugkoppeling gegeven van high-level conferentie over vliegbelasting en CO2-beprijzing, die plaatsvond in Den Haag op 20 en 21 juni jl. Nederland heeft bij deze terugkoppeling benadrukt dat het merendeel van de deelnemers van mening was dat een Europese of mondiale benadering voor het belasten van luchtvaart het meest effectief is. Nederland heeft ook aangeven van plan te zijn om een brief te sturen aan de nieuwe Commissie met een oproep om te komen met een gecoördineerde Europese aanpak voor het belasten van luchtvaart. Het Finse voorzitterschap gaf aan dat het belasten van luchtvaart past binnen de Finse prioriteiten voor dit half jaar. De Commissie bedankte Nederland voor de conferentie en gaf aan verschillende mogelijkheden te zien voor EU-coördinatie.

Overig

Publicatie Bundesbank Target2

Na kennis genomen te hebben van de publicatie van de Bundesbank omtrent Target222, concludeer ik conform mijn toezegging aan het lid Omtzigt in het algemeen overleg van 5 juni jl. dat de Kamer over dit onderwerp reeds geïnformeerd is, in de Kamerbrief over risico’s voor de Nederlandse staat als gevolg van ECB-Beleid van 19 januari 201823 almede in de beantwoording van schriftelijke Kamervragen over de balansen in Target2 en de daarmee verbonden risico’s van 14 december 201724 en 8 februari 201825.

Verordening en richtlijn betreffende Europese aanbieders van crowdfundingdiensten voor ondernemingen

In de Coreper van 26 juni jl. is overeenstemming bereikt over een algemene inzet van de Raad voor het voorstel voor een verordening en het voorstel voor een richtlijn betreffende Europese aanbieders van crowdfundingdiensten voor ondernemingen. Het in de Raad bereikte compromis doet recht aan de initiële zorgen van Nederland, zoals verwoord in het BNC-fiche van 13 april 2018.26

De belangrijkste zorgen van Nederland betroffen de verhouding tussen de crowdfundingverordening en andere (Europese) wet- en regelgeving en direct toezicht op crowdfundingplatformen door de Europese Effecten- en Marktenautoriteit (ESMA). Wat betreft de verhouding met andere regelgeving heeft Nederland zich ingezet voor een scherpere afbakening, om (onvoorziene) samenloop en mogelijkheden van arbitrage zoveel mogelijk te voorkomen. Het compromis reflecteert deze inzet. Op het gebied van toezicht was Nederland van mening dat toezicht door ESMA niet gepast is, omdat er nog veel kleine, lokale, marktpartijen zijn en het om dienstverlening aan voornamelijk consumenten gaat. Een grote meerderheid binnen de Raad deelde de zorgen van Nederland; de algemene inzet gaat daarom uit van toezicht door nationale toezichthouders.

Het Commissievoorstel was specifiek bedoeld voor grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten; lidstaten hielden de mogelijkheid om voor niet-grensoverschrijdende crowdfunding eigen regels te hanteren. De Raad stond echter een aanzienlijke verruiming van de reikwijdte voor. De algemene inzet beidt een geharmoniseerd kader voor het verlenen van crowdfundingdiensten, ongeacht of deze grensoverschrijdend worden aangeboden. In het licht van de kapitaalmarktunie steunt Nederland deze lijn; een Europees geharmoniseerd kader draagt bij een gelijk speelveld voor crowdfundingplatformen, de verdere professionalisering van de markt en een vergroting van de financieringsmogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf.

De overeengekomen algemene inzet vormt een goede basis voor de Raad om de onderhandelingen met het Europees parlement in te gaan. Die onderhandelingen zullen naar verwachting dit najaar van start gaan.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
14

Alle EU-lidstaten zonder het VK

X Noot
23

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1479 (Kamerbrief): Risico’s Nederlandse staat als gevolg van ECB-beleid.

X Noot
24

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 930 (Kamervragen): Vragen aan de Minister van Financiën over de balansen in Target2 en de daarmee verbonden risico’s.

X Noot
25

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 1273 (Kamervragen): Vragen aan de Minister van Financiën over de balansen in Target2 en de daarmee verbonden risico’s.

X Noot
26

Kamerstuk 22 112, nr. 2538

Naar boven